Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 22 van 1112

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[7] Of men een uit talloos vele organen samengestelde boom zo doorzichtig als lucht of tenminste als zuiver water kan vormen, dat moeten optici en mathematici maar uitmaken. Welke vruchten er overigens aan volkomen luchtige bomen groeien, dat zou iemand die zich in de omgeving van de noord- of zuidpool bevindt wel het beste te weten kunnen komen, want daar vinden soms fenomenen plaats waarbij tengevolge van de strenge kou, zoals bij jullie 's winters op de ramen, daar echter in de vrije lucht, kristalachtige ijsbomen omhoogschieten. Of er aan deze bomen ook vijgen en dadels tevoorschijn komen, is tot op heden nog niet vastgesteld.
Hoofdstuk 96: Waarom de ware betekenis van het tiende gebod verhuld is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] In het verdere verloop ontdekken we dat het water al vol zit met infusiediertjes en dat de vorming van het vegetatieve aardrijk vlotter verloopt. Bij een volgende kapel zien we al een soort gewormte in het water. Weer verderop wordt de vorming van dierlijk leven in het water steeds sterker en overvloediger; en zo zien jullie door het voortschrijden van kapel tot kapel, dat de aarde zich tenslotte heeft ontwikkeld tot de toestand waarin de schepping van de mens begint. Dat is echter niet meer hier, maar in een volgende zaal te zien.
Hoofdstuk 70: Onderricht over het wezen en het ontstaan van de aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Nadat we bij deze langzaam voortgaande ontwikkeling weer een paar honderd kapellen hebben doorlopen, wordt hier in de eerstvolgende al een geweldig bruisende klomp in het midden van een tamelijk grote waterbol zichtbaar. Flinke bellen stijgen er voortdurend uit omhoog en zijn hier al dragers van een soort nevelige substantie, die zich boven het oppervlak van de waterbol bij het uit elkaar spatten van de opstijgende bellen, als lichte nevel boven het wateroppervlak verspreidt. En kijk, deze activiteiten worden van kapel tot kapel heviger. Bij de honderdste kapel zien we hier en daar al door de sterk gekristalliseerde waterbol heen gloeiende plaatsen van waaruit voortdurend, net als bij kokend water, dampen opstijgen in de vorm van ontelbaar veel bellen en belletjes.
Hoofdstuk 70: Onderricht over het wezen en het ontstaan van de aarde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Er zijn bij jullie massa's dieren die buiten het water geen minuut lang kunnen leven; maar er zijn ook dieren en wezens die slechts onder de grond in het dikke slijk en zelfs enkel en alleen in de stenen hun leven kunnen slijten. Zulke slijkdieren in de onderaardse peilloze diepten zijn jullie tot nu toe (omstreeks 1850) nog geheel onbekend, maar steendiertjes zoals bijvoorbeeld de steenvlieg, de steenspin, de steenbij, steenpadden en dergelijke zijn door de natuuronderzoekers op aarde hier en daar al ontdekt; alleen weten zij nog niet dat dergelijke diertjes zich in de steensoorten zelf produceren doordat de levenskrach-ten, die ook in de stenen werkzaam zijn, zich bundelen en zich als intelligenties op een natuurlijke manier tot vormen ontwikkelen volgens de ordening die de Heer in hen heeft gelegd.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Ga ook nog eens naar een brede rivier en kijk naar het stromen van het water vanaf de dichtbij gelegen oever tot aan de tegenoverliggende; daar zal zich dit verschijnsel het duidelijkst laten vaststellen. Aan de meest nabij gelegen oever zullen jullie het stromende water bont door elkaar zien golven, maar bij de oever aan de overkant zullen jullie bij wat langer toekijken louter ineengestrengelde kringen zien, waarin de stroom van de rivier langzaam lijkt verder te wervelen.