Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

590 resultaten - Pagina 22 van 40

...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...
[2] Lamech vatte meer moed dan de anderen en vroeg nu aan de Heer: 'O Heer, enige, grote God van hemel en aarde, enig ware, allerbeste Vader van de mensen, U bent heilig, meer dan heilig! Is het dan werkelijk een zondige fout als een mens door zijn gevoelens gedwongen en gedreven door zijn deemoed en machtige liefde tot U, bijna onwillekeurig ook al voor Uw enige allerheiligste wil en naam zowel geestelijk alsook lichamelijk voor U neervalt en U zo innerlijk zowel als uiterlijk in het stof van de totale eigen nietigheid aanbidt en zich zo geheel aan U opoffert?
Hoofdstuk 229: Lamech stelt vragen over het lichamelijk uitdrukken van gevoelens. Wat de zuivere liefde doet, is voor God gerechtvaardigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Luister nu, Mijn kindertjes! Omdat de mens niet eeuwig op aarde kan en mag leven, maar deze schijnondergrond weer moet verlaten, zal dan in en aan zijn geest spoedig blijken, hoe hij Mij tijdens zijn aardse leven in zichzelf gestalte heeft laten aannemen.
Hoofdstuk 259: De twijfelaars herkennen allen de Vader. De woorden van de Heer over de verschillende godsvoorstellingen van de mensen en de oorzaak daarvan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] En als nu de Schepper in Zijn oorspronkelijke menselijke gestalte bij ons is gekomen in de volheid van Zijn eeuwige liefde en wijsheid?! Kun je dan nog in je hart aanmerkingen maken op hoe Hij van oorsprong in Zijn wezen is?
Hoofdstuk 263: De door zijn vriend beleerde twijfelaar op weg naar erkenning van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Wanneer de Godheid dan in zo'n voor jou onvoorstelbare tijd weer een nieuw groot scheppingsplan had opgesteld, dan werd er spoedig weer volop geschapen, en wanneer die schepping haar tijd weer zo had doorgemaakt en de Godheid weer genoeg had gekregen van Haar schepselen, dan was het al gauw weer gedaan met zo'n nieuwe schepping; er vond een totale vernietiging plaats van alle dingen, die toch al niets anders zijn dan slechts voor een bepaalde tijd gefixeerde gedachten van God, en een schijnbaar eeuwige leegte trad weer in de plaats van de vroegere scheppingspracht.
Hoofdstuk 274: Het tweegesprek van Henoch met de draak. De draak verdwijnt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Mijn licht wilde ik aan Haar teruggeven; Zij nam mij door andere, voor een korte tijd geschapen wezens, gevangen. Maar daar Zij desondanks niet in staat was mij te overwinnen, liet Zij mij in een hoogst ellendig bestaan blijven, daar mijn vroegere wezen uit haar onbegrensde zijn tot deze gestalte ineenschrompelde.
Hoofdstuk 274: Het tweegesprek van Henoch met de draak. De draak verdwijnt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Maar dit zogenoemde middelpunt mag zich noch bij dieren, noch bij mensen en hemellichamen precies in het midden van hun totale organische massa bevinden, maar het moet altijd ongeveer op drie vierde daarvan zijn plaats hebben, opdat het niet volledig verdrukt wordt en zich daardoor niet meer kan roeren.
Hoofdstuk 62: De polaire innerlijke bouworde van de aarde en van alle organische lichamen als gelijkenis voor de door de Heer gekozen volgorde van zitplaatsen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Hierop begon Satan te beven en zei: 'Henoch, ik erken jouw macht en mijn totale onmacht ten opzichte van jou, jij bent een getrouwe van de Heer! Ontsla mij echter van die vreselijke schuldbekentenis en de bestraffing, die ik wel heb verdiend, en bepaal de plaats waar ik moet wonen om niet schadelijk te zijn voor de mensen van deze aarde; dan zal ik mij vrijwillig voegen naar jouw uitspraak!'
Hoofdstuk 85: Satans optreden in een verschrikkelijke gedaante. Henochs bevel aan Satan om zijn slechte voornemen mee te delen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Ja, geliefde broeder Henoch! Ook al zou je mij er niet op gewezen hebben, dan nog zou het mij onmogelijk hebben kunnen ontgaan dat dit het eerste mensenpaar van de aarde is! De reusachtige grootte, die volmaakte menselijke gestalte en de verblindend-witte hoge ouderdom getuigen daar immers overduidelijk van!
Hoofdstuk 89: De aankomst van de reizigers op de hoogte en hun begroeting door Adam. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Want als er een God is die jou op de oude troon van deze stad hielp, dan moet Hij rechtvaardig en wijs zijn; en is Hij dat, dan kan Hij onmogelijk aan degenen die volgens Zijn scheppingsplan vrij behoren te zijn, wetten opdringen waardoor zij in een totale slavernij worden geplaatst!
Hoofdstuk 171: De reactie van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren over wetten en hun doel. Het protest van de negenennegentig tegen de wetten van Ohlad Ohlads koninklijk wijze antwoord. De deemoed als hoogtepunt van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Zal Zijn eindeloze alles wel passen in jouw totale nietigheid ten opzichte van Hem? Of kun jij je beroemen op het kennen van God terwijl je op z'n hoogst evenveel van Hem weet als ik?!
Hoofdstuk 175: De tegenwerping van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren en zijn rationele bedenkingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En de bode van Noach gaf de volgende raad: 'Laat Hanoch nu voor wat het is, want van nu af aan zal het je niet meer lastigvallen omdat het door jullie tegenstand de totale onmogelijkheid heeft leren kennen jullie ooit te kunnen overweldigen! Maar de Heer God Zebaoth zal deze stad wel zonder jullie toedoen op een manier weten te straffen dat zij zal vallen als een vermolmde boom in het bos!
Hoofdstuk 228: De krijgsraad van de tien leiders in het hoogland over Hanoch. De goede woorden van de bode van de Heer. Duizend spionnen van Hanoch bij de hooglanders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Bij deze oproep riep de generaal boos en riep luid met een gebiedende stem: 'Halt! Terug, jullie duivels! Deze oproep, dit oordeel mankeerde nog aan jullie totale ondergang!
Hoofdstuk 236: De opperpriestergeneraal bij de opperpriesters. De mislukte overval van de rebellen en hun degradatie tot onderpriesters. De benoeming van de onderpriesters tot opperpriester. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] De priesteressen waren sierlijk gekleed en verder mooi van gezicht en gestalte.
Hoofdstuk 248: De liefdestempel in Hanoch met zijn tuin. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar in geestelijk opzicht zijn zij helemaal dood, want zij weten niet één woord meer van een ware, eeuwige God! Daarom moet je hier niet kijken naar een materieel bestaande afgoderij, maar eerder naar de verwoesting van de totale geestelijke duisternis die nu op dit waarlijk rijke en mooie eiland heerst!
Hoofdstuk 317: Mahals inlichtingen over de verdwenen tempels en de list van de priesters. De oproep aan de priesters om voor de generaal te verschijnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En Mahal zei: 'O broeder, de totale goddeloosheid van alle volkeren die ik nu op mijn verre reizen volkomen heb leren kennen, is de eigenlijke reden dat ik nu al hier ben!
Hoofdstuk 332: Mahal bij Noach. Mahals verslag over de toestand van de volkeren in de laagte. Het verdriet van Noach en Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35  ...