Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 22 van 120

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[10] Ik zei: 'Wanneer je zó zult leven dat jouw ziel volledig wordt wedergeboren in haar geest, zal die geest snel en gemakkelijk helemaal kunnen afrekenen met alle onreine geesten die nog in jouw vlees zitten, en dan zul je een heel zalige dood sterven, ook wat betreft het lichaam; maar als iemand in het algemeen weliswaar heel serieus volgens Mijn leer zal leven en handelen, maar daarnaast heimelijk toch ook nog in zijn oude gewoonten vervalt, ja, dan zal hij tijdens zijn leven op deze aarde de volledige wedergeboorte van zijn ziel in de geest ook niet kunnen bereiken en zal hij het zich tenslotte in alle deemoed en geduld wel moeten laten welgevallen, als hij bij het heengaan met nog veelleed te kampen zal hebben. Want dan zal het lijden het vuur zijn waardoor het levensgoud van de mens van veel slakken gezuiverd wordt. Want iets wat geestelijk onzuiver is kan de hemel niet binnengaan, wat zoveel wil zeggen als: de zuivere geest vanuit God kan zich niet eerder volkomen met de ziel verenigen, dan wanneer deze ziel alles wat bij de materie en het gericht daarvan hoort volkomen en voor altijd uit zichzelf verbannen heeft. -Wie derhalve met een zalige lichamelijke dood van deze wereld wil scheiden, moet daar ook goed rekening mee houden!
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Er moeten inderdaad vrije en ware leraren zijn in een gemeente, die hun brood niet met het werk van hun handen hoeven te verdienen; maar als jij de heel goede mening bent toegedaan dat de mensen op een sabbat op een plaats bijeen moeten komen om daar over God en Zijn wil weer opnieuw onderricht en aan Hem herinnerd te worden, dan moet dat ook gebeuren. Maar daarna heeft de leraar immers ook zes werkdagen! Wanneer hij eenmaal in de geest gewekt is, hoeft hij zich die zes dagen immers ook niet alleen bezig te houden met wat hij de gemeente op de volgende sabbat zal voorleggen; want als iemand vanuit Gods Geest spreekt zal hetgeen hij moet zeggen op datzelfde ogenblik in zijn hart en op zijn tong worden gelegd.
Hoofdstuk 89: Sabbat en priesterstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Pas na een poos diep nadenken zei de schriftgeleerde: 'Heer en Meester, ik heb Uw woorden nu zo goed mogelijk bij mijzelf overwogen en ben tot de conclusie gekomen, dat U volgens de principes van het zuivere menselijke verstand helemaal gelijk hebt, en volgens datgene wat U zonder enige twijfel bent, ook gelijk moet hebben; maar aangezien in U de eeuwige geest van Jehova woont, Uw hart Zijn troon is en Hij vanuit U spreekt en door Zijn almachtige wil handelt en de hele schepping in stand houdt en regeert, begrijp ik niet hoe Hij eens aan Mozes op de Sinaï de heiliging van de sabbat heeft opgedragen, heel streng door een eigen wet met daaraan toegevoegd de manier waarop de sabbat geheiligd moet worden? Hij, als Een en Dezelfde, zou destijds toch ook zo hebben kunnen spreken als U nu helder en wijs in ons bijzijn gesproken hebt, dan zou men nooit tot een werkeloze en ceremoniële heiliging van de sabbat zijn vervallen! Ja, het is zelfs bekend dat joden, die de sabbat door slaafse arbeid ontheiligd hebben, onmiskenbaar door God getuchtigd zijn! Waarom heeft God bij monde van Mozes dan alleen maar bevolen de sabbat te heiligen, en waarom heeft Hij dat niet zo aangegeven als U nu gedaan hebt? God is toch eeuwig onveranderlijk in Zijn raadsbesluiten en kan Zijn woorden niet veranderen!'
Hoofdstuk 91: Een schriftgeleerde beroept zich op Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Kijk, jouw grote wereldzee heeft ook zijn begrenzing in het verre westen, net als iedere andere zee; en daar is nog een enorm groot continent, dat door het latere nageslacht vanuit Europa in westelijke richting ontdekt zal worden. Vanuit de noordoostelijke uitlopers van Azië is het echter al bijna meer dan duizend jaar geleden ontdekt en is sinds die tijd bewoond door verschillende volkeren uit Azië, waaronder zelfs ook de oude Foeniciërs, Trojanen en Grieken.
Hoofdstuk 94: Een beschouwing van de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Vanuit Europa naar het westen zal het echter pas ontdekt kunnen worden wanneer hun schepen van een betere kwaliteit zullen zijn dan die jullie schepen tegenwoordig hebben.
Hoofdstuk 94: Een beschouwing van de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Wanneer Ik nu een groot voorwerp ergens op ongeveer de afstand van de maan tot deze aarde zou plaatsen, zou je direct zien dat de zon niet in de zee van deze kleine aarde is ondergegaan, maar zich nu net als overdag vrij in de lucht bevindt en alle planeten die om haar heen cirkelen haar licht geeft alsook haar warmte. Wat nu op deze aarde, zoals ook op de andere aarden, die jullie planeten noemen, de dag en de nacht veroorzaakt, heb Ik jullie al meer dan voldoende getoond, daarom kun je je opvatting vanuit een werelds standpunt nu wel helemaal laten varen.'