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk toch eens, dit altaar. Het is ongeveer een klafter hoog en bestaat uit louter ronde staven, die zijn gemaakt van een heel sterk glanzend materiaal dat met deze karakteristieke eigenschappen zeker op geen ander hemellichaam voorkomt. Kijk eens naar die staven. Ze zien er niet eens stevig uit, maar het lijkt wel of ze uit louter neerwaarts schietende waterstralen bestaan, die echter zogezegd zonder gespetter in gouden trechters neerwaarts vallen. De vlammende beweging van de stralen in deze ronde staven ziet er bijna uit alsof deze staven slechts ronde waterstralen zouden zijn, die, zoals het wel lijkt, van een of andere plaats door een zuil in het midden opwaarts gaan en hier, zoals we zien, volgens de regels van de waterbouwkunde naar beneden vallen. Om ons er echter van te overtuigen, pakken we de staven met de handen vast - en kijk, alles is slechts de karakteristieke eigenschap van het materiaal. Dat heeft een zodanig vlammende beweging in zich, dat het lijkt alsof het zuiver stromend water is; op zich is het echter hard als diamant.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Want het witte licht van de rivier is nog helemaal zuiver etherisch, of als jullie dit beter begrijpen, het is in zichzelf ether die nog niets anders in zich heeft opgenomen maar desondanks in ongedeelde toestand alles in zich heeft, evenals het water een drager is van alles wat de aarde maar te bieden heeft.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Deze lichtwaterstroom kan echter met niets gelijksoortigs op jullie aarde vergeleken worden, omdat zij slechts eigen is aan zulke zonnenwerelden. De bewoners verzamelen dit lichtwater in bepaalde vormen, waarin het dan weldra stolt en overgaat in de zogenaamde lichtgevende witte stenen. In dit opzicht is het met dit water bijna hetzelfde als met jullie water op aarde, dat ook al gauw tot zoutkristallen stolt als het van de totale massa wordt afgezonderd. Maar op zich stolt dit lichtwater niet in zijn bedding, omdat het daaruit de steeds weekmakende voeding opneemt.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Van dit brood stamt elk brood af, omdat dit brood een waarachtig levend brood is, evenals Mijn liefde die zich hier als eeuwige, levende verzadiging aan al Mijn kinderen aanbiedt. En het water is evenals het brood het grondbeginsel van alle dingen, want het is het licht van de liefde en is bijgevolg voor al Mijn kinderen het eeuwig meegenieten van Mijn wijsheid; dat wil zeggen dat al Mijn kinderen, die hier bij Mij zijn, zich in de diepte van Mijn wijsheid en dus ook in al Mijn macht en kracht bevinden!
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Kijk nu, ons verheven gezelschap zit te eten en onze prior evenals de anderen verwonderen zich ten zeerste over de voortreffelijke smaak van dit brood en ook over die van het levende water. De prior zegt vol devotie: o Heer, allerliefdevolste heilige Vader, dit brood smaakt precies alsof het is samengesteld uit de allersmakelijkste en allervoedzaamste spijzen van de gehele aarde en het water als een extract van de allerbeste wijnen die er op aarde maar groeien, als men hier zo'n vergelijking mag en kan maken.
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] De prior kijkt een beetje rond en ziet aan de linkeroever van de rivier een grote stad liggen. Hij zegt: o liefdevolste Vader, daar aan de rivier, die zeker vol levend water is, zal wel Uw hemelse Jeruzalem liggen waarover geschreven staat dat zij de stad van de levende God is. Daarom zit ik er wellicht niet te ver naast als ik zeg dat U in deze heilige stad woont, want zoiets onzegbaar verhevens als deze heilige stad hier, kan een geschapen engelengeest zich toch in alle eeuwigheid niet voorstellen.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Ik zeg verder: 'Zo is je dus door het water een bewijs gegeven, dat ook dit element een karakteristieke intelligentie in zich draagt, waardoor het tot op de laatste druppel stipt gehoorzaamt aan de zuiver goddelijke ordewet, die aan hemzelf ten grondslag ligt, ondanks het feit dat iedere druppel triljoenen levens in zich draagt!
