Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5678 resultaten - Pagina 22 van 379

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[6] IK zeg: "O vriend en broeder, blijf zó in Mij en Mijn geest zal in je zijn, tot je hulp op ieder moment bij dag en bij nacht!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg heel vriendelijk: "O mijn geliefde Jarah, jou zal Ik eeuwig niet verlaten! En als Ik als mens Mij na enige dagen voor Mijn taak een tijdlang van hier moet verwijderen, dan zal Ik toch steeds in de geest bij je zijn, en je zult met Mij spreken, en Ik zal op ieder van je vragen een goed hoorbaar antwoord geven, daar kun je helemaal van verzekerd zijn! - Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Ja, daar heb jij weer gelijk in, want met de liefde kan men bij Mij alles gedaan krijgen! De liefde tot jullie mensen trok Mij toch naar deze aarde! Wie zo'n liefde heeft als jij, kan daarom met Mij echt doen wat hij wil! Want die liefde is Mijn geest in de harten der mensen. En wat die liefde verlangt en wil, komt uit het diepst van de goddelijke orde, en je kunt Mij daarom met je hart behoorlijk vasthouden en Ik zal Mij nooit en nimmer scheiden van jouw hart!
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Maar Mijn zichtbare persoon is niet belangrijk, alles gebeurt door Mijn geest! Wat Ik doe, dat doet Mijn persoon niet, maar alleen Mijn geest, maar voor jou zal Ik toch een paar dagen hier blijven, -want morgen is het sabbat en overmorgen een na sabbat! Die beide dagen zal Ik hier nog blijven, dan zal Ik verder trekken, en wel naar Sidon en Tyrus, - Ik zal daarna weer terugkomen en misschien de halve winter bij jullie doorbrengen. "
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Allen bewonderden het twaalf jaar oude meisje en verbaasden zich over haar verstand. En een OUDE MAN zei: "Oh, dat is een bijzondere genade van God! In dit gevoelige huidje steekt een engel van God! Gestalte en geest getuigen daarvan.'
Hoofdstuk 127: De Heer spreekt over de geest der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De beide ESSENEN zeggen: " Aangezien wij geloven, dat er werkelijk zulke kwade geesten voorkomen in de regionen van deze wereld, waardoor mensen niet zelden gekweld en vaak zonder merkbare dwang tot slechte daden worden verleid, zijn wij het ook helemaal met u eens! Want mensen, die totaal gespeend zijn van ieder beter meeleven met hun medemensen, en slechts als tijgers voor hun muil en hun buik bezorgd zijn, zijn geen mensen meer, maar duivels! Want zij denken alleen nog maar aan de manier waarop hun buik zo veel mogelijk bevredigd wordt! Dit doel heiligt voor hen alle middelen! wat God, wat geest! De buik moet verzorgd worden! AI het andere telt niet bij hen. Kunst en wetenschap vinden zij alleen maar belangrijk als daardoor de inkomsten voor hun buik vergroot kunnen worden! - O Heer, wat een mensen zijn dat! Ja, ja, dat zijn de oorspronkelijke en echte duivels!"
Hoofdstuk 128: Gesprek tussen Essenen en Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] De ESSENEN zeggen: "Dat denken wij ook! Want met zo'n puur goddelijke wijsheid en zo'n overvloed aan verborgen goddelijke kracht, zal men ten aanzien van de slechte wereld toch wel weten wat te doen! Als wij slechts het honderdduizendste deel van Zijn macht en wijsheid hadden, dan zouden wij binnen drie jaar heer van de gehele wereld zijn! Daarom zitten wij over Hem niet in angst! Tenzij Hij Zichzelf vrijwillig aan de slechte wereld over zou geven en zou zeggen: "Hier ben Ik, leef jullie boosheid uit op Mij, jullie Schepper Zelf, opdat des te sneller het oordeel van boven over jullie kome!' -En dan zou Hij nóg niets verliezen! Hij zou wel toe kunnen laten dat de slechte mensen, om de maat vol te maken, Zijn lichaam letsel toe zouden brengen, ja het zelfs zouden doden, maar wie zal Zijn eeuwige onverwoestbare en almachtige geest iets kunnen doen? Zoals gezegd, wij twijfelen er helemaal niet aan dat Hij ook zoiets zou kunnen doen, maar dat zal Zijn vijanden weinig baten, want voor men er op bedacht is, zal Hij als een onverwoestbare rechter opstaan en hen met vuur en zwaard uit de hemelen richten! Wee dan al Zijn vijanden en alle duivels! Die zullen dan pas heel pijnlijk ondervinden, wie Degene was die zij overal vervolgd hebben! -Wat denken jullie allen over deze gedachte van ons?"
