Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1529 resultaten - Pagina 23 van 102

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[4] En kijk, dan gaat het tijdelijk wat minder goed met onze mensen die een maanziel hebben, omdat zij door zulke vrij rondzwervende, nog steeds slechte zielen -die men best nog duivels (Ouvraci = keerders naar het betere) kan noemen -het eerst en het gemakkelijkst tijdelijk in bezit genomen kunnen worden. Daardoor lijdt de eigen ziel van het lichaam nooit enige schade, maar zij heeft zelfs nog nut van zo'n toestand omdat zij daardoor zeer gedeemoedigd wordt en aan het leven van haar lichaam weinig of helemaal geen plezier meer beleeft, wat voor maanzielmensen heel goed is. Want ten eerste zijn zij ondanks hun helderziendheid voor het merendeel erg eigenzinnig en sterk gebonden aan de geslachtelijke liefde, en ten tweede willen zij altijd gelijk hebben en zijn zij twistziek, gesloten en gemeen, hoewel niet bepaald helemaal boosaardig.
Hoofdstuk 121: Kenmerken van de op aarde geïncarneerde maanzielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Ik heb jullie nu laten zien, wat en wie de mens is en wat hij moet doen om het eeuwige leven te bereiken. Van nu af aan hangt het helemaal van jullie af om daarnaar te handelen. Let echter op, dat jullie nu niet ter wille van de wereld weer in jullie oude onzin en daardoor in jullie oude dood terugvallen, want dan zouden jullie nog veel moeilijker op de juiste weg te brengen zijn dan nu! Ik kan nu persoonlijk niet langer meer bij jullie blijven; maar als jullie Mijn leer blijven toepassen, zal Ik ook in de geest werkend bij en in jullie aanwezig zijn, en wat jullie deze goddelijke geest van Mij zullen vragen in Mijn naam, dat zal jullie ook gegeven worden.
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Maar als de mensheid met het geopenbaarde woord en de wil van God altijd zo omspringt, is het toch geen wonder dat de mensen al binnen honderd jaar na wat voor geweldige openbaring van de waarheid dan ook, nauwelijks méér weten en geloven dan slapende kinderen weten van datgene wat zij in wakende toestand gedaan hebben?! God houdt, ondanks dat, echter nooit op Zich op de meest verschillende wijzen zo te openbaren, dat de mens bij enig nadenken direct kan vaststellen dat het daarbij niet op een natuurlijke manier is toegegaan.'
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Als het arme volk niet in het geding was, zouden wij ons alleen vanwege de priesters zeker geen ogenblik bedenken om de tempel op z'n minst te ontdoen van zijn kwalijke inhoud; maar terwille van het arme volk, dat toch erg aan de tempel hangt omdat het nog gelooft dat Gods geest daarin aanwezig is, willen en zullen wij hier absoluut geen verwoesting veroorzaken.
Hoofdstuk 153: Voorspelling van de Heer over het gericht over de joden. De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Toen herinnerde Ik allen aan datgene wat Ik hun eerder op de heuvel over de gevolgen van de maansverduistering in Jeruzalem gezegd had, en zij waren allemaal verbaasd dat Ik zo precies had kunnen weten wat het verschijnsel voor uitwerking zou hebben, zonder dat Ik in Jeruzalem aanwezig was geweest.
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Deze dag bestem Ik tot een dag van rust en daarom zal Ik niet zo bijzonder veel doen. Jullie kunnen echter naar het feest gaan en zien wat er allemaal gebeurt en luisteren naar wat er allemaal gezegd wordt! En als jullie dan op de middag terugkomen, kunnen jullie Mij vertellen wat de mensen zoal over Mij zeggen; want Ik wil vandaag met Mijn geestesoog en - oor bij het feest aanwezig zijn, omdat er vandaag een puur heidens feest gevierd zal worden. Wie echter hier wil blijven, blijve en denke niet aan dat domme feest!'
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Kijk, alle materie van deze aarde - van de hardste steen tot de ether hoog boven de wolken - is zielestof, maar in een noodzakelijk gerichte en daarom vaste toestand. Haar bestemming is echter weer in het ongebonden, zuiver geestelijke bestaan terug te keren zodra zij, juist door middel van deze afzondering, de levenszelfstandigheid bereikt heeft. Om deze levenszelfstandigheid door een steeds grotere zelfwerkzaamheid te bereiken, moet de uit de gebonden materie vrijgemaakte ziel alle mogelijke levensfasen doorlopen en zich in iedere nieuwe levensfase ook weer opnieuw in een ander stoffelijk lichaam verpoppen, waaruit zij dan weer nieuwe levens en bezigheidssubstanties tot zich trekt en zich eigen maakt.
Hoofdstuk 133: Over de zieleleer. Wezen en doel van de materie. De vrije ontwikkeling van de mens tot het kindschap van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar IK zei: 'Ja, beste mensen, die vind je op aarde niet; maar als onder de mensen op aarde door het erkende woord van God eenmaal het juiste vuur van de liefde tot God en tot de naaste intensief aanwezig zal zijn, zullen de mensen bij dat vuur zeker ook spijzen voor zichzelf bereiden die net zo goed en vaak nog beter zullen smaken dan deze. Ik zeg jullie: De ware, zuivere liefde is het edelste heilige vuur; dat kan alles. Het is de beste kok, de beste waard, het beste kruid voor alle spijzen en de beste spijs zelf. Waarlijk, wie door de zuivere liefde gevoed wordt, wordt waarachtig goed gevoed, en wie daardoor verzadigd wordt, zal in eeuwigheid geen honger hebben! Als die liefde jullie levend zal maken, zullen jullie eeuwig geen dood voelen noch smaken. Doe daarom je best voor die zuivere liefde tot God en je naasten; want die liefde zal jullie alles geven wat je meer dan zalig kan maken! En hoe die liefde er uitziet, hebben jullie in de afgelopen drie dagen gehoord, en dus hoef Ik jullie daarover verder niets te zeggen.'
