Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8736 resultaten - Pagina 23 van 583

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[9] Op dit moment klinkt er vanaf het nabijgelegen gebergte een luid gebrul van veel beren. Bij het horen daarvan zoeken de Farizeeën en aartsjoden snel hun toevlucht aan zee, klimmen daar haastig in vissersboten en duwen ze van de oever. Maar een harde wind drijft ze weer naar de oever, waar zich hier en daar een paar beren vertonen. Wel twee uur vechten ze tegen de wind, die hen iedere keer hardnekkig weer tegen de oever duwt zo dikwijls ze bij het wegvallen van de wind een paar vadem daar vandaan zijn gekomen. Na twee uur vertwijfeld vechten met de wind en de zee komt er tenslotte een groter schip; dat neemt de bijna vertwijfelde en haast van vermoeidheid omvallende mensen op en vaart met hen weg onder een zware storm, waardoor het schip bijna ieder ogenblik dreigt te vergaan. Zo worden ze een hele dag en een hele nacht gepijnigd en ze bereiken pas tegen de middag van de volgende dag de oever in de buurt van Kapérnaum.
Hoofdstuk 150: De bestraffing van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Er waren ditmaal alles bij elkaar tegen de achthonderd mensen op de berg, die een heel brede top had, waarop slechts een stuk rots van één bij vijf vadem omhoog rees, dat echter vanaf de zuidkant eveneens goed te beklimmen was. Allen aten en dronken en werden verzadigd, en loofden en prezen Mij voor deze wonderbare maaltijd. En Kisjonah zei vanaf de rots, waar hij voor deze gelegenheid was opgeklommen:
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Maar Ik liet je toen ook zien dat God Zelf ook: een mens is, en dat dit de enige reden is waarom ook jij en alle aan jouw gelijke wezens mensen zijn. En Ik toonde je ook in 't geheim, dat Ik Zelf die mens ben, en dat iedere mens geroepen is om dat te worden en voor eeuwig te zijn, wat Ik Zelf ben. Toen was je verbaasd, en sinds dat ogenblik weet je Wie Ik ben.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] En zie, dat was een doelmatige voorbereiding voor je ziel en je geest, zodat je Mij nu een hele aarde en uit stenen mensen zou kunnen zien scheppen zonder je daar druk over te maken. Want je hebt uit vrije wil op wetenschappelijke wijze aangenomen dat God een mens kan zijn en dat een mens heel goed en geheel wetenschappelijk bewezen een god kan zijn! En daarom kan het nu je ziel en je geest nooit van de wijs brengen, als je volkomen beseft dat Ik eeuwig de enige en enig ware God en Schepper van alle dingen ben.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Maar het staat er heel anders voor met deze andere mensen, die allen puur wetenschappelijk niet te benaderen zijn. Zij hebben alleen het geloof en daarbij uiterst weinig verstand.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] En nu zul je wel zonder moeite inzien waarom Ik je zo-even van de rots afriep, waar je de mensen wilde onthullen wie Ik ben. Daarom moet de ene blinde nooit de andere leiden, maar dat moet iemand doen die door zijn goede verstand scherp kan zien, - omdat ze anders beiden in de afgrond storten.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Dan zeg Ik: Zeker, als hij geestelijk gesproken tegen de mensen iets onzinnigs had willen zeggen! Maar Mozes wist, dat alleen de avond te vergelijken is met de aardse toestand van de mens; hij wist dat de zuiver aardse verstandelijke ontwikkeling bij de mens op dezelfde manier plaats vindt, als het schemeren van de natuurlijke avond.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Hoe meer de mensen met hun verstand de aardse dingen proberen te vinden, des te zwakker wordt in hun hart het goddelijke licht van de liefde en van het geestelijke leven. Daarom noemde Mozes zulk aards licht van de mens ook de avond.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Een vraag is dan: 'Voor wie heeft God die namen bedacht?' -Voor Zich Zelf zeker niet; want het zou toch wat al te lachwekkend zijn, te denken dat de hoogste goddelijke wijsheid er een speciaal plezier in zou hebben dat het haar, zoals dat bij mensen toegaat, gelukt was om het droge 'aarde' en het op bepaalde plaatsen afgezonderde water 'zee' te noemen.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Onder deze omstandigheden komt God weer tot de mensen, natuurlijk - dat begrijpt u wel - geestelijk, en Hij, als de eeuwige liefde, zegt tegen de liefde in het hart van de mens: 'Laat de aarde nu alle soorten zelfbestuivende grassen en kruiden voortbrengen, en allerlei soorten bomen en struiken, die ieder naar eigen aard vruchten dragen en zichzelf uitzaaien op aarde!'
