Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

32391 resultaten - Pagina 23 van 2160

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[11] Als je een groene mantel draagt, je buurman een blauwe en een derde een rode, zullen jullie al gauw vanwege de voorkeur voor de een of de andere kleur, twist en onvrede krijgen. Als jullie echter alle drie eenzelfde mantel met dezelfde kleur hebben, dan zal het niet bij je opkomen om onder elkaar een domme en nietszeggende twist te beginnen over de grotere of geringere waarde van kleuren en vormen, en je zult tijd overhouden om over betere dingen en onderwerpen te spreken.
Hoofdstuk 246: Voordelen van de Venus orde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK zeg: "Goed, Ik weet wat jullie allemaal besproken en meegemaakt hebben voor de voor jullie daartoe bestemde tijd! Maar nu jullie dat eenmaal hebben beleefd, moet je het voorlopig voor jezelf houden en er ook naderhand geen verkeerd gebruik van maken. De kinderen van deze aarde begrijpen dat niet, omdat zij niet daarvandaan komen waar jullie vandaan komen. Jullie zullen echter nog iets veel belangrijkers meemaken. Dat zal zijn als de Heilige Geest over jullie zal komen die Ik eenmaal uit de hemelen over jullie zal uitstorten. Die zal jullie pas met de gehele waarheid bekend maken! Dat zal de Geest van de liefde zijn, de Vader Zelf, die jullie zal opvoeden en leren opdat jullie allen daar kunnen komen waar Ik zal zijn.
Hoofdstuk 1: De ware wijsheid en het levende eerbetoon aan God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De hoogste wijsheid is daarin gelegen, dat jullie wijs worden door de vurigste liefde. Alle kennis heeft geen zin zonder de liefde! Doe daarom niet zoveel moeite om veel kennis te vergaren, maar om veelliefde te geven, dan zal de liefde je geven wat geen kennis je ooit kan geven! Het is goed dat jullie drieën die drie uur zo ijverig hebben besteed aan de veelzijdige verrijking van jullie kennis en ervaring, maar als zodanig zou je ziel daar weinig aan hebben. Maar als jullie in het vervolg net zo ijverig je tijd zullen offeren aan de liefde voor je naaste, zal één dag al van groot nut zijn voor jullie zielen!
Hoofdstuk 1: De ware wijsheid en het levende eerbetoon aan God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] IK zei: "Voor het levend maken van deze negen is dat zeker niet nodig; maar omdat zij meteen daarna hier weg zullen gaan, moeten zij lichamelijk ook op krachten komen en dat gebeurt door hen eerst wijn in de mond te gieten. Deze wordt door de smaak en tongzenuwen opgenomen en zo ook doorgegeven aan de andere levenszenuwen. Als deze negen straks levend worden, heeft hun in het lichaam teruggekeerde ziel reeds een gesterkt werktuig dat zij meteen voor van alles gebruiken kan. Zou deze voorafgaande versterking echter worden nagelaten, dan zouden de opnieuw levend geworden mensen hier enige tijd moeten blijven om krachten op te doen voor het gebruik van hun ledematen. Tevens zorgt deze voorafgaande versterking bij de betrokkenen voor een goede smaak in de mond, hetgeen wel nodig is, omdat de geur van het troebele water hen na de opwekking zo onpasselijk zou maken dat ze daar nog lange tijd last van zouden kunnen hebben. -Nu weten jullie dat ook; hebben jullie nu nog de een of andere wens met betrekking tot deze zaak?"
Hoofdstuk 4: Voorbereidingen voor de opwekking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Toen onze goudvisser echter haastig weer naar het huis van Marcus ging, trof hij daar natuurlijk niemand aan behalve de vrouwen de dochters van Marcus. Daar had hij weinig aan, omdat zij de handen vol hadden aan het klaarmaken van het middagmaal en geen tijd voor hem hadden. Bovendien geloofden zij allen reeds te vast in Mij en waren daarom helemaal niet in de stemming om de wat brutale vragen van Judas Iskariot te beantwoorden. Ook stond deze leerling beslist niet zo erg bij hen in de gunst, omdat hij zich gedurende die paar dagen reeds meermalen zelfvoldaan en onuitstaanbaar had gedragen.
