Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

476 resultaten - Pagina 23 van 32

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32
[6] Eindeloos tevreden geest-engelwezens wandelen over de lichtvelden en maken geen onderscheid tussen land en water. Zonder moeite verheffen zij zich in de lichte ether en zweven er dronken van geluk in rond, terwijl ze zaligheid op zaligheid uitstralen. We zien slechts heel lieflijke boompjes; waar zijn de reusachtige bomen van de natuurlijke bodem? Ook zien we in al die lieflijke gewassen een wonderbaarlijke overeenkomst. Elk gewas verspreidt een onuitsprekelijk geluksgevoel, hetgeen iedere geest die in de buurt komt, ten zeerste verrukt. Ja, uit elk boompje, uit elk teer grassprietje stroomt een ander soort geluksgevoel, en toch zien we bij de boompjes, bij alle andere gewassen evenals bij het gras slechts één vorm en een volmaakte eenheid tot in het ontelbare.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Dus maar recht vooruit totdat we de tamelijk sterk golvende plek bereiken die daar aan de verre horizon te zien is. Kijk, we gaan heel goed vooruit. Hier en daar schommelt de bodem weliswaar tengevolge van de algehele beweging van de zee, maar zoals jullie zien, worden onze schreden daardoor niet in het minst beïnvloed.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Dat is juist, beste vrienden en broeders, zolang men nog dicht bij de oever staat, nog een heleboel voorwerpen en het vaste land om zich heen ziet en het wateroppervlak spiegelglad is. Maar wanneer men een heel eind verder is gekomen en het water steeds meer gaat golven, moet men goed oppassen om geen watervrees te krijgen en daarbij zijn evenwicht te verliezen. Maar zo stevig als het water hier is, blijft het overal; daarom proberen we onze reis te vervolgen. Houden jullie je maar stevig aan mij vast en zet geen angstige maar flinke stevige stappen, want met voorzichtige stappen zouden jullie niet veel bereiken. Zoals jullie zien is het wateroppervlak bijzonder glad en als men zijn voeten daar niet stevig op zet, kan men gemakkelijk uitglijden en vallen, en dan kost het heel veel moeite om op deze gladde bodem weer overeind te komen. Welnu, we staan stevig op onze voeten en zoals ik zie, maken jullie goede vorderingen.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Maar ik zeg jullie: hier zal het ons best goed vergaan, want zoals jullie zien, stroomt het waterravijn alweer vol; daarom kunnen we nu onze weg heel gemakkelijk vervolgen. Voordat we deze voor ons zwevende waterberg zullen bereiken, zal het water ook daar weer geëffend zijn. Kijk, hij is alweer omlaag gekomen; nu is onze weg weer geëffend. Maar daar is alweer een groot waterravijn; wild schuimend storten de natte wanden in de diepte. Laten we maar even geduld hebben. Dit ravijn zal spoedig weer een effen bodem worden. Kijk, de wanden hebben zich alweer samengevoegd en wij kunnen onze weg verder vervolgen. Daar komt alweer een enorme waterberg op ons af en achter ons heeft zich zojuist alweer een nieuwe watervallei gevormd. Jullie zeggen: deze enorme waterberg zal ons zeker meesleuren in het waterravijn. Maak je geen zorgen; de berg zal het ravijn alleen maar opvullen en wij zullen weer een vlakke weg krijgen.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Lieve vrienden, jullie hebben gelijk. Juist voor deze redevoering heb ik jullie hierheen geleid. Jullie zeggen echter: aangezien dit hele rijk van de nacht slechts een eindeloos vlakke zandbodem lijkt te zijn en we hier nergens een verhoging hebben gevonden, zouden wij wel eens willen weten hoe het deze spreker mogelijk is om zich een flink stuk boven zijn toehoorders te plaatsen. Het is goed dat jullie dit vragen, want hier heeft het meest onbeduidende een grote betekenis. Deze spreker heeft van zand een heuveltje opgeworpen en aangestampt, maar zoals de samenstelling van zijn sprekerspodium is, zo zal ook zijn toespraak zijn. Zolang de spreker op zijn zandpodium rustig blijft, zal deze hem wel dragen. Als hij echter daarop wat meer houvast zoekt, zal de zandheuvel ineenzakken en zal hij vanaf zijn hoogte omlaag komen tot op dezelfde bodem waarop zijn toehoorders zich bevinden. Nu heeft hij een teken gegeven dat hij zal spreken; dus zullen we in het verborgene ook heel goed naar hem luisteren.
