Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22721 resultaten - Pagina 22 van 1515

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[9] EBAHL zegt: "Oh dat is erg naar, die zouden maar beter weg kunnen blijven! Dergelijke gasten vind ik steeds de onaangenaamste, want een van hen heeft net zoveel aandacht nodig als honderd andere vreemden, die hun verzorging betalen, terwijl deze alles voor niets wille~ hebben. Daarbij zijn ze nergens tevreden over, vooral als ze een bewijs van de tempel hebben dat ze van ambtswege op reis zijn! Ach, Heer, daar hebt U me echt niets opwekkends gezegd! - Ei, ei! Wat moeten we nu voor die tijd doen?
Hoofdstuk 116: De leer moet verder verteld worden.(13.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] De FARIZEEËN wassen hun handen en vallen daarna aan. Heel snel is alles opgegeten en zijn ongeveer zestig bekers wijn leeggedronken. De wijn maakt ze echter spraakzaam en ze beginnen overal naar te vragen, vertellen al gauw de reden van hun komst en vragen naar Mij, zeggend: "Weten jullie hier niets over een zwerver, die uit Nazareth geboortig moet zijn? Deze persoon, waarschijnlijk timmerman van beroep, moet volgens zeggen ongelooflijke tovenarijen uitvoeren, een nieuwe godsdienst propageren, zieken genezen, geesten bezweren en het volk opruien tegen de tempel en de keizer. Voor hem zijn wij op weg naar Nazareth om daar deze zaak te onderzoeken. Omdat hij echter in heel Galiléa actief schijnt te zijn, zouden jullie hier misschien wel iets meer van hem kunnen weten!"
Hoofdstuk 117: Aankomst van zieken en Farizeeërs bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dan komt de HOOFDMAN naar voren en zegt: "De man waar u naar vraagt, ken ik heel goed en ik ken al Zijn werken, ook die Hij nauwelijks een paar weken geleden in de plaats Kis heeft gedaan. Daar stelde Hij door Zijn goddelijk profetische geest het hoofd van de rechtbank, Faustus, ervan in kennis dat de keizerlijke belastinggelden en verdere schatten komend uit de Pontus en uit Klein-Azië door uw soortgenoten op een schandelijk sluwe manier van de Romeinse vervoerskaravaan zijn afgenomen, hetgeen de opperstadhouder Cyrenius in grote verlegenheid en geheel Galiléa, ja zelfs het gehele Joodse rijk, in groot gevaar gebracht heeft.
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De HOOFDMAN zegt daarop: "Dat heet bij ons Romeinen: Ars longa, vita brevis! ('De kunst duurt lang, het leven kort!'), ofwel, men wil om bepaalde redenen de zaak op de zogenaamde lange baan schuiven, om niets te hoeven doen. Dat zeg ik jullie openlijk waar het volk bij is, want voor een Meester, zoals Jezus van Nazareth er een is, zou jullie beste getuigenis nog veel te armzalig en slecht zijn! Als jullie het zouden wagen in de tempel ook maar het een of andere onjuiste bericht over Jezus aan jullie huichelachtige collega's over te brengen, dan zal ik op datzelfde ogenblik een bericht naar de keizer in Rome laten gaan en hem daarin haarfijn, voorzien van honderd getuigenissen, uit de doeken doen hoe jullie en jullie collega's op jullie bevel de beruchte belastingroof hebben uitgevoerd! Geen jaar later zal jullie hellenest zo verwoest zijn, dat men dan vrijwel niet meer kan zien waar het eens gestaan heeft! Denk daar wel aan! Want wat een Romein zegt, dat houdt hij, ook al zouden daardoor hemel en aarde te gronde gaan 'Fiat iustitia, pereat mundus!' (Het recht geschiede al zou de wereld te gronde gaan!) -Hebben jullie mij begrepen?"
Hoofdstuk 123: De geestelijk doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Dan zegt de OVERSTE met trillende stem: "Heer hoofdman! Waar haalt u het bewijs vandaan dat wij slechts gekomen zouden zijn om deze mens te vernietigen? Wij zijn wel gekomen om een onderzoek naar hem in te stellen en te testen, wat men ons toch onmogelijk kwalijk kan nemen, maar van vernietigen kan toch bij God geen sprake zijn! U kunt nu makkelijk praten, want u heeft al voldoende gelegenheid gehad om hem door zijn daden en spreken te leren kennen; maar wij hebben behalve de huidige wonderbare genezing nog maar weinig gehoord en gezien, uw zeker niet zo menselijke bedreigingen niet meegerekend. Het zou ons dan ook, daar wij in zekere zin nog totaal vreemd in deze zaak zijn, geoorloofd moeten zijn deze wonderdoener wat langer mee te maken!
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Ja, daar heb jij weer gelijk in, want met de liefde kan men bij Mij alles gedaan krijgen! De liefde tot jullie mensen trok Mij toch naar deze aarde! Wie zo'n liefde heeft als jij, kan daarom met Mij echt doen wat hij wil! Want die liefde is Mijn geest in de harten der mensen. En wat die liefde verlangt en wil, komt uit het diepst van de goddelijke orde, en je kunt Mij daarom met je hart behoorlijk vasthouden en Ik zal Mij nooit en nimmer scheiden van jouw hart!
