Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 23 van 728

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[9] Ik zeg: 'Daar is het kasteel, alleen de kasteelheer is bij u als muiter aangegeven, ga daar heen en onderzoek of u iets van een muiterij kunt ontdekken! -Als u ons echter met geweld wilt dwingen om u te volgen naar uw onrechtvaardige rechtbank, dan zullen wij u ook met een rechtvaardig geweld laten kennis maken, en dan zullen we wel zien, wie aan het kortste eind trekt! Doe maar zoals u wilt! Mijn tijd is nog niet gekomen, Ik heb u gezegd dat men hier geen schuld heeft! Wie echter het recht aan zijn zijde heeft, die moet het recht ook met woord en daad beschermen!'
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De aanvoerder overziet Mijn talrijke gezelschap, en geeft bevel om ons allemaal direkt te vangen en te boeien. Eerst vallen zijn huurlingen en gerechtsdienaars de jongemannen aan en proberen ze te vangen; de jongemannen ontsnappen hen echter steeds zo vaardig, dat ze er ook niet één kunnen vangen. Terwijl de huurlingen en gerechtsdienaars zich zo afmatten met het vangen van de jongemannen, en daarbij steeds verder overal heen zwermen, omdat de jongemannen zo gezien naar alle kanten wegvluchten, zeg Ik tegen de aanvoerder: 'Mij dunkt, dat het moeilijk voor u wordt om ons te vangen.' De aanvoerder wil met zijn zwaard naar Mij slaan; maar op dat ogenblik ontrukt een jongeman hem het zwaard en slingert het buiten gezichtsbereik ver in de hoogte en vernietigt het op die manier .
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik wijs hem er echter op, hoe zojuist de jongemannen alle huurlingen en gerechtsdienaars met touwen gebonden voor zich uitdrijven! Als de aanvoerder dat ziet, begint hij Zeus en Mars en zelfs de Furiën aan te roepen, opdat ze hem zouden beschermen voor deze smaad!
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg echter tegen de jongemannen, dat ze de huurlingen en gerechtsdienaars weer vrij moeten laten, en zij doen dat meteen. Vervolgens zeg Ik tegen de aanvoerder: 'Nu, heeft u nog zin, om verder geweld tegen ons te gebruiken?' Daarop zegt de aanvoerder, dat volgens hem, deze jongemannen goden moeten zijn, anders zou het hen niet mogelijk zijn geweest zijn uitgelezen krijgers zo alleen maar met blote handen te overwinnen.
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Wij trekken verder naar het oosten en komen weldra bij een klein dorpje ongeveer twintig landwegen gaans van het kasteel verwijderd. Alle Inwoners komen ons vrolijk tegemoet en vragen vriendelijk, waarmee ze ons. van dienst zouden kunnen zijn. Ik zeg echter tegen hen: 'Is er bij Jullie niemand ziek?' Ze antwoorden bevestigend en zeggen: ' Ja, één is er, die zwaar aan jicht lijdt!'
Hoofdstuk 66: Dorpje bij Sichar. Genezing van de verlamde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De genezene zegt echter: 'Denkt u mijn vreugde te kunnen verbieden!? Ik lag drie volle jaren als jichtlijder op bed! Als u naar mij toe was gekomen en tegen mij gezegd had: 'Sta op en wandel!', en ik zou op dat gezegde zo gezond zijn geworden als ik nu ben, dan zou ik u en ieder woord uit uw mond goddelijk hoog geëerd hebben, maar omdat u er zo een niet bent en uw macht tegenover die van mijn nieuwe meester helemaal niets is, daarom gehoorzaam ik de machtige heer, - en dus nu weer Jurahel, Jurahel, Jurahel!'
Hoofdstuk 66: Dorpje bij Sichar. Genezing van de verlamde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Op dit commando van de opperaanvoerder gaat het hele Romeinse vanglegioen er zo snel vandoor, als men nog nooit eerder gezien had. De genezene springt en juicht nu echter nog meer en schreeuwt de vluchtenden na: ' Jurahel, Jurahel! Als de mensen vrolijk zijn, is het vee treurig!' -Dan wordt hij rustiger, komt bij Jonaël terug en zegt tegen hem: 'Vriend, als je het niet vervelend vindt om tijdens het lopen te praten, dan kon je mij al wat vertellen over de nieuwe leer van deze Heer, die mij de gezondheid heeft gegeven!? Want als ik zo'n leer tot mijn wet wil maken, dan moet ik hem eerst kennen!'
