Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1309 resultaten - Pagina 22 van 88

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[6] Heel heimelijk kan ik bij mezelf inderdaad denken: 'De hele kaste wil het, en heeft jou door het lot tot haar instrument gemaakt! En dus trek Ik er dan ook op uit en handel blind volgens de gekregen voorschriften, waarboven of waar beneden ik niets volgens mijn eigen mening kan en mag ondernemen!' En nog heimelijker denk ik bij mezelf: 'Is er met degene, die wij moeten vervolgen, werkelijk iets bijzonders aan de hand, dan zal hij gauw met ons klaar zijn en dan zullen wij als verliezers onze gewijde vertrekken wel amper meer te zien krijgen; maar als hij alleen maar weer een nieuwe opschepper is, wat we al duizend keer mee hebben gemaakt, dan komt hij er nog goed van af als men hem alleen maar te pakken kan krijgen! Want wat beoogt hij? Niets anders, dan het instellen van een nieuw en misschien nog erger kastenstelsel! ,
Hoofdstuk 151: De tempelmoraal van de Farizeeër. Mozes' wonderen door de Farizeeër belicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wie dus niet kan geloven, heeft een blinde ziel die hij door zijn vele zonden blind heeft gemaakt! En dat is nu reeds lang bij alle Farizeeën het geval. Daarom kunnen zij ook niets geloven wat ze niet met hun handen kunnen grijpen, zoals iemand die lichamelijk blind is alleen maar door een voorwerp te betasten een idee kan krijgen van de vorm ervan en dat nog slechts gebrekkig.
Hoofdstuk 165: Marcus spreekt over geloof en ongeloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Daar hebben wij echter werkelijk geen wonderen voor nodig, maar alleen reële aardse voordelen; maar dan kan men ook alle kanten met ons op en ons voor alles gebruiken, temeer daar wij als mensen van de wereld maar al te goed en duidelijk door talloze ervaringen weten, wat men in de grond der zaak van iedere godsdienstige leer moet denken. Wonderen zijn een oud middel om de onervaren kinderen van de aarde te overdonderen. Waarom zouden ze in deze tijd, waarin nog buitengewoon veel mensen blind zijn, waardeloos zijn geworden, vooral wanneer ze op een geraffineerdere wijze dan in de oudheid verricht worden, en nog meer wanneer de hoogste machthebbers er deel aan hebben, en dat zeker niet zonder redenen, die natuurlijk zeer geheim worden gehouden?! Want een godsdienstige leer waar men zich echt aan vast houdt, is voor regeerders immers altijd meer waard dan tienduizend grote kerkers en twintigduizend legioenen dappere soldaten.
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Wij joden maakten van zulke oer en aartsmeesters profeten, en de Egyptenaren, Grieken en Romeinen hun halfgoden en dichtten de zeker eerwaardigste oermeesters mettertijd bovennatuurlijke wonderen toe, om hen gemakkelijker en handiger als wezens van een hogere soort aan de blinde mensenmenigte te kunnen voorstellen en offers te krijgen; dit duurde dan vaak vele eeuwen, tot er weer een nog groter genie aan de schoot van een pientere moeder ontglipte en het kwade doen en laten van de priesters zodanig voor de ogen van een lang bedrogen volk onthulde, dat dit zonder meer tot de vaste overtuiging moest komen, dat het geheel en al bedrogen was en dat hun priesters en zogenaamde dienaren van God gemene dagdieven en bedriegers waren, die de ware lessen van hun oermeester ofwel zelf nauwelijks in hun oorspronkelijke zuiverheid meer kenden, ofwel hetgeen ze er nog van kenden om politieke redenen aan de arme naar troost en kennis dorstende mensen onthouden hadden en hen dus in plaats van met goud en parels, met alle mogelijke vuiligheid voedden.
