Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1914 resultaten - Pagina 23 van 128

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[11] Zie, beste en zeer achtenswaardige vrienden, jullie kunnen doen wat jullie willen en kunnen, en evenzo allerlei wijsheid spreken, schrijven en onderwijzen, het is toch allemaal ijdel! Alleen datgene, wat ik jullie vanuit mijn zeker eenvoudige en onbaatzuchtige armzaligheid gezegd heb, is en blijft waar. Want dat leert de mens de dagelijkse ervaring, en deze kent als de oeroudste leraar van alle schepselen beslist geen enkele uitzondering, omdat zij aan alle schepselen zo eigen is als deze beide ogen mij eigen zijn zolang ik leef Alle andere wijzen en profeten hadden hun wijsheid en hun kennis weer van hun voorgangers en wilden het daarmee opnemen tegen de oude ervaring; maar het is allemaal puur voor niets en ijdel! Daar beneden zijn ze reeds lang vergaan en niets is er van hen overgebleven dan hun lege, wijze leringen en sommige van hun grote daden. Alleen zwakke geesten die nog sterk aan dit onbeduidende leven hangen, kunnen in dergelijke hersenspinsels nog enig behagen scheppen en er soms zelfs nog een ijdele troost in vinden.
Hoofdstuk 181: Hirams stoïcijnse-naturalistische wereldbeschouwing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Met mijn verstand zie ik de eigenlijke en boven alles gelukkig makende reden van een eeuwig bestaan na dit leven niet in. En tenslotte begint ons mensen nog de vraag naar ruimte en plaats zeer te benauwen! Wanneer bijvoorbeeld op deze aarde honderdduizend maal honderdduizend jaar achtereen mensen verwekt worden zoals nu, en niet alle zeeën in land veranderen, waar -waar moeten dan alle mensen plaats en voedsel vinden! En welke ruimte zullen al die eeuwig voortlevende geesten nodig hebben? Want ook geesten moeten in een of andere ruimte zijn, omdat buiten de ruimte die volgens Plato oneindig moet zijn, nergens een bestaan denkbaar is.
Hoofdstuk 185: Hirams bezwaren tegen het eeuwige voortbestaan van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En als je reeds aeonen maal aeonen aardse jaren als zuivere, zelfstandige en vrije geest in het meest hemelse gezelschap van aanjou verwante zuivere geesten de steeds grotere wonderen van God zult hebben aanschouwd, dan zal het nog eindeloos lang duren voordat je aan het echte begin ervan staat! Als je dat goed tot je door laat dringen moet je wel een aldoor groeiende vreugde voor het leven voelen en er geen afschuw 'Van krijgen! -Zeg jij me nu maar, hoe dit je bevalt'
Hoofdstuk 186: Oneindigheid, eeuwigheid en zaligheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wat zijn het voor geesten, die hun zielen ter ontwikkeling in lichamen van doofstommen plaatsen en in lichamen van mensen die reeds vanaf hun geboorte achterlijk en dwaas zijn? Wat voor geestelijke groei van een mensenziel kan men redelijkerwijs in zulke lichamen verwachten? - Dat is de eerste vraag.
Hoofdstuk 187: Drie bedenkingen tegen het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Hoe zit het met de zielen van kinderen die sterven nog lang voordat hun bewustzijn zich heeft ontwikkeld en waarbij dus helemaal geen sprake kan zijn van een geestelijke groei? Van welke volkomen zuivere geesten uit God aan gene zijde stammen deze af? -Zie, vriend, dat is de tweede, zeer belangrijke vraag!
Hoofdstuk 187: Drie bedenkingen tegen het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] En de derde vraag luidt: Hoe zit het met die zielen, die op aarde in hun lichaam weliswaar heel wat wereldse beschaving en intelligentie hebben verworven, maar dan eigenwillig en geheel eigenmachtig tot ware monsters van de betere menselijke samenleving worden? Waarom hebben hun geesten, die hen in dit bestaan hebben gebracht en die toch van God evenveel wijsheid hebben gekregen als jij, dat toegelaten; en waarom bekommerden zij zich niet meer om die door hen tevoorschijn geroepen zielen die één moeten worden met hen? Of maakt het voor een pure geest niets uit welke trap van ontwikkeling een ziel in deze wereld en in haar lichaam krijgt?