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] De BEWAKER antwoordt: "O, meteen nadat de verheven, allergenadigste prinses de tent aan mijn hoede toevertrouwde! Er zaten nog precies 600 groschen in. Nu zijn er echter nog maar 570 - er ontbreken dus precies 30 groschen, die niemand anders heeft kunnen ontvreemden dan de bewuste leerling! Omdat ik als bewaker van de verheven schatten voor alles verantwoordelijk ben, moet ik toch ook weten waarover en over hoeveel ik moet waken, en het kan mij, als oude, trouwe dienaar, toch niet kwalijk genomen worden als ik mij van tijd tot tijd ervan overtuig waarover en over hoeveel ik moet waken! Ik heb nu echter het gemelde tekort bemerkt en dat plichtsgetrouw meegedeeld.
Hoofdstuk 7: De ontrouwe dienaar van Helena. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Daarop rustten allen en de aangelegenheid tussen Judas Iskariot en de bewaker van Ouran's schatten, die Ouran en Mathaël toch al erg onbelangrijk vonden, was afgedaan. Beiden hadden met Cornelius en Faustus heel belangrijke regeringszaken af te handelen, want voor Ouran begon de tijd te dringen omdat hij er al ernstig over dacht met de grote waarheid die hij gevonden had terug te keren naar het volk waarvan hij koning was, en het daarmee zo mogelijk gelukkig te maken. Hij wilde koning zijn van een verstandig en wijs volk en niet van pure mensenlarven en -machines, die zich gedragen als dieren zonder kennis en zonder wil.
Hoofdstuk 8: Uiterlijke rust en innerlijke activiteit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg openlijk: "Met één slag valt geen enkele boom die een beetje stevig is! Maar met een zeker geduld kan een mens veel bereiken. Ook moet men degene die men naar het licht wil brengen, niet in de volle middagzon laten kijken. Want als men hem in één keer teveellicht geeft, wordt hij voor geruime tijd blind; als men hem echter langzamerhand aan het licht went, zal hij ook in het felste licht alles heel duidelijk kunnen zien zonder blind te worden.
Hoofdstuk 11: Het vriendelijke antwoord van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Waarom God echter niet zelden de zonde op deze wereld Iaat triomferen, terwijl de deugd vaak lijdt en tot stervens toe verdrukt wordt, daar is toch ook wel een heel goede reden voor, maar die ligt voor je tegenwoordige begripsvermogen nog veel te verborgen om hem nu te kunnen begrijpen, en dat geldt ook voor je metgezellen, die een nog veeloppervlakkiger verstand schijnen te hebben dan jij. Maar er zal nog wel een tijd komen -misschien al binnenkort waarin je helemaal zult begrijpen, zelfs met je hele hart, waarom er ook Herodessen moeten zijn!"
Hoofdstuk 11: Het vriendelijke antwoord van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Een reis van hier naar Rome duurt bij gunstige weersomstandigheden drie volle weken, in andere gevallen ook wel een maand. Men blijft een aantal dagen, vaak weken in Rome en het kost tijd voor iemand bij de keizer wordt toegelaten. De keizer behandelt zo'n verzoek in het gunstigste geval niet binnen een half jaar, omdat hij talloze regeringszaken te doen heeft die belangrijker zijn. Dan komt nog de terugreis, die net zoveel tijd kost als de heenreis! Veel ervaring heeft geleerd dat binnen driekwart jaar bij mijn weten nooit iets uit Rome is teruggekomen.
