Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8736 resultaten - Pagina 22 van 583

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[8] Aan de hand van deze nauwkeurige beschrijving van Herodes is het voor iedereen wel duidelijk, hoe Johannes in zijn gevangenis zijn leerlingen bij zich kon hebben, en hoe hij daardoor, zowel door zijn leerlingen alsook door andere mensen die hem vaak bezochten, op de hoogte kon blijven van Mijn doen en laten in Galiléa.
Hoofdstuk 143: Aan de zee. Het antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Pas na een poosje vroeg de oudere van hen aan Mij, waarom Johannes nu in de gevangenis moest wegkwijnen, terwijl hij toch nooit tegenover God en alle mensen gezondigd had.
Hoofdstuk 144: Het getuigenis over Johannes de doper. (26.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Waarlijk, Ik zeg je, zo lang er al mensen op deze aarde bestaan, vanaf Adam tot nu toe, heeft nog nooit een zuiverder ziel in een lichaam gewoond en het tot leven gebracht!
Hoofdstuk 144: Het getuigenis over Johannes de doper. (26.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De mensen zeggen: 'Heer! Als dat zo is, dan is het toch niet rechtvaardig dat U hem nu in de kerker laat! Te oordelen naar Uw daden, die buiten God zeker geen mens tot stand kan brengen, zou het voor U toch niet moeilijk zijn om de doper, omdat hij voor U gewerkt heeft, te bevrijden! Heer, dat zou U toch wel moeten doen en U zou hem nu niet in de steek moeten laten!'
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Zijn roeping, om terwille van de mensen voor Mij de weg te banen, was een zeker 'Moeten', waarachter echter ook nog eeuwige vrijheid verborgen ligt, die jullie in dit lichaam niet kunnen begrijpen; maar dat hij Mij had mogen volgen toen hij Mij zag en herkende, dat was geen 'behoort' en nog minder een 'moeten'. Zijn geest heeft toen geluisterd naar de ingeving van de ziel, begon daarom ook te twijfelen en heeft al voor de tweede maal boden naar Mij gestuurd. Wie vraagt, weet nog niet waar hij aan toe is; want iedere vraag gaat uit van pure onwetendheid, of twijfel aan de waarheid van wat men denkt te weten. Als Johannes helemaal wist waar hij aan toe was, zond hij geen boden naar Mij.
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Dan zegt de tweede weer: 'Maar zijn leer is zuiver en volledig aangepast aan de natuur van de mensen, en het ziet er toch helemaal niet duivels uit! Ik ben het niet helemaal met je eens, want Mozes leerde ons wel beschouwd hetzelfde als deze Nazareeër.
Hoofdstuk 146: Kis. Bekering van Kisjonah de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar de hele karavaan, ongeveer honderdvijftig man sterk en onbekend met de juiste weg, kwam niet zo erg ver, namelijk niet verder dan een plaats waar een onbeklimbare hoge rots in zee uitstak en daar een erg sterke branding veroorzaakte. Direct boven de rots verhief zich een hoog en steil gebergte, waarover vanaf deze plaats aan de kust geen weg voerde, en zo bleef de karavaan niets anders over dan de tamelijk lange terugweg van enige uren te aanvaarden. Ze kwam in het stikdonker , terwijl het geweldig stormde en regende, bliksemde en donderde, pas tegen middernacht bij de hofstede van tollenaar Kisjonah terug en zocht daar beschutting en onderdak; want de hele karavaan was tot op de huid doorweekt en op het punt om in elkaar te zakken. De tollenaar en zijn mensen namen de vermoeiden vriendelijk op en gaven hen een droge rustplaats, wat de drijfnatte mensen erg van pas kwam.
Hoofdstuk 147: De gelijkenis van de fluitende kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar het was sabbat, en Kisjonah en zijn mensen deden hun werk net als op een andere dag; en toen het middag werd, werden er tafels gedekt en daar werd allerlei goed klaargemaakt voedsel op gezet.