Hoofdstuk 187: Drie bedenkingen tegen het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] JOHANNES gaat verder en zegt: 'Wel vrienden, als voor jullie al op aarde de grootst mogelijke eenvormigheid in alles de vreselijkste verveling zou veroorzaken en jullie alleen maar genoegen scheppen in de meest grootse en talrijke verschillen en veranderingen, -hoe kunnen jullie dan denken dat nog eindeloos veel volmaaktere geesten als hoogste levensintelligenties eeuwig in de grootste eenvormigheid moeten voortleven en dat de een precies zo is als de ander gedurende de hele eeuwige oneindigheid?! O zie toch eens, hoe miserabel en hoogst eenzijdig jullie God Zelf en Zijn oneindige geestenrijk hebben opgevat!
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Kijk, vriend, hier zijn nog een paar dingen die in tegenspraak zijn met wat je eerder zei en die wijzelf met de beste wil niet onder één noemer kunnen brengen! Want ofwel is het tot stand komen van zo'n levens eenwording een hoogst ernstige aangelegenheid, waar het wel en wee gedurende de hele eeuwigheid dus van afhangt -en dan kan het onmogelijk zo zijn dat het de machtige geest van gene zijde niets uitmaakt of zijn ziel, die door zijn macht en intelligentie uit God gevormd of uit de materie ontwikkeld is, zelf een even volmaakt geestelijk wezen wordt als hijzelf of een waar monster -, ofwel het tot stand komen van deze eenwording is geen hoogst en zelfs heilig ernstige aangelegenheid, maar zomaar een willekeurig spel. Dan hebben wij ondanks jouw nog zo diepe wijsheid ontegenzeggelijk gelijk, als we beweren dat in de grote natuurwereld alles slechts een ijdel spel van haar krachten is, en dat wij enkel als een voorbijgaande grap van de grote natuur het leven hebben gekregen, en dat dit met de dood voor altijd ophoudt, ongeacht wat ergens onsterfelijke volmaakte geesten doen, die zich om de hele natuur nooit bekommeren!
Hoofdstuk 187: Drie bedenkingen tegen het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Maar omdat alleen hier het ware en enige kindschap van God te bereiken is, wat alle zuivere oergeesten in de hele oneindigheid heel goed weten en ten volle beseffen, kunnen jullie je wel voorstellen dat heel veel geesten met zielen van andere hemellichamen ook met het doel op deze aarde komen, om een ziel die van een andere wereld komt ook in de materie van deze aarde te laten zuiveren. Wel, velen slagen erin bij de eerste poging, en heel velen niet! Als dan zo'n ziel van een andere planeet in een lichaam van deze aarde dan beslist al zodra ze hier komt, het in deze materie die haar zeer bedrukt niet vol kan houden, wel, dan wordt zij door haar geest onmiddellijk weer naar de plaats gebracht waar ze vandaan is gekomen.
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Sommigen van deze vreemde zielen trekken vaak zelfs door vele andere hemellichamen, tot ze zich tenslotte, door hun geesten geleld, op deze aarde wagen. Sommigen komen van zonnewerelden. Een aantal van hen is al gauw zeer volmaakt; maar anderen ontsteken ook vaak in grote toorn over alles wat er maar op deze aarde voorkomt. Zij worden voor deze aarde vaak zeer kwaadaardige individuen, die roven, moorden en stelen wat ze maar kunnen. Ook hebben ze gewoonlijk geen liefde voor de mensen op deze aarde en proberen hen alleen maar op alle mogelijke manieren schade toe te brengen. Zij ontlopen hier maar zelden de verdiende straf voor hun overtredingen van de aardse burgerlijke voorschriften. Ze keren ook wel vaak naar hun oude plaats van herkomst terug, waar het hun dan ook niet bijzonder goed gaat; want hun geest begint met hen dan vaak een ontzettend harde en pijnlijke tucht, die naarmate een ziel als zodanig trotser, verharder en zelfzuchtig eigenzinniger is, vaak vreselijk lang duurt.
