Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

12361 resultaten - Pagina 22 van 825

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[4] Het tweede teken van Mijn tegenwoordigheid bij jullie moge zijn, dat jullie uit liefde voor Mij je naasten en medemensen,jong en oud, even liefhebt als jezelf; want hoe kan iemand die zijn naaste die hij ziet niet liefheeft, God in Mij liefhebben, die hij niet ziet? Ook al zien en horen jullie Mij nu, toch zullen jullie Mij van nu af aan in deze wereld niet meer zien! En als jullie Mij niet meer zien, zal jullie liefde dan blijven zoals ze nu is, terwijl jullie Mij zien? Ja, bij jullie zal die liefde wel blijven; maar zorg ervoor dat ze ook bij jullie nakomelingen op die manier zal blijven! Want als iemand Mij in zijn hart waarachtig boven alles lief zal hebben door volgens Mijn aan hem geopenbaarde wil te leven en te handelen, zal Ikzelf persoonlijk in de geest tot hem komen en zal Ik me als volkomen tegenwoordig aan hem openbaren.
Hoofdstuk 43: De tekenen van de geestelijke aanwezigheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Waarom zou je een apart huis bouwen, terwijl jullie toch jullie huizen al hebben waar je in woont, waar jullie ook in Mijn naam bij elkaar kunnen komen om over Mijn leer te spreken en de ervaringen die je hebt opgedaan, die zeker voor iedereen uit het leven volgens Gods wil zullen voortvloeien?! Evenmin is het nodig om daar een bepaalde feestdag voor in te voeren die jullie, zoals bijvoorbeeld de Farizeeën de sabbat, de 'dag des Heren' zouden noemen; iedere dag is immers een dag des Heren, en men kan dus ook op iedere dag evenveel goeds doen. Want God kijkt niet naar een dag en nog minder naar een huis dat ter ere en aanbidding van Hem is gebouwd, maar God kijkt alleen maar naar het hart en de wil van de mens. Als het hart zuiver en de wil goed is en deze de hele mens tot daden brengen, dan is dat al de ware, echte woning van Gods geest in de mens, en zijn altijd goede en actieve wil volgens de bekende wil van God is de ware en dus ook altijd echte dag des Heren!
Hoofdstuk 44: De juiste verering van de Heer De Heer trekt door Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De gids, nu helemaal woedend, zei: ' Als jullie nog heelhuids hier vandaan willen komen, zwijg dan overal over ons, als jullie ons dan al kennen, en trek nu heel snel hier vandaan; want ik ken jullie ook en zweer jullie bij alle goden onze vreselijkste wraak, als ik ook maar enigszins merk dat jullie ons hebben verraden! Wij leven weliswaar van roof, maar daarom zijn we nog geen moordenaars; want als we dat waren, zou het jullie nu slecht vergaan!'
Hoofdstuk 45: De karavaan van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Mijn woord is reeds het Leven in zichzelf en maakt iedereen levend die het met een welwillend hart hoort, - want dan gaat het Leven dat ten grondslag ligt aan al het leven direct over in het leven van de mens; het woord van de profeet is echter alleen maar een betrouwbare wegwijzer en toont de mens hoe hij tot het levende woord uit Mijn mond kan komen en daardoor kan overgaan in het leven van de geest.
Hoofdstuk 56: De profetenscholen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Daarom moeten ook jullie dus niet enkel en alleen loze hoorders van Mijn woord zijn, maar daar direct naar handelen; dan zullen jullie in jezelf het ware rijk Gods ontvangen! Verwacht echter nooit dat het rijk Gods, dat een rijk van het innerlijk leven is, met uiterlijke tekenen en uiterlijke pracht en praal tot de mensen zal komen; maar het bevindt zich binnen in jullie! Wie het in zichzelf zoekt op de manier die Ik jullie heb getoond en het op die manier niet vindt, zoekt in de hele wereld en alle sterren tevergeefs.