Hoofdstuk 31: Oord van duisternis. Daar is geween en tandengeknars - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Hier echter iets duidelijk aan het licht brengen betekent met andere woorden niets anders dan zichzelf en alle anderen voor gek verklaren. Ook is het waar dat de grote geleerden van de aarde hier heel veel tijd om na te denken zullen krijgen. Gelukkig zijn ze, als ze veel materiaal meebrengen, want met deze drie elementen: duisternis, zand en mos, zullen ze heel gauw klaar zijn. Microscopen en andere kijkinstrumenten kunnen ze gevoeglijk op aarde achterlaten, want ze mogen blij zijn als ze met het blote oog op de zanderige bodem een schraal mosveld ontdekken. En ook voor astronomen is hier belachelijk slecht gezorgd. Geleerden en zeer belezen bibliothecarissen zullen zich ook ontzettend vervelen, want op dat gebied zullen ze hier niets vinden. Ook voor grote artiesten en virtuozen is het hier slecht zakendoen, want ze zullen allemaal letterlijk niet in het gras, maar in het mos moeten bijten! Hier begrijp ik het gezegde: `in het gras bijten' ook pas volkomen en zie in dat het zeker van veel oudere oorsprong moet zijn dan menig auteur en geschiedschrijver had kunnen dromen. Dit spreekwoord moet afkomstig zijn van de oeroude Egyptische wijzen, die zeker wel iets afwisten van het heerlijke lot dat de stervelingen hier wacht.
Hoofdstuk 31: Oord van duisternis. Daar is geween en tandengeknars - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[26] Nu zeg ik: volg me dan over deze rivier naar het gindse heuvelland. Laat je niet afschrikken door de golven die jullie eerder niet konden dragen, omdat jullie grondbeginsel niet de eigenlijke `grondslag van het leven' was, namelijk de liefde voor de Heer. Maar nu is deze liefde jullie basis geworden, zodat het water van deze rivier jullie zal dragen, want dat vertegenwoordigt immers jullie basis. Kijk hoe allen ons nu volgen en hoe het water van de rivier hen draagt als een stevige bodem!
Hoofdstuk 45: De overeenstemmende betekenis van eten en drinken van de hemelse geesten. Het hemelse huwelijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] De gast zegt: beste vriend, ik heb ooit eens op aarde gehoord en ook op schilderijen gezien dat de zaligen, knielend op wolken, God onafgebroken aanschouwen, maar hier is slechts een tuin; waar zijn dan de wolken? De dienaar zegt: lieve vriend, bekijk de bodem maar eens wat nauwkeuriger, dan zul je heel gauw de losse ondergrond ontdekken. Denk je soms dat dit een aardrijk is? Kijk maar, ik zal met mijn hand de bodem wat loswoelen, dan zul jij je er terstond van kunnen overtuigen, dat we ons allemaal op `hemelse wolken' bevinden.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Kijk, de dienaar schuift het gras wat opzij en onze gast ziet tot zijn niet geringe verbazing dat de ondergrond werkelijk slechts uit lichte wolken bestaat. Na zich ervan te hebben overtuigd, wendt hij zich meteen weer met de volgende vraag tot de bediende: beste vriend, als de bodem hier zo vreselijk losjes is, is het dan ook mogelijk dat iemand er bij een wat ondoordachte, onhandige beweging doorheen kan vallen? En als dat mogelijk is, waar valt hij dan in? Er zal zich hier onder ons toch niet het vagevuur bevinden?
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Je vraagt mij wat ik daarmee wil zeggen? Mijn allerliefste man, niets anders dan dat ik, noch deze verstandige man, jou omwille van eigen voordeel willen overreden om van jouw oude bijbelgeloof af te zien. Want als wij ieder voor onszelf verdergaan, hebben we daar toch beiden profijt van omdat ieder afzonderlijk zich er op deze karige bodem altijd gemakkelijker doorheen kan slaan dan twee of meer bij elkaar. Als we je dus hadden willen beliegen of bedriegen dan hadden we jou toch zeker bij je principes gelaten en je zou als consument ten gevolge van je principes van ons weg zijn gegaan. Wij wilden jou beslist niet beliegen of bedriegen, maar we hebben je alleen de zuivere waarheid getoond, waarvan op aarde geen sterveling zou kunnen dromen, en allerminst zo'n verstokte bijbel- en Christusfanaat als jij. Waar wil) e dan nog over nadenken? Kom toch eens tot bezinning en volg mij, je eeuwig liefhebbende vrouw. Zo je dan op aarde niet naar mij hebt willen luisteren, doe dat dan tenminste hier in het rijk van de naakte waarheid, waar ik nu al zes jaar meer ervaring heb dan jij. Kijk, op aarde is er niets dan bedrog, omdat iedereen daardoor iets wint of tenminste denkt iets te winnen, maar hier is aan al het winnen een einde gekomen; daarom vallen leugen en bedrog vanzelf weg. Geloof me, mij bindt niets anders aan jou dan mijn liefde; dat is nog de enige winst die ik door jou heb. Maar als jij steeds dwaas aan oude, onbeduidende principes vasthoudt, valt voor mij ook dit gewin weg. Wij kunnen daarom alleen maar gelukkig zijn als onze inzichten en ons gevoel volledig met elkaar in overeenstemming zijn. Kunnen we deze harmonie niet tot stand brengen, dan zal ik je eerlijk moeten bekennen dat ik zonder jou, gelukkiger zal zijn dan met jou, leeghoofd, aan mijn zijde. Ik ben nu niet meer in staat nog meer ten gunste van jou aan te voeren, behalve het volgende: omdat ik je oprecht liefheb en altijd heb liefgehad, heb ik hier dan ook al het mogelijke gedaan om je mijn eeuwige, plechtig beloofde liefde en trouw te bewijzen. Maar jij, die mij nooit hebt liefgehad, bent bereid om mij voor altijd uit liefde voor je dwaasheid te verlaten. Oordeel nu, wat je wilt doen.
