Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 23 van 120

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[7] En kijk, o Heer en Meester, daarom ben ik van mening dat voor het verkondigen van Uw heilige naam en Uw leer de bewijzen voor het onbetwistbare bestaan van een enig ware God vooreerst helder geformuleerd moeten worden vanuit de natuur en ordening van deze aarde en haar wezens! Als die eenmaal wortel geschoten hebben, zal het vervolgens ook gemakkelijk zijn om Uw naam en Uw leer zó te verkondigen, dat men algemeen in U zal geloven en U voor de enig ware God zal houden, en U in woorden en daden zal aanbidden en liefhebben.
Hoofdstuk 108: De betekenis van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zei: 'Ja, Mijn beste vriend, het gaat er hier niet om of Ik het al van tevoren weet of niet, maar het gaat hier om het luchten van je eigen hart en het volledig zuiveren van je gedachten en woorden, en daarom wil Ik dat graag door jou horen uitspreken! Bovendien zouden dan in Mijn bijzijn alle mensen als het ware stom moeten rondlopen, want diegenen die Mij eenmaal herkend hebben kunnen er altijd vanuit gaan dat Ik alles weet wat er in hen omgaat.
Hoofdstuk 117: De waard vertelt over het eerste bezoek van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wanneer jullie deze of gene een weldaad bewijzen,. doe het dan niet zo dat een ander, die het zich kan veroorloven, het jullie vergoedt hetzij door hogere rentes op te leggen of door het dagloon te verminderen bij degenen die genoodzaakt zijn jullie te dienen; maar wat jullie aan goeds doen voor de armen, doe dat vrij vanuit liefde tot God en de naaste, dan zullen jullie de vergoeding in de hemel vinden!
Hoofdstuk 119: Over weldaden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Wat is de mens, dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U Zich over hem ontfermt? (Onder 'mens' wordt hier het hele menselijke geslacht verstaan en onder 'kind' de zwakheid en blindheid ervan.) U zult hem een tijdlang van God verlaten doen zijn; maar daarna zult U hem kronen met eer en luister. (Zie de tijd van het Babylonische hoerendom! Onder 'hem' moet het christenvolk zonder het innerlijke goddelijke licht verstaan worden.) U zult hem tot heer stellen over het werk van Uw handen,. alles hebt U onder zijn voeten gelegd. (onder 'hem' moet men hier de Heer verstaan, vanuit het standpunt van de zuivere leer uit de hemelen, die tenslotte alles zal doorstralen en beheersen.) Schapen en ossen alle tezamen, alsook de wilde dieren,. de vogels onder de hemel en de vissen in de zee, en wat in de zee leeft .(Daaronder moeten verstaan worden alle mensen en geslachten der aarde. Hoog en laag, jong en oud, ontwikkeld en onontwikkeld, sterken en zwakken zullen zich in vreugde koesteren in het levend makende licht uit de hemelen.) Heer, hoe heerlijk is nu Uw naam in alle landen!'
Hoofdstuk 121: De bezichtiging van het oude koningshuis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Daarop zei de waard: 'O Heer en Meester, wie zou dat niet begrepen hebben? Want wat David vanuit zijn door God geïnspireerde geest geschreven heeft, staat nu immers daadwerkelijk op wonderbaarlijke wijze voor ons en onthult ons ook al de verre toekomst, evenals de huidige tijd. Weliswaar bevallen het bruisen van de waterstromen en de grote baren van de zee mij in het geheel niet; maar wat is er tegen te doen en hoe is het te verhinderen? Want zolang de wereld moet blijven wat ze is, namelijk een louterend tranendal voor de zielen van mensen, en zolang op aarde de dag en de nacht elkaar afwisselen en de mens zijn vrije wil zal hebben, zal het ook nauwelijks ooit licht worden in de gemeenten en in de harten van de mensen. Heil aan degene die het licht ontvangt en het vervolgens in huis bewaart en goed verzorgt, tot geluk van zijn huis!'
Hoofdstuk 122: De Heer verklaart psalm 93 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Daarom moet de ziel van de mens door goed onderricht en vervolgens door haar eigen vorsen, beproeven, kennen, geloven en willen komen tot het innerlijk, levende licht van haar geest, die vanuit God in haar woont, en dan is ze voor eeuwig waarachtig geholpen; iedere andere macht om haar volgens jouw idee te helpen, zou alleen maar vernietigend en nooit helend op haar levenselementen inwerken.