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Toen wij bij de bergwand kwamen, waar zich in de uitgeholde spleten slechts zeer nauwe en uiterst steile geulen omhoog slingerden, zei de HOOFDMAN: "Heer, met natuurlijke krachten kan men hier niet omhoogklimmen, want de geulen zijn vreselijk steil en nat en hier en daar dichtgegroeid met allerlei doornstruiken! Als er geen andere wegen naar boven voeren, komen wij met onze natuurlijke krachten in geen tien dagen boven!"
Hoofdstuk 130: Een wonderbaarlijke bergbeklimming. Bij Genezareth op de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Wij stonden op een erg hoge berg en zagen aan alle kanten een onafzienbare vlakte. Die was naar alle kanten doorsneden door de heerlijkste rivieren, waarvan de golven schitterden als de steeds wisselende heldere kleuren van een regenboog. Op de vlakte bevonden zich prachtige tuinen en tempels. In het volgende moment bevonden wij ons al beneden bij de tempels en zagen daar de grote mensen en hun nog veel grotere woontempels. Op enige afstand is het een genot om deze mensen te zien, maar dichtbij lijken ze op wandelende bergen! Ja, ik zou al een aardig lange ladder nodig gehad hebben als ik maar de kleine teen van zo'n mens zou hebben willen beklimmen!
Hoofdstuk 136: Engelenmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Het geheel ziet er wel wonderschoon uit en het levert een vriendelijk schouwspel op, maar na een poosje zou dit eeuwige op elkaar lijken voor mensen van ons slag toch wat vervelend worden! Maar nu ben ik voor zo'n hut aangekomen en kijk, binnen zijn mensen net als wij! Eén staat er op een verhoogde plaats en preekt, en de paar honderd anderen luisteren met de grootste aandacht naar deze prediker!
Hoofdstuk 138: De zelfverloocheningschool in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De onrijpe zielen krijgen op de door jou geziene zon weer een lichaam, echter zonder geboren te worden, en dat wordt dan tesamen met de ziel ook vergeestelijkt en kan zo in het echt geestelijke overgaan. Hoe zulke zielen van hier naar daar worden overgebracht en door wie, dat heb je bij de reis naar de eerste zon zelf meegemaakt. Deze engel, die hier nog naast ons staat, is de leider en beheerser van alle werelden en zonnen waarover Ik net met je sprak. Daaraan kun je zien welke macht en welke wijsheid hem gegeven is.
Hoofdstuk 140: Ontwikkelingsperioden in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg: "Dat toch wel niet, Mijn allerliefste Jarah, want zij behoren niet tot een onrijp, maar tot een helemaal rijp volk. En de zielen van een rijp volk komen, als zij eens in alle slechtheid zijn gestorven, door hun eigen wil in de diepte der aarde. Want omdat zij pure materie zijn geworden, is dat hun element, en zij willen en kunnen daarvan niet scheiden. Wel zal er alles, ja zelfs het uiterste aan gedaan worden. Alle kwellingen en smarten worden op hen losgelaten om hen los te maken van de materie. En als er een van de materie los komt, dan komt ze in de scholen die op het geestelijke deel van deze aarde bestaan. Pas daarvandaan gaat ze dan verder naar de maan. Als ze daar iedere graad der zelfverloochening heeft doorgemaakt en daarin sterk is geworden, wordt ze naar een volmaaktere planeet verheven en daar in de ware wijsheid onderwezen.
Hoofdstuk 140: Ontwikkelingsperioden in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Nu zul jij denken: ' Ja, als dat zo is, verplaatst zich zo'n zon toch duizendmaal sneller dan u, als zuivere geest! Want als wij met de snelheid van die zon van hier naar die ster gevlogen zouden zijn, dan zouden wij daar zonder meer duizendmaal eerder zijn aangekomen dan met uw geestelijke snelheid!?'
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Maar JUDAS zei: "Ik geloof nog steeds niet dat ik geslapen heb! Ik heb toch met jou, Simon Juda, allerlei dingen besproken, en jij ging steeds tegen mij in en zei ook tegen mij: 'Al deze wonderen zullen jou niet tegenhouden om ons allen voor een paar zilverstukken te verraden!', waarover ik erg kwaad werd en jou over een rotswand naar beneden in zee wilde duwen, maar toen pakte onze Thomas mij en trok me op de grond terug! - Zeg eens, broeder Simon, weet je daar echt niets van?!"
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Maar nu zullen we ook naar de anderen luisteren en ons laten vertellen welke indruk deze nacht op hen heeft gemaakt. "
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] JARAH zegt: "U zegt wat uw verstand u ingeeft, omdat u de geest niet kent! Deze jongeman zal tot en met mijn zestiende jaar mijn beschermer en leidsman zijn en hij zal mij onderwijzen in de wijsheid van Gods hemelen - en u ook, als u naar hem zult willen luisteren!"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...