Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1077 resultaten - Pagina 23 van 72

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[13] Ik zei: 'Ja,ja, M'n beste vriend, je hebt heel waarachtig en juist gedacht en ook even juist gesproken; maar je ziet Mij, een aards mens zoals jij, aan voor de enig ware God! Besef je dan niet dat ook Ik geboren werd en een mens ben zoals jij, met vlees en bloed en een ziel. Heeft God dan ooit een begin gehad, en kon Hij ooit als mens geboren worden?'
Hoofdstuk 122: De magiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Daarop openden de Romeinen de deur van de grote eetzaal, en de zeven Egyptenaren kwamen eerbiedig de zaal binnen, gingen meteen op Mij af, bogen diep voor Mij, en de leider zei: 'Op deze wijze, o Heer van eeuwigheid, heeft het U behaagd, U met het vlees van de mensen te omhullen! Wees daarvoor geprezen in eeuwigheid door alle schepselen, voor wie U nu de grote poort geopend heeft om binnen te kunnen gaan in Uw eeuwig grote rijk van het leven!
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[25] Dat die man grote dingen presteert, bestrijdt heus niemand van ons; ook wat hij zegt is wijs en bondig. Maar dat zijn toch nog altijd zaken die ieder begaafd mens bij gelegenheid kan aanleren. We hebben toch zelf vaak genoeg magiërs uit het morgenland gezien die de ongelooflijkste wonderen konden verrichten, die door de heidenen vaak zelfs voor goden werden aangezien omdat zij niet wisten dat deze goden van vlees en bloed hun toverkunsten door hun geheime middelen tot stand brachten. Maar die middelen lieten de tovenaars absoluut aan niemand zien en door niemand nauwkeurig onderzoeken. En zoals het was en nog is met al dergelijke tovenaars, zo zal het ook beslist met de Nazarener zijn. Wat bijzonder gevaarlijk aan hem is voor ons joden, is dat hij alle mensen zonder enige schroom openlijk zegt dat hij de beloofde Messias van de joden is en dat alleen zij die in hem geloven het eeuwige leven zullen hebben.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De man zei: 'Dat land is nog vele dagreizen hier vandaan als men zich voortbeweegt zoals jullie dat doen; maar mij is dat natuurlijk in een veel kortere tijd mogelijk, omdat mij natuurkrachten ter beschikking staan die jullie niet kennen. Maar ik zeg jullie, veroveringszuchtige Romeinen, dat jullie, zolang ik hier de wacht houd, dat land, dat nog volkomen gelukkig en onschuldig is, nooit zullen betreden. Ook al waren jullie met nog duizendmaal meer mensen dan je nu bent, dan zouden jullie, zoals dat ook nu het geval is, tegen mijn wil toch geen stap verder kunnen doen! Ik raad jullie daarom aan, om te keren en terug te gaan naar waar je vandaan bent gekomen, anders laat ik je hier vastgenageld staan en dan zullen mijn leeuwen en adelaars zich voeden met jullie vlees.'
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Er is geen volk op de hele aarde dat zichzelf niet heel goed zou kunnen helpen, als het maar wilde. Maar waar is de wil? Ja, voor het kwade en slechte heeft een volk meer dan genoeg wil; maar voor het puur geestelijk goede en ware ontbreekt het aan goede wil, omdat dat niet tegemoet komt aan de zinnelijkheid van het vlees, en de ziel van iemand die die goede wil niet heeft, gaat net als de ziel van een heel volk in het gericht en in de dood van de materie over, en kan en wil dan niets meer horen, in zich opnemen en begrijpen van datgene wat van de geest is, van zijn licht en zijn leven. En als men zulke in hun vlees gevangen zielen uit hun slaap wil wakker schudden, worden zij dol en grimmig wild, vallen over degenen die hen willen wekken heen als wolven over lammeren, en wurgen en verscheuren ze meedogenloos zonder enige erbarming.
Hoofdstuk 121: De leiding van de mensheid. Kennis, verstand en vrije wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Toen U in Uw oereeuwige geest machtig de gehele oneindigheid vervulde en ontelbaar vele wezens uit U schiep, was geen schepsel vrij van Uw wijsheid en macht, maar gebonden door Uw wil. Maar nu heeft U Zichzelf gebonden met het vlees van de mensen, Uw schepselen, om Zelf alle schepselen vrij te maken en hen het rijk van Uw eeuwig vrije goddelijke leven binnen te kunnen leiden. 0 Heer van eeuwigheid, wees daarom nogmaals boven alles geloofd en geprezen!
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De Egyptenaar zei: 'Heus,jullie miserabele vlees zou voor deze dieren te slecht zijn! Maar kijk, daar beneden graast een kudde schapen aan de voet van deze heuvel! Die zijn het eigendom van een zekere Barabe, een uitermate rijke burger van Jeruzalem, die een heel arm gezin, dat zelfs vroeger bij hem in dienst was, daar in die reeds vervallen schaapskooi volledig te gronde heeft laten gaan. Hij gaf hun wel voor korte tijd het recht om in die slechte hut te wonen; maar omdat hun ziekte te lang duurde en de laatste tijd zo erg werd, dat hij niet kon aannemen dat daar ooit een eind aan zou komen, ging de zaak hem te lang duren en werd hem te bezwaarlijk. Onder het voorwendsel dat die hut vanwege de uitbreiding van zijn kudden verbouwd en opgeknapt moest worden, gaf hij bevel dat de arme mensen dezelfde dag nog, meer dood dan levend, de toch al ellendige hut moesten verlaten. O, wat een edele en barmhartige zoon van Abraham, Isaak en Jacob!