Hoofdstuk 128: Gesprek tussen Essenen en Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De beide ESSENEN antwoorden: "Heer, dat is voor U niet moeilijk, want wat wij nu met elkaar hebben besproken, was voor Uw geest al eeuwen geleden zo zichtbaar als de zon midden op de dag! Maar U kunt er helemaal van overtuigd zijn dat wij beslist niets slechts over U gezegd hebben!"
Hoofdstuk 129: De Heer en de twee Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Met name dat wat jullie gezegd hebben was helemaal juist, want dat heeft niet jullie vlees en bloed je ingegeven, maar de geest van God. Maar praat hier niet verder met anderen over, want de mensen zijn blind, dom en slecht! -Laten wij nu aan tafel gaan!"
Hoofdstuk 129: De Heer en de twee Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg: "Wel, dat komt door de nog niet geheel losgelaten oude wereld in hun binnenste! Als deze zoals bij jou al helemaal uit hen verbannen zou zijn, dan zouden ze net als jij niet bang zijn en ook geen angst kunnen hebben, omdat de geest sterk genoeg is om de gehele materie te beheersen.
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De ziel van de mens leeft door een onjuiste koers bij het vlees, of door een juiste koers bij haar geest, die altijd één is met God, zoals het zonlicht één is met de zon. Leeft een geest bij het vlees, dat in zichzelf dood is en slechts voor een bepaalde tijd, als het lichaam niet beschadigd wordt, door de ziel leven krijgt, dan wordt de ziel helemaal één met het lichaam.
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Zie je, dat deed de geest in de mens! Op dat moment heb Ik de menselijke geesten gewekt, en die droegen hun vleselijke omhulsels naar hier op deze top. Maar omdat hun geesten nog niet gewend zijn aan dit werk, gingen ze, toen Ik hen wat losliet, weer in hun lichaam slapen, en de ziel van het lichaam werd met angst vervuld. Als de geest in hun hart echter wakker gebleven was, zouden zij geen angst hebben, want de geest zelf zou dan de ziel met een lichtend vertrouwen vervuld hebben en hen in het hart de vaste overtuiging gegeven hebben dat de hele natuur hem moet gehoorzamen! Maar omdat dat vanwege de oude wereld, waarvan hun zielen nog een deel in zich hebben, niet duurzaam plaats kon vinden, overvalt hun zielen ook nog steeds iets van de wereldse angst die jij hier bij hen tegenkomt.
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Geheel anders gaat het echter met een mens, wiens ziel door een juiste koers vanaf zijn prilste jeugd naar de geest geleefd heeft! Dan ziet de ziel in der eeuwigheid geen mogelijke vernietiging voor zich! Haar gevoel lijkt op de geaardheid van haar eeuwige onverwoestbare geest. Zij kan geen dood meer zien en voelen omdat zij één is met haar eeuwig levende geest, die heer is over de gehele zichtbare natuurwereld. En het begrijpelijke gevolg voor de nog in het vlees levende mens is dat hij geen angst heeft. Want waar geen dood is, is geen vrees!
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Daarom moeten de mensen zich ook steeds zo weinig mogelijk zorgen maken over wereldse zaken, maar alleen zorgen dat hun ziel één wordt met de geest en niet met het vlees! Want wat baat het de mens als hij voor zijn vlees de gehele wereld zou winnen, maar daardoor zijn ziel zwaar zou schaden? Want ook deze hele wereld, die wij nu tamelijk ver kunnen overzien met al haar op luchtkastelen gelijkende vluchtige luister , zal vergaan en deze hele hemel met haar sterren ook op haar tijd, maar de geest zal eeuwig blijven, net als elk van Mijn woorden.
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Een werelds mens die dan zijn ziel wil redden, moet zichzelf geweld aandoen en beginnen met zoveel mogelijk alle wereldse zaken te verloochenen. Als hij dat met veel vlijt en ijver doet, zal hij zichzelf redden en tot het leven ingaan. Doet hij dat echter niet, dan kan hij op geen andere manier worden geholpen dan door veel werelds lijden, opdat hij de wereld met haar heerlijkheid leert verachten, zich tot God bekeert en zo begint Zijn geest in zich te zoeken en zich meer en meer met Hem te verenigen. Ik zeg je: Het geluk van de wereld is de dood van de ziel! -Zeg Mij nu, allerliefste Jarah, of je dit alles goed hebt begrepen!"
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...