Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

384 resultaten - Pagina 23 van 26

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26
[9] Petrus begint meteen uiterst wijze en zachtzinnige woorden tot Cado te spreken en zegt: 'Vriend Cado, wees toch verstandig! Kijk, de ervaring moet je toch hebben geleerd, dat op aarde alle goederen ijdel en snel vergankelijk zijn en dat tenslotte de rijkste en de armste hetzelfde stervenslot delen. Al het vlees moet sterven, alle materie vergaan, alleen de inwendige geest blijft onverwoestbaar! Kijk, je bent lichamelijk gestorven en leeft alleen nog in je met geest vervulde ziel onverwoestbaar verder. Houd daarom niet langer vast aan datgene wat voor eeuwig vergaan is, maar erken je grote aardse schulden en wij willen ze voor jou betalen en je dan opnemen in onze waarachtige en eeuwig bestendige wereld, waarin het je nooit aan iets zal ontbreken. Kijk daar eens naar het oosten! Die heerlijke landerijen en paleizen zijn van ons en jij zult ze krijgen; maar dan moet je ons je schulden bekennen, opdat wij ze op ons kunnen nemen.'
Hoofdstuk 13: Opdracht aan Petrus en Paulus om de voormalige bedoeïenenhoofdman Cado voor te leiden. De vergeefse liefdevolle poging van Petrus om de brutale geest voor zich te winnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Paulus zegt: 'Vriend, zulke praatje raken ons niet en wij zijn ook niet bang voor jou, maar laat je dit gezegd zijn: als je ons niet goedschiks volgt, zul je met onze macht kennismaken, want er is voor gezorgd dat jou op je roepen geen duivel te hulp zal komen. Overigens weten wij heel goed, hoe jij op aarde aan je rijkdom bent gekomen. Er waren heel wat hongerige duivels in jouw dienst en een leger grote, wilde honden, die je kasteel omringden. Deze vielen reizigers aan en hielden hen vast totdat jouw arme duivels kwamen en hen tegen een aanzienlijk losgeld van de beesten bevrijdden. Wel werd je vaak aangeklaagd, maar de aanklagers konden niets uitrichten omdat de rechters bij jou in dienst waren. We zouden je veel kunnen vertellen over je roverspraktijken, maar op de juiste plaats zul je al je onmenselijke gruweldaden voor je zien, en dan zal blijken of je er een afschuw van zult krijgen en er berouw over zult voelen. Zo ja, dan ben je nog te redden; zo niet, dan wordt de onderste hel jouw deel! En kom nu goedschiks met ons mee, anders zullen we geweld gebruiken!'
Hoofdstuk 13: Opdracht aan Petrus en Paulus om de voormalige bedoeïenenhoofdman Cado voor te leiden. De vergeefse liefdevolle poging van Petrus om de brutale geest voor zich te winnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg: 'Alles wat jullie nu gezien hebben is groot voor alle hier in Mijn eeuwige rijk nog jonge bewoners, die nog te weinig in de eigen vertrekken van hun leven hebben kunnen schouwen. Maar raken zij eenmaal met hun innerlijke leven, dat is Mijn liefde in hen, meer vertrouwd, dan zal hun alles wat tot de gerichte materie hoort, heel klein lijken. Want de kleinste vonk van Mijn liefde overtreft al deze materie in een niet te berekenen verhouding, zowel wat betreft de werkelijke grootte als de hoedanigheid. - Een klein voorbeeld zal jullie deze zaak duidelijk maken.
Hoofdstuk 152: Verhouding tussen materiële en geestelijke grootheid. Gelijkenis van de kunstmatige reuzenkorrel en het natuurlijke tarwekorreltje. Door de derde deur in de zuidelijke wand straalt het licht van een nieuwe schepping van eeuwige liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'O Heer, ik ben nu verstomd en heb geen woorden om U voor al deze lieve broeders te bekennen, hoe duidelijk ik nu al mijn fouten en grote dwalingen inzie. Maar laat mij in dit grote en eindeloze geluk eerst een beetje thuis raken, dan zal ik pas voor U, mijn liefste, goedigste, barmhartigste Heer Jezus, een echte belijdenis afleggen!
Hoofdstuk 34: Een heilige verlossingsscène - Martinus aan de borst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] IK zeg: 'Mijn lieve broeder Martinus, Ik zeg je, jij zult met dit alles spoedig vertrouwd raken. Zie, in de eigenlijke, ware wereld van de geesten is alles volledig het omgekeerde van hoe het in de wereld is. Wat in de wereld groot is, dat is hier klein; wat echter in de wereld klein is, dat is hier groot. Wie op de wereld de eerste is, die is hier de laatste; wie echter op de wereld de laatste is, die is hier de eerste!
Hoofdstuk 38: Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[30] Die zachtheid van haar voeten, die weelderige volheid van alle andere lichaamsdelen, de glans die haar omgeeft, die eindeloos zachte en vriendelijke blik uit een paar ogen, door de beschrijving waarvan de aartsengel Michaël vast en zeker in grote verlegenheid zou raken.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Nee, maar dat is immers, zoals men pleegt te zeggen, niet van deze wereld! En toch lijkt hun inspanning hen niet veel te helpen; in plaats van dichterbij raken ze steeds verder van de oever af. Ach, dat moet een heel noodlottige situatie voor deze oude mannen en vrouwen zijn.
