Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

839 resultaten - Pagina 22 van 56

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[12] Maar ik ben van mening dat zulke gedachten alleen kunnen ontstaan rn het gemoed van iemand die vanuit een bepaalde hoge dunk van zichzelf in wat hij uitoefent steeds liever de eerste en hoogst aangeschrevene wil zijn dan de minste en een ondergeschikte. Iemand die al meer dan gelukkig is dat hij in zo'n gezelschap de minste der minsten en de dienaar der dienaren van de Heer kan zijn, zal zich daar echter nooit over beklagen en zich niet in het geheim gekrenkt voelen vanwege het feit dat hij zichzelf in dat gezelschap als de minste beschouwt!
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar Ik zeg: op zichzelf is het heel goed om een schriftgeleerde te zijn; maar Mij is iemand die maar weinig van de Schrift kent en daar gelovig naar leeft en handelt, veel liever dan iemand vol schriftgeleerdheid, die de Schrift alleen maar bekritiseert, er nauwelijks en tenslotte helemaal geen geloof aan hecht en daarom ook niet volgens de Schrift, maar alleen volgens de raad van zijn wereldse inzicht leeft en handelt.
Hoofdstuk 99: De Heer over Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Zou God door de mond van een profeet ook over ons de terechte klacht moeten aanheffen, door met donderende stem te zeggen: 'Kijk, dit volk heeft tegenover Mij al evenveel zeer grote zonden bedreven als er gras op de aarde en zand in de zee is, en aan al die zonden voegt het nog de grootste toe, door ontevreden te zijn met Mijn zo vaderlijk goede en wijze regering en onstuimig naar een koning te verlangen, zoals de heidenen die hebben!'? O, dat zij verre van ons! Liever willen we jullie nog honderd jaar als goede arbeiders dienen en de grote stukken grond, die jullie onrechtmatig naar je toe hebben getrokken, tegen het afgesproken loon bewerken dan uit jullie een koning te kiezen!
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Om te zorgen dat de mensen niet zelf onder elkaar de wetten van het leven in acht hoeven te nemen, hebben jullie het hun door jullie instellingen gemakkelijker gemaakt, door hun voor te liegen dat jullie visioenen hebben gehad en de Here Here jullie geopenbaard heeft, dat de mensen jullie liever grote offers moeten brengen en dat dat God veel welgevalliger is dan wanneer jullie jezelf aan ongemakkelijke wetten houden -en het volk, dat door jullie blind is gemaakt en toch altijd al liever traag is dan dat het zelf actief wordt, heeft dat graag geloofd.
Hoofdstuk 121: De Heer legt het 13e hoofdstuk van Ezechiël uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Met de volle liefde nadert de mens God echter steeds meer, hij wordt vertrouwelijk met Hem en verlangt naar Hem, en wordt zodoende steeds meer vervuld van de geest Gods; want de voortdurend toenemende en vertrouwelijker wordende liefde voor God is de ware en levende geest Gods in de mens en de geest van het eeuwige leven in de ziel. Daarom is een zondaar die zich uit liefde voor God bekeert, God dan ook meer nabij en Hem liever dan negenennegentig zeer godvrezende mensen, die nog nooit tegen een wet hebben gezondigd en als rechtvaardigen zodoende nooit boete hebben hoeven doen.
Hoofdstuk 129: God vrezen en God liefhebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Het offer van eer dat jullie Hem willen brengen en in feite al gebracht hebben, zal Hem waarlijk liever zijn dan alles wat de mensen op de wereld als uiterst waardevolle schatten beschouwen en vol begeerte naar zich toe proberen te trekken! Want bij Hem geldt alleen een rein, liefdevol, deemoedig en van de grootste zachtmoedigheid vervuld hart; maar de schatten van de wereld zijn in Zijn ogen een gruwel en krijgen pas waarde, wanneer ze aangewend worden voor de ware naastenliefde. Maar waar ze dienen als voeding voor de menselijke inhaligheid, voor de menselijke hoogmoed en heerszucht en de mensen verleiden tot traagheid, vraatzucht, brasserij, hoererij, roof, moord en nog vele andere zonden, zijn ze in de ogen van Hem, die Heer is over alles in de hemel alsook op aarde, een gruwel die totale verdoemenis verdient.
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Het brengt een van Mijn leerlingen. Maar praat niet veel met hem als hij bij ons is; want hij is ook zo iemand die liever een pond gele aarde heeft, wat men goud noemt, dan de hele hemel met de schatten van de geest en van het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 139: Uitleg van de Heer over de planeet Mars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Marcus zei: 'Je wilt hier zeker geen vreemde mensen ontmoeten! Maak je daar geen zorgen om! Kijk maar eens naar die heel grote, prachtige tuin daar beneden, hoe het daar wemelt van de kuurgasten! In de richting van het meer zie je verscheidene grote, prachtige terrassen met uitzicht op het meer, waar zich overal veel mensen bevinden. De gasten vermaken zich steeds in de tuin, en je zult maar zelden iemand buiten de tuin zien. En dit terras op deze werkelijk niet lage berg wordt ondanks het prachtige uitzicht dat men van hieruit naar alle kanten heeft, nog minder door de gasten bezocht; want als ze ziek aankomen, hebben ze geen zin om op deze berg te klimmen, en als ze genezen zijn, reizen ze liever direct naar huis. Daarom wordt deze plek maar zelden door vreemde gasten bezocht en dient dus alleen voor de vreugde van mij en de mijnen. Wij zijn hier dus heel veilig en zullen niet door onbekenden lastig gevallen worden.'
