Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

32391 resultaten - Pagina 22 van 2160

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[1] Terwijl Ik Cyrenius uitleg gaf over de vrijgevigheid en de gierigheid, overlegden de Perzen onder elkaar, wie Ik wel zou zijn. Enigen meenden dat Ik een profeet was, anderen hielden Mij voor iemand die bekend was met alle scholen van Egypte, Griekenland en Jeruzalem. Een paar dachten zelfs, dat Ik misschien een Romeinse prins was, alle omstandigheden van het grote rijk kende en daarom veel staatsmanschap bezat. Men moest zich daarom wel erg voor Mij in acht nemen; anders zou de trotse Romein Cyrenius, als opperstadhouder van geheel Azië, toch niet zo eerbiedig met Mij omgaan! Maar EEN van de twee afgevaardigden zei: "Wat hij ook mag zijn, hij is in ieder geval een voornaam persoon en wij kunnen wat van hem leren en daar hebben wij allen in deze tijd het meest behoefte aan!"
Hoofdstuk 194: Opvattingen van de Perzen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] IK zeg: "Er zal nog heel veel aan te doen zijn; zij staan nu al veel dichter bij het doel dan voorheen! Deze voorzichtigheid hebben ze al meteen in het begin zonder iets te zeggen in acht genomen, omdat zij jullie, Romeinen, hier zagen! Want bij hen heeft zich sinds enige tijd het gerucht verspreid, dat in het Joodse land werkelijk de Messias is opgestaan en daar grote tekenen verricht. De Romeinen zouden daar echter lucht van hebben gekregen en deze Messias nu meedogenloos vervolgen. Daarbij zouden zij het niet alleen fel op de Messias hebben gemunt, maar ook op ieder, die liet merken ook maar iets te geloven van een komende of reeds gekomen Messias. En kijk, dat is de hele reden van hun beeldvervorming, die we gauw de baas zullen worden!"
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Wij, handelaars, hebben natuurlijk niet zoveel tijd om ons met allerlei mystieke fantasieën van de bevoorrechte nietsdoeners bezig te houden en daarvan uit te zoeken hoeveel waarheid ze bevatten. Maar wij leren het volk het nietsdoen te mijden en wij vormen hen tot ware, nuttige mensen! Op die wijze denk ik, dat wij de geringe fout, waar u mij op wees en die erin bestaat dat wij vaak over veel geestelijke zaken lichtvaardig heen en wegstappen, dubbel en dwars goed maken! Want ik van mijn kant denk maar: Het goede in daden omzetten is beter, dan daarover de mooiste woorden te schrijven -en die zelf niet doen.
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] 'De Heer Zebaoth zal op deze berg voor alle volken een rijke maaltijd bereiden, een maaltijd bestaande uit zuivere wijn, vet, merg en wijn zonder bezinksel. En Hij zal op deze berg het omhulsel wegdoen, waarmee alle volkeren omhuld zijn en de bedekking, die de heidenen het zicht belet. Hij zal de dood verzwelgen en de Heer zal de tranen van alle gezichten wissen en de smaad van Zijn volk in alle landen te niet doen, want de Heer heeft het zo gezegd. In die tijd zal men zeggen: 'Zie, dat is onze God waarop wij wachten, Hij zal ons helpen! Dat is de Heer op wie wij wachten om ons te verheugen in Zijn heil!'
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Want wat een mens vrij van Mij wil hebben, moet hij zich uit eigen kracht bevechten! Jij, lief dochtertje, hebt tot op heden nog geen werkelijke strijd doorstaan en daarvoor was het de juiste tijd nog niet en ontbrak de ware gelegenheid. Dat komt voor ieder mens pas als Mijn dagtaak op deze aarde zal zijn beëindigd.
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "Vriend, het uur is nog niet gekomen waarin de duistere vorst van de wereld berecht zal worden, maar het is al heel dichtbij! Maar ook als hij berecht zal zijn, zullen er maar al te gauw toch mensen komen die in die tijd met Mijn reine wetten nog erger zullen handelen dan de satan zelf. Op deze aarde zal het licht altijd met de duisternis moeten strijden!"
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Stel dat jij zelf in de vreemde serieus behoefte had aan de geslachtsdaad. In het veld trof je een vrouw aan en voor geld en goede woorden haalde je haar over je terwille te zijn en de vrouw willigde dat in. Dan zou je daardoor geen zonde begaan hebben tegen de kuisheid en je zou ook geen echtbreuk begaan hebben als die persoon tevens wettig met een man was getrouwd. Maar bedenk eens, in wat voor grote en mistroostige verlegenheid en vervolging de vrouw komt als de eigen man tegen haar zal zeggen: 'Vrouw, zeg mij wie je bevrucht heeft, want ik heb je sinds die en die tijd niet aangeraakt!', -kijk, dat je daardoor de huiselijke vrede tussen een echtpaar hebt verstoord, is een grote zonde tegen de naastenliefde! Want je zou jouw serieuze drang, als het geen behoefte is van de wellust, best nog tot een betere gelegenheid hebben kunnen uitstellen!
