Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3718 resultaten - Pagina 23 van 248

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[10] De hier aanwezige mensen, ook al zijn het geen leerlingen, hebben tenminste de wetenschap dat dit niet de echte, maar slechts een door de hun reeds bekende macht van de grote Meester opgeroepen schijnzon is en zij trekken bij dit verschijnsel, zoals men ziet, heel vrolijke en opgewekte gezichten. Zij begrijpen het verschijnsel weliswaar ook net zo min als ik, maar zij weten dat het een gevolg is van de wonderbaarlijke macht van de wil van de hun bekende, grote Meester. En als Hij over ongeveer een uur dit grote licht dooft, zal niemand zich daar druk over maken, want iedereen zal weten wie dit licht heeft gedoofd.
Hoofdstuk 96: Helena 's gedachten over de wijsheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Vlak voor het doven zeg IK luid tegen allen: "Bereid je voor op het verdwijnen van het licht. Marcus, steek nu eerst alle olielampen en pekfakkels aan, anders zou de plotseling op dit heldere licht volgende, dikke duisternis jullie ogen schaden en pijn doen!"
Hoofdstuk 99: De uitwerking van het doven van de schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hoe groot was de verbazing van zo'n leerling als hij daarna voor de eerste maal uit zijn slaap ontwaakte en zich in het goddelijke licht van de zon bevond! Toen hij zichzelf zag in witte kleren, die met rode en blauwe stroken waren afgezet! Toen hij de vriendelijke, eveneens prachtig geklede mensen van beiderlei kunne zag! Hoe smaakten hem de heerlijk toebereide, nieuwe spijzen! Maar wat moest zijn ziel wel voelen toen hij door heel vriendelijke mensen naar buiten werd gebracht, daar door de heerlijke turnen wandelde en hun hemelse geuren inademde, en met zijn, boven alle menselijke begrippen uitgaande van geluk dronken ogen voor de eerste maal de hele natuur in al haar uitbundigheid door de zon beschenen voor zich zag!
Hoofdstuk 95: De opvoedingsmethode in het oude Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Ook jij bent stellig eerst opgevoed in de duistere onderwereld van je lichaam, vervolgens ben je ook in je ziel lichamelijk gestorven en nu in het lichtpaleis van je geest en in diens Elyseeïsch velden gaan wandelen. Bij jou zijn de enkelvoudige druppels van vroeger een zee geworden, maar bij mij is dat zeker nog lang niet te verwachten. En ik begrijp daarom de zin van ieder van je afzonderlijke woorden, maar de grote samenhang zal mij ook dan pas duidelijk worden, als mijn ziel de duistere catacomben van het lichaam zal verlaten en wordt binnengevoerd in het lichtpaleis van haar geest en in zijn tuinen, waar de hemels geurende vruchten in het licht en de warmte van de eeuwige levenszon rijpen.
Hoofdstuk 96: Helena 's gedachten over de wijsheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Omdat van de stad uit gezien het licht van de schijnzon zich boven onze berg bevond, die echter, na het doven, door al de lichten en wachtvuren scheen te gloeien, dachten de heidenen dat de furiën de zon in onze berg hadden verstopt en dat de vorsten der onderwereld daar nu wachten bij hadden opgesteld met brandende onderwereldfakkels. Wee degene, die deze berg zou naderen, die aan alle kanten ook werkelijk een aantal meer of minder diepe grotten had, zoals die ene, waar het huis van Marcus tegenaan gebouwd was en die hem als royale kelder en ook als opslagplaats diende.
Hoofdstuk 99: De uitwerking van het doven van de schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Daar zullen we niet zoveel moeite mee hebben als we bedenken dat het oude herdersvolk van Egypte na de zorg voor de runderen het voornaamste deel van de jaarlijkse zorg en moeite achter de rug had. Na deze periode kwamen de hoofden der gemeenten bij elkaar en kozen één of twee competente en zo mogelijk zeer bezonnen beoordelaars, die tevens tijdens deze periode rechtspraken. Zij moesten rondgaan en controleren of iedereen genoeg moeite had gedaan om een goed en gezegend resultaat te behalen. Deze onderzoekers gaf men de naam van de functie die zij uitoefenden. 'Kai i e stor?' werd er aan de mensen gevraagd, wat vertaald betekent: 'Wat heeft hij gedaan?'. Vervolgens sommeerde men ernstig, door bevelend te zeggen: 'Po luxe men!' -ook wel 'Poluzce men!' -'Leg het mij eens uit, licht dat eens toe!'
