Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

453 resultaten - Pagina 23 van 31

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31
[25] Aldus kunt gij begrijpen, wat de Godheid voor een wezen is, en hoe die drie aanzichten zich in de Godheid bevinden. Gij moogt de Godheid niet met de een of andere beeltenis vergelijken, want zij is de oorsprong van alle dingen. Evenzo, wanneer in de eerste vier soorten niet de scherpe geboorte was, dan zou er geen beweeglijkheid zijn, het licht zou zich niet kunnen ontsteken en het leven zou niet geboren worden.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[26] De scherpe geboorte van de beweeglijkheid en van het leven is eveneens de oorsprong van het licht waaruit de levende en schrandere geest ont­staat, welke daar in de geboorte scheidend, vormend en beeldend op­treedt.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[27] De zure koude geboorte is de aanvang van alle dingen; ze is wrang, streng, samentrekkend en vasthoudend, en zij vormt en trekt het ge­schapene zo tezamen, dat het dik wordt en daaruit de natuur ontstaat; derhalve vindt de natuur en de begrijpelijkheid haar oorsprong in liet gehele lichaam Gods. Deze natuur nu is een dood, dom wezen, en staat niet mede in de kracht der geboorte, doch is een lichaam, waarin de kracht geboren wordt.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[29] De andere geboorte is nu het water, dat zijn oorsprong neemt in het lichaam der natuur.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[31] Als nu de geboorte der krachten het water des levens proeft, dan gaat zij sidderen van liefdesvreugde, en dat zelfde sidderen of bewegen, hetwelk uit het midden der geboorte opstijgt, is bitter, want zodra het water des levens de geboorte binnenkomt, stijgt het snel als een vreugde­sprong der geboorte omhoog.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[36] Is het licht in een of ander schepsel of op een of andere plaats uitge­doofd, dan komt de strenge geboorte, die in de binnenste kern van het licht verborgen ligt, naar voren. Dat is nu het ene deel. Het andere deel of aanzicht is het licht, dat uit alle krachten steeds weder geboren wordt, en wederkerig alle krachten van den Vader doorstraalt, en de oorsprong van alle krachten is. Men onderscheidt het echter als een afzonderlik aanzicht van den Vader, omdat het de geboorte van den Vader niet begrijpen kan en toch des Vaders Zoon is, die steeds weer uit den Vader geboren wordt. Hier hebt gij een voorbeeld voor alle aangestoken lichten in deze wereld, denk daar over na!
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] En door dit ingaan in de innerlijke geboorte des harten van de Hemel dezer wereld, in de siderische en uiterlijke geboorte, is Jezus Christus, Gods en Maria's Zoon, een Heer en Koning van onze Hemel en onze aarde gewor­den, die in alle drie geboorten heerst over zonde, dood en duivel. En met Hem dringen wij door het zondige, verdorven vleselijke en door de toorn Gods tot in onze Hemel. In deze Hemel zetelt thans onze Koning Jezus Christus ter rechterhand Gods en Hij omvat alle drie geboorten, als een almachtige Zoon des Vaders, die door en in alle drie geboorten in deze wereld op alle plaatsen tegenwoordig is en alles omvat, draagt en be­houdt, als de nieuwgeboren Zoon des Vaders vol van macht, zittende op de stoel des grootmachtige en thans verstoten en vervloekte koning Lucifer, de duivel.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] Daarom, mensenkind, vreest niet en versaagt niet. Wanneer ge in ernst en ijver uw tranen zaait, zo zaait ge hen niet op aarde, maar in de Hemel, want in uw siderische geboorte zaait ge en in de lichamelijke oogst ge en in de Hemel bezit en geniet ge dit alles. Ge moet u zelve niet door de duivel laten beïnvloeden, maar wanneer hij u slaat, zo slaat gij hem wederom. Want wanneer ge hem bestrijdt, zo verstoort ge zijne woon­plaats en dat veroorzaakt een groot oproer, alsof gij een geweldige strijd met hem voerde. En hoewel aan uw lichaam smart wedervaart, zo weder­vaart hem meer kwaad. Wanneer hij overwonnen is, brult hij als een leeuw, wie men zijn jongen ontrooft, want alsdan pijnigt hem de toorn Gods. Wanneer ge hem echter herbergt, zo zal hij zich in uw boezem vestigen en u ten slotte overwinnen.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Zoudt ge nu willen zeggen, dat God daarin niet tegenwoordig is? Wat is er dan te dier plaatse vóór de tijd, dat deze wereld er was, geweest? Wilt ge zeggen, dat er niets was? Wanneer ge dat zegt, zo- spreekt ge zonder verstand; ge moet wel toegeven, dat God aldaar tegenwoordig was, anders zou er immers niets geweest zijn? Is God daar dan geweest, wie heeft Hem verstoten of overwonnen, dat Hij aldaar niet meer is? Is God echter daar nu nog, zo is Hij nog in Zijn Hemel en tevens is Hij daar in Zijn volle Drievuldigheid. De duivel echter heeft het vuur des toorns ontstoken; daardoor zijn de aarde, de stenen en de elementen zo beweeglijk, zo koud, zo bitter en. zo verhit geworden. Hij heeft de uiterlijke geboorte te niet gedaan.