Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2102 resultaten - Pagina 23 van 141

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[14] RAPHAËL zegt: "Op de plaats waar de ondervraagde moest gaan staan bevond zich een deksel waardoor men hem snel in een put kon laten zakken, en als hij eenmaal beneden zou zijn, zouden een aantal dienaars hem via onderaardse gangen, hoewel hij het raadsel niet juist had opgelost, toch vanwege zijn moed naar de school te brengen, waar hij had moeten blijven tot hij een volmaakt mens geworden zou zijn. Maar dat is nooit gebeurd, en ten tijde dat het raadsel opgelost werd, was deze oeroude inrichting al dermate dichtgeslibd en verzand dat zij volledig onbruikbaar was, en de eerste herderskoningen en hun volk waren in die tijd reeds lang in zekere zin door een Phoenicisch volk overwonnen, en de Farao's ten tijde van Abraham waren zelf reeds Phoeniciërs.
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als geest en ziel één geworden zijn, ziet de volmaakte, verlichte ziel haar lichaam van binnen uit door en door, herkent dan in één blik de gehele buitengewoon kunstig ingerichte bouw van het lichaam en herinnert zich de achtergrond en de reden van ieder apart kleinste deeltje van een orgaan in haar lichaam en erkent de uiterst doelmatige inrichting daarvan. Maar zolang een ziel haar levensvervolmaking niet bereikt heeft, kan zij in duizend en nogmaals duizend jaar geen grondige kennis van het organisme van haar lichaam verkrijgen.
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Ja, waarom zijn bij onze harde, trotse bezitter de huisdieren dan zo ruwen wild en zo uitermate stug? - De ziel van de bezitter fungeert voor hen als een levenszon waar de grootste wanorde heerst! Zijn dienaars en knechten worden tenslotte net zo als hun heer, dus ook absoluut geen levenszonnen voor de ijskoud geworden zielen van de aan hun hoede en leiding overgeleverde dieren! Iedereen schreeuwt, vloekt en slaat er maar op los! Hoe kunnen de dieren van zo'n eigenaar dan die aangename gemoedsgesteldheid vertonen waarvan men zou kunnen zeggen, dat deze in orde is?!
Hoofdstuk 216: Over de invloed van de mens op huisdieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De betekenis hiervan is dit: Een mens die verstandelijk is ontwikkeld, kan door veel zelfverloochening ook naderhand zijn hart doeltreffend ontwikkelen; gaat hij daarbij echter niet uiterst zorgzaam te werk, en let hij niet voldoende op de vele proppen waarmee hij alle gaten (aardse zwakheden) in zijn levensvat gedicht heeft, en laat hij ook maar één zwakheid ofwel één gaatje dat niet zorgzaam genoeg dichtgestopt is, de ruimte, dan zal hij heel vlug merken dat hij het verzamelde levenswater kwijt is, en dat hij heel ongemerkt weer helemaal de oude mens is geworden, zonder enige innerlijke levensinhoud!
Hoofdstuk 220: Over de wedergeboorte en de juiste opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Dit moet nu bij jullie voorbereid worden, omdat degenen die eenmaal verkeerd zijn geworden, alleen met de door lapwerk bewerkstelligde ommekeer van de ziel weinig geholpen zouden zijn. De ziel moet weliswaar eerst helemaal omkeren voordat de geest in de ziel wedergeboren kan worden, maar de dichtgestopte, opgelapte en zo op de goede weg gebrachte, betere zielstoestand is niet duurzaam, omdat een ziel die alleen maar opgelapt is, door de macht van de wereld en haar tijdelijke voordelen maar al te gemakkelijk bij de volgende, iets sterker verlokkende gelegenheid weer in haar vanouds gewende, verkeerde handelswijze terugvalt.
Hoofdstuk 220: Over de wedergeboorte en de juiste opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Als zo'n mens dan helemaal door of uit zijn geest wordt wedergeboren, is hij volkomen aan Mij gelijk en kan hij zelf in alle levensvrijheid willen wat hij maar wil binnen Mijn orde, die hij dan zelf geworden is, en volgens zijn vrije wil moet het er zijn en moet het gebeuren. In die volmaakte levenstoestand, omdat hij aan Mij volledig gelijk is, is de mens dan niet alleen heer en meester over de schepselen en de elementen van deze aarde, maar zijn heerschappij strekt zich dan, net als de Mijne, uit over de gehele schepping in de eindeloze ruimte, en zijn wil kan de talloze werelden wetten voorschrijven en die zullen opgevolgd worden. Want zijn verheerlijkte gezichtsvermogen doordringt alles net als het Mijne en eigenlijk tesamen met het Mijne, en zijn onbeperkte waarneming ziet overal wat er nodig is in de hele schepping, en kan waar en wat dan ook voorschrijven en scheppen en helpen; want hij is immers in alles één met Mij."
Hoofdstuk 217: De voordelen van de juiste opvoeding van de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Maar waarom vind Ik nu juist dit zo belangrijk? -Dat is gemakkelijk te raden en te begrijpen! Wie zijn leven waarachtig wil verbeteren en wil verheffen tot het eigenlijke leven, moet het eerst door en door kennen, hoe het bestaat, zich uit, hoe het onder bepaalde omstandigheden en gebeurtenissen op een bepaalde manier reageert; hoe het, als het bedorven en verkeerd geworden is, weer te verbeteren is en hoe een volmaakt verbeterde levenstoestand is te behouden en ook op de naasten is over te brengen om uiteindelijk tot één herder en één kudde te komen.
