Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

448 resultaten - Pagina 23 van 30

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30
[5] Menigeen van jullie vond het aanvankelijk moeilijk en was vol bedenkingen om Mij als meer dan een profeet te beschouwen. Maar nu het jullie duidelijk is geworden -hoewel niet ieder van jullie in dezelfde mate -dat Ik de waarachtige Messias ben, is ook voor jullie de tijd gekomen dat jullie vele andere dingen op het gebied van de natuur van de aarde nader verklaard en onthuld krijgen; maar tot op de bodem begrijpen en inzien zullen jullie al die dingen pas, wanneer jullie van Mijn geest vervuld zullen zijn.
Hoofdstuk 186: Dat de Heer de heidenen schijnbaar begunstigt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Weliswaar zullen de Joden als zodanig nog onder de heidenen voortbestaan onder alle volkeren op aarde, en ze zullen nog op een Messias hopen, die echter niet meer zal komen; daarom zullen ze voortdurend lijken op dieren z~als honden en zwijnen, want een hond keert altijd terug naar wat hij heeft uitgespuwd en een zwijn naar de modderpoel waarin hij zich heeft gebaad en bevuild.
Hoofdstuk 188: Over valse Christussen, valse profeten en valse wonderen Wenken voor het gedrag van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[25] De leerlingen hielden dit voor zich, hielden zich daar ook aan bij het verbreiden van Mijn leer en hebben met name aan de Joden weinig andere dingen over Mij geopenbaard dan vooral Mijn lijden en sterven en Mijn opstanding, en dat Ik dienovereenkomstig werkelijk de Messias was. Maar zelfs over deze laatste gebeurtenissen waren ze het niet volkomen met elkaar eens. Dat blijkt al uit het feit dat na het bericht van de vrouwen over Mijn opstanding -met name dat van Magdalena -enkelen van de leerlingen geloofden, anderen weer niet en de mededeling van de vrouwen voor een sprookje hielden, tot Ik persoonlijk aan hen verscheen en nog heel wat moeite had om hen er volledig van te overtuigen dat Ik opgestaan was. Bij deze gelegenheid heb Ik de leerlingen weliswaar gezegd dat ze zich er vooral voor moesten hoeden dat ze het oneens met elkaar zouden worden; maar het ging bij en onder hen net zo als bij andere mensen: hun geest was gewillig, maar hun vlees zwak.
Hoofdstuk 188: Over valse Christussen, valse profeten en valse wonderen Wenken voor het gedrag van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Er is namelijk in Galilea een man opgestaan, die al bijna drie jaar rondtrekt en er buitengewoon beledigend op los preekt over ons, daarbij bepaalde tekenen doet zoals de Essenen en het hele volk tot zijn leer bekeert door zich uit te geven voor een zoon van God en zelfs op grond van de Schrift duidelijk aantoont dat hij de beloofde Messias is. En wij weten nu niet wat wij moeten beginnen.'
Hoofdstuk 242: De verdraagzaamheid van de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Het is overigens mogelijk dat hij werkelijk een nieuw opgestane grote profeet is, wat onder de Joden verschillende keren het geval is geweest, doordat de Godheid mannen in de geest heeft opgewekt, die het volk voorspelden wat het te wachten stond als het de wetten van God veronachtzaamde. Zo zijn het volk ook beloften gedaan, als het naar de oude God van Abraham, Isaak en Jacob zou terugkeren, dat God met name het Joodse volk eenmaal een Messias zou zenden en het van allerlei slavernij en harde verdrukking zou bevrijden.
Hoofdstuk 243: De slechte bedoelingen van de Farizeeërs (19.7.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Maar dat gebruikt die wijze uit Galilea ook en hij geeft zich uit voor de beloofde Messias; maar hij is in Nazareth in Galilea geboren als zoon van een timmerman, en wij weten dat hij met zijn vader, die nu gestorven is, en zijn broers bijna vijftien jaar lang in dat beroep heeft gewerkt. Waar hij overigens zijn wijsheid vandaan heeft gehaald en de kracht om wonderen te doen, daar kunnen we niets met zekerheid over te weten komen.
Hoofdstuk 243: De slechte bedoelingen van de Farizeeërs (19.7.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ook de Redder, de Messias, kwam niet naar Zijn volk toe.
Hoofdstuk 20: Raël vertelt zijn levensverhaal - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] Spoedig daarna stierf hij, en ik keerde terug naar mijn vaderland om die grote tijd af te wachten. In heldere dromen werd mij geopenbaard dat ik daar nog getuige van zou zijn, maar toch leek het mij goed om mij terug te trekken uit de kringen van tempeldienaren en schriftgeleerden; want dat het heil niet daar vandaan zou komen, werd mij maar al te duidelijk. Temidden van mensen die zelf alleen maar in zoverre in God geloven als hun eigen voordeel toelaat, kan de verwachte Messias onmogelijk verschijnen, of het zou een Messias moeten zijn van alleen de groten, rijken en voornamen, maar niet een die het volk gelukkig maakt!
Hoofdstuk 20: Raël vertelt zijn levensverhaal - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Ik zei: 'Heb je eigenlijk nooit een vermoeden gehad, Raël, wie er eigenlijk als de verwachte Messias zal nederdalen of al is nedergedaald?'