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Ik heb nu getrouw en openhartig gesproken en ben ook bereid om al het mogelijke te doen om zoveel mogelijk mensen vanuit hun nacht van de dood in de eeuwige dag van het leven te plaatsen; maar ik zou nu dan ook graag uit Uw mond, o Heer en Meester, willen horen hoe de zaken vanaf het oerbegin staan, en wat mij te doen staat. -Ik heb gezegd.'
Hoofdstuk 127: De bedenkingen van de hoofdman over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Een ware godheid moet steeds voor een juiste verlichting van de mensen gezorgd hebben; maar als zij dat aantoonbaar niet gedaan heeft, terwijl ze nu voorgeeft het wel te doen, dan is het ofwel nooit een ware godheid geweest ofwel ze wilde het niet, vanuit een bepaalde geringschatting van de mensen op deze aarde; misschien omdat die haar niet bevielen omdat ze zich misschien even slecht konden ontwikkelen als heel veel vruchten, die een boom na de bloei begint te laten groeien, maar ze vanwege een of ander gebrek aan inwendig levenssap niet kan voeden en bij duizenden afwerpt en op de grond laat bederven en vertrappen, - een zeer oneconomisch bedrijf waarvan een alziende en hoogst wijze godheid toch ook op de hoogte zou moeten zijn, maar het toch duldt en voortdurend toelaat.'
Hoofdstuk 127: De bedenkingen van de hoofdman over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'Ja, ja, Mijn zeer oprechte vriend, jij zou met je scherpe opmerking helemaal gelijk hebben, wanneer de zaken tussen God en de mensen er zo voor stonden als jij vanuit jouw opgedane ervaringen uit naam van de hele mensheid nu voor Mij uiteengezet hebt; maar de zaken liggen heel anders en zodoende heeft jouw scherpe beschrijving van de verhouding tussen God en de mensen geen andere oorzaak dan een volslagen gebrek aan kennis van die verhouding tussen God en de mensen.
Hoofdstuk 128: De verhouding tussen God en de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar sommige mensen, zoals jij ook, hebben het vermogen om ook datgene wat ze in die hogere graad van schouwen gezien en gehoord hebben, vanuit de droom ofwel de vrijere toestand van zien en handelen van de ziel op te slaan in de lichamelijke hersenen; en als de ziel zich dan weer in het lichaam terugtrekt en ook lichamelijk ontwaakt, ziet ze in de hersenen alles wat ze in haar vrijere en hogere graad van schouwen gezien, gedaan en gehoord heeft.
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] En kijk, in een dergelijke toestand heb ik jullie nu zojuist gebracht door de kracht die in mij woont, en jullie ziel kon dan ook de zielen van op aarde reeds lang gestorven mensen onbelemmerd zien en ook spreken. Maar jullie konden in die tweede graad van schouwen alleen zulke geesten zien en spreken die zich op hetzelfde niveau als jullie bevonden, behalve Johannes ( de doper) , die zich vanwege zijn leerlingen uit eigen macht vanuit de hemelen naar de zojuist beschreven tweede sfeer van zien en voelen verplaatste, anders zouden jullie hem, die een zeer voleindigde geest is, niet hebben kunnen zien en spreken.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Er is nog wel veel duisternis in jullie! Degene die Mij gezonden heeft is Mijn eeuwige Vader en is in Mij; en zo heb Ik vanuit Mijn liefde voor jullie mensen, Mij dan ook Zelf in deze wereld gezonden om jullie het eeuwige leven te brengen en te geven.
Hoofdstuk 138: Over het wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Daarop zei Rafaël: 'O jij zwakke mens, met je angst voor de storm! Wat kom je toch in opstand tegen Gods liefde, wijsheid en orde! Denk jij soms dat God zo'n hevige wind laat waaien uit een soort misnoegen ten aanzien van de mensen? O, wat ben je nog zwak! Ken jij de natuurgeesten, die schadelijk zijn voor het natuurlijke leven van mensen en dieren en die dikwijls, en in het bijzonder in de herfst, in meerdere mate vanuit het inwendige van de aarde naar buiten moeten komen, omwille van de vruchtbaarheid van het aardoppervlak?
Hoofdstuk 139: De storm en het doel ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen ze echter buiten kwamen, hielden ze een poosje hun ogen en oren dicht; want aan één stuk door schoot de ene bliksem na de andere met hevig geknetter en gedonder vanuit de zwarte wolken naar de aarde.
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen vermaande Rafaël hen en zei: 'Maar houdt jullie ogen en oren toch niet zo dicht; want dan zullen jullie heel weinig zien van dit geweldige stormtafereel, en niets horen van het gehuil, dat van tijd tot tijd zelfs vanuit Jeruzalem deze heuvel bereikt!'
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...