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De waard zei: 'Ja, Heer en Meester over alles, ik dank U voor deze les, uit het diepste innerlijk van mijn leven! Nu is het wezen van de oude profetenschool mij helemaal duidelijk. Maar tegelijk vraag ik U ook of U mij, wanneer ik ernstiger dan tot nu toe het smalle en doornige pad naar het Godsrijk zal opgaan, genadig al bij de eerste stap tegemoet wilt komen en mij helpen, opdat ik bij het voortgaan op de smalle en doornige levensweg niet moe, moedeloos en ongeduldig wordt!'
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ze zijn vooral de eerste opnamevaten voor talloze natuurgeesten, die in het plantenrijk hun eerste, reeds met een geordende intelligentie, van anderen gescheiden incarnatie* (* Incarnatie (letterlijk 'in het vlees komen'): materieel -lichamelijke levensvorm. ) krijgen en in zoverre een bepaalde rijpheid bereiken, dat ze daarna kunnen overgaan naar het intelligentere en vrijere dierlijke leven, - wat Ik jullie allemaal al heb getoond, omdat Ik wil dat jullie alle geheimen van Gods rijk op aarde goed zullen kennen.
Hoofdstuk 63: De Heer met de Zijnen in een oerbos in Samaria. De Heer in Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] O, had ik maar een goede bron bij mijn boerenbedrijf, dat overigens wel groot is, dan zou het hier op bepaalde tijden niet ontbreken aan gasten; maar al mijn regenputten hebben vaak maar zoveel enigszins drinkbaar water als Ik voor mijn bedrijf nodig heb. Daarom kan ik ook maar zelden vreemdelingen bij mij herbergen. Kijk, deze dag loopt al ten einde, en ik zou jullie graag voor de nacht onderdak verlenen omdat het volgende plaatsje, een klein dorpje, ongeveer twee uur gaans hier vandaan ligt - maar ik heb geen wijn, bijna geen brood en geen zout! Wij leven hier werkelijk alleen maar van de melk van onze schapen en geiten en hun gerookte vlees - ook kippen doen het hier goed en leggen veel eieren -; maar ik moet voortdurend heel wat goed bewapende en moedige herders in dienst hebben, opdat mijn kudden niet te veel schade ondervinden van de grote roofdieren. Maar als jullie met onze eenvoudige maaltijden tevreden zijn, kunnen jullie hier bij mij wel de nacht doorbrengen. Ik heb genoeg geld van jullie gekregen en zou morgen niet met een nieuwe rekening komen. Mijn vrouwen vijf reeds volwassen dochters maken onze eenvoudige maaltijden heel goed klaar.'
Hoofdstuk 64: In de plattelandsherberg (17.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als het in het woord ook tot jou zal komen, geloof het dan en handel ernaar, dan zul je in het Godsrijk een bron worden, waarmee velen die voor het eeuwige leven van hun zielen naar de waarheid dorsten zich kunnen verkwikken. Daarmee heb Ik je het doel van Mijn rondreizen uiteengezet.
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Zoals dat nu voor onze ogen gebeurt met het jodendom dat nu zonder waarheid of geloof is, waardoor het een geweldig aas is geworden, waarmee het over ongeveer vijftig aardse jaren afgelopen zal zijn, zo zal het er in later tijden ook voorstaan met de leer en de kerk die Ik nu sticht. Die zal tot een nog veel erger aas worden dan het jodendom nu, en dan zullen ook de vrije licht en levensadelaars van alle kanten over haar heen komen en ze als een aas, dat alles zou willen verpesten, met het vuur van de ware liefde en met de macht van het licht der waarheid verteren. En dat kan nog gebeuren voordat er na Mijn leven hier, zoals Ik nu lichamelijk in jullie midden ben, tweeduizend aardse jaren verlopen zullen zijn -wat Ik jullie bij andere gelegenheden ook al heb uitgelegd.