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Jullie denken nu: 'Hoe kunnen die paar letters zo'n hele zin voorstellen?' Dat zal je zo wel duidelijk worden! -De u werd bij de oude Egyptenaren voorgesteld door een half-kringvormige lijn, die van boven open was en waarvan de einden gestrekt waren (U) en stelde een vat voor om al het goddelijke dat van boven naar de mensen op aarde komt in op te nemen. Het spreekt vanzelf dat de ouden daar voornamelijk geestelijke gaven van het licht voor de ziel der mensen mee bedoelden.
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Hopelijk zal het verder geen moeite meer kosten om de echte God alleen in het juiste en ware licht te herkennen. Nooit heeft de een of andere aan de fantasie ontsproten god iets van al de wonderen gedaan die men hem toedichtte. De weinige, wijs lijkende woorden die de goden bij tijd en wijle tegen de mensen gesproken zouden hebben, zijn door de oude wijzen de niet bestaande goden in de mond gelegd omdat zij dat belangrijk vonden.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Sinds wanneer staan licht en duisternis niet vijandig tegenover elkaar? Wanneer zijn ooit leven en dood in broederlijke eendracht samen met elkaar opgetrokken? Wanneer hebben de razende honger en de volledige verzadiging elkaar in paradijselijke vrede de hand gereikt? Dwaas! Het spreekt toch wel vanzelf dat als van hieruit het grootste en helderste licht uit de hemel in de dikke, aardse duisternis zal dringen, dat niet zonder tegenwerking zal gaan!
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Wie een wijs woord wil horen moet zijn oren niet dichtstoppen en met zijn ogen willen horen. Want het oog ziet wel het licht en al de verlichte vormen, maar de meer geestelijke vorm van het woord is niet zichtbaar en is alleen maar met de oren te horen. -Begrijp je dat allemaal goed?"
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zegt HELENA, die wat hersteld was van de overgrote vreugde in haar hart: 'O ja, ik heb alles goed begrepen, want Uw woorden zijn woorden van licht, kracht en leven en vloeien zo helder en klaar uit Uw heilige mond als een heldere weidebron in het hooggebergte, die door de zon verlicht wordt. Maar wat moet ik doen om mijn hart wat rustiger te maken? Heer, dood mij indien ik zondig, maar mijn liefde voor U overschrijdt nu al mijn levensgrenzen! O, sta mij slechts toe dat ik Uw hand aanraak!"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] HELENA zegt: "Hoe zou dat mogelijk zijn!? Het is in mij nu zo licht en helder alsof er een echte zon in mij is opgegaan en daarom ziet alles wat U, o Heer, tot mij spreekt er zo duidelijk uit, en begrijpt mijn hart de diepste betekenis van Uw woord.
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Kijk eens naar de wind als hij van de hoogten naar de dalen in de diepte suist, hoe sterk hij meteen door het hinderlijke stof vertroebeld wordt, en zelfs de zon en de maan verliezen veel van hun glans als zij de horizon naderen. Ja zelfs het licht van de middagzon wordt maar al te vaak en te veel door de dampen van de aarde vertroebeld, zodat men tenslotte van de hele zon ondanks haar sterke licht niet meer kan bepalen waar zij precies staat!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Want zie, de mens heeft maar weinig waardering voor het licht op de dag en de warmte in de zomer, als echter de nacht komt wordt het licht waardevol en de warmte leert men pas in de koude winter 'waarderen.
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Zo gaat het ook met het geestelijke licht en met de geestelijke warmte. Wie vrij rondloopt waardeert de vrijheid nauwelijks, maar als hij geboeid in de kerker wegkwijnt weet hij pas wat een groot goed de vrijheid is!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...