Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

737 resultaten - Pagina 22 van 50

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[11] Als dat nu zo is en onmogelijk anders kan zijn, zul je wel inzien dat Ik jou reeds eeuwig lang heb liefgehad, voordat je nog was wat je nu bent! Je bent nu een als het ware van Mij afgescheiden levensvonkje van Mijn liefde en je kunt zelf een op Mij lijkende, grote en zelfstandige liefdesvlam worden door Mij boven alles lief te hebben en je naaste, die volkomen gelijk is aan jou, als jezelf. En als je dat bent en Mij dan ook op die manier liefhebt, zul je weldra in jezelf zien, hoe Ik als de eeuwige liefde alles in alles ben en alles op zijn beurt weer in Mij is. -Begrijp je dat nu?'
Hoofdstuk 85: De Heer spreekt over Zijn menswording - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ik zei: 'Jozua heeft dat weliswaar zo gezegd, echter niet tegen de natuurlijke zon, maar tegen de geestelijke zon, die bestond uit de leer die Mozes van God had gekregen. Die begon in het geloof en vertrouwen van het volk flink onder te gaan, toen ze de grote overmacht van de vijand zagen. Jozua heeft toen met zijn krachtige uitroep niets anders tegen het moedeloze en in alle toonaarden morrende volk willen zeggen dan: 'Blijf toch geloven en vertrouwen, tot jullie weldra de machtig lijkende vijand volkomen verslagen voor je zullen zien! Dan kunnen jullie met mij het land, waar melk en honing vloeien, innemen of weer naar de woestijn terugkeren!'
Hoofdstuk 92: De wijsheid van Mozes en Jozua - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Daarna zag ik zonnen en aarden zonder tal in grote rijen aan U voorbij zweven, en allemaal waren ze vol van de prachtigste wezens zoals wij en ook andere wonderbaarlijke dingen, en waarheen U Uw blik ook maar wendde in de diepten van de eindeloze ruimte, zag ik meteen weer nieuwe, grote en prachtige scheppingen tot stand komen! O Heer, o Liefde, o Vader, o mijn koning Jezus! Hoe eindeloos groot, machtig en boven alles heilig en heerlijk bent U in U zelf van eeuwigheid tot eeuwigheid! Eeuwig niemand is aan U gelijk! O, vergeef mij de zwakheid van mijn tong, dat die niet in staat is Uw lof en Uw eer waardiger uit te spreken!'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Maar waaruit bestaat die macht van God in de mens? Die bestaat uit de ware en zuivere liefde voor God, uit de alles overtreffende wijsheid daarvan en daardoor uit de juiste liefde voor de naaste, en verder uit zachtmoedigheid en deemoed evenals zelfverloochening tegenover de bekoringen van de kant van de wereld. Wie in dat alles sterk is geworden, heeft de macht van God reeds in zich en is door de eenwording van de machtsgeest uit God met de ziel volledig één geworden met God en heeft zichzelf daardoor verheven boven de dwang van tijd en ruimte en daarmee ook boven ieder gericht en iedere dood. Hij is een zelfstandig heerser geworden in en vanuit God en hoeft de 'toorn Gods' -die bestaat uit Zijn almachtige en alles vermogende wil, waarvan de onbuigzame ernst ieder schepsel zijn vastheid in tijd en ruimte geeft -eeuwig even weinig meer te vrezen als God Zichzelf hoeft te vrezen, omdat de mens één is geworden met God op de manier die Ik jullie nu duidelijk heb uiteengezet.
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] En de wijze zei: 'Sinds het eeuwige oerbegin heeft nog geen engel de naam van de Allerhoogste kunnen uitspreken; want Zijn naam is zo oneindig groot als de oneindige ruimte van Zijn scheppingen, waarvan de aarde die jij bewoont nauwelijks zo groot is als het nietigste stofje ten opzichte van de hele grote aarde zelf. Maar de eeuwige God, Schepper en Vader is uit overgrote liefde voor jullie, Zijn kinderen, Zelf in jullie vlees gekomen, opdat jullie Hem helemaal kunnen naderen, en daarmee heeft Hij Zichzelf ook een naam gegeven die ieder mens van deze aarde en ook iedere engel kan voelen en uitspreken; - en die allerheiligste naam luidt: Vader, Liefde, Waarheid en Leven; maar als Mensenzoon heet Hij Jezus!'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Toen de bekers voor hen stonden, zei Ik, terwijl Ik het meisje aankeek: 'Jij, Mijn allerliefste dochtertje, hebt in je droom gezien hoe in de eindeloze ruimte nieuwe scheppingen ontstonden, overal waar het licht uit Mijn ogen kwam, - en kijk nu, Ik zal het licht uit Mijn ogen in jullie tot nu toe lege bekers laten doordringen, dan zullen ze daarna ook direct met de zuiverste wijn uit de hemelen gevuld worden! Drink die wijn dan uit liefde voor Mij, dan zullen jullie daardoor de kracht en de sterkte verkrijgen, die jullie de juiste moed zal geven om met Mij te spreken, - en wat Ik jullie zal zeggen, zullen Jullie gemakkelijk verdragen en onthouden, en dan zullen jullie ook in staat zijn in jullie land Mijn naam aan jullie broeders te verkondigen.'
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[21] Kijk, deze drie engelengeesten, die vandaag tot zonsondergang bij ons zullen blijven, hebben op deze aarde heel veel te verduren gehad; nu zijn ze echter meer dan gelukkig en zullen eeuwig niets meer te lijden krijgen. Het is echter hun grootste zaligheid als ze in Mijn naam de mensen op deze aarde een echte liefdesdienst kunnen bewijzen, hoewel ze daarnaast over talloze zonnen en aarden in de eindeloze ruimte te gebieden hebben.