Hoofdstuk 164: De godsdienstfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Hoe zou er ook geloof te vinden moeten zijn bij mensen van de grofst materiële soort, wier innerlijk zieleoog reeds lang aan de ergste staar lijdt?! Het geloof is immers het oog van de ziel, waardoor zij de geestelijke beelden in zich opneemt en pas langzaam maar zeker in haar geest over hun waarde en zin begint te oordelen, op dezelfde manier waarop ook het lichamelijke oog de beelden van de buitenwereld eerst opneemt en zich in eerste instantie geen oordeel kan vormen over de waarde en de zin van het geziene, wat vaak pas lange tijd daarna gebeurt door de ontwaakte goddelijke geest in het hart van de ziel. Maar iemand die totaal blind is, wiens oog tot dichte duistere materie is geworden, ontvangt geen beelden van de buitenwereld, levert derhalve aan zijn ziel niets ter beoordeling en kan geen oordeel over de waarde en de zin van kleuren geven, weet niets van schaduwen licht en nog minder van de vorm van de dingen.
Hoofdstuk 165: Marcus spreekt over geloof en ongeloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Uit hetgeen hier gezegd is, kunnen jullie welopmaken dat ik al bij voorbaat wist dat jullie in je totale zielenblindheid moeilijk zouden geloven wat je gezien en gehoord hebt. Maar ik dacht bij mezelf, dat blinden meer vertrouwen zouden schenken aan een ziende gids, omdat ze een gids zeer hard nodig hebben. Maar jullie noemen jezelf ziende terwijl je stekeblind bent, en mij beschouwen jullie -nu wel niet bepaald als blind, maar toch wel, wat veel erger is, als slecht. En dat is nu precies wat me aan jullie absoluut niet bevalt, en wat laat zien, dat jullie hart echt slecht moet zijn en dat jullie zelf de grootste bednegers moeten zijn, omdat jullie zelfs niet aan een doodeerlijk mens, wat voor vertrouwen dan ook meer kunnen schenken.
Hoofdstuk 165: Marcus spreekt over geloof en ongeloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] In dit gevoel huist ook de liefde tot de waarheid, die zij als zodanig waarneemt, weldra met haar levenswarmte doordringt en op die manier levend maakt. Wordt het geloof als een van de liefde doordrongen waarheid eenmaal levend, dan zal dit geloof zich ook zelf beginnen te roeren, gaan bewegen en tenslotte zelf beginnen te handelen. In een dergelijk vertrouwensvol handelen ligt dan ook pas het volledig welslagen van hetgeen men in z'n hart, en niet ergens in de hersenen van het hoofd, als ongetwijfeld waar gelooft.
Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Als een geloof dus uitwerking wil hebben, moet het één zijn met het leven zelf en niet, zoals ogen, oren, neus en gehemelte, slechts een gevolg zijn van het leven als zodanig, zonder een dieper verband dan alleen het noodzakelijke uiterlijke gebruik. Als je geloof in de waarheid eenmaal één is geworden met je leven, heeft het reeds vanzelf iedere twijfel buitengesloten en het hoeft dan alleen maar te willen, en er zal gebeuren wat zo'n levensgeloof wil."
Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Bijvoorbeeld: Het oog heeft de assimilatieneiging naar het licht. Als deze niet binnen de juiste perken wordt gehouden en een mens zomaar ineens in de zon gaat kijken, wordt het oog door zo'n enorme overprikkeling spoedig gedood en daardoor blind. En zo gaat het met alle menselijke zintuigen.
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Want zoals elk ding, dat van binnen en ook in al zijn delen geen door en door stevige samenhang en geen grote stabiliteit heeft, spoedig uiteenvalt en als zodanig geheel teniet gaat, zo zal dat ook met de mens het geval zijn die in zichzelf, met zichzelf en in en met God niet volledig een is geworden.
Hoofdstuk 215: De missie van de Heer. Epiphanes betwijfelt of de mensen de leer van de Heer zullen begrijpen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Ik heb je de droom, die ik werkelijk gehad heb, nu eenmaal heel eerlijk en open verteld en het is voor jou nu gemakkelijk om ervan te maken wat je wilt. Weet je, achteraf voor profeet spelen is werkelijk niet zo'n grote kunst; want iemand die goed kan redeneren kan alle omstandigheden heel geraffineerd gebruiken en daaruit zomaar -zoals men dat zegt -voor de vuist weg een idee construeren dat als zodanig niets te wensen overlaat. Lichtvaardige mensen met weinig denkvermogen en weinig ervaring zouden hier reeds uitgepraat zijn en klem zitten; maar het koele, rustige verstand van een man met veel ervaring zonder enige gedrevenheid en vrees, heeft meer nodig dan alleen maar een voortreffelijke redeneerkunst van een jong en verder zeker ook degelijk en talentvol persoon.