Hoofdstuk 82: Het optreden van de dames van het H. Hart van Jezus - De helse storm op zee - Het vangen van het stormgespuis in een zak – Borems toelichting - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] BOREM zegt vol van hoogste eerbied: 'Ongetwijfeld, lieve broeder Martinus, wij zullen wel eeuwig niet uitgeleerd raken in het zo gelukkig makende gezelschap van de Meester aller meesters. Overigens alle respect voor deze lieftallige Chinese; tegen de tederheid van haar gevoelens en tegen de echt oriëntaalse gloed van haar liefde zullen wij het stellig nog lang niet kunnen opnemen. Het is buitengewoon verheugend om haar te horen praten en daarbij de toename van haar liefde te aanschouwen. Helemaal gelukkig stemt het ons te weten, waarheen haar nu nog blinde liefde haar voert.'
Hoofdstuk 95: Chanchah’s verlangen, het wezen van de Heer te doorgronden - Het recept van de Heer - Chanchah' s vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] CHANCHAH zegt: 'Ach ja, dan zijn de ontvangers bijna nog gelukkiger dan de gever. Want de gever moet - jij zult het me wel vergeven, als ik hier misschien weer te veel en te ongepast spreek - immers heel veel zorgen hebben. Want hij moet grondig nadenken hoe hij zijn voorraadkamers zo vult, dat ze zelfs wanneer er voortdurend en rijkelijk weggegeven wordt, niet leeg kunnen raken!
Hoofdstuk 97: Chanchah's ijverig vorsen naar de naam van haar geliefde vriend - Verwijzing van de Heer naar het beste recept - Verschil tussen gastheer en gast - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] CHANCHAH zegt: 'Ach lieve vriend, jij hebt hier gemakkelijk praten, als je aan dergelijke verschijnselen al gewend bent. Maar mensen als wij raken bij het voor de eerste keer zien van zo'n buitengewoon verschijnsel helemaal in de war - en dat moet ook wel. Want waar ter wereld heeft men ooit zoiets gezien?
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Zou men bij hen hier meteen met het zuiverste licht aankomen, dan zou dit hen volledig vernietigen, omdat het hun eigen wezen zo goed als helemaal zou dreigen op te lossen. Daarom moet men met hen bijna zo omgaan als met een oud, vervallen huis, waar men ook alleen maar in gedeelten verbeteringen moet aanbrengen om te voorkomen, dat het huis door een te krachtige aanpak volledig wordt verwoest. Als een huis verwoest is, zou er wel een nieuw huis in dezelfde vorm kunnen worden gebouwd met geheel nieuw materiaal. Maar met een mens gaat dat niet: daarbij moeten al zijn bestanddelen behouden blijven, omdat hij anders helemaal ophoudt een en dezelfde mens te zijn.
Hoofdstuk 102: Borems goede aanwijzingen over het innerlijke contact met de Heer en over de behandeling van stoïcijnse naturen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Ik moet openlijk bekennen: op deze veel te lichte wereld zou ik bepaald niet graag te lang willen doorbrengen, als men hier niets dan licht en enkele struiken te zien krijgt. Het is maar goed, dat deze lichtgloed niet brandt en onze geestelijke ogen niet evenals de ogen van ons lichaam ontstoken kunnen raken, anders zou het met ze gebeurd zijn. Ik loop wel vooraan, maar wat voor nut heeft dit voorop lopen van mij, als ik niet weet waarheen? Loopt U daarom liever voorop, o Heer, dan zullen wij allen het snelst bij het juiste doel aankomen!'
Hoofdstuk 128: Op de lichtgevende zon - De Heer als Laatste - Martinus als reisgids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] MARTINUS zegt: 'Ik smeek je, lieve broeder, word nu niet boos, anders zou ik helemaal in vertwijfeling raken! Telkens als ik mijn mond open doe, komt er warempel wat doms tevoorschijn!'
Hoofdstuk 159: Muziek van de zonnewereld - Ernstige vermaning van Petrus aan Martinus om zijn zinnelijkheid te overwinnen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Goed, als jij dus verschillende dingen hebt gemaakt, zeg mij dan, of zich daarbij ook een bevindt, waarvan je zou kunnen beweren: 'Dit werk is mij niet waardig. Ik schaam mij hiervoor en het zou tegen alle regels indruisen en in hoge mate ongepast zijn om dit werk met mijn ogen te bekijken of zelfs met mijn handen aan te raken'.
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Het water zal hun voeten wel raken, maar hen toch niet nat maken. Ook zal de onderaardse opstuwing tot zijn grootst mogelijke uitzetting komen en uit elkaar barsten en grote massa' s vuur uitspuwen. Maar deze massa's zullen in hun geheel nog veel eerder worden verwoest en totaal ten iet gedaan dan zij bij het neervallen de grond raken en het opgestuwde omhulsel zal terug wijken op hetzelfde ogenblik dat het zal barsten.
Hoofdstuk 176: De opkomende vijandelijke vloed - Opbeurende woorden van Petrus aan allen - Zijn belangrijke vraag aan de zonnemensen: 'Willen jullie kinderen van God worden of niet?' - Het antwoord van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26