Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1268 resultaten - Pagina 22 van 85

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[4] Maar zoveel kan Ik je wel zeggen, dat hier niemands ziel jonger is dan alle zichtbare, geschapen werelden! Je voelt je nu onbehaaglijk wanneer Ik je naar waarheid zeg, dat jullie zielen reeds veel meer dan aeonenmaal aeonen aardse jaren oud zijn; moet Ik Mijzelf soms ook onbehaaglijk gaan voelen, omdat Ik eeuwig ben en er tijdens Mij en uit Mij reeds aeonen voorafgaande scheppingen, alleen maar ter wille van jullie, gedurende voor jullie onvoorstelbaar lange tijden hebben plaatsgevonden?!
Hoofdstuk 246: Waarom de vrije mensenziel zelfstandig haar volmaaktheid moet bereiken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Stel je onder de 'Vader' het eigenlijke lichaam van onze zon voor, waarin alle voorwaarden voorhanden zijn voor het voortdurend alsmaar produceren van het voor jullie zichtbare, buitengewoon sterk lichtgevende omhulsel. Het lichtende omhulsel om het zonnelichaam is ongeveer hetzelfde als wat bij de aarde de atmosferische lucht is, die ook de gehele aarde een paar duizend manshoogten hoog, gelijkmatig omgeeft en zodoende met de aarde, bijvoorbeeld vanaf de maan gezien, een tamelijk sterk lichtgevende, grote, schijnbare schijf vormt.
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Omdat heel deze zichtbare en ook onzichtbare schepping toch ooit ondenkbaar lange tijden geleden is begonnen, wat hebt U, o Heer, dan vóór dit begin gedurende die eeuwigheden gedaan? Ik merk weliswaar aan Uw vriendelijk glimlachende gezicht dat ik mijn vraag wat dom gesteld heb; maar ik ben er toch van overtuigd dat deze niet helemaal zonder inhoud is! En ik vraag U daarom, o Heer, ons ook hierover wat meer te vertellen! Mijn zoekende ziel wil nu eenmaal alles volledig weten."
Hoofdstuk 253: De verschijnselen bij de doop van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Om dat echter te bereiken, hulde Ik, de oneindige, eeuwige God, het voornaamste centrum van Mijn goddelijke wezen in het vlees, om Mij aan jullie, Mijn kinderen, als zichtbare en tastbare Vader te presenteren en jullie Zelf door Mijn hoogst eigen mond en hart de ware, goddelijke liefde, wijsheid en kracht te leren, waardoor jullie dan, gelijk aan Mij, niet alleen over alle wezens van deze tegenwoordige scheppingsperiode moeten en zullen heersen, maar ook over die van de voorafgaande en alle nog komende.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Waar jullie dus voldoende hebben aan het woord, moet je geen tekenen doen; want dat zijn tot op heden nog altijd de middelen van de valse profeten geweest, waarmee zij altijd de blinde volkeren nog blinder gemaakt hebben dan zij voordien waren. Ik wil daarmee echter natuurlijk niet zeggen, dat jullie ook in noodgevallen geen tekenen moeten doen! Jullie zullen bij allerlei heidenen komen, waarvan de priesters heel goed de kunst verstaan om allerlei tekenen te verrichten en allerlei voorspellingen te doen, die óf door een geraffineerde, dubbelzinnige manier van uitdrukken, óf door wijdvertakte, afgesproken middelen altijd in vervulling gaan, hetgeen allemaal ingegeven wordt door satan en zijn engelen, en allemaal tot uitdrukking komt in de kwade wil van de mens.