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik moet trouwens toegeven dat er onder de Joden, zelfs in deze ontaarde tijd, mannen zijn zoals er verder op de hele wereld niet meer gevonden worden en ik kan hen, daarom alleen al, beslist niet meer vijandig gezind zijn. Stahar moet ik in ieder geval weer een aanstelling geven waarin hij, gezien zijn wijsheid, een royaal arbeidsveld moet hebben, want hij staat nu al geheel aan Uw kant!"
Hoofdstuk 217: Wie zwijgt en luistert, verzamelt voortdurend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Die mensen bezaten eens óók de ware wijsheid, zoals vader Noach die bezeten heeft. Maar in de loop der tijd, toen de families tot een volk waren uitgegroeid dat duidelijk meer behoeften moest hebben dan een kleine familie, werden de fysieke krachten van de mensen te veel in beslag genomen, zodat niet iedereen zich alleen maar bezig kon houden met de innerlijke wijsheid.
Hoofdstuk 220: Het verval van de Egyptische en de Indische wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] PHILOPOLD zegt: "Vriend! Wie Mozes goed begrijpt, vindt ook dat daarin. Maar daar is natuurlijk meer voor nodig dan het zich in het geheugen prenten van de woordelijke tekst! Wie maar ooit God boven alles liefhad, kreeg van de geest van God de juiste verklaring en zal dan ook weten dat de Genesis van Mozes niet zozeer de feitelijke schepping der werelden weergeeft, maar veeleer en eigenlijk vóór alles de geestelijke opvoeding en vorming van de gehele mens en zijn vrije wil, in en overgaande in de goddelijke orde. Wie dat begrijpt en inziet, ziet dan ook weldra het andere in omdat het langs de weg der onmiskenbare analogie daarin is te vinden, hetgeen ik jou zelf heel concreet en duidelijk zou kunnen aantonen. Maar daarvoor zou nu de tijd te kort zijn.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar jullie weten het en daarmee gaat hier op deze plaats in vervulling wat de profeet Jesaja heeft voorspeld: 'De Heer Zebaoth zal alle volken op deze berg een rijke maaltijd bereiden, een maaltijd bestaande uit zuivere wijn, vet, merg en wijn zonder bezinksel. En Hij zal op deze berg het omhulsel wegdoen waarmee alle volken omhuld zijn en de bedekking die de heidenen het zicht belet. Hij zal de dood verzwelgen voor eeuwig en de Heer zal de tranen van alle gezichten wissen en de smaad van Zijn volk in alle landen te niet doen, want de Heer heeft het gezegd. In die tijd en op deze berg zullen de Volkeren roepen: 'Zie, dat is onze God waarop wij wachten en Hij alleen zal ons allen helpen! Ja, waarlijk, dáár is de Heer waarop wij wachten om ons te verheugen en ons in Zijn heil te verblijden! De hand des Heren rust op deze berg!'
Hoofdstuk 225: Vervulling van de belofte van Jesaja. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Mijn leerlingen sliepen het eerst, ook de Romeinen waren moe. Ieder maakte van zijn hand een hoofdkussen, leunde op de tafel en sliep als in het zachtste bed. Murel en Philopold gingen echter niet slapen maar trokken zich wat terug en gebruikten deze tijd om alles wat er voorgevallen was te bespreken.
Hoofdstuk 227: Het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar dat zal niet overal en niet altijd zo kunnen zijn. Ik merkte hier echter al, dat het veel mensen ondanks alle overstelpende bewijzen nog steeds moeilijk valt het goddelijke wezen van de Heer in te zien en te begrijpen. Ik zei dan ook al, dat het verklarende woord altijd meer wonderen doet, met betrekking tot het herkennen van de Heer en Zijn zuiver goddelijke heerlijkheid, dan de opvallendste wonderen. De reden schijnt hierin te liggen: Aan de echte of namaakwonderen, die altijd raadselachtig zijn, is men in onze tijd al zo gewend, dat deze eigenlijk helemaal geen uitzonderlijke verbazing meer oproepen.
Hoofdstuk 227: Het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar omdat ook deze verschijning je niet van gedachten kon laten veranderen, liet de Heer tóen pas toe dat je ziel zich in haar lichaam moest verbergen omdat je lichaam door vele duivels in bezit werd genomen. Vanaf die tijd werd jij tesamen met je gezellen een schrik voor de omgeving!
Hoofdstuk 237: De oorzaak van het lijden van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Tot slot moet ik jullie echter nog iets meedelen wat een lichte geest mij reeds geruime tijd geleden heeft meegedeeld en nu weer, maar nog veel duidelijker dan eerst. 's Nachts zien jullie wel de blinkende, grote ster, die door een kleine vergezeld wordt. De mooie, heldere Kapra (zo noemen de Venusmensen deze aarde) kennen jullie maar al te goed, maar jullie allen weten niet wat Kapra is. Vroeger wist ik het ook niet. De Geest vertelde het mij echter en toonde mij in een soort droomtoestand Kapra als een wereld en aarde die even groot is als de aarde die ons draagt.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...