Hoofdstuk 222: De betekenis van de uitstralende levenssfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zou het dan ook niet beter zijn als men iemand, die door wat voor oorzaken dan ook, hetzij reeds in het moederlichaam of later op aarde, blind is geworden, bijvoorbeeld op de kin of op het voorhoofd of op de neus een paar ogen zou geven? -Dat zou prima zijn, als zo'n paar nieuwe, ergens anders aangebrachte ogen, niet een geheel ander lichamelijk organisme nodig zouden hebben!
Hoofdstuk 227: Hersenen en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Wanneer dus de hersenen op juiste wijze en geheel volgens Mijn orde vanuit het hart ontwikkeld worden en de geestelijke levensindrukken die een lichtbron zijn, eerder op de hersenplaatjes ingeprent worden dan de materiële, dan worden de daaropvolgende indrukken van de buitenwereld verlicht, waardoor deze in al hun onderdelen eenvoudig en volkomen duidelijk en volgens de ware wijsheid begrijpelijk en bevattelijk worden. En het licht dat er doorheen straalt vervult dan niet alleen het gehele menselijke organisme, maar het stroomt met geestelijk heldere stralen nog veel verder dan dit organisme en vormt zo de uitstralende levenssfeer, waarmee een mens dan, als die sfeer mettertijd noodzakelijkerwijs steeds dichter en krachtiger is geworden, in de buitenwereld ook zonder de wedergeboorte van de geest wonderbaarlijke dingen kan verrichten, zoals jullie dat bij onze Moren hebben gezien.
Hoofdstuk 228: De juiste vorming van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Met hun uitstralende levenssfeer, die op zulke momenten zeer krachtig werkt, vinden zij ook al gauw het kruid dat gebruikt moet worden om het euvel spoedig te verhelpen. Alleen wanneer hun pezen en aderen lui en slap worden, en het bloed dikker wordt, geloven zij dat er geen kruid meer is om deze algehele aftakeling te verhelpen van het oude en, om geheel natuurlijke redenen, zwak en zeer moe en traag geworden lichaam; dan vinden zij het maar het beste, dat de ziel voor zichzelf zorgt, haar krachten verzamelt en het voor het vervolg geheelonbruikbaar en lelijk geworden lichaam verlaat en zich, vrij van alle aardse banden, naar het land van de gelukzaligheid begeeft, dat zich voor altijd en eeuwig tussen zon, maan en aarde bevindt.
Hoofdstuk 229: Cyrenius vraagt om uitleg van de werking van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Let nu vooral op de schrijfstiften of obelisken die voor twee vlakken geplaatst zijn, en zie eens hoe deze nu opeens helemaal donker zijn geworden! Het lijkt of ze met een zeer donkere vloeistof gevuld zijn, en kijk, daar staan wij allemaal, terwijl wij staan te praten, exact met de bomen en alles wat wij zien, op de hersenplaatjes getekend! Maar niet vlak en dood, maar ruimtelijk en levend!
Hoofdstuk 234: De verbinding van de zintuigen met de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Pas weer na enige eeuwen -als zij buiten hun uitgestrekte oerwouden zijn gekomen en op het een of andere beschaafde volk zijn gestuit waardoor ze teruggedreven werden, terwijl een aantal van hen gevangen genomen werd en hun enige beschaving werd bijgebracht, en laten we zeggen, nadat zulke gevallen zich meermalen hebben voorgedaan, en na de terugkeer van de wijzer geworden landslieden en een aantal, weliswaar gevangen geweest zijnde, maar nu enigszins beschaafde landslieden -zal de hele stam in de loop van de tijd enige beschaving krijgen, die echter natuurlijk hemelsbreed zal verschillen van een zuiver geestelijke, menselijke beschaving!
Hoofdstuk 237: Welke gevolgen het heeft wanneer hersenen geen geestelijk licht hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] In een extreem geval kan deze weg natuurlijk alleen maar een bijzonder langdurige worden, maar dan draagt niemand anders daaraan schuld dan de te star en eigenzinnig geworden ziel, die dat natuurlijk meestal alleen maar werd tengevolge van datgene wat Ik jullie over haar onvolmaaktheid eerder heb verteld en uitgelegd.
Hoofdstuk 243: De noodzakelijkheid van aardse beproevingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Mathaël, jou is nu alles duidelijk, dat wil zeggen in zoverre een mensenziel alles duidelijk kan zijn zolang zij nog niet volledig één is geworden met haar geest; laat daarom je licht dan ook voor al je broeders schijnen! Wek echter in jezelf ook het geloof op in de kracht van Mijn naam; want alleen in Mijn naam zul je als dit noodzakelijk is ook tekenen kunnen doen voor de mensen, om bij hen een begin van geloof in Mij op te wekken!
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Wel,dan komt meestal het volk achter al hun slechte streken en het oude, lui geworden, fanatische geloof begint broos te worden en steeds groter scheuren en gaten te vertonen, en dan kan er nog zo ijverig aan versteld worden, het baat niet meer, en er zijn er dan al gauw nog maar weinig die niet bij de eerste de beste gelegenheid meteen de oude, helemaal verstelde, nauwe rok omruilen tegen een nieuwe. Maar voor een volk zover is, gaan er minstens een paar duizend jaar voorbij!
Hoofdstuk 249: Tekenen voor de uitbreiding van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...