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[20] Nu rijst deze vraag: Waardoor ontstaat en waarheen wendt zich de toorn Gods? De Geest geeft daarop antwoord. Aan het einde dezer bedeling zal de duivel na de opstanding der doden, de plaats of de ruimte, waar zich thans onze aarde bevindt, worden toegewezen ten eigendom. Doch niet door alle drie de geboorten, neen slechts door de uiterlijke, welke thans ook alleen bereikbaar voor hem is. De innerlijke echter zal hem in haar macht hebben en houden en tot een voetbank gebruiken; hij zal nimmer deze innerlijke geboorte kunnen verstaan. Dit is niet zó te ver­staan, dat het vuur des toorns zal worden uitgeblust, want wanneer dat zo ware, zo zouden de duivelen ook wederom heilige Engelen worden en in de heilige Hemel leven; maar daar dit niet zo is, zo moet de duivelen een plaats in deze wereld ter woning zijn aangewezen.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[22] Ge moet ook niet denken, dat de Godheid een Wezen is, dat slechts in de Hemel boven ons troont. En dat onze ziel, wanneer zij afscheid neemt van het lichaam, naar die Hemel boven ons afreist en zodoende een reis van vele honderdduizend mijlen moet afleggen. Dat is in 't geheel niet nodig, want de ziel wordt tegelijkertijd geplaatst temidden van die innerlijke geboorte, d.w.z. zij is in de Hemel bij God, en zij is als 't ware in God en bij alle heilige Engelen en kan zich nu eens boven, dan weer be­neden ophouden; door niets wordt zij vastgehouden. Want in de innerlijke geboorte, in de Hemel, is de Godheid, naar welk aanzicht ook, als één Lichaam, één open poort. De heilige Engelen wandelen zowel in de innerlijke geboorte bij onzen koning Jezus Christus als in hun eigen gebied. En waar zou de ziel des mensen dan liever vertoeven, dan bij haar Koning en Verlosser, Jezus Christus. Want God is nabij en verre als één en het­zelfde. Overal is de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De poort der Godheid is in de Hemel niet anders dan in deze wereld. Waar zou grotere vreugde kunnen zijn, dan op de plaats, waar elke stond schone, lieflijke, nieuwgeboren kinderen en Engelen tot Christus gaan, die door de dood het leven hebben verkregen! Deze zullen ontwijfel­baar kunnen spreken van veel strijd, die zij hebben moeten strijden. En waar zou grotere vreugde zijn, dan waar temidden van de dood ononder­broken het leven zich baan breekt! Geeft niet iedere nieuwe ziel blijd­schap? Er is dan louter vreugdevolle tegemoetkoming en verwelkoming. Denkt ge, dat, wanneer de ziel der kinderen opvaart naar hun ouders, die hen uit hun lichaam hebben doen geboren worden, dat er dan geen Hemel zou zijn?
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] Hij beweegt in alle krachten en is de geest van het leven, en de krachten kunnen hem niet meer grijpen of pakken; hij steekt de krachten aan en maakt door zijn bewegingen vormen en beelden, en formeert ze naar de aard, als de worstelende geboorte ter plaatse is.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[44] Wel geliefde op het bruine paard, dat u van de Hemel in de hel rijdt, en van de hel in de dood, waarin de angel des doods steekt, keer tot u zelf in, gij wereldwijze mens en zie hoe vol gij zit met boze wijsheid. Merkt het op, gij wereldwijze rechters, hoe gij niet voor deze spiegel, voor het stralende en klare aangezicht van God wilt komen, om u daarin te spiegelen; de geest biedt u de geboorte in de binnenste halve cirkel aan, waar de wijsheid geschapen wordt en waarin de scherpte van de angstige geboorte Gods zich bevindt, want daaruit ontspruit uw wijs­heid en uw dieper verstand.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[53] En toen dat geschiedde, loeide hij met zijn aangestoken vuurgeest in de Godsnatuur en daar werd het gehele lichaam der Godsnatuur, zover als zijn heerschappij reikt, aangestoken. Daar echter zijn licht uitdoofde, kon hij geen macht krijgen over twee geboorten van God, de Zoon van God en de Heilige Geest, en daar bleef hij staan in de scherpe geboorte van God.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Toen nu het gehele lichaam der natuur in de ruimte dezer wereld als in de harde dood, waarin toch het leven verborgen was, verstard lag, bracht God het hele lichaam der natuur dezer wereld op de vierde dag in beweging, en schiep uit de natuur, uit het opgegane licht, de sterren. Het rad van de geboorte Gods bewoog zich weer, zoals het van eeuwig­heid af had gedaan.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31