Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36880 resultaten - Pagina 22 van 2459

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[6] Daarbij moet men echter vooral niet denken aan het stoffelijke lichaam, maar aan het zich daarin bevindende, geestelijke ziele-element; want het omhulsel is weliswaar ook iets geestelijks van de ziel in de verdere analyse, maar het is op zichzelf nog te laag, te traag en te grof en draagt nog te duidelijk het stempel van eigenliefde, zelfzucht en hoogmoed en van het trage, luie genieten van de uitermate gulzige, gierige en de dood brengende, toornige heerszucht. Die materie moet eerst door veelvuldige ontbinding en slechts gedeeltelijke overgang worden opgenomen in de zuiverder substantie die de ziel omhult en bekleedt; voor de eigenlijke zielesubstantie zal daarvan wel nooit iets te gebruiken zijn.
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Er zijn nog ettelijke van zulke natuurzielen op deze aarde die bijna het vijfvoudige van de leeftijd van Methusalem hebben bereikt en de weg van het vlees nog niet hebben betreden. Zij zouden overal mee instemmen als zij maar niet hun herinnering behoefden te verliezen, omdat zij dat als een soort dood zien van hun tegenwoordige bestaan.
Hoofdstuk 116: Het wezen, en doen en laten van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Het merkwaardige aan deze vreemde epidemie was, dat er alleen maar volwassen en volkomen kerngezonde maagden en vrouwen stierven. Toen echter in het huis van de buurman de vrouw ziek werd, terwijl de dag ervoor reeds de twee dochters en de twee dienstmaagden gestorven waren, kwam de buurman helemaal wanhopig van verdriet bij ons en smeekte ons hem bij te staan en indien mogelijk zijn vrouw van de dood te redden. Mijn vader, die in de omgeving van Jeruzalem een mooi huis bezat en daar meestal woonde, was namelijk in noodgevallen ook geneesheer, en daarom was het des te meer een soort plicht voor hem aan de oproep van de ongelukkige buurman gevolg te geven. Dat ik niet thuis mocht blijven ligt voor de hand, omdat ik mijn vader vaak uitstekende geneesmiddelen kon aanraden die mijn geesten mij niet zelden heel openhartig lieten weten.
Hoofdstuk 128: Het door de dood scheiden van ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Mijn vader zei daarop: ' Als een andere arts een zieke reeds tot aan de dood heeft gebracht, dan moet iemand zoals ik weer een wonder verrichten! Daar zou ik het ook wel mee eens zijn als dat maar meteen overal mogelijk was! Ik zal met mijn enige zoon, die hier bij mij staat, en die mij moet begeleiden omdat hij de gave bezit geesten te zien en in geval van nood zelfs met hen te spreken, dan nu maar met je meegaan en zien wat er mogelijkerwijs aan gedaan kan worden. Als je echter een paar muildieren meegenomen zou hebben, die jou vlugger hierheen en ons nu sneller naar hem toe gebracht zouden hebben, dan zou een genezing gemakkelijker geweest zijn. Maar mochten zich bij hem nu reeds de hippocratische doodstekenen vertonen, dan is genezen niet meer mogelijk; want tegen de macht van de dood is geen kruid gewassen, niet op de Alpen en nog minder in een of andere tuin.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Hierbij verlieten echter alle aanwezige hoge geesten samen met de nu vrij geworden ziel onmiddellijk het huis, wat ik meteen aan mijn vader doorgaf, en mijn vader zei tegen de rabbi: 'Wel, nu de ziel van de oude man volledig gescheiden is van zijn lichaam, ga je toch wel naar die mensen die zich bijna blind wenen, om hun te vertellen dat de oude man helemaal dood is?'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Toen haalde de rabbi een gouden flesje uit de zak van zijn mantel, liet het aan mijn vader zien en zei: 'Hier, vriend, kijk! Daarin zit de ziel van een mens die al dood is!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Toen zei de kleine rabbi: 'Ei, waarom dan wel! Nu zal ik hem pas een leven gevend druppeltje op de tong geven, en dan zullen we meteen zien of zijn ziel -gesteld en aangenomen dat er een ziel als zodanig in het menselijk lichaam aanwezig is - wel echt reeds uit het lichaam is gegaan! Volgens mijn mening, die op veel ervaring kan bogen, heeft geen enkel mens een ziel die met een eigen spiritueel leven verder reikt dan het leven van het bloed en de zenuwen. De mens is, als hij eenmaal dood is, net zo dood als een steen of een uitgedroogd stuk hout, en bij alles wat ik heilig kan noemen, zweer ik je dat er dan in de mens niets meer blijft leven. Maar er zijn nog geheime middelen in de natuur om het leven in het bijna dode lichaam opnieuw op te wekken, en dat wil ik nu doen en jou, starre Jood, zal ik bewijzen dat de ziel nog lang niet uit zijn lichaam is gegaan en ook niet kan gaan, omdat er nooit zoiets als een ziel in heeft gewoond!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De jonge Lazarus antwoordde treurig: ' Kijk naar het bed! Hij leeft niet, en is zo dood als het maar zijn kan!'
