Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1915 resultaten - Pagina 23 van 128

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[2] Laat Herodias dus met rust en haal geen scheidsbrief bij de tempel, want God heeft nooit een scheidsbrief ingesteld! Dat heeft Mozes op eigen initiatief als mens gedaan vanwege de veelvuldige hardheid van de mensenharten. Daar heeft hij echter niet veel goeds mee verricht en in de ogen van God de Heer was dat geen goed voorschrift, daar kun je van verzekerd zijn! Houd je daarom alleen aan je vrouwen Iaat Herodias niet bij je komen! Geef Zinka (mij dus) de volmacht, en hij zal het wel in orde weten te brengen dat die adder niet meer bij je in huis komt! Als je deze raad zult opvolgen, zul je Gods vriendschap behouden, maar indien niet, dan zul je te gronde gericht worden en een vijand worden van Jehova! ,
Hoofdstuk 13: De moordaanslag op Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ja, nu is het dan ook te begrijpen waarom mij daarover uit Rome geen enkel bericht, in welke vorm dan ook, heeft bereikt! Want mij, als onbeperkte gezagsdrager van Rome over geheel Azië en een aangrenzend deel van Afrika moet toch mededeling gedaan worden van alles wat maar door Rome over Azië wordt beslist. Anders zou ik een mij onbekende bepaling van Rome, zodra deze ergens ingevoerd zou worden, aanzien voor een provinciale eigenmachtigheid en dus als opstand tegen Rome en haar macht, en daar meteen met alle mij ten dienste staande machtsmiddelen tegenin moeten gaan! Daarom zul je nu wel beseffen dat de volmacht van Herodes vals moet zijn! Maar als de volmacht vals is, zul je ook inzien dat ik ten eerste aan Herodes het bedrog moet mededelen, en ten tweede hem de valse volmacht moet afnemen en naar de keizer moet zenden, opdat deze zelf, vanwege de ontheiliging van zijn persoon, de doortrapte misdadigers kan straffen!"
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Als ik zoiets al eens meer gezien zou hebben, zou ik mij hier net zo rustig als alle anderen hebben gedragen, maar mijn wijze buurman had daarnet nauwelijks gezegd dat het middagmaal zou komen, of enige ogenblikken daarna bogen alle tafels al door van het gewicht van de daarop geplaatste spijzen en dranken! Er kan best een of ander kunstig apparaat bestaan waarmee dat werk wat sneller dan gewoonlijk gedaan kan worden, maar zó snel! Dat kan geen enkel mechanisch apparaat! Kortom, wat men mij ook zegt, ik blijf toch zeggen: "Het was óf een buitengewoon soort toverij, óf een compleet wonder!
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Cyrenius vroeg mij echter heimelijk wat er nu met deze man gedaan kon worden.
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Hij is het aan wie velen zich zullen ergeren en die zij te lijf zullen gaan, en waarmee zij zullen willen doen wat Herodes met Johannes heeft gedaan. Maar allen die dat zullen proberen, zullen zich te pletter lopen op Zijn macht en dom worden tegenover Zijn wijsheid en blind als de duisterste nacht! Want nooit heeft de aarde Zijnsgelijke in haar vlees gedragen!
Hoofdstuk 26: De opwekking van de twee verdronken meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Toen men U vroeg of U Zich niet herinnerde wat U allemaal vanaf de wieg tot en met Uw twaalfde jaar gedaan had, zei U, dat wat er geweest was nu verdwenen was! En toen men U vroeg waarom, zei U niets meer, U verliet de kamer en ging naar buiten, -en mijn afgezanten kwamen onverrichter zake naar huis!
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] IK zeg: "Dat heb je al gedaan doordat je allen die hier werden verzameld, hebt opgenomen en hebt gezorgd voor hun huisvesting en voor een toekomstige, betere bestemming dan zij tot op heden hadden! Kortom, - jij, Mijn beste vriend Cyrenius, hebt al zoveel voor Mij gedaan, dat Ik jou op deze aarde met onbeloond kan laten! Eens in Mijn rijk in de hemel zul je daarvoor echter nog een groter loon krijgen!
Hoofdstuk 28: Cyrenius herkent zijn dochters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] IK zeg: "O, zo helemaal zonder verdienste zijn jullie volstrekt niet. Denk maar eens aan wat je voor de oude Jozef hebt gedaan! Hoe zeer kwamen jullie honderd groschen hem te pas, toen hij die de volgende morgen in zijn gereedschapsmand vond! Hij dacht eerst dat jullie pleegvader dat heimelijk had gedaan, maar hij werd door Mij al gauw uit de droom geholpen. Hij prees jullie goede hart zeer en Ik beloofde hem dat Ik jullie Zelf die goedheid veelvoudig zou vergelden. Daarom deed het Mij erg veel genoegen jullie nu het leven en je ware ouders terug te geven. Ga nu vooral naar hem toe en maak hem blij, want zijn vreugde is ook Mijn vreugde!"
Hoofdstuk 32: Een gebeurtenis uit Jezus' jongelingsjaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Vraag jezelf eens af, Mijn mensvriendelijke Cyrenius, wat je zonder Mij, als Romeins opperrechter en als machthebber over leven en dood met de vijf voornaamste misdadigers gedaan zou hebben? Wel, je zou je hebben laten vertellen dat zij gewetenloos en verdorven gehandeld hadden en vervolgens alle vijf aan de kruisdood hebben overgegeven! Zou het ooit in je zijn opgekomen dat achter deze vijf zulke geesten konden wonen? O nee! Daar zou je nooit opgekomen zijn!
