Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

614 resultaten - Pagina 22 van 41

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[6] Kijk, een steen is voor jou een volkomen dood ding; en als je hier een steen zou hebben, zou Ik die onmiddellijk tot enorme afmetingen kunnen vergroten of ook de grootste steen onmiddellijk zodanig kunnen oplossen, dat er voor jouw aardse zintuigen niets van over zou blijven, of Ik zou hem ook ogenblikkelijk in vruchtbare aarde kunnen veranderen.
Hoofdstuk 211: De Heer als almachtige Schepper - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Er was een diepe gang in de rotsen gehouwen, tamelijk hoog gewelfd, en aan het einde daarvan was een dieper gedeelte in de rots, waar de dode in was gelegd, afgedekt door een grote vierhoekige steen, die maar moeizaam weg te wentelen was. Deze gang moest volgens het idee van Lazarus rechts en links nissen bevatten voor de toekomstige graven van zijn zusters. Maar die wilden niet reeds tijdens hun leven hun toekomstige graven leren kennen; daarom had hun broer dat achterwege gelaten en één enkel graf gemaakt.
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Toen wij bij het grafwaren gekomen, zei Ik tegen enkele knechten van Lazarus, die bezig waren de omgeving van het graf in orde te maken en nu nieuwsgierig toekeken wat er zou gebeuren: 'Til de steen van het graf!'
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[16] Toen tilden ze met veel moeite de zware steen van het graf, en onmiddellijk liepen de arbeiders weg van het graf vanwege de kwalijke geur die van de dode afkwam. Er kon daarom ook niemand vlakbij de rotsgang blijven, maar degenen die meegekomen waren gingen opzij staan, verwonderd en vol verwachting toekijkend wat Ik ging doen.
Hoofdstuk 36: De opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Wie begripsvermogen heeft en zich inspant om wakker van geest te zijn, laat die het begrijpen! Wie nog in het graf ligt, laat hij de steen daarvan afwentelen, opdat de dode Lazarus opgewekt wordt en eruit komt. Amen!
Hoofdstuk 41: De tempeldienaren smeden boze plannen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[22] Maar het hart van de Joden was harder dan steen, en weer riepen ze: 'Kruisig hem! Kruisig hem!'
Hoofdstuk 73: Het verhoor en de veroordeling van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Op de derde paasdag keerde de Godheid terug en riep het lichaam van de Mensenzoon aan, dat onmiddellijk geheel en al opgelost werd en nu als gewaad nog aan de ziel werd toegevoegd. Die gebeurtenis zagen de Romeinse wachters als een schitterend licht, dat de grafholte geheel verlichtte; daar schrokken ze zo van, dat ze onmiddellijk wegrenden om te gaan vertellen dat Ik was opgestaan. De steen werd van de opening weg gewenteld, zodat nu iedereen in het grafgewelf kon kijken.
Hoofdstuk 76: De opstanding en hemelvaart van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Simon Juda zei: 'O Heer en Meester, met deze heilige vraag van U hebt U een enorme steen van mijn borst gewenteld. Want dat U dat beroep op ons doet heeft althans bij mij de dwaze gedachte opgeroepen, dat U daarmee in ernst zou willen dat wij later niet alleen aan de mensen, die eigenlijk een goede akker voorstellen, maar ook aan de bergen, bossen, meren en rivieren, aan alle vogels en alle in de lucht levende dieren, alle dieren op de aarde en zelfs aan alle vissen in het water Uw evangelie moeten prediken; want de creatuur is nu eenmaal alles wat door U geschapen is, en als wij Uw evangelie in de hele wereld aan al het geschapene moeten verkondigen, heeft mijn verstand toch onmogelijk iets anders kunnen bedenken dan letterlijk ten uitvoer te brengen wat U ons hebt opgedragen.
Hoofdstuk 213: Over het verkondigen van het evangelie aan alle schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Maar als de joden nu geleidelijk aan steeds opstandiger worden en de priesters van de joden de wetten van Rome steeds meer als godslasterlijk gaan aanduiden en de betere joden verdoemen omdat zij vrienden van de Romeinen zijn, dan zullen de Romeinen weer opstaan en met grote macht dit rijk binnendringen en het zozeer verwoesten, dat er geen steen ongebroken op de andere zal blijven. Daarna zullen de joden zelf over de hele wereld uiteen gedreven worden, en dan zal ook gebeuren wat Ik jullie al van tevoren heb gezegd, namelijk dat de joden moeten bidden dat de tijd van hun vlucht niet in de winter en ook niet op een sabbat plaatsvindt; want dan zou het hun nog slechter vergaan dan in een ander jaargetijde of op een werkdag. Bijzonder zwaar zal die vlucht voor de zwangere vrouwen worden.
Hoofdstuk 215: De juiste toepassing van het gebod van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Lazarus zei op vriendelijke toon tegen hen: 'Beste vrienden, jullie staan verbaasd en begrijpen niet dat ik leef, terwijl ik toch zichtbaar en heel zeker gestorven was; maar jullie weten dat bij God geen enkel ding onmogelijk is, en Hij, die alles tot leven brengt, zal toch ook dit aardse stof wel weer tot leven kunnen wekken, ook al was het leven eruit verdwenen. Kijk, ik leef werkelijk, en hier staat Degene die mij opnieuw tot leven riep! Kunnen jullie er nu nog aan twijfelen dat de kracht Gods dat allemaal tot stand brengt -de kracht die in Hem, de Messias, waarlijk leeft en zich manifesteert? Waarlijk, wie nu nog twijfelt, lijkt op een zeer harde steen, die niet anders bewogen kan worden dan alleen door middel van uiterst ruwe krachten om hem uiteen te doen vallen en waarlangs het water naar beneden stroomt, zonder er ook maar het kleinste deeltje van los te maken.
