Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 22 van 149

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[3] Hoe vele duizenden vloeken en ontzettende verwensingen zijn er al over je uitgesproken, hoeveel honderdduizend maal honderdduizend tranen zijn er door de te grote pijn bij duivelachtige mishandelingen geweend en gekermd! Hoeveel van zulke tere meisjes zijn tengevolge van ondraaglijke pijnen in de allergrootste vertwijfeling gestorven! En weet, dat jij al degenen die jou vervloeken op je geweten hebt! Want weet je, jij dreef je geheime, kwade zaken in het groot, vooral ongeveer drie jaar geleden, en het aantal van hen die jij zo vreselijk ongelukkig hebt gemaakt, is groot geworden en beloopt nu al achtduizend hoofden! Ik vraag je: "Hoe zul je dat ook maar ooit weer goed kunnen maken? Wat hebben deze meisjes je gedaan, dat je hen zo vreselijk ongelukkig gemaakt hebt? Spreek nu en leg rekenschap af!"
Hoofdstuk 64: Zorels verleden als slavenhandelaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] JOHANNES zegt: "Daar zullen we het pas later over hebben; maar tóen heb jij een pot, die op een bank stond, gegrepen en met geweld naar het hoofd van je moeder geslingerd, zodat zij bewusteloos op de grond viel. Je hebt toen, in plaats van je moeder bij te staan en hulp te verlenen, de bewuste ponden goud weggenomen en je bent op een zeeroversschip hierheen gevlucht. Daarop maakte je een paar jaar lang het schone zeerovershandwerk mee, hetgeen ook de aanleiding voor je was om slavenhandelaar te worden. Je moeder stierf echter niet lang daarna, ten dele aan de gevolgen van een zware hoofdwond en ten dele uit verdriet over je onverbeterlijkheid. En zo heb je naast vele andere zonden ook die van moedermoordenaar op je geweten en als kroon op je vele slechte daden rust er op je hoofd een zeer bittere vloek van je vader, evenals van je broers en zusters! -Nu ben je helemaal ontmaskerd; wat zeg je nu als zuiver verstandsmens van dit alles?"
Hoofdstuk 69: Zorel als moordenaar van zijn moeder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Ik bezat vanaf mijn geboorte een opvliegend karakter. In plaats van met een zachte en verstandige opvoeding verbetering daarin te brengen en mijn verstand zoveel mogelijk te ontwikkelen, trachtte men mij met alle straffen die er maar zijn te verbeteren. Mijn ouders waren steeds mijn grootste kwelgeesten! Als zij verstand met goede wil hadden laten samengaan dan zouden zij van mij een engel der Joden hebben kunnen maken; maar met die vele straffen werd ik een tijger! En bij wie ligt de schuld dat ik een tijger werd? Ten eerste kreeg ik voordat ik verwekt en geboren werd geen gelegenheid om wijzere ouders uit te zoeken, en ten tweede was ik na mijn geboorte zeker nog lange tijd geen Plato of Frygius en helemaal geen Socrates, en daarom kon ik mijzelf niet opvoeden! Maar wat had er dan moeten gebeuren om van mij een goed mens en geen tijger te maken?
Hoofdstuk 70: Zorel rechtvaardigt zijn karakter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[23] Het terugvallen van zulke bollen, die van zeer verschillende grootte kunnen zijn, duurt vaak dagen, weken, maanden en bij grotere vaak vele jaren, al naar gelang zij meer of minder ver van de zon verwijderd naar buiten geslingerd zijn. Wel, sommige vallen op de bergen en rotsen van de zon en slaan te pletter, maar vele vallen er in de grote wateren, blijven onbeschadigd en worden gemakkelijk door de mensen van de zonnewereld opgevist. Want de zonnemensen kunnen heel gemakkelijk vaak urenlang onder water blijven en op de bodem van de zee werken zoals op het droge land, en dat des te gemakkelijker omdat zij behalve die haast amfibieachtige eigenschap nog bijzonder doelmatige duikinstrumenten bezitten.
