Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 23 van 149

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[11] Je bent ook een echte man naar Mijn hart, en Ik zal de winterdagen in jouw huis doorbrengen en daar zal zich nog menige gelegenheid voordoen jou en je gehele huis over vele zaken voor te lichten. Houd daarom in elk geval goede moed en bekijk nu alles goed, -de verklaringen zullen niet achterwege blijven!"
Hoofdstuk 116: Het wezen, en doen en laten van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ja, maar waarom tracht alles dan in het midden te komen? Kijk, als ik hier verscheidene even grote, uit materie gemaakte kogels heb om mee te gooien, dan zal de zwaarste ook met de meeste snelheid en over de grootste afstand geworpen kunnen worden. Ook zal zij, bij een gelijke afstand en een precies gelijktijdige worp, zeker het eerst het gestelde doel bereiken! Zo gaat het ook met de oneindig vele van God uitgaande, reële gedachten. Daaronder bevinden zich in zekere zin heel zware die reeds een echt idee benaderen, minder zware, maar toch altijd als gedachte heel degelijke; dan zijn er lichtere gedachten, die nog minder rijp en weinig gevoed zijn, ook heel lichte gedachten die maar nauwelijks vorm gekregen hebben, en tenslotte uiterst lichte gedachten. Dat zijn die, die lijken op de eerste kiemen of liever de eerste knoppen van een boom. Zij zijn op zichzelf weliswaar reeds iets, maar hebben nog niet die goddelijke wasdom bereikt waardoor men zonder meer zou kunnen zeggen: 'Deze of die vorm zullen zij krijgen!'
Hoofdstuk 119: Raphaël toont het scheppen van organische wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Kijk, ik heb nu volgens de wil van de Heer door de vele ondergeschikte dienstgeesten de grote en, zoals jullie zien, zeer helder licht gevende, vurige, tongvormige levensgeesten van de oergedachten die daar aan het water speelden, hierheen gehaald! Let maar eens op hoe druk zij om de vrij voor ons zwevende vrouwelijke levensklomp beginnen te draaien! En kijk, daar beginnen alle kleinere vrouwelijke levensgeesten zich weer te bewegen en zich in te spannen om deze onrustige, mannelijke levensgeesten kwijt te raken; maar die weten van geen wijken en de opwinding van de vrouwelijke levensgeesten verspreidt zich verder en verder, tot in het hoofdlevenscentrum!
Hoofdstuk 120: De verwekking bij het dier en bij de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar nu de ezel er helemaal compleet staat, is een verandering in een ander dier welhaast niet meer mogelijk! Er is weliswaar niets bij God onmogelijk, maar dan zou deze ezel toch eerst helemaal ontbonden moeten worden, en alle grondeigenschappen zouden zich tot een geheel ander organisme moeten samenvoegen, met aanneming van nieuwe karakteristieke eigenschappen en afstoting van vele die nu het wezen van een ezel bepalen. Dat zou echter toch zeker honderden malen meer moeite en werk zijn dan uit de oergedachte in de juiste verhoudingen een geheel nieuw wezen te scheppen dat nog nooit eerder deze aardbodem betreden heeft.
Hoofdstuk 124: Over het opvoeden van kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[22] Thomas komt op Mijn wenk er bij staan en zegt: "Wat je zei zou best goed geweest zijn als je het ook in je hart zo zou voelen en als volledig waar zou aanvaarden, maar daarvan is in jou geen spoor te ontdekken! Volgens je innerlijk standpunt is de Heer nog steeds in eerste instantie een wijsgeer, die in staat is uit de vele hem bekende leren een toppunt van wijsheld te destilleren, en ten tweede iemand die zich alle magie zo volmaakt eigen heeft gemaakt, dat hem bij bepaalde gelegenheden en onder gunstige omstandigheden niets kan mislukken. Je hebt slechts het idee, en dat is tamelijk nauw verwant aan dat van de satan, dat een echte, grote magiër die met zijn wil alle nog zo geheime krachten zou kunnen beheersen, uiteindelijk een echte god zou moeten Zijn!
Hoofdstuk 122: De Heer legt het innerlijk van Judas bloot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Dan zegt BARTHOLOMÉUS te langen leste: "Bij vreemden lag de zaak heel anders! Zij waren merendeels al van ouds her verkeerd opgevoed. Eigenlijk konden zij er niets aan doen dat zij slecht en verkeerd waren. Toen zij echter het heldere woord van de eeuwige waarheid vernamen, begon het in hen te borrelen en te koken en zij begonnen zich te ontdoen van het oude vuil en werden rein. Maar jij bevindt je al lang in het overvloedige, geestelijke licht der waarheid en je hebt voor de waarachtigheid daarvan vele levende bewijzen door woorden en allerlei wonderen! Maar dat verontrust je allemaal niet; jij zou het liefst zelf wonderen doen om daarmee voor jezelf, net als de Farizeeën in de tempel, zo veel mogelijk goud en zilver te verdienen. Jij hebt voor jezelf geen god nodig behalve een die je behoorlijk veel geld zou bezorgen, waarmee je dan op aarde ontzettend goed zou kunnen leven en waarmee je uiteindelijk, zonder enige rekening te houden met de hier gehoorde levenswaarheden uit God, gewoonweg tot stervens toe zou kunnen zondigen!