Hoofdstuk 41: De tempeldienaren smeden boze plannen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Voor de wereld ben Ik een heel kleine held, zonder enig aanzien. De meeste geleerden zien uit de hoogte op Mij neer en laten Mij nog maar net Mijn naam als eerlijk man behouden. Maar sommigen van hen hebben reeds geheel afscheid van Mij genomen; voor hen besta Ik dus al helemaal niet meer. Anderen laten Mij nog wel een of andere goddelijke karaktertrek behouden, maar dat slechts gedurende korte tijd; dan echter laten zij zich door de wereldse wijzen beter inlichten. Ik word dan meteen oneervol ontslagen en geld hoogstens nog als een god voor oude vrouwen. Voor enkele van Mijn dienaren en knechten die gewichtig willen zijn, dien Ik alleen nog maar als een ambtelijk stempel voor het publiek en als een soort uiterlijk goddelijk omhulsel voor hun baarlijke onzin en hun grove, duistere domheid en dwaasheid. Die enkelen laten Mij weliswaar nog in Mijn goddelijkheid verblijven; maar daarvoor moet Ik voor hun tijdelijk voordeel van Mij laten maken wat zij willen, en wat nog wel het allerergste is: Ik moet een waar onding zijn! Liefde en barmhartigheid mag Ik maar zo lang hebben als het hen uitkomt, maar daarna moet Ik onverbiddelijk worden als een steen en moet Mij tot de schandelijkste tiran laten omvormen! Ik moet van de ene rechterstoel op de andere springen en de ene verdoemenis na de andere uitspreken; Mijn liefde moet dus slechts tijdelijk, maar Mijn tirannie en het daarmee verbonden allerstrengste rechtersambt moet eeuwig duren! O, wat een ongehoord grote dwazen! Mijn onbegrensde lankmoedigheid, zachtmoedigheid, deemoed en eeuwige liefde voor Mijn schepselen past zeker niet in hun hebzuchtige kraam; maar er zal spoedig een streep door al hun rekeningen worden gehaald! Hun rekeningen liggen voor Mij en de maat van hun daden is op één ding na vol en hun loon wacht op hen.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Abel, zeer gehoorzame zoon van Mijn gezegende barmhartige liefde, jou benoem Ik nu tot priester en leraar van al je broers en zusters en tot een trooster van je ouders. En daarom moet je op de ochtend van iedere sabbat, als de zon opgaat, een offer brengen van de mooiste en zuiverste vruchten, die Ik op een later tijdstip nog nauwkeuriger zal aanduiden. En je moet dat 's avonds als de zon ondergaat, aansteken met het vuur van de liefde en Ik zal je tonen hoe het op een natuurlijke wijze in een steen verborgen is en hoe men het altijd daaruit kan opwekken! En je mag van middernacht tot aan de daarop volgende middernacht je hoofd niet bedekken, opdat je hoofd vrij mag zijn om Mijn grote genade te ontvangen; maar al je broers moeten hun hoofd pas 's morgens ontbloten en moeten het 's avonds weer bedekken. Je lijfelijke zusters moeten echter hun aangezicht en hun hoofd gedurende de hele heilige dag verhullen; slechts Eva mag op het midden van de dag driemaal naar het altaar van God opzien.
Hoofdstuk 17: De nieuwe godsdienst en levenswijze - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Van tevoren dien je droog hout dwars over de plaats te leggen waar het vuur wordt gemaakt, daarna leg je het bloedige offer erop, dan dank je Mij en steek je het vuur aan zoals Ik je heb laten zien, het vuur dat in de steen woont en dat je daaraan op Mijn aanwijzing moet onttrekken.
Hoofdstuk 17: De nieuwe godsdienst en levenswijze - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Neem daarom nu een besluit; het is de laatste keer dat ik nog in staat ben je van de nodige kracht te voorzien om God en jezelf te redden! Ga daarom vlug naar hem toe en spreek hem met strelende woorden aan, opdat hij je gewillig hiernaartoe volgt! Dan zal ik hem bij zijn handen en voeten vastpakken; jij neemt dan een steen en slaat hem daarmee krachtig op zijn hoofd en zo zul je hem overleveren aan de dood waarmee hij je door Jehova heeft laten dreigen! En zo zul je je van een anders gewisse dood bevrijden en je zult de ogen openen van de blinde liefde van de bedrogen God, die jou dan tot heer op aarde zal maken en de dood der zonde zal ondergeschikt aan je zijn."
Hoofdstuk 19: Kaïns moord op Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] En toen ze nu op de plaats aankwamen waar de slang op Kaïn wachtte, de plek waar Kaïns boze opzet vorm kreeg, omslingerde deze Abels voeten en handen en gooide hem op de grond, nam een grote steen en verbrijzelde daarmee het hoofd van Abel, zodat zijn bloed en zijn hersenen in de wijde omtrek de aarde besproeide.
Hoofdstuk 19: Kaïns moord op Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...