Hoofdstuk 36: Zielsziekten en hun behandeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Slechts met het zwaard in de handen van de machtigen der aarde, dus door het wilde beren en leeuwengeweld, laat zich zo'n onzinnige wet voor de bescherming van het privé-bezit verdedigen, maar met het verstand nooit! Ook al zouden alle tienduizend goden er vóór zijn, dan ben ik er toch tegen zolang ik leven zal en in staat zal zijn zo zuiver te denken als ik nu en altijd heb gedaan!
Hoofdstuk 44: Het eigendomsbegrip van Zorel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Cyrenius echter, wat verbaasd over Zorels slechtheid, vraagt aan Mij: "Heer, wat moet daar nu aan gedaan worden? Al die omstandigheden maken dat de man strafbaar is! Want onze wetten met betrekking tot de slavenhandel staan wel toe om slaven met hun kinderen, als zij die hebben, aan iedereen te verkopen, maar kinderen van vrije mensen, speciaal van het vrouwelijk geslacht, mogen nergens op de markt gebracht worden onder de leeftijd van veertien jaar, daar staat een zware straf op. Het is een misdaad!
Hoofdstuk 67: Cyrenius' verontwaardiging over Zorels misdaden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Als je bij je kinderen ziet dat zij meermalen jullie ouderlijke geboden veronachtzamen en daar zo nu en dan ook erg tegen zondigen, zou het jullie dan wel betamen om daarvoor een kind in zekere zin als afschrikwekkend voorbeeld te laten martelen en tenslotte zelfs aan het kruis te hangen?! Misschien dat een zeer heerszuchtig vader dat ooit wel eens gedaan kan hebben maar veel van dergelijke voorbeelden zullen er in de wereldgeschiedenis niet te vinden zijn! Maar jullie, als betere ouders, zullen jullie zondigende kind in elk geval wel met een ernstig gezicht terechtwijzen en in uiterste noodzaak ook met de heilzame tuchtroede straffen. Beteren de kinderen daarna hun leven dan zal dat jullie zeker veel genoegen doen, want het zal een ware vreugde voor jullie zijn om je kinderen onbedorven en gezond voor je te zien.
Hoofdstuk 38: Ware gerechtigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Mijn hut en mijn akker zijn mijn legale eigendom. Wel, -met datgene wat zich als levende have op mijn bezit bevond, heb ik het om de reeds genoemde, ware beweegredenen nooit zo heel nauw genomen omdat ik een Spartaan ben. Wie Sparta en diens oude en zeer wijze wetten kent, zal het duidelijk zijn waarom ik het met kleine, zogenaamde diefstallen nooit zo nauw nam. De beide schapen, de geit en mijn ezel waren geen gekocht, maar eigenlijk ook geen gestolen bezit, want ik heb ze in het bos, zeg maar in het wild grazend gevonden, weliswaar niet in één keer, maar toch in verloop van tijd. De eigenaar van die grote bosweiden is ook eigenaar van vele duizenden van die dieren. Hem zal het geringe verlies zeker geen pijn gedaan hebben, - en mij kwam het zeer goed van pas!
Hoofdstuk 44: Het eigendomsbegrip van Zorel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (Zorel:) "Ik zal je nu nog meer vertellen, Zinka! Alles wat je ooit vanaf je jeugd op deze aarde gedacht, gesproken en gedaan hebt, en ook dat wat je in je vooraardse zielebestaan hebt gedacht, gesproken en gedaan, is opgeschreven in het boek des levens; een exemplaar daarvan draag je in het hoofd van je ziel, maar het voornaamste exemplaar ligt steeds open en wijd opengeslagen voor God. Als je volmaakt zult zijn zoals ik nu volmaakt voor God sta, zul je al je gedachten, woorden en daden nauwkeurig terugvinden. Dat wat goed was, zal je natuurlijk veel plezier doen, dat wat niet goed was, zal je weliswaar geen genoegen doen, maar als volmaakt mens zal het je ook geen verdriet doen. Want je zult daarin de grote ontferming en wijze leiding van God zien, en dat zal je sterken in de reine liefde tot God en in het betrachten van veel geduld ten opzichte van al die arme, nog onvolmaakte broeders die God aan jouw leiding zal toevertrouwen, hetzij in deze of ook in een andere wereld.
Hoofdstuk 57: De ontwikkelingsgang van de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Kijk, omdat jijzelf geen speciale vriend van werken en nog minder van vragen bent, heeft de oude wet ter bescherming van de eigendom je steeds gestoord, en nam jij zelf het recht in handen om te nemen als dat ongezien en ongestraft mogelijk was! Alleen de ongeveer twee morgen. grote akker en de hut heb je gekocht, hoewel dat ook met geld gebeurde dat Je niet met werken hebt verdiend, maar in Sparta op sluwe manier aan een rijke koopman hebt ontfutseld. Wel, vroeger was in Sparta stelen geoorloofd als het slim gedaan werd, maar thans bestaan ook in Sparta al sinds vele jaren dezelfde wetten ter bescherming van de eigendom als hier, en daarom heb je die koopman toen geheelonwettig bestolen en hem een paar pond goud afhandig gemaakt. Daarmee heb je als vluchteling hier de bewuste akker en de hut gekocht; maar al het andere wat je bezat heb je in Caesarea Philippi en omgeving bij elkaar gestolen! ..
Hoofdstuk 62: Over de terechte bescherming van eigendom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...