Hoofdstuk 20: Nog een voorbeeld. De noodzaak van hooggebergten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Laten we het op zichzelf zo onsamenhangende water eens bekijken, dat zich zonder voelbare weerstand laat verdelen in talloze druppels. Dit hoogst belangrijke natuurelement, dat zowel alle oerkiemen van het dierlijke als van het plantaardige leven in zich bergt en tegelijkertijd bezwangerd is met door jou onberekenbare krachten, luistert in vrije toestand onvoorwaardelijk naar de in hem aanwezig zijnde wet van de zwaartekracht. Volgens deze wet, die het door eigen waarnemingsvermogen opmerkt, voelt het de zachtste glooiing van een terrein aan. Het begint zich meteen voort te bewegen naar een meer laag gelegen gebied en heeft rust noch duur tot het de diepste laagten in de zee heeft bereikt. Dit element heeft ook nog de bijzondere eigenschap dat het pas dan volkomen helder wordt als het het diepste punt van de zee bereikt heeft. Het duidt om zo te zeggen daardoor aan, dat ook de mens pas dan tot het heldere bewustzijn van zijn ware, eeuwige bestemming komt, als hij op aarde niet naar de hoogste rang streeft, maar naar de laagste plaats, dat is: de ware door Mij zo vaak aanbevolen deemoed die echter nooit door heersen maar enkel door gehoorzamen kan worden bereikt!'
Hoofdstuk 19: Rede over de gehoorzaamheid. Voorbeelden uit het rijk van de natuur - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Waarom zijn er bergen op aarde? Ik bedoel hier heel speciaal die van de eerste soort. Kijk, hun doel is verschillend. In de eerste plaats zijn zij de regelaars van de electro-magnetische stromingen, zodat deze goed over de hele aardbodem worden verdeeld. Ten tweede verhinderen zij dat de lucht rondom de aarde bij de snelle omwenteling om de aardas, blijft stilstaan, terwijl het oppervlak van de aarde voortbeweegt. Dit zou een tegenstroom veroorzaken die aan hevigheid alle orkanen zou overtreffen, waardoor er geen wezen op aarde zou kunnen bestaan. Ten derde trekken zij de al te overvloedige, door zuurstof en waterstof ontstane vochtdeeltjes uit de lucht tot zich, waardoor hun hoogste toppen ook meestal door nevels omgeven zijn en zodoende zelden duidelijk zichtbaar zijn. De vochtdeeltjes voegen zich samen door de steeds in hoge mate aanwezige elektriciteit en vallen dan meestal als sneeuwen ijs neer op de steile hellingen van de bergen. Vandaar storten zij, wanneer er grote opeenhopingen zijn ontstaan, als lawines in de kloven en dalen van het hooggebergte en vormen daar door aanzienlijke opeenhopingen de gletschers. Deze hebben weer de bijzondere eigenschap de koude uit de lucht aan te trekken en daardoor de lager gelegen vruchtbare streken te behoeden voor een alles verstorende vorst. Tegelijkertijd echter zwakken de gletschers ook nog de soms te sterk aanwezige luchtelektriciteit af en regelen de kringloop van het water door de dampkring. Zonder deze werking zouden de vlakten van de aarde bijna ononderbroken blootgesteld zijn aan hevige wolkbreuken.
Hoofdstuk 20: Nog een voorbeeld. De noodzaak van hooggebergten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg verder: 'Toen de aarde nog een woest hemellichaam was en nog geen planten of dieren had te onderhouden behalve de oertypen van alle latere vormen in de wateren, waren de oergebergten alleen wel voldoende om aan de in zekere zin nog ruwe, niet geheel doorbakken aardbol, de reeds genoemde diensten te bewijzen. Toen echter na een aantal millennia de aardbol vaster was geworden, hele grote eilandengroepen zich reeds boven de zeespiegel begonnen te verheffen en ook de in het water aanwezige oerkiemen zich overal in velerlei grassen en plantensoorten begonnen te ontwikkelen, was het nodig er voor te zorgen dat de oerkiemen uit het water voor hun rijping ook zo gauw mogelijk een groter landgebied kregen. Door onderaardse vuurkrachten kwamen nieuwe grondlagen omhoog, waardoor mettertijd de nieuwe voortbrengselen ruimte, voeding en bescherming kregen. Nu begon het over het hele aardoppervlak geweldig te razen en te woeden. De onder water liggende vaste aardlagen werden opengereten door de grote krachten bij miljoenen ver boven de waterspiegel omhoog geheven.
Hoofdstuk 21: Middel- en kleingebergte. Hun ontstaan en noodzaak in het geheel van de aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...