Hoofdstuk 123: De terechtwijzing van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar hij kwam al gauw tot de overtuiging dat hij de bedrogene was en keerde zijn mooie meesters de rug toe. In dit jaar hoorde hij wat Ik allemaal deed en dat alles wat men op deze aarde tot dusverre 'wonderen' noemde, daardoor vele malen werd overtroffen.
Hoofdstuk 125: Over het leven van Judas Iskariot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Mijn vader sprak Grieks met hem, waarin hij zich gemakkelijker kon uitdrukken dan in het Latijn, hoewel wij beiden ook het Latijn heel goed kenden, want in Jeruzalem moest men reeds als knaap drie talen kennen als men met de vele buitenlanders wilde converseren. Hij legde de wachtmeester uit dat hij geneesheer was en hier met mij, zijn zoon en tevens zijn leerling, waarnemingen deed op het gebied van de leer der ziekten en de psychologie, en dat hij mij aanspoorde goed op alle symptomen te letten en tevens ook het een en ander verklaarde volgens de leer van Hippocrates.
Hoofdstuk 132: Het einde van de gekruisigde roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Dat, o Heer, is dan weer een klein verhaaltje uit mijn jeugd, waarbij mij alles wel duidelijk is, - behalve de gestalte van de zielen, die totaal niet op die van een mens leken, en al dat ontelbaar vele ongedierte, dat ik in de vorm van vleermuizen en kleine draken uit die verdoemde mensen zag komen. De grote geest gaf mij weliswaar in die richting enige uitleg door te zeggen dat het slechts uitwassen van de kwade wil waren, maar hoe dat in z'n werk ging, is een heel andere vraag die buiten U, o Heer, vast niemand beantwoorden en uitleggen zal! Als Uw heilige wil het daarmee eens zou zijn, zou U deze beide zaken wel aan ons uit kunnen leggen!"
Hoofdstuk 132: Het einde van de gekruisigde roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Dat wat Ik jullie nu laat zien en aan jullie uitleg is slechts een voorbereiding op datgene wat de geest jullie overvloedig zal geven. Ik zou jullie nog heel veel te zeggen hebben, maar jullie zouden dat nu niet kunnen verdragen; wanneer echter de geest der waarheid zal komen, zal deze jullie binnenvoeren en begeleiden in alle wijsheid! Laten wij, nu jullie dat weten, op deze plaats meteen weer aan een belangrijke en verdere voorbereiding beginnen, en onze Mathaël met zijn vele ervaringen zal ons een ander verhaal uit zijn belevenissen vertellen.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Daar naar het oosten zie je hoge bergketens die erg dicht bebost zijn. Ga er met tien maal honderdduizend mensen heen, leg vuur aan en verbrand al die bossen, dan zullen de bergen helemaal kaal zijn! Wat zal dat echter tot gevolg hebben? De vele daardoor werkloos en naakt geworden natuurgeesten zullen dan in de vrije lucht beginnen te woeden en te razen. Ontelbare bliksems, wolkbreuken van de verschrikkelijkste aard en voortdurende hagelbuien zullen daarop de gehele wijde omgeving vernietigen. Dat is allemaal een heel natuurlijk gevolg van het vernielen van die bossen. Zeg eens, of ook daar weer sprake is van Gods toorn en Zijn wraak!
Hoofdstuk 143: De zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar is God dan een god van toorn en wraak omdat jij en vele anderen Zijn grote openbaringen nog nooit hebben begrepen?"
Hoofdstuk 143: De zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Ja, waarom is dat zo? Omdat de geneeskrachtige plant dank zij haar innerlijk goedgeordende karakter al de haar omringende, natuurgeesten in overeenstemming brengt met haar goede aard, waarop deze in alle vriendelijkheid en vreedzaamheid, de plant voedend, zich naar haar voegen zowel van buitenaf als van binnenuit, waardoor alles in de gehele plant heilzaam wordt, en overdag in het zonlicht zullen haar uitwaseming en de haar in wijde omtrek omgevende, natuurgeesten zowel op mensen alsook op vele dieren een ongemeen heilzame invloed uitoefenen.
Hoofdstuk 144: Het ontstaan van rampen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Daarom moet men nu met alle ernst, met alle macht en alle kracht al het goede naar zich toe trekken, wil men niet door het vele slechte verzwolgen worden.
Hoofdstuk 145: De invloed van het kwade op het goede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Jullie zullen wel begrijpen dat de knapen toch ook iets wilden zien van het schouwspel. Ook zullen jullie begrijpen dat zij over de hoofden van de volwassenen heen maar weinig konden zien en dat zij daarom gedreven door hun nieuwsgierigheid in de dichtbijzijnde bomen klommen. Het duurde niet zo erg lang tot er te weinig gastvrije bomen voor de vele knapen waren en zij op de takken ruzie kregen. Verscheidene malen werd er wel gezegd dat zij zich rustig moesten houden, maar deze goedgemeende terechtwijzingen hielpen weinig of niets.
Hoofdstuk 148: De dodelijke val van de nieuwsgierige jongen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...