Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1915 resultaten - Pagina 22 van 128

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[4] Ik zeg je: Over honderd jaar zal men beslist niet meer de plaats kunnen aanwijzen waar het trotse Jeruzalem heeft gestaan! Laten wij, zoals Murel zegt, er maar over ophouden, want de Heer zal wel het best weten wat daar gedaan zal moeten worden!
Hoofdstuk 231: Over de dood des Heren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Doe uit levensovertuiging het goede terwille van het goede en laat je geloof of hetgeen je doet geen aanleiding zijn om te vragen, of de vervulling van de belofte nu wel zal komen of niet! Want de vervulling is een gevolg van datgene wat je levend in je hart gelooft en voelt, en uit vurige liefdedrang doet. Maar zoals je tot op heden hebt geloofd en gedaan, leek je op een mens die in zijn droom heeft geploegd en gezaaid en daarna in wakende toestand wilde oogsten, maar geen akker en geen vrucht vond.
Hoofdstuk 243: Hinderpalen voor de vervulling der beloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Wanneer Ik Mij heb opgericht en allen, die samen met Mij gedurende meer dan drie uur heerlijk hebben gesluimerd, dat ook hebben gedaan, roep Ik meteen de drie bij Mij en vraag hun waarom ook zij zich niet gedurende die drie uur aan de versterkende slaap hebben overgegeven.
Hoofdstuk 1: De ware wijsheid en het levende eerbetoon aan God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als je vanaf een hoge berg naar alle kanten volledig uitzicht wilt hebben, moet je in ieder geval zijn hoogste top beklimmen, want vanaf een lager standpunt zal er steeds een deel van het totale uitzicht onzichtbaar blijven. Zo moet dan ook alles in de liefde worden gedaan en het uiterlijke vanuit het innerlijke voortkomen, opdat haar vruchten aan jullie zichtbaar worden.
Hoofdstuk 1: De ware wijsheid en het levende eerbetoon aan God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Een arm mens geef je heus wel eens wat, en dan is de kleinigheid die je een behoeftige hebt gegeven, ook helemaal geen bezwaar. Maar dat gebeurt dan veel meer uit verstandelijke overwegingen, dan uit het gevoel van naastenliefde! God, hoe ver is de mens van het doel verwijderd door zijn verstand en door zijn koude oordeel, waarin zich totaal geen liefde bevindt! Wie een arme uit echte broeder en naastenliefde iets geeft en er daarbij nog een ware, deemoedige vreugde aan beleeft dat hij zijn broeders en zusters in de naam van Jehova zoveel mogelijk goeds heeft gedaan en tevens altijd de vurige wens in zich heeft nog veel meer goeds te doen en al zijn arme broeders en zusters zo gelukkig mogelijk tracht te maken door alle mogelijke vriendelijkheid, raad, woorden en blijmoedige daden, ja, hoe onmetelijk hoog staat dan de ziel en de geest van zo'n mens voor God de Heer! Maar waar staan wij pas met onze harde harten en geringe, verstandelijke vermogens?!
Hoofdstuk 242: Echt geestelijk leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Het is echter goed dat jullie het met de juiste levensernst hebben begrepen! Dit middel zullen jullie altijd iedereen kunnen aanreiken, die komt en zal zeggen: 'Vriend, ik heb wel alles tot nu toe gedaan, en geloofd wat je mij hebt geleerd, maar van de beloofde uitwerkingen heeft er zich tot op heden nog geen enkele voorgedaan! Wat moet ik dan nog meer doen? Ik heb de goede, oude leer van mijn vaderen verlaten waarin zij heel vaak alle troost, de beste raad en de nodige hulp in allerlei noden vonden, en deze nieuwe leer laat mij samen met mijn buurman in de kou staan. Geen verzoek wordt ook maar verhoord en geen duistere twijfel verlicht! Waar is die heerlijke god van jou, namens wie jij ons alle geluk en andere wonderbaarlijke dingen hebt beloofd?!'
Hoofdstuk 243: Hinderpalen voor de vervulling der beloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Daarna gingen wij snel naar de negen verdronken mensen en Ik liet hen met de gezichten naar boven en de hoofden bergopwaarts neerleggen. Toen zij zo waren neergelegd, zei IK tegen Marcus: "Geef elk van hen enige druppels wijn in de mond!" Dat ging gemakkelijk, omdat allen met de mond open lagen. Terwijl dat gedaan werd, zei ik tegen alle aanwezigen: "Laat iedereen die nu nog twijfelt, eerst zelf controleren of alle negen wel helemaal dood zijn!"
Hoofdstuk 3: De Heer en de negen verdronken mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Velen hoorden deze woorden, maar vele anderen hoorden slechts de donder en begonnen te vragen of het nu gedonderd had. Maar zij, die in de donder woorden hoorden, vertelden over wat zij hadden gehoord en de ANDEREN verbaasden zich toen en zeiden: "Dat is vreemd! Wij hoorden het weliswaar slechts donderen, -maar als jullie allen dezelfde woorden gehoord hebben, geloven wij dat alsof wij het zelf gehoord hadden. Maar toch blijkt daaruit dat deze meester hier eigenlijk slechts de zoon is en niet de heilige, almachtige Vader, die in de hemel woont en die geen mens ooit kan zien, maar die slechts op geheiligde ogenblikken kan spreken. Op die wijze was Mozes ook een zoon van de Allerhoogste, omdat hij ook uitzonderlijk grote tekenen heeft gedaan, en de andere profeten waren het in gelijke mate. Wel zou deze Nazareeƫr de grootste van alle profeten kunnen zijn omdat hij de grootste en meeste tekenen doet".