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] Ja, soms gebeurt zelfs met bewoners van deze aarde hetzelfde, als ze zich door de vreemden ertoe laten verleiden om ook zoveel mogelijk kwaad aan te richten. Zulke zielen, waarvan er helaas niet weinige zijn, zijn dan wat men 'duivels' noemt; maar hun geesten van gene zijde zijn dan net zo lang hun pijnigende leiders tot ze zich geheel verbeteren. En zie, juist daarom is er op deze aarde die grote verscheidenheid, en daarom zijn er zulke merkwaardige toestanden onder de mensen op deze aarde. Ik denk nu dat jullie, die duidelijk scherper kunnen denken dan andere gewone doorsnee mensen van deze aarde, volledige duidelijkheid hebben verkregen over jullie vragen! Of is er nu nog iets wat jullie willen weten?"
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] De wederzijdse toenaderingsneiging kan echter alleen maar binnen de heilzame perken worden gehouden, doordat er aan de vrije ziel wetten worden gegeven volgens welke deze met vaste schreden de gang van haar natuurlijke leven kan inrichten. Natuurlijk kunnen zulke wetten, willen ze ten volle werken en zegen brengen, alleen maar door Hem gegeven worden die hemel, geesten, zon, sterren, de maan, deze aarde en alles wat zich erin, erop en erboven bevindt, ademt en leeft heeft geschapen. En dat is van de kant van de Schepper ook te allen tijde gebeurd; alleen waren er altijd maar weinigen die zulke wetten ernstig in alles in acht hebben genomen. Maar degenen die volgens zulke voorschriften leefden, hebben daar ook altijd de ware tijdelijke en eeuwige zegen van geoogst; maar de trage mensen en zij die geringschattend zijn en ongelovig, hebben het tegendeel ervaren aan zichzelf, zoals zelfs ook aan anderen die waren zoals zij.
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wij willen u en deze jonge man daarom nu ook met heelons hart vragen ons de eigenlijke Schepper van de hele geesten en materiewereld in zoverre waarachtig te leren kennen, dat wij ons van Hem een behoorlijke voorstelling kunnen maken; ook willen wij -als de volgens uw woorden meest volkomen mensen en respectievelijk als ware kinderen van Hem -weten, wat wij tegenover Hem moeten doen om zo waardig mogelijk te leven als datgene, wat wij door Zijn wil reeds zijn en steeds meer moeten zijn. Want wij zijn ernstige mensen en hebben een moeilijk buigzame wil; maar wat wij eenmaal aannemen en behartigen wordt dan ook door rotsvaste mannen en niet door wispelturige mensen behartigd'
Hoofdstuk 202: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En bij de joden is er een hoogst goede en wijze Jehova, die gediend wordt door talloze eveneens goede geesten die' engelen' genoemd worden en bereid zijn om de mens de beste bescherm diensten te verlenen; lijnrecht tegenover de goede en almachtige Jehova en zijn engelen is er dan ook een bijna niet minder machtige satan, ook 'leviathan' genaamd, met aan zijn zijde talloze uiterst slechte geesten die men 'duivels' noemt.
Hoofdstuk 224: Aziona vraagt naar het leven van de ziel na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Een veel kleiner deel van de mensen op deze aarde is echter alleen maar wat het lichaam betreft van deze aarde, maar wat de ziel betreft komen ze ofwel van de verschillende sterrenwerelden of soms zelfs als zuiverste engelgeesten uit de zuivere hemelen van de geesten. Dat zijn tot nog toe echter de minst voorkomende.
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...