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Met name de arts uit Melita (het huidige Malta) was erin geïnteresseerd, want hij had zijn kennis vooral in Athene, ook in Alexandrië in Egypte en in Syracuse op Sicilië verworven, en had zich in zijn jeugd veel met het onderzoeken van de aarde en haar krachten beziggehouden. Voor dat doel was hij toen door Egypte gereisd tot aan de watervallen en ook door heel Griekenland, de streken aan de Pontus en langs de Kaspische Zee, alsook door een groot deel van Arabië en de kusten van Azië aan de Middellandse Zee, en daarom zou hij graag met Rafaël een gesprek hierover begonnen zijn; maar omdat Rafaël zo terloops over alles sprak, kon onze arts niet aan het woord komen en luisterde hij dus maar liever stil naar de uitleg van Rafaël en maakte wat opmerkingen voor zichzelf.
Hoofdstuk 183: Het onderricht van Rafaël (12.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Als we eenmaal weer in Jeruzalem zijn, zal ik Herodes wel een rékening presenteren, waarover hij zich zeker tien jaar lang achter zijn oren zal krabben! En als hij weigert mij te betalen, dan treed ik onmiddellijk toe tot een Romeinse legioen en zal hem dan als Romein eens gaan vertellen, aanvankelijk onder vier ogen, wat het wil zeggen om zonder toestemming van Rome met zijn soldaten een Romeins gebied met een wettelijke opdracht binnen te vallen. Dan zal die oude vos liever onze rekening betalen dan zich door ons aan de onverbiddelijke Romeinen laten verraden! Want ik weet dat hij met name bij de opperstadhouder Cyrenius in niet zo'n goed daglicht staat.
Hoofdstuk 200: De plannen van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar om te zorgen dat je je niet door een eventuele bekering gedwongen zou kunnen voelen hun iets te geven, heb je je ook liever helemaal niet laten bekeren en heb je vanwege jouw gierigheid geen waar bericht over de ene, enig ware God willen ontvangen door middel van een door Gods geest verlicht mens.
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] (De Heer:) 'Als je een zaadkorrel in de aarde legt, heeft hij toch ook tijd nodig voor hij begint te ontkiemen en geleidelijk aan een volledig rijpe vrucht wordt. Voor een landbouwer is het natuurlijk wel een kwestie van geduld, als hij van het zaaien tot de oogst bijna een half jaar lang moet wachten; hij zou zeker ook liever hebben dat hij vandaag kon zaaien en morgen al zou kunnen oogsten! En kijk, zoals bij God alle dingen mogelijk zijn, zou God ook dat gemakkelijk kunnen bewerkstelligen; maar dan zou het er met de geestelijke ontwikkeling van de mens veel slechter uitzien dan zoals het nu is! De op winst beluste mens zou aan één stuk door zaaien en oogsten, maar de trage zou in een steeds grotere traagheid wegzakken, wat vanzelfsprekend en heel begrijpelijk is. Daarom is de orde zoals die door God in alle dingen op deze aarde bepaald is, voor de geestelijke ontwikkeling van de mens toch de beste en het meest doelmatig.
Hoofdstuk 2: De beperkingen van een wetmatige verbreiding van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Ik zie wel dat ik bij u nooit duidelijkheid zal krijgen; laten we als u het goedvindt, liever over andere dingen gaan praten! Zeg mij toch, wonderlijke, oppermachtige meester, in welk land bent u eigenlijk geboren, en tot welk volk behoort u wat uw lichaam betreft!?'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei tegen hem: 'Zie de mannen hier rechts van Mij; de eerste is Kisjonah en de tweede is Philopold! Je zult nog vaak in de gelegenheid zijn om met hen te spreken; maar Ik weet wel waarover jij nu allemaal met Philopold zou willen spreken -waar het nu echter niet de juiste gelegenheid voor is; stel daarom je voornemen liever uit tot een ander moment. Voor vandaag heb je veel gezien en geleerd om je oude heidense bijgeloof uit te roeien; denk daar maar over na, opdat het in je geheugen en in je hart blijft en je het niet weer kwijtraakt, als je binnenkort weer naar je wereldse dingen en bezigheden terugkeert!
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Onder veel heen-en-weergepraat werd het volop ochtend, en de commandant moest de soldaten orders geven voor deze dag. De soldaten verwonderden zich in stilte over het feit dat de commandant, die anders meer dan streng was, vandaag alleen maar heel zachtmoedige en mensvriendelijke bevelen uitdeelde, en ze dachten dat er iets heel bijzonders gebeurd moest zijn. Maar ze lieten natuurlijk wijselijk niet merken dat de zachtmoedigheid van de commandant hun was opgevallen; want ze hadden immers ook liever een gemakkelijke dienst dan een zware
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...