Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2241 resultaten - Pagina 22 van 150

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[5] De overste trekt nu een vrolijk gezicht, dankt en gaat vlug naar de gedekte tafel. De oude had behoorlijk honger en dorst en dit voorstel kwam hem zeer van pas.
Hoofdstuk 148: De bekentenis van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Nauwelijks hadden de Joodse, priesterlijke spitsboeven dat gezegd, of er kwam al letterlijk een wolkbreuk van gevraagde offers! Dat zagen ónze priesters, die eveneens niet op hun achterhoofd gevallen zijn en zij gingen op zoek, of zij hun volk met een handige zet óók niet konden bewegen tot zulke royale offers. Ook zij vonden in de oude leer der goden iets dat hen goede diensten verleende om te laten offeren. Zij lieten Apollo verliefd worden op de een of andere nieuwe Daphne en met haar een onderonsje hebben. Dat had zijn vijand, Pluto, meteen in de gaten en die stal intussen de zon, waardoor Gea, Apollo en zijn nieuwe schone zich meteen in de vreselijkste narigheid bevonden! Dat daaruit een afschuwelijke godenoorlog moest ontstaan kon iedere Griek en Romein wel begrijpen! Misschien, als de machtige Zeus eens goed benaderd werd met offers en smeekbeden, dat hij dan deze gevaarlijke situatie nog kon bijleggen! Dit idee bracht ónze priesters ook behoorlijk wat op, maar lang niet zoveel als het goddelijke gericht dat door de Jóódse priesters aan hun schapen werd verkondigd.
Hoofdstuk 140: Alarmerende berichten uit Caesarea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] RAPHAËL kwam snel naderbij en zei: "Hier sta ik, om God, u en alle mensen die van goeden wille zijn, door de kracht en de macht en in de naam van de Heer te dienen. Wees echter voorzichtig met wat u beveelt, want ik voer alles uit!"
Hoofdstuk 148: De bekentenis van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Intussen had overste Stahar zich gesterkt, hij kwam weer naar Cyrenius terug en dankte hem hartelijk voor de hem bewezen weldaad.
Hoofdstuk 148: De bekentenis van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Ik heb een tijd gehad dat ik ieder mens die met een wonder de toch al zo domme mensheid blijkbaar nog dommer probeerde te maken, als een woedende tijger aanviel vanwege zijn schandelijke daad en hem indien mogelijk zelfs doodde. Maar pas later kwam ik na veel verheven pogingen tot de overtuiging, dat de eenmaal te dom gemaakte mensheid helemaal niets bij te brengen is en ik ontdekte toen ook dat ik helemaal ongelijk had met die mensen aan te vallen, die zoveel mogelijk het volk met namaakwonderen in het oude bijgeloof trachtten te bevestigen.
Hoofdstuk 149: De mening van de overste betreffende engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] U hebt toch ook al reeds dertig jaar de oude ark des verbonds aan de kant gezet omdat de vuurzuil en rookkolom was verdwenen en in plaats daarvan hebt u er een nieuwe, geheel materiële neergezet! Dat is echter ook, zonder dat u het begrijpt, een getuigenis voor deze tijd. Het betekent dat Jehova nu niet meer alleen als geest boven alle materie verheven zweeft, zoals eens boven de nachtelijke wateren. Hij verliet Zelf de plaats waar Hij Zich als Schepper en Vader maar moeilijk en onduidelijk door middel van de gewekte ziener voor de andere kinderen herkenbaar maakte. Hij kwam daarom Zelf in het lichaam van een mens en leert nu Zelf de mensen en onderhoudt Zich met Zijn kinderen!
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] RAPHAËL kwam snel naar de tafel waarop de vijftig rollen lagen, rolde ze, zo goed mogelijk, op de tafel uit, nam toen een met zwarte kleurstof gevulde schrijfstift, ging daarmee vervolgens bliksemsnel over alle rollen en zei toen tegen Cyrenius: "Vriend, hier heeft u de gevraagde brieven in de Romeinse, Griekse en Joodse taal, deel ze nu aan de betrokkenen uit!"
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Nu wij ons echter geheel van de volle waarheid hebben overtuigd, kunnen wij er ook met meer omheen, de waarheid, die uit de hemelen kwam, aan te zien voor wat zij is, -en dat des te meer omdat tijd, omstandigheden en de oppermacht van Rome daarbij gunstiger voor ons zijn dan wij ooit hadden kunnen verwachten!
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Kortom, denk u in, dat Hij waarachtig Dezelfde is die Mozes op de Smal de wetten gaf voor het volk Israël, maar dit volk heeft Hem vergeten en viel weer in álle zonde terug! Nu kwam Hij om Zijn volk weer op te richten en het vrij te maken van alle zielsziekten.
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Maar toen hij bij Mathaël kwam, zei hij: "Vandaag is er met de Heer niet goed te praten! Ik vroeg Hem heel bescheiden, of de aangekondigde, hoge gasten er aankwamen, maar toen kreeg ik vanwege het woord 'hoge' een zo stevig lesje, dat me dat beslist erg goed bij zal blijven omdat het me zo hard en droogweg werd gezegd! Vandaag lijkt de Heer wel een ander mens! Gisteren was Hij de liefde en gemoedelijkheid Zelf, vandaag krijgt iedereen die in Zijn buurt komt, een les uitgemeten! Daar begrijp ik niets van!"
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Met deze woorden verliet OURAN meteen weer zijn tent, ging naar Mij toe en zei: "Heer, zoëven heb ik tegenover U met mijn ingebeelde vraag een grote misstap begaan! Vergeef mij deze, want ik deed het niet met opzet, maar het kwam - ronduit gezegd - door mijn ingeroeste domheid, hetgeen U, o Heer, zeker overduidelijk zult hebben bemerkt!"
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Wie echter zijn fout wel inziet, maar er mee doorgaat, wordt het niet vergeven ook al kwam hij honderd maal naar Mij toe!
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Toen ik aan zee kwam en een schip wilde nemen, kwam juist onze Kisjonah er aan met Philopold, die mij de boodschap bracht dat hij van een aanzienlijke hoogte in zijn bergen duidelijk Caesarea Philippi in brand had zien staan.
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] CORNELIUS kwam naar Mij toe en Ik omarmde hem. Dat maakte dat hij hard begon te huilen en te snikken en velen dachten, dat hij wat mankeerde omdat hij zo huilde. Maar hij vermande zich en zei: Kalm maar! Mij mankeert niets, het overweldigt mij nu alleen en de vreugde veroorzaakt deze tranen."
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[31] IK zeg: "Ongetwijfeld, dat is een koning uit Pontus! Zijn rijk is groot en hij heeft zijn volk heel wijs bestuurd door wetten, die wel mild zijn, maar toch uiterst streng gehouden moeten worden. Hij begreep echter dat men, als men een volk geheel gelukkig wil maken, eerst zelf de waarheid en de enig ware God moet kennen. Hij ging op weg en trok zuidwaarts omdat hij had gehoord dat deze kennis alleen in Jeruzalem te ontdekken zou zijn. Op die reis kwam hij aan deze binnenzee en wilde die oversteken om Jeruzalem te bereiken.
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...