Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1562 resultaten - Pagina 22 van 105

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[11] IK zei: 'Noch in de hemel, noch in het paradijs in specie* (* in het bijzonder) , maar heel eenvoudig en natuurlijk op de aarde! Maar doordat we zowel de hemel alsook het paradijs door de kracht van Gods woord in ons hebben, omdat het waars en goeds bevat, zijn we ook daadwerkelijk in de hemel en het paradijs tegelijk. Dat is het ook wat jullie gemoed doet stralen, en omdat jullie in je gemoed voor Mij stralen, straalde ook Ik zelfs naar buiten toe voor jullie ogen, opdat jullie inderdaad gewaar worden dat jullie tegelijkertijd in het paradijs en in de hemel zijn omdat je innerlijk vol is van het ware van het geloof en daardoor van het goede van de liefde; want de echte hemel en het ware paradijs bestaat alleen hieruit, dat jullie in Mij geloven en datgene doen wat Ik jullie leer en Mij tenslotte in jullie daden met heel je hart liefhebben en zo het ware rijk van God in jezelf hebben, zonder dat het ergens anders op enige plaats bestaat. Als het echter eenmaal in jullie bestaat, is het ook plaatselijk overal in de hele oneindigheid, en waar jullie plaatselijk ook mogen zijn, hier op aarde of in de maan of op een van de vele sterren die louter hemellichamen zijn, zijn jullie door je zalige broeders omgeven, ook al kunnen jullie hen met je lichamelijke ogen niet zien vanwege jullie lichaam:'
Hoofdstuk 234: De verheerlijking van de Heer op de berg Tabor (Ev. Matth. 17, 1-2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En zie, zo ook zal Mijn hemelse Vader tegenover jullie handelen, als jullie de mensen niet met heel je hart de zonden en schulden vergeven die ze tegenover je hebben begaan! (Matth. 18,35) En het eigenlijke hemelrijk bestaat dan ook juist hierin, zowel wat het grootste als wat het kleinste betreft, dat er onder de zaligen nergens ook maar enige vijandschap of afgunst of haat bestaat, maar dat onder hen de grootste harmonie, de grootste eendracht en de grootste wederzijdse liefde heerst.
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En daarom is het ook niet nodig, dat er op deze wereld een beschermende rechtbank bestaat die het recht moet bepalen tussen beledigers en beledigden, maar het enige tegenover Mij geldende beschermrecht moet jullie goede en verzoenlijke hart zijn, dan zullen jullie er bij deze rechtbank heel goed vanaf komen, met de minste onkosten en rechterlijke vonnisgelden, en degene die tegen jullie gezondigd heeft zal veel eerder in waarheid jullie vriend worden, dan wanneer hij hiertoe door een rechterlijke uitspraak gedwongen zou zijn. - En zeg Me nu of jullie dit allemaal in de grond der zaak hebben begrepen!"
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Daarop antwoordde IK: 'Waarlijk, Ik zeg jullie die Mij zijn nagevolgd: Als jullie geheel wedergeboren zijn wanneer Ik zal zijn opgestaan en op de stoel van Mijn eeuwige heerlijkheid zal zitten, zullen ook jullie naast Mij eveneens op twaalf stoelen zitten en de twaalf stammen van Israël richten (Matth. 19,28), wat zoveel betekent, als dat jullie later in Mijn hemelen met Mij voor het eeuwige heil van alle mensen van deze aarde en ook van de andere werelden steeds zoals Ik bezig zullen zijn, en als beschermgeesten die voor de aardse mensen onzichtbaar zijn de mensen hier en ook nog aan gene zijde zullen bewaken, sturen en leiden! Want het ware hemelrijk en de groeiende zaligheid ervan bestaat enkel uit een steeds groeiende, ware liefdadigheid.
Hoofdstuk 259: De leerlingen vragen naar het hemelse loon (Ev. Matth. 19, 27 -30) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] IK zei: 'Jij weet nu al dat niets Mij onmogelijk is; maar voorlopig laten wij deze plek nog zo, want het dient jullie als bescherming! Als deze plek er met was, dan waren Jullie allang ontdekt! Daarom denk Ik dat jullie deze plaats moeten laten zoals hij is en als Ik al iets voor jullie wil doen, dan maak Ik hem nog slechter begaanbaar en wel zo, dat er voortaan geen kat meer overheen kan. Maar Ik zal jullie wel een ander pad laten zien, dat reeds bestaat maar dat niemand van jullie tot nog toe ontdekt heeft!"
Hoofdstuk 265: Eliza getuigt voor de Heer. De toegangspaden naar het dorp in de bergen ondergaan een verandering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Die weg wijs Ik jullie met heel weinig woorden, en deze woorden luiden: Wees zachtmoedig en deemoedig met heel je hart! Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf; want hierin bestaat de hele wet en alle profeten! Geloof vervolgens dat Ik Degene ben die door God beloofd werd en door de profeten voorspeld, dan hebben jullie de poort en de weg naar Gods rijk, dat nu tot jullie is gekomen, net zo geopend, als jullie nu een andere weg geopend en aangewezen werd vanuit dit hooggelegen dal naar beneden, naar de laagvlakte der aarde!
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Dit omhulsel echter moet in de materiële wereld overal aanwezig zijn waar maar iets is, opdat het binnenste, goddelijke, nergens, nooit en door niemand ooit verontreinigd kan worden. En omdat overal in al het natuurlijk geestelijke het hemelse en goddelijke aanwezig is, wat immers de alomtegenwoordigheid van de goddelijke wil duidelijk bewijst, bestaat er ook overeenkomst tussen alles wat in de wereld, in het geestenrijk, in de hemel en uiteindelijk in God Zelf aanwezig is.