Hoofdstuk 147: De gelijkenis van de fluitende kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg jullie: In hun harten geven ze geen drie stater voor Mozes en alle profeten, maar ze doen het voor de mensen die hen de tienden en veel geld geven, opdat die hen zullen zien als waardige volgelingen van Aäron!
Hoofdstuk 147: De gelijkenis van de fluitende kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] De Zoon zegt echter tot jullie zoals tot alle mensen: Komt allen tot Mij, die uitgeput zijt en onder lasten gebukt gaat, Ik zal jullie verkwikken! (Matth. 11:28)
Hoofdstuk 149: De opwekking tot het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dit was een berg die nog geen naam had. Want de aardrijkskunde stond toen nog in de kinderschoenen, en daarom hadden de meeste bergen, dalen, vlakten, meren, beken en kleinere rivieren geen algemeen geldende eigen namen, maar alleen die, welke de in de omgeving wonende mensen hen gaven. Het lastigste ging het met de namen van de bergen.
Hoofdstuk 151: De berg beeft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De vijf dochters ontbraken niet en liepen als kuikens om Mij heen, ondervroegen Mij over zeer verschillende dingen van de oorspronkelijke schepping en over het ontstaan van zulke bergen, en Ik legde hun alles zodanig uit dat ze het begrijpen konden, Ook de vele leerlingen en veel mensen die ons begeleidden, luisterden als ze maar even konden mee naar Mijn uitleggingen en dat deed hun bijzonder veel genoegen.
Hoofdstuk 151: De berg beeft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ten eerste was daar het verrukkelijke wijde uitzicht, dat gedurende de dag alle ogen voortdurend bezig hield. Ten tweede liet Ik na zonsondergang toe dat het geestelijk oog van de mensen geopend werd, zodat ze in de grote geestenwereld konden zien.
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik antwoord: 'Vriend! Jouw berekening lijkt nergens naar; want wij zijn nog een uur van het midden van de nacht verwijderd. Reken daarom maar liever niet, want de loop van de sterren is anders dan je denkt! Jouw manier van berekenen is onjuist, en daardoor is het vrijwel onmogelijk, dat je aan de stand en de loop van de sterren het midden van de nacht kunt bepalen. Mensen, die dat kunnen, zullen eenmaal wel geboren worden; maar nu is het nog lang niet zo ver.
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De ondervraagden gaven echter allemaal dezelfde beschrijving van wat ze gezien hadden. Daar keken de Farizeeën raar van op en ze begonnen onder elkaar vragen te stellen en zeiden; 'Hoe kan dat, hoe is het mogelijk dat ze allemaal op hetzelfde ogenblik hetzelfde visioen hebben gehad? Hoe kan een magiër alleen bij een paar mensen een visioen te weeg brengen en de anderen er buiten laten? Waarom zagen alleen zijn volgelingen iets, en waarom zagen wij niets? Nu zijn wij, getrouwe volgers van Mozes, door hem, die toch ook Jood wil zijn, verdoemd -en hoe! , zoals blijkt uit de beschrijving van het visioen. Maar van zijn kant bezien zou het toch veel raadzamer geweest zijn als hij ons het visioen had laten zien, zodat we daarna uit angst zijn leerlingen zouden zijn geworden. Maar hij is slim en laat ons zo'n spektakel niet zien; want hij is bang dat wij het direct zouden herkennen en het dan bij de juiste naam zouden noemen, en daardoor misschien vele van zijn aanhangers de ogen zouden openen zodat deze dan zouden zien wie hun beroemde meester was! We moeten tegen deze steeds gevaarlijker wordende mens strengere maatregelen treffen, anders groeit hij ons heel snel boven het hoofd, en dan komen de Romeinen en bezorgen ons allen een onprettige dood!'
Hoofdstuk 150: De bestraffing van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...