Hoofdstuk 3: De Heer en de negen verdronken mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Daarbij zag hij er echter zeer bedremmeld uit, want hij wist dat koning Ouran niets zo zwaar bestrafte als leugen en diefstal. HELENA kreeg medelijden met de arme drommel, van wie eerder nooit enige ontrouw was gebleken en zij zei tegen hem: "Sta op en ga aan je werk! Het was niet netjes van je dat je je op zo'n lage manier hebt willen wreken op de leerling van de Heer, alleen omdat zijn gezicht je niet aanstond. Hij heeft je nog nooit iets anders misdaan dan datje hem, al sinds wij hier zijn, niet kunt lijden' Kijk, dat was slecht van je en je hebt daarvoor de zwaarste straf verdiend, want alles wat je hebt gedaan is mij nu bekend!"
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Na dit antwoord verwijderde de bewaker zich, en het eerste wat hij deed was de dertig groschen zo snel mogelijk weer in de buidel stoppen, zodat de prinses gelijk zou hebben met de opmerking dat hij zich bij het tellen een keer vergist kon hebben. Toen hij met dit werkje klaar was, wist hij niet te bedenken wat hij bij het onderzoek zou zeggen. Het leek hem maar het beste om weer naar de prinses te gaan en haar om vergeving te smeken en daarmee aan te geven, dat hij zich werkelijk bij het tellen had vergist en de leerling onrechtvaardig had bejegend. -Zo gedacht, zo gedaan! Na een paar minuten kwam hij weer terug, legde het de prinses op die manier uit en vroeg haar tevens, omdat er nu geen misdaad meer bestond, het beloofde onderzoek te laten varen.
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar sta mij nu toe nog een belangrijke vraag aan je te stellen en wel de volgende: "Je hebt ons allen een grote dienst bewezen door ons openlijk te vertellen waardoor en hoe de waardige ziener Gods door Herodes om het leven is gebracht. Wel, je was zeker ook wel bij zijn gevangenneming aanwezig? Zou je mij dan ook nog kunnen vertellen waarom, en naar aanleiding waarvan Herodes nu eigenlijk Johannes, die hem zeker geen kwaad had gedaan, gevangen heeft laten nemen? Want hij moet daarvoor toch de een of andere reden hebben gehad!"
Hoofdstuk 11: Het vriendelijke antwoord van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Toen zij van Herodes weer thuis kwam bij haar moeder, vroeg deze haar wat Herodes allemaal met haar had besproken en gedaan. De dochter vertelde de waarheid, prees de weliswaar zeer vriendelijke, maar toch zeer nuchtere mentaliteit van Herodes en hoe hij haar rijkelijk bedacht had en haar doorlopende, vrije toegang tot hem had verleend. Hij had echter als voorwaarde gesteld dat zij hem volkomen trouw moest blijven.
Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Ik antwoordde hem koelbloedig: ' Als hij niet uit zichzelf komen wil, zullen wij voor niets gaan! Want voor wij hem kunnen doden, leven wij allang niet meer. Daar hij de geheimste gedachten van de mensen kent en ook hun bedoelingen, zal hij ons al doden als wij hem nog maar nauwelijks zien! Onder deze omstandigheden zie ik echt geen reden om hem op te gaan zoeken! ' Toen zei hij: 'Ik wil het en mijn wil is goed. Als de profeet goed is, zal hij mijn goede wil ook als goed onderkennen en naar mij toekomen! Dat ik met hem niet datgene zal doen wat ik in mijn verblinding met Johannes heb gedaan, bewijzen mijn tranen om de goede Johannes. Ga en voer mijn wil uit!'
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Als de keizer hen vanwege deze valse volmacht ter verantwoording roept, zullen zij helemaal niet ontkennen dat zij zonder enige opdracht hebben gehandeld. Maar zij zullen de keizer ook nog een goede reden kunnen aangeven waaruit blijkt dat zij dat slechts voor het welzijn van de monarch en zijn staat gedaan hebben! En zij zullen de keizer ook haarfijn en zonneklaar proberen te bewijzen, waarom die maatregel nodig was en welk voordeel voor staat en monarch daaruit voortvloeide. En de keizer zal hen tenslotte daarvoor nog moeten prijzen en belonen.
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ongelukkig genoeg vierde Herodes in die tijd met veel luister zijn verjaardag. Herodias die aardig op de hoogte was met de zwakheden van Herodes, tooide zich op deze dag heel apart, en verhoogde daarmee haar bekoorlijkheden tot ongekende hoogte. Zo uitgedost kwam zij met haar draak van een moeder hem gelukwensen, en omdat er in zijn paleis harp -, fluit en vioolspelers waren danste Herodias voor de geheel belust geworden Herodes. Dat beviel de geile bok zo goed, dat de dwaas een dure eed zwoer haar alles te zullen geven wat zij hem zou vragen! Toen was het zo goed als gedaan met onze goede Johannes, omdat hij de vervloekte hebzucht van de oude vrouw te veel in de weg stond. Die gaf de jonge vrouw de tip om het hoofd van Johannes op een zilveren schotel te vragen, wat deze -alhoewel met heimelijke afschuw -deed.
Hoofdstuk 10: Zinka's verdediging en zijn verslag van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...