Hoofdstuk 21: De Heer herinnert Raël aan het verleden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Ik zei: 'Raël, het is je niet alleen bekend dat de Messias geen koning van de Joden zal zijn, zoals zij Hem als een uiterst machtige en aards strijdbare held verwachten, opdat hij dan alle volkeren zal onderwerpen en van iedere Israëliet zo mogelijk een kleine koning zal maken, die over zo en zoveel slaven heerst, maar je weet ook dat Zijn rijk daaruit zal bestaan, dat Hij zielen redt en Zijn rijk van vrede binnenleidt, dat niet van deze wereld is, maar ginds in de eeuwigheid is gevestigd. Dat heeft die wijze van Egypte, wiens naam Sarne was,jou allemaal nauwkeurig aangetoond.
Hoofdstuk 21: De Heer herinnert Raël aan het verleden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Wij weten heel goed dat die zogenaamde Messias, die niets meer is dan een timmermanszoon uit Nazareth, al vaker leerlingen heeft uitgezonden, die naar men zegt vervolgens ook wonderen hebben gedaan, en nu zijn wij met deze vrienden van ons, die kooplieden zijn en van Jeruzalem via Jericho naar Petra willen reizen, erop uitgegaan om zelf enige informatie te verzamelen hoe ver dat gespuis al gevorderd is met het volk tegen ons en de tempel op te zetten. Want de Hoge Raad in Jeruzalem is geenszins van plan om nog verder toe te laten dat zijn aanzien beledigd wordt door iemand die zijn toverkunsten voor werken van de geest Gods uitgeeft en zichzelf voor een zoon van de Hoogste, zoals ongelooflijk genoeg al herhaaldelijk gebeurd is.
Hoofdstuk 2: De bedoeling van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Kijk, jij bent van geboorte weliswaar een Griek, maar wat je hart betreft Romeins gezind; doe nu voortaan ook je best om wat je geest betreft alleen Mijn leer te volgen! Want bij Mij bestaan er geen Romeinen, Grieken,joden, Perzen of andere volkeren. Er bestaan alleen mensen, die allemaal deel zullen krijgen aan het Godsrijk in het hart en ook op aarde. Eén volk moest echter worden uitgekozen waar het heil uit voortkomt, en dat kon alleen het joodse volk zijn, omdat alleen daar reeds door Mozes en de profeten de juiste basis was gelegd. Daarmee heeft dit volk echter niets voor op andere volkeren, o nee; alleen als het de leer aangenomen zou hebben en de echte Messias, die Ik eeuwig ben en zal blijven, erkend zou hebben, zou het het machtigste en ook het edelste volk zijn geworden, want de voorwaarden daartoe zijn door de eeuwenlang bewerkte bodem in dat volk aanwezig. Maar omdat dat niet zal gebeuren, zal het ook hier zijn: 'De eersten zullen de laatsten zijn'.
Hoofdstuk 14: De Heer neemt afscheid van de herberg - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Toen jij vroeger - nu tweeëntwintig jaar geleden - in de tempel was, heb je gehoord en toegekeken hoe een twaalfjarige jongen daar niet alleen door zijn wijsheid, maar ook door zijn wonderkracht allen tot verbazing bracht. Je hield je heel rustig onder de toeschouwers en was hoogst verwondérd, dat die totaal blinde Farizeeën en schriftgeleerden niet in de gaten hadden wie er eigenlijk achter die jongen schuilging. Aan jou had de geest onmiddellijk te kennen gegeven dat hier de verwachte Messias in levende lijve voor ieders ogen stond, en dat er alleen maar zo'n uiterst dikke hoogmoed en zielenblindheid als die van de levieten en schriftgeleerden, die zichzelf als geleerd beschouwen, voor nodig was om door de bomen het bos niet te zien.
Hoofdstuk 21: De Heer herinnert Raël aan het verleden - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Ikzelf als Jood ben er in ieder geval heel gelukkig mee dat ik een loot van dit begunstigde volk ben; maar aan de andere kant kan ik in mijn vrijdenkend gemoed ook niet verhelen dat tegenwoordig juist de Joden, ondanks dat ze de Messias verwachten, verreweg de meest ongeschikte bodem bieden voor het verbreiden van een geestelijke leer voor de ziel, zoals U die biedt. Daar zouden de Romeinen en Grieken wel eens veel geschikter voor kunnen zijn, omdat ze immers al sinds lange tijd door hun filosofie te kennen hebben gegeven hoezeer ze verlangen naar iets beters dan hun godenleer biedt. Ook zou er bijvoorbeeld vanuit Rome een veel snellere verbreiding van Uw leringen te verwachten zijn dan vanuit het verstokte Jeruzalem. De Joden zijn waarschijnlijk met niets anders gediend dan met een zeer grote machtspositie, die zij zeker wensen, en alle ware kennis van de ziel is bij hun te koop tegen de prijs,Jeruzalem voor Rome verruild te zien.
Hoofdstuk 26: De macht van de liefde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Die dag is er dan ook niets bijzonders gebeurd wat opgeschreven zou moeten worden. Laat in de middag kwam Philippus terug met zijn bloedverwant, die hij bij Mij bracht, en die door Mij over de persoon van de Messias onderricht wilde worden. Maar Ik ging nu geen lang gesprek met hem aan, maar verwees hem voorlopig naar Mijn leerlingen, die hem in Mijn leer inwijdden en hem meer over Mijn daden vertelden. Hij werd dan ook gelovig en Ik zegende hem en zijn huis, toen hij Mij dat vroeg, tot grote vreugde van Philippus, die hem erg waardeerde.
Hoofdstuk 31: Een rustdag - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30