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] IK zei: 'Er bestaat op de wereld onder de mensen geen waardigheid behalve die, dat ze evenbeelden zijn van God, en dat is ook de reden waarom een mens zijn medemens moet liefhebben en respecteren. En als iemand Mijn woord hoort, gelooft en ernaar handelt, is hij ook waardig dat Ik hem een goed getuigenis geef; want wie Mijn getuige is, diens meest geldige getuige ben ook Ik voor Mijn Vader in de hemel van al het leven. En als Ik iemand ook voor de wereld een getuigenis geef: dan doe Ik dat niet om hem voor de wereld te prijzen, maar Ik laat daarmee zien dat de waarheid uit God in hem is. En op die manier kunnen jullie Mijn getuigenis wel verdragen!"
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar IK zei tegen hen: 'Jullie moeten er niet al te verwonderd over zijn! Ik heb door de macht van Mijn wil alleen maar jullie innerlijk geestelijk oog geopend en daardoor waren jullie dan ook in staat om deze verre werelden als van heel nabij te aanschouwen; want voor de geest bestaat er zo goed als geen aardse en dus ruimtelijke afstand. Maar denk daar nu thuis over na; dan zullen we er morgen nog het een en ander over zeggen! Ga nu naar huis en begeef je ter ruste, dan is de rust en het vieren van de sabbat hiermee beëindigd!"
Hoofdstuk 275: Een blik in de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] IK zei echter: 'Mijn dierbare vrienden! Vergeten bestaat met bij Mij; dat bestaat alleen bij mensen. Wie Mij niet vergeet, die vergeet ook Ik eeuwig niet. Blijf Mij daarom trouw zolang jullie in het vlees wonen, dan zal Ik jullie geven wat Ik je al meerdere malen verzekerd en zelfs getoond heb, het onvergankelijke, eeuwige leven in Mijn rijk. Amen!"
Hoofdstuk 276: De Heer neemt afscheid van het dorp in de bergen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Dus sprak Ik verder en zei: 'Voorwaar, voorwaar, wie Mijn woord hoort en waarachtig in Hem gelooft die Mij tot de mensen op deze aarde heeft gezonden, heeft het eeuwige leven en komt met zijn ziel nooit in een gericht dat bestaat uit de dood van de materie, maar door dat ernstige en levende geloof is hij van de dood tot het ware, eeuwige leven doorgedrongen! (Joh.5,24)
Hoofdstuk 2: De Heer getuigt van Zichzelf en van Zijn zending als Messias 5,14-27) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Zoals jullie tot nog toe geleefd hebben, zo leven ook alle kwade duivelse zielen in de hel, en hun hellevuur bestaat eenvoudig uit hun kwade, nooit te verzadigen eigenliefde en heerszucht, en jullie zeiden zelf, dat het jullie best beviel. Maar toch knaagde elke dag steeds meer de worm des doods in jullie en vergalde jullie bestaan ontzettend! Wat hadden jullie zo aan je goede leventje?
Hoofdstuk 14: Bekentenis van een joodse priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daarom zeg Ik jullie allen nog eens, dat jullie volkomen vrij van geest, en vrolijk en opgewekt door de wereld moeten gaan, zonder aan de wereld te hangen. Want zoals Ik Zelf alleen maar in de wereld ben gekomen om alle mensen een blijde en gelukkig stemmende boodschap uit de hoogste hemelen over te brengen, die iedereen op zo'n wijze troost moet geven dat zelfs de ergste marteldood hem niet droevig zal stemmen -omdat hij ziet en zien moet, dat er voor hem geen dood meer bestaat en kan bestaan, en dat in Mijn eeuwige rijk voor hem noch deze aarde noch de hele zichtbare hemel ooit meer verloren kan gaan, en dat hij bovendien nog het gezag zal krijgen over heel veel -, zo zal Ik ook jullie, wanneer jullie in de geest en in de kracht van Mijn leer bekwaam worden, in Mijn naam uitzenden om alle volken der aarde deze blijde boodschap uit de hemelen over te brengen.
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Zoals nu deze steen enkel door Mijn wil opgelost werd in zijn oerelementen, zo zou Ik dat ook kunnen doen met de tempel, met alle bergen, met de aarde, met zon en maan en met alle sterren, en deze oplossen in hun oorspronkelijke, letterlijke niets, dat wil zeggen in pure gedachten van God, die ook geen realiteit zijn zolang zij niet door de liefde en door de almachtige wil van God hun werkelijke vorm en vastheld krijgen. In God heerst niet het principe van verwoesten en vernietigen, maar in Zijn eeuwige orde heerst het behoud van alle eenmaal geschapen dingen, echter niet in het voortdurende gericht van de materie, maar ongericht, dus vrij in geest en leven. Daarom is en mag ook geen enkele materie in deze gerichte wereld duurzaam zijn. Alles bestaat slechts gedurende een bepaalde tijd, lost daarna geleidelijk aan op en gaat volgens de orde over in het geestelijke, duurzame en onvergankelijke.
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Mocht dus God Zelf helemaal buiten tijd en ruimte bestaan, dan kan zelfs het zuiverste menselijke verstand zich onmogelijk van God iets anders denken dan: Of God bestaat helemaal niet, omdat er buiten de eeuwige tijd en buiten de eeuwige, oneindige ruimte onmogelijk iets kan bestaan, of God bestaat zoals wij allen binnen tijd en ruimte, en dan hebben de oude godgeleerden met hun definities de grootste waanzin opgeschreven.
Hoofdstuk 26: De filosofische vragen van Philopold - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...