Hoofdstuk 138: De wondermaaltijd in het huis van de overste. Wezen en werking van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Omdat Ik als de Oereerste en als de enige, grootste weldoener van de mensen Mij daarover echter niet erger, moet jij je ook niet aan hen ergeren, want vergeleken bij Mij heb je voor hen iets heel gerings gedaan! Kijk eens naar die steen, hier op de weg voor ons! Wie zorgt er voor dat hij blijft wat hij is, -buiten Mij? Als Ik op dit ogenblik Mijn wil, die hem in stand houdt, terugtrek, bestaat hij niet meer als materie, maar gaat hij over in zijn geestelijk specifieke toestand, dus terug in de sfeer van Mijn oerideeën, en datzelfde zou Ik ook ogenblikkelijk met de hele aarde kunnen doen als de daden van haar bewoners Mij zouden kunnen ergeren. Omdat deze Mij echter niet ergeren en nooit kunnen ergeren, blijft alles bestaan en laat Ik Mijn zon om het even schijnen over goeden en kwaden, rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Pas aan gene zijde zullen de grote verschillen aan de dag treden, en ieder zal zijn rechter in zich dragen.
Hoofdstuk 164: Lazarus' houding ten opzichte van de tempel. Ergernis en de kwalijke gevolgen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Tot ver in de omgeving van een vuurspuwende berg zul je zulke verschijnselen vaak van heel dichtbij te zien krijgen; maar van de bergen uit de Kaukasus komen alleen maar die stukken hierheen, die toevallig tijdens de uitbarsting zo'n richting krijgen dat zij hier moeten belanden, en ook moeten zij met voldoende kracht uitgeworpen zijn. Bovendien moesten zij zich ook reeds bij het uitwerpen in gloeiende toestand bevonden hebben, waardoor zij gemakkelijker de weerstand van de lucht, die hen hindert in hun snelle vlucht, konden overwinnen, omdat deze door hun hitte ogenblikkelijk verdund werd en daardoor hun vlucht minder belemmerde dan koude en daarom dichtere lucht.
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Toen keken de joden elkaar aan, en vroegen zich af wat dat te betekenen had; want zij wisten niet, dat Ik alleen maar over de Geest sprak, die degenen zouden ontvangen die in Mij geloven. Want -zoals Ik al meermalen heb uitgelegd -de Heilige Geest kon vóór Mijn verheerlijking hier niet aanwezig zijn behalve in Mij. (Joh.7,39)
Hoofdstuk 170: De Heer onderricht in de tempel (Ev.Joh. 7,37-49) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] U alleen, o Heer, heeft de mensen de ogen geopend, met het doel om hun nu te laten zien waar zij met de tempeldienaren aan toe zijn. Maar ook dat helpt slechts weinig, want desondanks doen zij toch op de brutaalste wijze van de wereld wat zij willen, en geen straffende bliksem schiet uit Uw wolken op hen neer! U, o Heer, bent nu Zelf aanwezig op deze aarde als mens met een lichaam, -een verschijnsel dat zijn weerga niet vindt in de hele voorbije eeuwigheid, en dat de hoogste genade is die God Zijn schepselen heeft geschonken. Duizend en nogmaals duizend mensen, waaronder zelfs vele heidenen, erkennen dat met de grootste vreugde en dankbaarheid, en die daar beneden horen luid van alle kanten en van groot en klein deze heilige waarheid bevestigen. Maar in plaats van deze boodschap met alle blijdschap als volledig waar aan te nemen, vervloeken zij nog het volk dat zich wil inzetten voor die waarheid! Je vraagt je af: Wat zijn zulke beestachtige mensen dan waard?'
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Dat stelde de Romeinen gerust, en zij konden toen weer naar de gids, die zich in een ellendige toestand bevond, kijken en wat medelijden voor haar voelen.
Hoofdstuk 185: De genezing van de bezeten jonge vrouw Maria Magdalena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zouden wij als pure geesten bij jullie zijn, dan zouden jullie ons ondanks jullie huidige tweede gezicht toch niet zien. Wanneer jullie echter eens zuiver geestelijk zult kunnen zien - wat jullie het derde gezicht of het geestelijk gezicht kunnen noemen -, dan kunnen jullie' ons wel als zuivere en pure geesten zien. Juist dit derde gezicht is noodzakelijk om net als wij alle andere hemellichamen te kunnen zien, die overeenkomstig in miniatuur ook in jou aanwezig zijn, maar niet doorjouw ziel opgemerkt kunnen worden alvorens zij met de geest uit God een wordt.
Hoofdstuk 191: Over het tweede en derde gezicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Nadat de engel, zoals Ik dat wilde, dit uitriep, vielen allen lichamelijk in slaap, maar konden daarbij toch nog spreken, hoewel zij in deze toestand volledig van al hun zintuigen beroofd waren.
Hoofdstuk 191: Over het tweede en derde gezicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...