Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

793 resultaten - Pagina 22 van 53

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[17] O zie, lieve vader Adam, indien je toentertijd reeds door de liefde van de eeuwige, heilige Vader verlevendigd was, zoals nu, dan waren je oordelen zeker heel anders uitgevallen! Maar de naakte gerechtigheid, ook al is zij met alle stralen van de wijsheid omgeven, is drukkend en hard, wanneer op de achtergrond - ook al is hij enigszins verborgen - niet een weldoende zachte liefdesstraal alle zevenmaal tien water omhoog spuitende stenen pieken van de vruchteloze wijsheid omgeeft.
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] O vader, maak die nutteloze banden der gerechtigheid en strengheid los en verbind hen met de almachtige band van de heilige liefde, dan zal de wijsheid van de liefde hen tot een vrije wegwijzer worden; en zij allen zullen zichzelf dan heel spoedig, door deze nieuwe stralen verlicht, als kinderen van een en dezelfde heilige Vader herkennen en zullen zich zelfs juichend tegen je vaderhart aanvlijen en je met van grote liefde doorgloeide armen omhelzen en je een lieve vader noemen!
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Zie, Jared, niet alleen jou komen veel dingen ongerijmd voor, ook voor God zijn er een massa ongerijmde daden van de zijde van de mensen. Wees daarom niet bezorgd om Mij, maar wees blij en vol goede moed; want jij hebt het leven in je opgenomen! Amen."
Hoofdstuk 102: Tegenstellingen tussen God en de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En weer begon Jared: "Mijn lieve zoon Henoch, het zou goed zijn als ik het begreep! Maar dat is nu juist waarom ik het jou vraag, omdat ik het niet begrijp en toch boven alles graag zou willen weten wat er eigenlijk met Asmahaël gaande is! Want zie, ik was na jouw eerdere woorden geheel gerustgesteld en was met alles tevreden; maar nadat Asmahaël naar ons toekwam en aan het slot van zijn woorden in zekere zin liet doorschemeren dat, wanneer iemand hem in zijn eigen woning opgenomen heeft of indien hij in iemands woning intrekt, deze reden heeft zich hoogst gelukkig te voelen - want waar hij intrekt, daar is ook het eeuwige leven ingetrokken -!?
Hoofdstuk 105: Jared vraagt naar het wezen van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Onder het voeren van dergelijke gesprekken hadden de vaderen nu ook de halve weg afgelegd en Adam wenste hier een weinig uit te rusten; want het was volgens jullie tijdrekening elf uur geworden, een tijd waarop de zon reeds hete stralen naar de aarde begon te zenden.
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Kijk eens naar de bladeren van deze grote boom, die jullie allemaal beschermen tegen de scherpe stralen van de zon en ga eens bij jezelf na, welk blad meer waard is dan het andere!
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Maar, wat de jonge, uiterst vriendelijke mens betreft, is het ook mij een raadsel vanwaar hij komt, wie hij is, hoe hij in het gezelschap van de vaderen opgenomen werd en wat hij eigenlijk te midden van hen doet!
Hoofdstuk 112: Lamech en Methusalah spreken samen over de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] O Gij grote Jehova, dank, ja eeuwige dank alleen aan U; want U hebt het beslist zo teweeggebracht en het hart van onze innig geliefde vader vermurwd, zodat wij hier nu weer in zijn genade opgenomen worden.
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] O Asmahaël, wie kan U in eeuwigheid ooit begrijpen?! In elk van Uw woorden bent U oneindig en Uw ademtocht beweegt werelden, zoals de mijne een onuitsprekelijk kleine hoeveelheid zonnestofjes beweegt over het oppervlak van mijn onmachtige hand. U kijkt de zon en alle lichtende sterren aan en zij sidderen van onbegrijpelijk verheven eerbied en stralen dankbaar op de kleine aarde de heerlijke, hoewel slechts doffe weerschijn van de oneindige mildheid van Uw oog. En Uw oren horen - zoals de mijne een naderende donder horen reeds de begeerten en meest bescheiden wensen van die wazig waarneembare wezens, die misschien pas bij toekomstige nieuwe scheppingen uit U voort zullen komen. En het ademzuchtje van het totaal onzichtbare, kleinste straaldiertje in een meest ver verwijderd universum wordt door U net zo waargenomen als mijn oor nauwelijks het razen van een orkaan verneemt. Maar wat een verschil is er in het horen zelf! Voor U is alles de zuiverste harmonie, - voor mij is alles een verwarde chaos!
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Je hebt nu gezien hoe Henoch door Mij opgenomen werd; jullie zouden ook zo opgenomen willen zijn. Maar Ik vraag je: heb je Mij ook zo opgenomen als Henoch? - Zie, Henoch, heeft Mij reeds vanaf het begin uit zuivere liefde opgenomen; hebben jullie dat ook gedaan?
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Ja, toen je Mijn werken gezien hebt, heb je Mij pas opgenomen! Denk je soms uit liefde?! 0 zie, zoiets doet de ware liefde niet, maar wel het in je binnenste verborgen eigenbelang! Omdat Ik in je midden ben, ontwaar je het grote voordeel van hetgeen zich allemaal door Mij liet bewerkstelligen, en Mijn oneindige macht verwekte de grote achting in je en het daarmee verbonden voordeel wekte de liefde tot Mij.
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Zeg Me, wie heeft Mij daar in alle liefde opgenomen en had geen gewin voor ogen?!
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Zie hoe helder de ster oplichtte, en jullie waren niet in staat de zachte, klare stralen op te merken!
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] In de avond schoten er helderder stralen uit de ster. Het bliksemde en donderde geweldig en slechts weinige doden stonden op en bevrijdden zich uit de bedorven massa. Maar de gistingswarmte van het bedorven slijk werd door de overigen betreurd, zodat er een hevig getwist ontstond. En de ene wijsgerige opvatting sneed tegen de andere om de voorrang, waardoor nog velen niet in staat waren het schitterende licht van de ster te zien.
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] Hier werd Emmanuël bewogen en Zijn gezicht ging stralen als de zon, zodat allen ter aarde vielen; en nu sloeg Hij zijn ogen op naar de hemel en zei:
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...