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] De beide geroepenen komen nu dichterbij en ZINKA zegt: "Heer, dat is voor mensen zoals wij, die nog zeer onvolmaakt zijn, een heel moeilijk te beantwoorden vraag! Want wij zouden nog heel veel willen zien en weten omdat wij, ondanks dat wij toch al heel veel gezien en meegemaakt hebben, nog zeer veel niet gezien en beleefd hebben. Maar wat er nu van dat eindeloos vele het meest noodzakelijke voor ons is, dat is een heel andere vraag, die wij niet kunnen beantwoorden omdat wij nog lang niet weten wat voor ons eigenlijk vóór alles het allernoodzakelijkste is! U o Heer, weet echter precies wat wij het meest nodig hebben; handelt U dus, zonder dat wij iets wensen, volgens Uw oneindige liefde en wijsheid en dan zal iedereen wel het beste zien, horen en voelen!"
Hoofdstuk 90: Ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Daarnaast zijn er nog talloos vele afwijkende gevallen, die elk op een wat andere wijze behandeld moeten worden; maar ongeacht dat alles moet er toch een algemene richtlijn zijn waarnaar zich alle andere uiteindelijk moeten richten, zoals de aarde door één regen bevrucht moet worden opdat daardoor het uitgezaaide zaad kan gaan kiemen. Hoe dan echter de verschillende soorten zaden, die in de aarde wachten om tot leven gewekt te worden, uit de regendruppel halen wat van hun gading is, dat is een zaak van de speciale intelligentie van d e geesten die in de kiem wonen en heel goed voor hun huis weten te zorgen.
Hoofdstuk 93: De ontwikkeling van de ziel op aarde en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Kijk, alle planten groeien en vermeerderen zich van binnen uit; zij onttrekken uit het vocht van de aarde de bij hen passende stoffen en nemen die tenslotte, gezuiverd door vele duizenden kanaaltjes en buisjes, in zichzelf of in hun leven op.
Hoofdstuk 94: De ontwikkeling van het ziele-leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (De Heer:) "Kijk, zoals de mensen nu door eigenliefde, zelfzucht, hoogmoed en de daaruit voortvloeiende heerszucht dermate materialistisch worden dat zij zich daarvan gedurende vele duizenden jaren niet volledig zullen kunnen bevrijden, -evenzo waren er eens oorspronkelijk geschapen geesten die ook door de hun gegeven prikkel te egoïstisch, zelfzuchtig, hoogmoedig en uiteindelijk heerszuchtig werden, en het gevolg daarvan was dat zij veranderden in pure materie.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar weldra deed zich daar hetzelfde bezwaar voor als bij de voorgaande centraalzonnen. De hogere geesten, die in de minderheid waren, werden op de duur door de nog steeds ontelbaar vele lagere geesten te sterk onder druk gezet. AI gauw stonden zij weer in vuur en vlam en vele duizendmaal duizenden scheurden zich met grote kracht los van de gemeenschappelijke klomp, met het vaste voornemen nu eindelijk in het zuiver geestelijke over te gaan. onvoorstelbaar lange tijden zweefden zij ver van elkaar verwijderd als etherische nevelmassa' s in de grote scheppingsruimte.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Niet lang daarna werden zij als nevelige kometen met een lange staart reeds stoffelijk zichtbaar. Wat betekent die staart? Hij is een teken van de honger van de reeds stoffelijk wordende geesten en het grote verlangen naar stoffelijke verzadiging. Dit verlangen onttrekt uit de ether de materie die van haar gading is, en zo'n komeet dwaalt als een samenvatting van geesten die reeds zeer stoffelijk geworden zijn, dan nog vele duizenden jaren in de grote etherruimte rond en zoekt als een verscheurende wolf naar voedsel.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Dus als de ziel aan de andere zijde al het grove en stoffelijke uit zichzelf wil verwijderen, moet een hogere kracht in haar werkzaam worden; en dat is de kracht die in Mijn woord en in Mijn naam ligt! Want er staat, komende uit de mond van God, geschreven: 'Voor Uw naam zullen zich alle knieën in de hemel, op aarde en onder de aarde buigen!' Dat laatste heeft betrekking op alle menselijke schepselen van de talloos vele andere werelden in de eindeloze scheppingsruimte; want in de hemel wonen de reeds voor eeuwig volmaakte kinderen Gods, -en daarbij enkel en alleen op deze aarde de kinderen Gods in wording. Als echter alleen aan deze aarde dit grote voorrecht is verleend, dan is haar waarde voor God hoger dan die van alle andere hemellichamen; die staan dan moreel onder haar en dus ook hun bewoners, die dan bedoeld worden met' die onder de aarde wonen' .