Hoofdstuk 146: De bestraffing van de rijke Barabe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Als een mens zich op deze wijze met God verenigd heeft, is hij ook reeds vervuld van Gods geest; want de liefde tot God en het vervullen van Zijn heilige wil is immers al de volledig werkzame geest van God in de mens, omdat diens nieuwe wil niet meer de zwakke en onmachtige wil van het menselijke vlees is, maar de almachtige zuivere wil van God.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Jullie zijn weliswaar ook herders; maar de schapen zijn niet jullie eigendom. Zolang jullie maar wol van hen krijgen, kan het je weinig schelen of de al vaak geschoren schapen door wolven of beren verscheurd worden; want het vlees van de schapen is immers toch niet van jullie.
Hoofdstuk 154: De Heer en de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Ik zei: 'Dat heeft niet jullie vlees, maar je innerlijke geest je ingegeven! Blijf in dit besef en heb geduld, dan zullen jullie gemakkelijk de innerlijke vervolmaking van het leven bereiken! Gaan jullie dus ook maar, en pleeg alleen met Lazarus overleg!'
Hoofdstuk 158: Over de juiste wijsheid en voorzichtigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Daarop strekte Ik Mijn handen uit over de zeventig en zei: 'Neem aan de macht van Mijn wil! Als jullie bij allerlei zieken en gebrekkigen zullen komen, leg hun dan de handen op in Mijn naam, dan zal het beter met hen gaan! Als jullie bij mensen komen die door duivels ( onreine geesten in het vlees) bezeten zijn, gebied deze dan ook in Mijn naam, dan zullen zij het lichaam van de geplaagden verlaten en daarheen gaan waarheen jullie willen dat ze gaan!
Hoofdstuk 166: Het uitzenden van de zeventig arbeiders als boden van de Heiland (Ev.Lucas, Hfdst.10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wanneer bij de mensen een volledig gebrek aan het levende water uit de hemelen is ingetreden en alle vlees zich met zijn ziel in de dikste duisternis bevindt, wie zal dan bij de mensen als een waar en rechtvaardig rechter optreden? Wie zal de gave van de profetie hebben? En mocht iemand die nog voor zichzelf bezitten, wie zal hem dan zonder innerlijk begrip geloven dat het zo is?! Wie zal voor de geestelijk blinden en - doven kunnen profeteren? En wie zal door de duistere mensheid vanwege zijn uitmuntende wijsheid tot een waar Oudste verkozen worden om hem tot haar herder te maken? Begrijp dit nu goed!
Hoofdstuk 175: Uitleg van het derde hoofdstuk van Jesaja De situatie in een geordende gemeente - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: 'Dat heb Ik wel, maar toch zul jij Petrus blijven; maar Mijn geest - en nooit je vlees - zal je tot een hoger inzicht brengen als Ik opgevaren zal zijn!
Hoofdstuk 182: Een merkwaardige zonsopgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] De man uit Opper-Egypte zei: 'Wel, dat bedoel ik ook! Hij heeft het jullie echter al meermalen beloofd. Dat vermogen zullen jullie ook pas krijgen, wanneer je in de geest volkomen uit Hem wordt wedergeboren. En dan moeten we als mensen, die nog in het vlees zijn, ook niet denken dat we niets anders te doen hebben dan alleen maar de wonderen van Zijn oneindige scheppingen te aanschouwen; want we hebben hier op deze aarde uit liefde tot Hem en uit liefde tot de naaste nog heel wat plichten te vervullen, en dat betekent niet alleen schouwen. Maar de mens moet zich ook zo nu en dan een sabbatsrust gunnen, en dan kan en moet hij schouwen, of zich althans oefenen in het innerlijk geestelijk waarnemen. Het blijvende volledige schouwen krijgt de mens pas na het afleggen van het lichaam. - Denk je ook niet?'
Hoofdstuk 160: Geloven en schouwen De geestelijke ontwikkelingsgang van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Je moet dat wel zeer ernstig ter harte nemen, anders kan jullie gebeuren wat de profeet Elia tegen je heeft gezegd; want jullie zullen nog heel wat verzoekingen te doorstaan hebben! Een oud lichaam legt zijn gewoonten niet zo gemakkelijk af als iemand zich dat bij zijn eerste goede voornemen voorstelt. Jullie zullen weliswaar met Mij meegaan; maar aan Mijn zijde, zolang Ik nog op deze aarde zal rondtrekken, zul je evenals Mijn andere leerlingen nog in heel veel verzoekingen komen, en dan zal ook wel blijken hoe zwak jullie vlees nog is, ook al is de geest in jullie reeds tamelijk sterk geworden. Daarom is het nu juist zo noodzakelijk alles in het werk te stellen om je ziel uit de oude gevangenschap van je lichaam te bevrijden, en dat kan alleen maar als jullie doen wat Ik je heb aangeraden; want de zonde verlaat de ziel in die mate waarin de ziel de zonde als zonde erkent, er berouw over heeft, ze verafschuwt en verder niet meer begaat. - Hebben jullie dat goed begrepen?'
Hoofdstuk 163: Mozes en Elia vermanen de pasbekeerde Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...