Hoofdstuk 249: Tekenen voor de uitbreiding van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Wel, dit binnenste vuur van de zon is dus hetzelfde als de Vader in Mij, en Ik ben het licht en ook het vuur dat voortdurend uitstroomt uit het centrale vuur, waardoor al het bestaande werd geschapen, leeft en bestaat. Zo ben ik dus in Mijn huidige bestaan het uiterlijk zichtbare en naar buiten toe werkzame van de inwendige Vader in Mij, en op die wijze is alles van de Vader van Mij, en andersom al het Mijne van de Vader , en Ik en de Vader moeten noodzakelijkerwijs volkomen één zijn, alleen met dit verschil, dat in het binnenste vuur altijd een dieper weten en kennen voorhanden moet zijn dan in het uitwendige licht, dat door het innerlijke vuur slechts in die mate geactiveerd wordt waarin dat noodzakelijk is.
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Toen vroeg RAPHAËL aan Marcus: 'Begrijp je nu hoe ik in staat ben om veel dingen uiterst snel te doen, en dat dit zelfs heel gemakkelijk is, vooral als je bedenkt dat een geest, als het principe dat het diepste innerlijk van de wezens en dingen geheel doordringt, met alle materie ook het effectiefst en altijd met het meeste resultaat kan doen en laten wat hij maar wil en dat niets hem daarbij tegen kan houden?! Bovendien heb ik als aartsengel aeonen helpers die allen ieder ogenblik afhankelijk zijn van mijn wil. Als mijn wil, die de wil van de Heer is, iets wil, dan vervult deze wil ook meteen talloze aan mij ondergeschikte dienaren, die ogenblikkelijk in actie komen en iets wat gedaan moet worden dan ook gemakkelijk met een snelheid uitvoeren die jij je nauwelijks kunt voorstellen! Zelf doe ik persoonlijk weliswaar niets, maar door mijn aartswil worden aeonen helpers vanuit de meest innerlijke basis van hun wezen geactiveerd, en een opdracht wordt dan ook op deze wijze gemakkelijk zo snel mogelijk uitgevoerd, en dat des te zekerder, omdat de Heer en vervolgens wij, alles wat ergens gedaan moet worden allang voorzien en voorbereid hebben, zodat het dan voor jullie, als dat nodig is, kant en klaar in een uiterlijk zichtbare daad omgezet kan worden.
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Weetje, hemelse vriend, ik zeg nu maar zonder omwegen hoe ik mij dat voorstel! Plotseling, zonder enige voorbereiding en vooruitzien, kon het voor jullie misschien net zo bezwaarlijk worden om een erg moeilijke wonderdaad tot stand te brengen als het voor een magiër zonder enige voorbereiding, en zonder vooraf gemaakte afspraken met andere personen die de magiër moeten assisteren, zal zijn. Natuurlijk mogen alle andere mensen daarvan niets weten, anders zag het er met het toveren niet zo goed Uit! Ik trek daaruit voor mijzelf de volgende conclusie, die zeker moeilijk weerlegd zal kunnen worden: de Heer, en jullie door Hem, kunnen alles, maar nooit onvoorzien, het wordt veeleer misschien reeds eeuwenlang voorbereid en geestelijk dus allang in fasen ten uitvoer gebracht! Wat hier dus nu als zichtbare daad verricht wordt, werd reeds lang geestelijk voorzien en voorbereid!
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Kijk, alles wat ook maar enig bestaan heeft van wat voor soort dan ook, uit zich altijd op bepaalde ogenblikken op een wijze die voor alle mensen zonder uitzondering voelbaar is! Is het desbetreffende voorwerp met enig verstand begaafd, dan zal dit zonder veel moeite aan zijn werken te zien zijn; heeft echter het voorwerp, zoals bijvoorbeeld een beeldzuil, helemaal geen verstand, dan zullen daarvan of helemaal geen, of alleen maar zulke werken te zien zijn die het blinde toeval aan het ding begaan heeft of daaraan heeft toegevoegd. Waar dus enige, ook al is het nog zo beperkte, intelligentie aanwezig is, daar zal zij zich ook spoedig uiten door de van haar innerlijke intelligentie uitgaande, geordende, zichtbare werken.