Hoofdstuk 93: De ontwikkeling van de ziel op aarde en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Geloof vooral niet dat een wereld, ook al is die slechts zo klein als deze aarde, van vandaag op morgen geschapen en in één keer bevolkt kan worden! Daarvoor zijn naar jullie begrippen onvoorstelbaar vele myriaden aardse jaren nodig. Hoe onvoorstelbaar lang naar jullie begrippen duurt het alleen al tot een wereld rijp wordt voor het ontstaan van een mens! Hoeveel planten en diersoorten moeten eerst de bodem van de aarde door hun gisting en ontbinding bemest hebben voor zich op haar bodem en in het afval van haar planten en dierenwereld die humus heeft gevormd, waaruit een eerste krachtige ziel haar lichaam kon vormen en dit volgens de goddelijke orde zo kon inrichten, dat het dienstig voor die ziel moest worden en in staat zou zijn om daarna gelijksoortige nakomelingen voort te brengen. Daardoor hebben volgroeide en vrije, maar nog onlichamelijke zielen geen eeuwen meer nodig om zich uit de dampen een lichaam te verzamelen, maar zij konden dit toen langs een veel kortere weg, in een reeds met al het daarvoor nodige volmaakt toegeruste moederlichaam verwekken.
Hoofdstuk 96: Inzage in de scheppingsgeheimen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Zij hebben zich in grote gemeenschappen zo ontzettend ver van elkaar gevestigd, dat die afstanden voor jullie onvoorstelbaar zijn. Iedere gemeenschap wilde niets meer van enige andere horen, zien en gewaarworden, om zich toch maar geheel te kunnen overgeven aan de eigenliefde. Door dit steeds meer opgaan in eigenliefde en zelfzucht, in de daardoor gaandeweg ontwakende hoogmoed en de absolute heerszucht schrompelden de ontelbaar vele levensvormen tenslotte volgens de wet der zwaartekracht, die zich uit de eigenliefde en de zelfzucht vanzelf had ontwikkeld, ineen tot een enorm grote klomp, -en zo ontstond de stoffelijke centrale oerzon van een hulsglobe * (*)De verzameling van een enorm groot aantal zonnengebieden, die als aparte planeten om hun zon, zich in onmetelijke, uitgestrekte banen om de oercentraalzon bewegen. (J.L)
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Het resultaat van zo'n ontwaakte activiteit van geesten die lang in een planeet of in een reeds rijpere komeet lang samengeperst hebben gezeten, is, dat de klomp plotseling geheel uiteenvalt en dat vele duizendmaal duizend en nogmaals duizendmaal duizend geesten verlost worden. De meesten daarvan voegen zich, door zo'n les wijs en verstandig geworden, meteen in de juiste levensorde en worden oorspronkelijk geschapen engelengeesten en nuttige beschermers zowel voor hun minder vrije levensgezellen als ook voor hen die in harde klompen smachten, en zij dragen veel bij aan hun snellere verlossing."
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Vele duizendmaal duizenden aardse jaren geleden was zij (de aarde) aanmerkelijk zwaarder en haar geesten stonden onder grote druk. Toen ontstaken de kwade geesten echter in toorn en zij maakten zich met vrij veel zeer grove materie van haar los en zwermden gedurende vele duizenden jaren in een zeer onregelmatige baan om deze aarde.
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...