Hoofdstuk 94: Een beschouwing van de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Een mens moet weliswaar van alle dingen en verschijnselen de ware oorzaak zien; maar hij moet dat vanuit zijn levende geest ontvangen, zodat hij alles in de geest en in de volle waarheid ziet en derhalve de geestelijke levensgrondslag daarbij niet verliest. Als de mens met zijn inzicht op dit standpunt ~taat, kan hij zijn medemensen met zijn lessen over alle mogelijke dingen en gebeurtenissen werkelijk en echt van nut zijn, maar als pure natuurkundige kan hij meer kwaad dan goed doen; want wat zou het een mens baten als hij alle dingen ter wereld zou bezitten en begrijpen, maar daarbij schade zou lijden aan zijn ziel? Zou hem dat in de andere wereld dan tot enig nut zijn?'
Hoofdstuk 96: Het ontstaan van de wind - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Dat het met die zielen zo gesteld is, kun je wel van Mij aannemen; maar dan vraag Ik: wat voor levensnut levert dat voor hen op? Kijk, helemaal geen; want zolang zij in hun waan volharden, kan er voor hen toch zeker nooit enig levensheil opbloeien en tot een rijpe vrucht worden! Daarom dient ook hier een louter vorsen in de dingen van de natuur alleen maar in zoverre een voorbijgaand aards nuttig doel, dat zich daaruit dingen voor de mensen kunnen ontwikkelen die voor wereldse doeleinden te gebruiken zijn; maar al die vele uitvindingen, die in de toekomst nog door de natuurkundigen ten uitvoer gebracht zullen worden, zullen net zolang het stempel van onvolmaaktheid dragen als ze niet door zulke mensen worden uitgevoerd, die de krachten van de natuur der materie alleen vanuit de lichtende en waarachtige geestelijke grondslag leren kennen en daardoor ook ware heersers over de gehele natuur zijn, waar jullie een voorbeeld van hebben gezien bij de zeven Egyptenaren.
Hoofdstuk 97: Over het materialistische onderzoek van de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ik zei: 'Dat zeker niet; maar de Farizeeën hebben dit vuur vanuit Jeruzalem toch ook opgemerkt en weten daar vast allerlei betekenissen uit te halen. Over die heuvels zijn nu reizigers op weg naar Tyrus, die op de terugweg Jeruzalem zullen bezoeken, en door hen zullen de Farizeeën weer gelogenstraft worden, wat nog het beste effect van dit verschijnsel zal zijn.
Hoofdstuk 98: De waakzaamheid van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wanneer Ik nu zou zeggen: 'Jij kunt nu weten, willen en handelen zoals je wilt, maar er zal met volledige zekerheid toch alleen maar gebeuren wat Ik wil en tegen jou zeg!', ja, wanneer het zo zou zijn, dan zou Ik echt volkomen zinloos vanuit de hemelen naar jullie mensen afgedaald zijn, en heel Mijn leer die Ik aan jullie geef zou nutteloos zijn!
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daar komt echter nog bij, dat er vanuit de zon en de ether die haar omgeeft steeds opnieuw materie aan die van de aarde wordt toegevoegd, waarvan de hoeveelheid overigens kleiner is dan de jaarlijkse hoeveelheid verloste materie, en in dat licht bezien zullen jullie nog eens te meer begrijpen wat voor zeer lange bestaansduur deze aarde tot aan haar laatste tijden nog beschoren is. Alleen, dat is allemaal door Mij sinds eeuwigheid zo bepaald, en die tijd schijnt alleen de mens lang toe, die nog de last van het vlees draagt; maar in Mijn rijk zullen jullie de tijd en haar duur met heel andere ogen en met een heel ander inzicht en andere wijsheid beschouwen. - Kijk, zo staan de zaken er voor!
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Ik zei: 'Hoe zou jij dat verklaren, gewoon zo vanuit je gemoed?'
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik zei: 'Ja, ja, Mijn beste vriend en broeder, jij hebt deze zaak heel juist en goed opgevat; want zo was het inderdaad, althans vanuit een natuurlijk standpunt bezien. Maar daarachter zit nog een ongelooflijk veel diepere wijsheid, die echter alleen diegene kan zien die ziet en voelt vanuit zijn innerlijke geest en de dood van zijn materie in zoverre heeft overwonnen als die nog invloed had op de ziel en haar angstig maakte.
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Deze dieren stellen dus de mensen voor, die er voortdurend op gericht zijn om naar zuivere kennis te streven en hun ziel met de levende schone visjes (het levende woord uit God) en schone wormen (zuivere ervaringskennis vanuit de natuur) te verzadigen.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Wanneer nu de zielen van de mensen van een gemeente met de zuivere waarheidskost gevoed worden, zullen ze ook weldra zonder moeite de meest wijzen uit hun midden vinden en hun de leiding en het bestuur in handen geven en volledig toevertrouwen; en die blijven dan ook hun leiders en bestuurders zolang ze op deze aarde leven; en is er één van hen overgegaan, dan wordt hij spoedig vervangen door een van de waardigsten uit de gemeente. De overgegane geest zal ook vanuit gene zijde als een ware beschermgeest waken over de achtergelaten gemeente en zal daar de zaligste gemeenschap en omgang mee hebben en haar onderrichtend beïnvloeden, zoals dat ook het geval was bij de stamvaders, aartsvaders en vele profeten. En zo zal een dergelijke goed geordende gemeente zich ook reeds op deze aarde zeker voortdurend in een ware, hemelse gelukzaligheid bevinden.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...