Hoofdstuk 71: De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] In het bijzonder werd door Mijn leerlingen onze reis van Jericho tot in deze plaats duidelijk en in het kort verteld, waarbij de Farizeeër, de waard, zijn knecht en zijn vrouwen enkele van zijn volwassen kinderen zich buitengewoon verbaasden en de Farizeeër herhaaldelijk luid uitriep: 'Nee, dat is eindeloos veel meer dan nodig is om zelfs stenen ziende te maken! En mijn metgezellen blijven nog blind en proberen hun armzalige wereldse schatten veilig te stellen, terwijl de hoogste en eeuwig onvergankelijke schatten van het leven hier in de grootste overvloed op tafel komen. Maar wat kan iemand van ons doen, als de Heer des levens zo dikwijls tevergeefs de grootste tekenen doet en de mensen lessen geeft die alleen maar uit het hart en de mond van God kunnen komen? Helaas leef ik temidden van wolven en moet ik met hen meehuilen, om niet door hen verscheurd te worden. Maar van nu af aan zullen ze mij niet meer aan het huilen krijgen; want nu weet ik wel wat ik zal doen!'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Daarom staat er ook in de Schrift dat God twee bomen in de tuin des levens heeft geplaatst: een boom des levens en een boom der kennis, en tegen de mens zei: 'Als je alleen de vruchten van de boom des levens eet, zul je ook leven; maar als je ook de vruchten van de boom der kennis zult eten, voordat ze door Mij voor jou gezegend worden, dan zal de dood over je komen en zul je sterven!'
Hoofdstuk 83: Over de boom des levens en de boom der kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Waarlijk Ik zeg jullie: wie van de boom des levens zal eten, zal ook tot het ware leven van de geest uit Mij komen, en hij zal nooit meer honger en lust hebben om van de boom des doods te eten! Want wie zich eenmaal in het leven van de geest uit Mij bevindt, bevindt zich ook in alle wijsheid daarvan; en daardoor wordt de boom der kennis pas gezegend en zal de ziel in één ogenblik meer te weten komen dan wanneer ze met haar uiterlijke en ijdele verstand duizend jaar lang onderzoek verricht.
Hoofdstuk 84: 'Adam, waar ben je?' -een belangrijke vraag - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] U wilt Zelf dat wij met ons onophoudelijke bidden en vragen werkelijk tot uitentreuren bij U moeten komen, voordat U ons verhoort, want daardoor wilt U dat ons vertrouwen in U aldoor en in toenemende mate geoefend wordt, waardoor wij uiteindelijk zo sterk kunnen worden dat wij onze eigen dag des levens, die Uw rijk in onszelf is, kunnen bereiken; daarin dragen wij dan als Uw kinderen in Uw geest en wil in het hart van onze ziel zelf iedere hulp en kracht en zullen we U verder niet aldoor lastig hoeven te vallen met bedelen in de nacht van ons leven. Want nu moet de mens m zijn zwakheid van zijn levensnacht hulp zoeken; maar als hij eenmaal door Uw genade zelf sterk en machtig is geworden, dan kan hij zichzelf?elpen! - Heer, heb ik het beeld dat U destijds gegeven hebt overeenkomstig de waarheld begrepen?'
Hoofdstuk 87: Het oefenen in geloof en vertrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] In de tijd van de grote duisternis zal Ik geen geloof bij hen kunnen vinden, omdat ze de domste en meest blinde knechten waren van degenen die hen overheersten, die heel goed inzagen waar die volslagen blinden goed voor te gebruiken zijn, en dat zienden zich dat nooit zo zouden laten welgevallen als volslagen blinden. Maar als de blinden ook eenmaal door de wetenschappers ziende zijn geworden, dan zijn ze aanhangers geworden van degenen die hen voor het grootste deel vrij hebben gemaakt van het harde knechtschap van de groten en machtigen; en als Ik dan zou komen en zeggen: 'Luister, volkeren der aarde, Ik ben nu weer naar jullie toegekomen en wil jullie opnieuw de juiste weg naar het eeuwige leven van jullie zielen tonen!' -wat zullen die mensen, die van ieder geloof gespeend zijn, daar dan op zeggen?
Hoofdstuk 89: Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...