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Zoals het hem echter vergaat, zo vergaat het ook zijn metgezellen. Zij zouden allen graag opgewekt en vrolijk en zeer spraakzaam willen worden, maar de steeds groeiende verwondering over de merkwaardige verschijnselen tijdens dit feestmaal laten hun daarvoor geen tijd, want voor hen zijn dat verschijnselen die zij nog nooit eerder beleefd hebben. Ook zijn zij al behoorlijk verzadigd, maar toch zet de goede, aangename smaak van de vissen, het brood en de wijn hen aan om nog meer te eten en te drinken, en ook daarvan begrijpen zij de reden niet.
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] ZINKA zegt: "Ik weet nu genoeg en ook wat ik in deze buitengewone tijd van de jongen moet denken! Maar nu zou ik toch wel eens willen weten of ook die grote profeet uit Nazareth zich soms niet hier bij ons bevindt! ? Want zonder hem begrijp ik absoluut niet wat een engel hier zogezegd te doen zou hebben! Als hij hier is, zeg het mij dan, opdat ook ik hem mijn diepste eerbied kan betuigen! Want volgens jouw verhaal moet hij een volstrekt zuiver, goddelijk wezen zijn. Geef me daarom een kleine aanwijzing of hij er is, en wie het is !"
Hoofdstuk 25: Zinka vraagt verder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Daarop drong ZINKA zich ook naar voren, omdat hij veel verstand had van gestorven mensen, en hij bestudeerde de beide drenkelingen. Na een minutieus onderzoek zei ook hij: "Onze vriend heeft de waarheid gesproken! Deze beiden zullen tot de jongste dag dood moeten blijven, gesteld dat er op deze aarde ooit een zal komen, - wat ik moeilijk geloven kan! Want ik weet waarin zo'n vleesklomp verandert: in motten, wormen, vliegen, kevers, in allerlei gras en andere planten! Hoeveel worden er niet door de wilde beesten verscheurd en opgegeten! Hoeveel komen er niet om in het vuur! Als dat op de jongste dag zomaar vanzelf weer bij elkaar zou komen en één geheel worden zoals het nu is, dan doe ik voor eeuwig volledig afstand van mijn menszijn! Ik, Zinka uit Jeruzalem, in vele zaken ter zake kundig, beweer hier dat op die jongste dag, die zo gezegd eenmaal zal komen, ook zelfs Gods almacht er de tijd voor zal moeten nemen om deze vrouwelijke vleesklompen weer tot leven te brengen! Hun zielen zullen wel een nieuw geestelijk lichaam krijgen, maar in deze lichamen zal geen ziel meer door hoofdpijn geplaagd worden!"
Hoofdstuk 26: De opwekking van de twee verdronken meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] CYRENIUS zegt:. "Praat er maar niet meer over! Ik kan mijn Gamiëla Immers met meer van je afnemen, want de Heer heeft haar in zekere zin eerder aan jou dan aan mij geschonken, - en Zijn woord en uitspraken zijn mij heilig, meer dan. heilig! Het minste wat de Heer ook maar wenst moeten wij doen, als wij op Zijn heilige engelen willen lijken! Hier op deze wereld beteken ik nu wel wat zolang Hij mij Iaat leven, maar aan de overzijde in het grote hiernamaals zijn wij allen gelijk en onze huidige schatten blijven op de dode aardkorst achter en worden voedsel voor de alles verslindende tijd.
Hoofdstuk 29: De bescheiden Zinka. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Tenslotte, en dat komt het meest voor, zijn er zielen die vanaf hun oerbegin uit deze aarde stammen. Zij zijn oorspronkelijk geroepen tot het kindschap van God. Zij zijn de zwaksten en lopen de meeste kans geheel te gronde gericht te worden. Dat zal echter niet zo gemakkelijk gebeuren, omdat er zich altijd op iedere honderd wel één of twee sterken van boven bevinden, waardoor de zwakke zielen beschermd en ervoor bewaard worden om totaal onder te gaan. Ook al zijn daarbij zeer afgedwaalde schapen dan worden zij te gelegener tijd toch weer teruggevonden.
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...