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] En kijk eens, we hebben nu al zoveel licht als nodig is om dit oord nader in ogenschouw te nemen. Wat merken jullie hier op? Jullie zeggen enigszins opgewonden: om Gods almachtige en allerbarmhartigste wil, wat is dit toch voor een huiveringwekkend oord! We zien niets anders dan zwart zand en zwart gesteente en dat is het enige, waaruit de bodem van deze streek bestaat. En tussen het zand en het gesteente stijgt hier en daar damp op zoals we dat vaker op aarde hebben gezien wanneer er kolen verbrand worden. Verder vragen jullie: waar zijn hier dan wezens te zien? Deze streek lijkt wel helemaal uitgestorven. Ja, mijn lieve vrienden, dat is ook maar een verschijningsvorm en deze stelt de `dood' voor! Maar maak je geen zorgen over de afwezigheid van wezens in dit oord, want jullie zullen er spoedig meer dan genoeg te zien krijgen.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Daarom is deze plaats heel doelmatig voor onze man. De vochtige bodem is geschikt om zijn zelfzuchtige vuur te doven en de tamelijk grote duisternis zal ook heel heilzaam zijn voor zijn ogen die aan de dichte duisternis gewend waren. Een plotseling sterk licht zou even funest voor hem zijn als de felle zonnestralen voor de ogen van een pasgeboren kind. Bovendien komt zijn hele hebben en houden hier ook precies overeen met de renteberekening van het kapitaal, dat hij als christen uit geloof en liefde voor de Heer aan de echte armen heeft gegeven. Jullie moeten daaronder niet verstaan de jullie al bekende legaten die hij vóór zijn overgang van de aarde naar het geestenrijk had opgesteld, maar alleen de giften die hij als gelovige christen helemaal in het geheim vanuit zijn eigen gevoel van medelijden aan de armen heeft verstrekt. Dat kapitaal kan echter alles bij elkaar nauwelijks iets meer dan zo'n tweehonderd gulden in zilvermunten hebben bedragen. Wanneer jullie dit kapitaal, dat hij eigenlijk uit liefde tot de Heer aan de armen heeft gegeven, vergelijken niet liet grote kapitaal dat hij de zijnen naliet, dan rillen jullie ook de mathematisch juiste vergelijking vinden tussen zijn eigenliefde en zijn liefde voor de Heer.
Hoofdstuk 40: Waar bevinden de heidenen zich aan gene zijde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] De tafeldienaar zegt: beste vriend, daar hoef je helemaal niet bang voor te zijn, want je bent nu immers een buitengewoon lichte geest en deze bodem is voor jou even stevig als ooit het aardrijk was voor jouw lichaam.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Beste vriend, ik kan van je gezicht aflezen dat je iets anders in petto hebt. Daarom vragen we je allemaal dringend, hou ons niet langer in onzekerheid en zeg ons, wat de waarachtige wil van God is. We willen immers alles doen en ons in alles schikken, maar breng ons niet meer terug naar deze, in de letterlijke zin van liet woord, lange en daardoor ook bijzonder saaie tafel; want werkelijk, ikzelf zou als het mogelijk was liever sterven en dus ophouden te bestaan, dan me een vraatzuchtige poliep te wanen op de bodem van deze onmetelijke lichtzee!
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Luister, jij duistere geest daar op de achtergrond! Kom naar voren en geef mij antwoord op de vraag die ik je in de tempel heb gesteld! De monnik komt bevend van angst naar voren en wil mij vanwege het vernielde kruisbeeld met een vloek in plaats van met een antwoord tegemoet komen. Kijk nu eens, vlak voor hem ontstaat er in de bodem een metersbrede kloof en - in de diepte ziet hij de hel! Ik zeg tegen hem: kijk, duistere geest, dat is jouw christendom; jouw hart is vervuld van hetgeen je hier ziet.
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32