Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2737 resultaten - Pagina 23 van 183

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[6] Maar Helena kan door ontroering geen woord uitbrengen en schreit terwijl haar hart zich in een staat van hoogste verrukking bevindt. Dat duurt geruime tijd en nog steeds is Helena zo-ontroerd van vreugde omdat Ik bij haar kwam, dat tranen van vreugde haar het spreken beletten zodra zij verder wil gaan met Mij te bedanken.
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Wie een wijs woord wil horen moet zijn oren niet dichtstoppen en met zijn ogen willen horen. Want het oog ziet wel het licht en al de verlichte vormen, maar de meer geestelijke vorm van het woord is niet zichtbaar en is alleen maar met de oren te horen. -Begrijp je dat allemaal goed?"
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] HELENA zegt: "Hoe zou dat mogelijk zijn!? Het is in mij nu zo licht en helder alsof er een echte zon in mij is opgegaan en daarom ziet alles wat U, o Heer, tot mij spreekt er zo duidelijk uit, en begrijpt mijn hart de diepste betekenis van Uw woord.
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Maar nu heb ik nog een andere, heel belangrijke vraag uit een nog niet helemaal verlichte hoek van mijn hart en die luidt: "Hoe kun je Hem ooit danken, die je zo overvloedig, zo buiten alle proporties, met Zijn genade heeft overladen? Liefde, hoe groot ook, kan toch niet als dank gelden, want zij is zelf toch, net als het gehele leven, een geschenk van Uw genade. Wat voor offer en wat voor gave U waardig, kan~ ik, schepsel, aan U mijn Schepper aanbieden als passende dank voor zo oneindig veel genade? Kijk, o Heer, op dat punt is het ondanks alle zonnelicht in mijn hart toch duister en op die belangrijke vraag komt maar geen antwoord! O Heer, zou U mijn hart in dat opzicht niet met een vriendelijk woord uit de verlegenheid willen helpen?"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] HELENA antwoordt geheelovertuigd van de waarheid van wat Ik heb gezegd: "O Heer, ieder heilig woord van U heeft in mijn hart een veelvoudige weerklank gevonden en als één toon klonk het in mijn ziel: Dat is de zuivere, goddelijke waarheid!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] CYRENIUS pakt de oorkonde, loopt naar een fakkel en leest haar en vindt haar woord voor woord in orde en zegt dan: Als dit de eerste keer zou zijn, dan zou ik mij ontzettend verbazen, maar ik heb al meer dan één bewijs van Raphaël en dus verbaast het mij ook helemaal met meer. Voor hem is dat net zo gemakkelijk als het voor een mens is om met zijn blik plotsklaps tot aan de verst verwijderde sterren door te dringen. Wel, nu de oorkonde klaar is, moet Ouran haar ook maar meteen ontvangen.
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] MATHAËL zegt: "Ja, goddelijk kind, daar kon je wel eens groot gelijk in hebben! Ik had God reeds vanaf mijn kinderjaren boven alles lief en daarom lieten mijn ouders mij ook wijden voor de dienst in de tempel, waar mijn lichaam eerst omgevormd werd tot een ware helse machine, maar waar mijn ziel ondanks dat toch bleef wat zij vanaf het oerbegin van haar bestaan was. Maar daar wil ik verder met geen woord meer over spreken, want dat roep ik niet graag in mijn gedachten terug. -En zeg jij nu eens, liefste Helena, hoe dit wijze meisje jou bevalt! Is het niet verbazingwekkend dat dit kind zo wijs is?"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ik zou met haar wel willen spreken als ik niet zo'n bijzonder groot ontzag voor haar wijsheid had! Want wij zouden haar met een enkel dom woord wel eens gemakkelijk zo'n terechtwijzing kunnen ontlokken, dat we ons leven lang geen woord meer zouden durven zeggen.
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] HELENA zegt: "Dat was een waar woord en ik heb het goed begrepen, maar ik begrijp alleen niet hoe je zo wijs bent geworden!"
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zwijgt Mathaël en denkt in stilte na over wat Jarah heeft gezegd, en Helena en Ouran staren, in opperste verbazing, zonder een woord te zeggen naar Jarah; maar Jarah kijkt naar de nog fel brandende stad en wacht met groot verlangen op Mijn terugkomst. Het is nu volkomen stil op de berg, slechts in het huis van Marcus is men in de weer voor de aangekondigde gasten, namelijk voor Cornelius en Faustus, en de ochtend wordt steeds lichter .
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Een ander van de vier metgezellen van Mathaël, die BOZ heette en ook nooit veel zei, antwoordde Rob: "Wat jij voelt, voel ik ook en ik kan mij voor wat ter wereld ook, hier niet meer thuis voelen! Alles wat gebeurt, komt zo onverwacht mogelijk en het is op zichzelf dan altijd zo buitenissig fantastisch, dat je je niets fantastischer voor kunt stellen. Iedere daad, ieder woord en iedere vertelling maakt alles wat het menselijk oor tot op heden heeft gehoord en het oog ooit heeft gezien, zo totaal onbeduidend, dat daarvan, evenals van Mozes en al zijn wonderdaden niets overblijft.
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Er is geen twijfel aan, dat de hele rijkdom van de goddelijke oergeest werkzaam is door de zeer merkwaardige, goede en grote Meester, die geboortig is uit Nazareth en lichamelijk een zoon is van de plaatselijke timmerman. Maar welk mens kan zich thuis voelen naast zo'n grootheid? Als Hij spreekt, spreekt niet Hij, maar de eeuwige geest van God in Hem en als Hij wat doet, zou ik van de grootste geleerde wel eens willen horen wat God meer zou kunnen doen dan Hem mogelijk is! Hij is volmaakt God in woord en daad, Zijn wil beheerst actief de gehele oneindigheid en toch loopt Hij slechts als mens voor ons en naast ons, en eet en drinkt net als wij!
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] De ANDEREN zeggen: " Ja, ja, je hebt volkomen gelijk en wij voelen ons allen al veel meer op ons gemak! Wat een verstandig woord toch allemaal tot stand kan brengen!"
Hoofdstuk 128: Micha over de lichamelijke aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Reeds tijdens de toespraak van Cyrenius verschoten de zwarte aanbieders van het verzoek als kameleons van kleur en hun inwendige woede was duidelijk aan hun gloeiende wolfsogen te zien. Maar nu zij de kans kregen om zich te verdedigen, konden ze van pure woede geen woord meer uitbrengen.
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Als ik van jullie meer over de Schrift wilde horen, werd mij gezegd: 'Wij zijn de Schrift en het levende woord van God! Daarom behoeft niemand meer ergens naar te vragen, maar ieder moet doen wat wij leren en eisen! Niemand heeft verder iets nodig!'
Hoofdstuk 136: Marcus klaagt de overste der Farizeeën aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...