Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2588 resultaten - Pagina 22 van 173

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[8] De diepte van het leven moet ontdekt worden door de strijd van het leven met het leven en met de dood. Door dat inzicht moet het steeds meer door daden versterkt worden, wil het als echt leven bestaan. Maar hoe kan de dood je laten zien wat het door hem nog nooit ontdekte leven in en buiten zichzelf is? Ik zeg jullie: In de tempel huist allang de eeuwige dood, maar hier woont waarlijk het eeuwige leven! Kijk, de Romeinen begrijpen het en worden met leven vervuld, terwijl de tempel het nooit zal begrijpen omdat hij al voor eeuwig dood is. Wat is derhalve beter: het veelgodendom van de Romeinen of het één godendom van de tempel?!"
Hoofdstuk 41: De raad van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL, die deze woorden wel had gehoord, zegt: "Bevrijd je ziel zoveel mogelijk van alle wereldse banden, dan zul je spoedig zonder veel moeite begrijpen hoe een ziel op de snelste wijze aan die grote wijsheid kan komen! Maar zolang de ziel nog te diep in de oude modderpoel van de dood vastzit, waarbij die modderpoel bestaat uit haar lichaam, kan er nog lang geen sprake zijn van -en geen zicht zijn op -een speciale, goddelijke wijsheid!
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De ziel is toch slechts een vat voor het goddelijke leven, maar nog lang niet het leven zelf. Als de ziel zelf het leven zou zijn, welke oerdomme profeet zou haar dan ooit met het gezwets over het bereiken van het eeuwige leven, of tegengesteld daaraan over een mogelijke, eeuwige dood hebben kunnen vervelen? Maar omdat de ziel pas langs de weg van de ware goddelijke deugd het eeuwige leven kan bereiken, zoals dat met heel veel voorbeelden aangetoond kan worden, kan zij toch onmogelijk zelf het leven, maar veeleer een vat voor de opname daarvan zijn.
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Daar, een paar passen voor ons, zie je een boomstronk die stevig in de grond geworteld schijnt te zijn. Ga erop zitten, en ik verzeker je dat je in die situatie niet van die plaats wegkomt, ook niet binnen afzienbare tijd. Pas als hij verrot en helemaal vermolmd is, zul je gezamenlijk op de grond vallen. Als je ook dan nog niet van je lievelingszitplaats kunt scheiden, zul je tenslotte ook zeker samen vergaan. Want alles wat dood is, moet eerst volledig worden afgebroken wil het weer over kunnen gaan in de een of andere levenssfeer. Als je daarentegen naar zee gaat, je inscheept, de touwen losgooit, het zeil hijst en de stuurriem vastpakt, zul je niet op die plaats blijven, maar weldra een nieuw land bereiken waarin je veel nieuws zult leren kennen en de schatkamer van je ervaringen zult verrijken. Kijk, zolang je bezorgd bent over je lichaam en diens aangename en gemakkelijke leventje, zolang ook zit je op die stronk en kun je niet verder komen. Als je echter de overheersende zorg voor je lichaam helemaal opgeeft en alleen maar bezorgd bent om datgene, wat te maken heeft met het leven van de ziel en haar geest, dan stap je in het levensschip en zul je weldra voortgang maken. -Begrijp je deze vergelijking?"
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Waarheid is leven en de leugen de dood. Zoek daarom in alles de waarheid, zij is het leven en mijd de leugen in en buiten jezelf, want zij is de ware dood!
Hoofdstuk 43: Waarheid is leven, leugen de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Want wat heb je, als je je inbeeldt dat je iets hebt? Niets dan het onbeduidende van je verbeelding! En wat is dat? Kijk, het is niets en dit niets is de ware dood!
Hoofdstuk 43: Waarheid is leven, leugen de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Er behoort nooit een leugen over de tong van een waar mens te komen, want door de leugen getuigt de ziel van zichzelf dat zij nog in de dood en niet in het leven wandelt!
Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] MATHAËL antwoordt: "Beslist, anders zou ik jullie niet zo stevig hebben vastgepakt! Want kijk, alles wat een leugen uitlokt en daarom zelf al leugen is, ook al is dat voor de lichamelijke mens nog zo gering, is voor de ziel al een afgrond naar de dood!
Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] MATHAËL zegt: "Vriend, als je in een stikdonkere nacht door een dicht bos in de bergen moest gaan en je wist dat dit bos rijk aan steile hellingen en gapende afgronden was, zou het dan niet beter voor je zijn om te blijven staan en het daglicht af te wachten, dan bijvoorbeeld een dwaallicht te volgen en daarmee in een afgrond te storten? Het is natuurlijk ook niet prettig om in een dicht bos in de bergen te overnachten, maar zeker toch veel beter dan verder te wandelen over een bodem die je bij iedere volgende stap de dood kan brengen! -Wat denk je daarvan?"
Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Daarom is wat de liefde grijpt, door het leven gegrepen en wordt een deel van het leven. Wat de liefde echter niet grijpt, en wat de mens alleen doet omdat hij vreest voor eventuele kwade gevolgen, of vanwege het beetje hoogmoed dat hij heeft om bij de andere mensen voor wijs aangezien te worden, dat wordt geen deel van het leven maar van de dood, omdat het geen bouwsteen van het leven in zich had maar een bouwsteen van de dood!
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ik zeg je: leder nóg zo wijs voorschrift heeft niet het leven, maar de dood tengevolge als de mens het niet uit liefde opvolgt. En de meest wijze raad lijkt op een zaadje, dat in plaats van op de goede aarde op een rots viel, waar het verdort en vervolgens onmogelijk een vrucht kan opleveren.
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Ik zeg jullie dit, omdat ik het zó zie: Alles in de mens is dood, behalve de liefde! Laat jullie liefde daarom volledig over jullie gehele wezen heersen en voel de liefde in iedere vezel van je wezen, dan bezit je in jezelf de overwinning over de dood en wat dood in jullie was, is door je toegevoegde liefde overgegaan in het onvernietigbare leven. Want de liefde, die zichzelf voelt en zich door dit gevoel ook herkent, is het leven zelf, en wat in haar overgaat, gaat ook in het leven over!
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Zie, het is het beeld van de zon dat in de doorzichtige druppel zo wonderbaarlijk helder glanst! Maar het beeld van de zon glanst met alleen, het werkt ook! In het midden van de druppel concentreert zich het licht van het beeld van de zon, de druppel krijgt in zijn centrum een grote levenswarmte, lost zichzelf tenslotte in deze levenswarmte helemaal op in het levenselement en geeft het met de dood worstelende plantje op die manier leven. Daarom is het beeld in de druppel echter nog lang niet de zon zelf, maar slechts een afbeelding daarvan voorzien van een deeltje met dezelfde kracht en uitwerking als die van de werkelijke, grote zon!
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] leder mens die zo, in zekere zin, geestelijk wordt wedergeboren, zal geen dood ooit zien, noch voelen of smaken, en het afleggen van zijn lichaam zal voor hem het hoogste geluk betekenen.
Hoofdstuk 53: Hoofdlijnen van de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan wordt het stil aan de tafel. Maar nu beginnen de dertig jonge Farizeeën en levieten onder elkaar te ruziën, omdat hen door hun woordvoerder Hebram in zekere zin ook het zwijgen is opgelegd. Vooral een zekere Risa praat steeds maar door over zijn ouders die veel landgoederen bezitten, welke hij na hun dood als enige erfgenaam zou erven. Hij ergert zich buitengewoon als Hebram hem er op wijst, dat hij nu beter zou kunnen gaan nadenken over de wijze woorden van Mathaël en vooral die van de heiland uit Nazareth en daarbij zijn mond dichthouden, in plaats van steeds maar door te blijven kletsen over zijn waardeloze erfenis.
Hoofdstuk 62: Het gezonde verstand van Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...