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Als er dus geen twijfel over mogelijk is dat de natuurlijke dag op aarde door haar eigen beweging tot stand wordt gebracht, waarbij de zon niets anders doet dan steeds maar vanaf één plaats licht te geven en door haar licht dáár dag veroorzaakt waar haar stralen komen, en op die manier nooit of te nimmer de dag kan of wil regeren, -dan vraag Ik: Hoe zou Mozes dan met zijn lichten de zon en de maan bedoeld kunnen hebben? En als Mozes de natuurlijke zon en de natuurlijke maan bedoeld had, dan zou hij ter verduidelijking van zijn publieke mededeling aan de mensheid deze lichten zeker bij name genoemd hebben; want in Mozes tijd kenden alle mensen deze beide hemellichamen al!
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] En hoe werd de mens bewoner van deze aarde? Werd er werkelijk maar één mensenpaar geschapen, zoals in Genesis staat, of werd op de aarde in één keer een hoeveelheid mensen van verschillende kleur, gestalte en karakter geschapen?'
Hoofdstuk 162: De vijfde en zesde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik antwoord: 'Vriend, u heeft toch wel vaker gehoord en ook wel zelf ondervonden, dat er lichamelijk gesproken verziende en bijziende en ook half, heel en stok blinde mensen zijn! De verzienden zien in de verte alles goed, maar dichtbij zien ze slecht; de bijzienden zien dichtbij goed, maar in de verte slecht; bij de halfblinden is het voor de helft nacht en voor de helft dag, dat wil zeggen, ze zien de voorwerpen met een oog wel goed, maar omdat het andere oog blind is, spreekt het vanzelf dat zulke kijkers alles maar in het halve licht kunnen zien; de geheel blinden zien geen voorwerpen meer, niet bij dag en net zo min 's nachts maar bij dag zien ze toch nog een zwakke schemering, zodat ze de dag kunnen onderscheiden. van de nacht; de stokblinden zien echter geen schemering en zien nooit het verschil tussen dag en nacht.
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Als de mens voor zijn vorming tot een waar mens een geheel vrije wil moet hebben en geheel vrij moet kunnen handelen, dan kunt U prediken en wonderen doen wat U wilt, maar van de honderd zal er zich nauwelijks één werkelijk bekeren. Want als iemand van nature al te dom is en op geen enkele wijze ontwikkeld is in het een of andere voor mensen noodzakelijke en nuttige vak, dan kan hij Uw leer onmogelijk begrijpen. Als hij echter een beetje meer verstand heeft dan het gemiddelde en daardoor gemakkelijk kennis opdoet, hetzij van de Schrift of van de een of andere wetenschap of kunst, terwijl dat enig aards voordeel geeft en misschien ook nog veel aanzien voor zijn persoon oplevert, dan kunt U Vader Jehova met donder en bliksem voor U laten spreken, maar dan zullen zulke mensen toch dat doen wat onze voorvaderen in de woestijn onder Mozes hebben gedaan. Toen maakten zij van goud een kalf en dansten er op heidense manier omheen om het te aanbidden, terwijl Mozes op de Sinaï onder donder en bliksem met Jehova sprak en de heilige geboden van Hem kreeg! .
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Maar vergeet dan niet om deze mensen in Mijn naam hetzelfde gebod met dezelfde straf aan te zeggen, dat Ik jullie allen nu hier heb gegeven!
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...