Hoofdstuk 22: Roclus bewijst zijn atheïsme - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] De Nazarener is het die de geschikte hefboom heeft gevonden en hij heeft geen vast punt buiten de aarde nodig, maar alleen zijn wil, en alle zichtbare natuur is opgehouden te bestaan! En kijk, deze Nazarener behoort in zekere zin ook tot ons instituut, dat wil zeggen tot het instituut van de ware, onbaatzuchtige naastenliefde, en wij hoeven daarom niet te vrezen voor een wonderdoener die nog groter en nog waarachtiger is, omdat wij er van overtuigd zijn dat vast niemand op deze aarde het tegen hem op zal nemen.
Hoofdstuk 54: Wat Roclus over de Nazarener heeft gehoord en zijn opvattingen daarover - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Als alle levensgeesten in de gedachten, woorden, daden en werken wakker worden, zullen ze in beweging komen, en de mens die vol is van dit innerlijke geestelijke licht zal hen al snel zonder moeite gewaar worden, omdat ze zodra ze gewekt zijn zich in allerlei vormen beginnen te uiten. Deze vormen zijn niet toevallig en zonder betekenis, maar ze komen allemaal overeen met een zichtbare geestelijke activiteit uit de sfeer van Gods orde.
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Van hetgeen Ik je nu gezegd heb, zal niet het minste of geringste ooit afgedaan worden! Deze aarde en dit zichtbare firmament zullen in deze hoedanigheid, vorm en bestaanswijze vergaan, - maar deze woorden van Mij eeuwig nooit! Doe nu wat je wilt! Ik ben hier nog een korte tijd~'
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Jij denkt nu natuurlijk, dat bij God alles ook in een enkelogenblik mogelijk moet zijn. Ik zegje daarop, dat bij God inderdaad wel alle dingen mogelijk zijn. Als God poppen en automaten wil hebben, dan is één enkel ogenblik genoeg om de hele zichtbare ruimte daarmee te vullen!
Hoofdstuk 71: Wat aan gene zijde het lot is van de materieel geworden ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] O, wanneer heeft men hen ooit de joden over onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan de Romeinse machthebbers horen preken? Men zegt tegen het volk wel dat de Romeinen een roede in Gods hand zijn die men moet dulden; maar de honderd afschuwelijkste tirannen die het arme volk voortdurend erger dan duivels kwelden, waren geen roede van God, maar louter door God aangestelde engelen die hen in de gaten moesten houden. Wie tegen hen in opstand kwam, werd al spoedig tot vijand van Jehova verklaard, en verdoemd.
Hoofdstuk 100: De zegen van het Romeinse bewind voor het joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (ROCLUS:) 'Nu op deze wijze vrijwel onweerlegbaar en meer dan duidelijk is uitgelegd hoe alle goden zijn ontstaan en hoe hun priesters in de loop der tijd de eigenlijke, machtigste gebieders over leven en dood van hun broeders zijn geworden, zult u, geëerde heer, heer, heer, ook begrijpen hoe en waarom wij atheïsten zijn geworden! Kijk, wij die maar met weinigen zijn, hebben de duidelijke weg naar het oude, zuivere mensenverstand gevonden en zijn weer teruggekeerd naar de grote heilige moeder natuur, die voor ons een zichtbare, wonderdoende godheid is die altijd onveranderlijk volkomen ordelijk werkt, terwijl alle andere door de mond van de een of andere mens zich openbarende godheden niets anders zijn dan een bedenksel van een aan een hersenziekte lijdende, werkschuwe luilak, die van de een of ander een paar magische kunsten geleerd heeft of deze zelf heeft uitgedacht, om zich aan de blinden te presenteren als een door God verkozen werktuig, dat diens wil aan hen verkondigt.
Hoofdstuk 24: Roclus' probeert zijn atheïsme als juiste wereldbeschouwing te bewijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...