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zal hij ooit waarachtig gelukkig kunnen zijn, ook al bezit hij alle aardse goederen, als hij zich bij tijd en wijle zal af moeten vragen: 'Wat zal er na de dood met mij gebeuren? Zal ik op de een of andere wijze bewust verder leven of zal het voor eeuwig helemaal met mij gedaan zijn?' Als de bange vragensteller echter geen bevredigend antwoord krijgt, noch van iemand die meer ervaren is, of nog minder uit de eigen duistere, wereldse levenskamer waarin nog nooit een waarachtig geestelijk licht is doorgedrongen, -wat dan? Zal zo'n steenrijke man die zich dat ernstig afvraagt, wel genoegen beleven aan zijn grote schatten en rijkdommen? Dat zal wel nauwelijks het geval zijn als hij zich enigermate bewust is van de liefde voor het leven! Wat heeft de mens eraan als hij alle schatten van de wereld zou winnen, maar schade zou lijden aan zijn ziel?
Hoofdstuk 140: Over het stellen van dwaze vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Natuurlijk zou men kunnen zeggen: "Zo voedt God met een flinke tuchtroede in de hand in volle ernst Zijn mensen en gehele, grote volkeren op! Maar de klappen en slagen zien er beslist niet uit alsof ze uit de hand van een liefdevolle Vader komen, maar overal ziet men hierin een ontzettend toornige, hoewel in een bepaald opzicht zeer rechtvaardige rechter, die op leven en dood en op pestilentie en brand oordeelt!
Hoofdstuk 141: Gods 'toorn'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Mijn vader had nog maar net het laatste woord uitgesproken toen de zwakke tak, die door de voortdurende beweging van de knaap te vaak en te sterk heen en weer en op en neer was gebogen, brak, waarop de knaap die nu natuurlijk helemaal geen steun meer had, voorover van vijf manslengten hoog met een grote klap op een onder de boom liggende steen viel, waarbij zijn schedel werd ingeslagen, zijn nek brak en hij dus ook meteen dood bleef liggen.
Hoofdstuk 148: De dodelijke val van de nieuwsgierige jongen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mathaël zag bij de jongen vooraf reeds twee grote v leermuizen, die om hem heen fladderden toen hij uit de boom viel en meteen volslagen dood bleef liggen. Ten eerste stamde de jongen puur uit deze aarde. De zuiver aardse kinderen zijn echter, zoals jullie dat uit Mijn verklaringen reeds vaak konden horen en goed konden begrijpen, wat hun ziel en ook wat hun lichaam betreft samengesteld uit de gehele organische schepping van deze aarde. Het bewijs daarvoor levert reeds de zeer gevarieerde voeding voor het lichaam die een mens tot zich neemt, terwijl een dier in de keus van zijn voeding zeer beperkt is. Teneinde de mens in staat te stellen om aan alle intelligentiedeeltjes waaruit zijn ziel bestaat, uit de natuurlijke voedingsstoffen die hij tot zich heeft genomen de overeenkomstige voeding te geven, kan hij zulke uiteenlopende voedingsdelen uit het dieren-, planten en ook het mineralenrijk tot zich nemen; want het substantiële lichaam van de ziel wordt net als het vleselijke lichaam gevoed en tot ontwikkeling gebracht door de opgenomen natuurlijke voeding.
Hoofdstuk 151: Uitleg over de ziel in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] De jongen op de boom was lichamelijk al ongeveer een kwartier vrijwel dood en wist niets meer van zichzelf; zijn ziel was evenals zijn lichaam dus al door de allerdikste duisternis omgeven. En een ziel die in een te grote onrust geraakt, begint zich letterlijk te splitsen in de vroegere, kleinere en onvolmaaktere creaturen van een eerder leven; daarom werden hier ook eerst twee vleermuizen zichtbaar. Pas nadat de knaap door de verplettering van zijn hersens iedere verbinding met zijn ziel kwijt was, kwam er weldra meer rust in de ontwrichte ziel, de beide zielen van de voorafgaande schepsels verenigden zich en weldra werd een aap als laatste voorafgaand schepsel zichtbaar; deze had echter een langere tijd nodig voor hij helemaal tot zichzelf was gekomen, en daarna nog meer rust tot hij zichzelf herkende en weer bewust van zichzelf werd. Daarom hurkte hij ook geruime tijd op de plaats waar zijn lichaam uit de boom viel meer instinctmatig dan bewust van wat daar was voorgevallen.
Hoofdstuk 151: Uitleg over de ziel in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar IK zei: "Het is goed dat ook deze zaak is afgehandeld! Cyrenius, de bolletjes die jou beloofd waren, hebben hun plaats gevonden; maak er nooit in het openbaar gebruik van en pronk er nooit mee, ook niet tegenover je naaste verwanten! Als je wilt profeteren, leg dan de doos op de plaats van je maagholte, dan zul je helderziend zijn; maar niemand mag verder weten dat jij door het bezit van deze stenen profetische gaven krijgt! Het volk moet de profetie horen en zich daarnaar richten, maar het mag nooit weten waar deze vandaan komt! Mocht je ooit iets over een steen der wijzen gehoord hebben, dan heb je die nu hier in de vorm van deze zeven bolletjes; maar alleen voor jou en verder niemand!"
Hoofdstuk 153: Over de steen der wijzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Deze raad, die ik duidelijk hoorde, bracht ik direkt in korte bewoordingen aan mijn vader over. Buiten zichzelf van vreugde zei hij meteen tegen de weduwe, dat zij zich geen zorgen meer hoefde te maken, want hij zou haar heel zeker helpen. In ieder geval hoefde zij niet in het minst bang te zijn voor de rechtbank vanwege de Griekse dokter, omdat zij in de verste verte geen schuld had aan zijn dood. Zelf kende hij de Romeinse wetten heel goed, en kende geen voorbeeld waarbij zo'n geval ooit ergens ontvankelijk was verklaard voor een aanklacht.
Hoofdstuk 155: Slangengif als geneesmiddel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...