Hoofdstuk 119: De Heer roept de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Hij zag er toen natuurlijk ouder uit en was heel mager; maar hij kan ook niet onthoofd zijn -zoals het gerucht gaat - en Herodes zou, om de wil van Herodias te doen, een enigszins op die doper lijkende slaaf hebben laten onthoofden en hem hebben vrijgelaten, met de opdracht om met zijn leerlingen in vreemde kledij naar de heidenen te gaan. Daar zal hij zijn strenge leven wel opgegeven hebben, heeft hij zich beter gevoed en ziet er hier nu heel jeugdig uit.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Rafaël begon zijn eerdergenoemde toehoorders echter de hele aarde, de maan, de zon, de andere planeten, verder nog de kometen, de vaste sterren met hun planeten, het wezen van de centraalzonnen en tenslotte ook dat van hulsgloben, de talloze aantallen ervan in de eindeloze scheppingsruimte en het wezen van de Grote Scheppingsmens in slechts enkele, gemakkelijk te begrijpen woorden te verklaren, en hij maakte zijn verklaringen aanschouwelijk met beelden die hij onmiddellijk in de ruimte van de zaal deed verschijnen, wat er natuurlijk heel veel aan bijdroeg dat de toehoorders de verklaringen des te gemakkelijker en sneller konden begrijpen.
Hoofdstuk 123: Samaritanen zoeken de Heer (9.2.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De belangrijkste woordvoerder zei: 'Zo - dat is dus de ware gedaante van onze aarde en die kleine die van de maan! Welnu, die van de maan is gemakkelijker te begrijpen dan die van de aarde; want als de aarde rondom bewoond is -zowel aan de onderkant als aan de bovenkant -hoe kan het water dan tegen de vaste bodem van de aarde blijven, en hoe kunnen de dieren en mensen aan de onderkant van de aarde dat, zonder dat ze eraf vallende eeuwig diepe ruimte in? Bovendien draait de aarde in ongeveer 25 uur om haar eigen as, waardoor dag en nacht ontstaan; en ook wisselen boven en beneden elkaar voortdurend af, daarom is het des te moeilijker te begrijpen dat het water en alle andere vrije lichamen niet van de aarde afvallen.
Hoofdstuk 124: Hoe moeilijk het is om het volk voor te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Mijn vriend, je stelt nu nog vragen op een zeer aardse, menselijke manier, wat echter bij jou ook nog niet anders kan zijn! Kijk, de grote, zalige wereld aan gene zijde is het ware Godsrijk, dat vooral inwendig in de mens is, en wel in het diepste innerlijk van zijn ziel. Van daaruit is het dan verder ook boven de sterren overal in de eindeloze ruimte, naar alle richtingen, dus ook in en onder de sterren, in het vrije luchtruim, op en in deze aarde, en dus ook overal waar je je maar kunt denken. Want alles wat je ziet en voelt op deze wereld is ook op overeenkomstige wijze aanwezig in de geestenwereld, zonder welke niets materieels zou bestaan en zou kunnen bestaan.
Hoofdstuk 141: Het wezen van de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] En zo ging er een paar uur als een paar zalige ogenblikken voorbij. in die tijd werd het maal bereid, naar de zeer ruime eetzaal gebracht en op de tafels gezet. We namen het direct tot ons, begaven ons daarna naar de reeds bekende heuvel en namen plaats op het nieuwe terras, dat de waard uit Jesaïra niet genoeg kon bewonderen en prijzen. Er was voor allemaal voldoende ruimte en voor nog tienmaal zoveel mensen als wij waren, en nog meer.
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Kijk, de ruimte van deze zaal is hoog en wijd; het plafond is ruim zeven manslengten hoog, en hij is ongeveer twintig manslengten lang en twaalf breed! Nu wil Ik dat jullie door Mijn alomvattende volmacht samen met jullie scherpe wapens halverwege de hoogte van deze zaal vrij in de lucht zullen zweven, en dan zullen we zien wat jullie scherpe en leeuwachtige volmacht jullie zal baten; en totdat je helemaal zult afzien van je onrechtvaardige eis aan Ebal en Mij, zal je voet geen vaste grond raken. Het geschiede zoals Ik nu heb gezegd!'
Hoofdstuk 7: De Romeinse commandant en zijn soldaten verstoren de maaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Want als jullie enkel door Mijn almacht tot geheel vrije, in alles op Mij lijkende kinderen gevormd hadden kunnen worden, dan had Ik dat ook zeker gedaan; maar omdat jullie aan de voortdurende leiband van Mijn almacht nooit tot vrije, zelfstandige en in alles op Mij lijkende kinderen gevormd hadden kunnen worden, maar steeds gelijk waren gebleven aan alle andere materiële wezens, zoals het leem, de lucht, het water en gesteente, metalen, planten en alle soorten dieren -wat Ik als Schepper van alle dingen en wezens natuurlijk het duidelijkst zie - moet het dus zijn zoals het is, en niet anders. Want -begrijp dat goed! -het scheppen van goden is iets heel anders dan het scheppen van zonnen, werelden en al die andere wezens in de hele eindeloze scheppingsruimte! - Heb je dat nu goed begrepen?
Hoofdstuk 171: De leiding van menselijke zielen naar voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ik zei: 'Op Mijn hoogst eigen school, en wel sinds eeuwigheid; want voor er nog enig bestaan was in de eindeloze ruimte, was Ik er wat 'Mijn meest innerlijke geest betreft en vulde Ik de eeuwige oneindigheid!'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...