Hoofdstuk 182: De vormende kracht van de menselijke ziel in de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Sommigen van deze vreemde zielen trekken vaak zelfs door vele andere hemellichamen, tot ze zich tenslotte, door hun geesten geleld, op deze aarde wagen. Sommigen komen van zonnewerelden. Een aantal van hen is al gauw zeer volmaakt; maar anderen ontsteken ook vaak in grote toorn over alles wat er maar op deze aarde voorkomt. Zij worden voor deze aarde vaak zeer kwaadaardige individuen, die roven, moorden en stelen wat ze maar kunnen. Ook hebben ze gewoonlijk geen liefde voor de mensen op deze aarde en proberen hen alleen maar op alle mogelijke manieren schade toe te brengen. Zij ontlopen hier maar zelden de verdiende straf voor hun overtredingen van de aardse burgerlijke voorschriften. Ze keren ook wel vaak naar hun oude plaats van herkomst terug, waar het hun dan ook niet bijzonder goed gaat; want hun geest begint met hen dan vaak een ontzettend harde en pijnlijke tucht, die naarmate een ziel als zodanig trotser, verharder en zelfzuchtig eigenzinniger is, vaak vreselijk lang duurt.
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Is een mens dus in zichzelf rijp en zuiver geworden, dan is hij ook heer geworden van alle van God uitstromende krachten en hierdoor ook een meester van alle schepselen, geestelijk en materieel, is dan als zodanig door geen enkele kracht meer te vernietigen en bevindt zich dan dus in het eeuwige leven.
Hoofdstuk 215: De missie van de Heer. Epiphanes betwijfelt of de mensen de leer van de Heer zullen begrijpen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Omdat de mensenwereld nu zo slecht, totaal blind en bovenmatig zelfzuchtig, trots en heerszuchtig is, is het waarschijnlijk, dat degene die uw leer opvolgt met heel wat hindernissen te maken zal krijgen, omdat er veel meer slechte dan goede mensengeesten zijn; maar wanneer men eenmaal weet wat men aan uw leer heeft en wat men te verwachten heeft wanneer men haar opvolgt, dan kunnen de bergen er zich tegen verzetten en alle stormen er tegen te keer gaan, maar men zal deze toch het hoofd kunnen bieden met de meest volhardende moed van de wereld. Immers, als een wandelaar door vijanden wordt overvallen verdedigt hij zich al niet zelden met leeuwenmoed om niet dit korte en toch al zo vergankelijke leven te verliezen, terwijl er aan het verlies hiervan niet zoveel gelegen is, -waarom zou men zich dan niet met een ware duizendvoudige leeuwenmoed verdedigen tegenover vijanden die de door dit leven wandelende mens van het eeuwige leven dreigen te beroven?! Ik geloof dat mijn mening in dit opzicht helemaal juist is.
Hoofdstuk 219: Epiphanes' moed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zeg: 'Ja, als het zo zou zijn, zou je wel helemaal gelijk hebben; maar helaas is het niet zo, maar geheel en al anders! Geloof Me: Dit adder en slangengebroed van tempeldienaren in Jeruzalem weet precies wat Ik leer en wat voor werken Ik verricht; maar dat vermeerdert juist hun boosheid en daarom worden ze tegen Mij juist van uur tot uur alleen maar meer verbitterd; Aziona en Hiram kunnen je hiervan waarheidsgetrouw als voorbeeld de gebeurtenissen vertellen die gisteravond vlak voor middernacht plaatsvonden. Ze zijn allemaal aartsverstokt, blind en doof in hun hart, en daarbij vol van de hoogste en meest onbegrensde hoogmoed, hebzucht en ergste heerszucht. En zie, voor zulke schepselen moet men geen evangelie prediken, en voor hun ogen moet men ook geen wonder verrichten! Want Mijn leer en Mijn tekenen vernietigen hun oude aanzien en hun grote inkomen, en daarom kunnen de tempeldienaren deze tekenen niet gebruiken en daarom zijn ze juist Mijn onverzoenlijkste vijanden.
Hoofdstuk 220: Het doel van de kruisiging van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...