Hoofdstuk 66: Dorpje bij Sichar. Genezing van de verlamde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Jonaël zegt: 'Dat laten we allemaal aan de Heer over Die nu bij ons is; Hij zal alles in goede banen leiden! Ik zie echter nu al een groep soldaten met een witte vlag uit het plaatsje ons tegemoet komen, dat lijkt me een goed voorteken!'
Hoofdstuk 66: Dorpje bij Sichar. Genezing van de verlamde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] God zag echter dat de mensen de wet der wijsheid nooit zouden kunnen opvolgen, en Hij kwam toen Zelf in de wereld om hen een nieuwe wet van de liefde te geven, die ze gemakkelijk zullen kunnen gehoorzamen. Want in de wet van de wijsheid liet Jehova alleen Zijn licht onder de mensen schijnen; dat licht was Hij echter Zelf niet, maar het straalde slechts uit Hem onder de mensen, zoals ook de mensen uit Hem geschapen zijn, maar daarom nog niet Jehova Zelf zijn. Maar door en in de liefde komt Jehova Zelf naar de mens en gaat in volle werkelijkheid geestelijk in de mens wonen en maakt de geschapen mens daardoor volledig gelijk aan Zichzelf. En dan is het voor de satan niet meer mogelijk, de zo gewapende mens met zijn sluwe streken aan te grijpen, want de geest van Jehova in de mens doorziet altijd de nog zo verborgen gehouden trucs van de satan, en heeft altijd macht in overvloed om de totale onmacht van de satan aan de kaak te stellen.
Hoofdstuk 67: Vesting bij Sichar. De nieuwe wet der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Jaïruth vraagt Mij echter of de uitnodiging wel te vertrouwen is, want hij kent de grote sluwheid van deze opperbevelhebber, die tevens overste is. Die man heeft op deze manier al veel mensen naar de andere wereld geholpen!
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Maar Ik zeg: 'Beste vriend, Ik ken hem ook, hoe hij was en hoe hij nu is. De jongemannen hebben hem een heilig ontzag ingeboezemd, hij denkt dat het beschermgeesten zijn en Mij ziet hij aan voor een zoon van zijn god Jupiter en hij wil nu van Mij horen, wat daarvan waar is. Ik weet echter wel, wat Ik hem zal zeggen!'
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik ben hem echter voor en zeg tegen hem: 'Vriend! Mijn dienaren zijn geen beschermgeesten en Ik ben zeker geen zoon van jouw Zeus! En nu weet u alles wat u van Mij weten en aan Mij vragen wilde.'
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Ik zeg: 'Het persoonlijke volgen is, indien mogelijk, tesamen met het zedelijke volgen, het meest aan te bevelen. Als het persoonlijke volgen echter door een werkkring, die ook noodzakelijk is, niet mogelijk is, dan voldoet ook een nauwgezet zedelijk volgen. Maar het geweten moet Mij als grondslag hebben van de liefde tot Mij en alle mensen, want dan berust het op de zuivere waarheid. Het zedelijk volgen zonder meer, zou anders geestelijk dood zijn. -Begrijpt u dat?'
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] De overste zegt: 'Dat is onbegrijpelijk! Als het echter zo gelegen is, wat moet ik dan met al mijn mooie goden? Mijn overgrootouders hebben aan hen geloofd; is het dan juist, als ik dit geloof van mijn voorvaderen trouw blijf, of moet ik in de God van de Joden gaan geloven?'
Hoofdstuk 68: De overste en het toepassen van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Want als je uit de leugen leeft, dan is je leven zelf een leugen en kan nooit werkelijkheid worden; als je leven echter gebaseerd is op de waarheid, en is het zelf ook waarheid, dan is alles wat het leven je brengt werkelijk en reëel! Uit de leugen kan niemand de waarheid halen of leren kennen, want de leugen liegt over alles. Alleen degene, die uit de geest der waarheid opnieuw geboren wordt en in zichzelf waarheid, ja zelfs totale waarheid wordt, die ziet zelfs in de leugen wat de waarheid is!
Hoofdstuk 69: Het verstand kan talloze goden creëren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...