Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5122 resultaten - Pagina 23 van 342

...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...
[12] ALLEN zeggen: " Amen, dit moet onze eerste en hoogste plicht zijn!" -Toen gingen deze mensen in huis en de kinderen maakten een avondmaal klaar; want ze waren allemaal hongerig.
Hoofdstuk 33: Genezing van de zieke familieleden van een oude Jood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Een van de OUDSTEN zegt: "Nu ja, wij zullen wel gaan; maar je zou ons toch wel het plezier kunnen doen om ons te zeggen wie jullie heeft geholpen! Dagelijks hebben wij zeven uur lang voor jullie gebeden en zouden daarom willen weten, of jullie soms toch wonderbaarlijk door ons gebed zijn genezen! Want op natuurlijke wijze waren jullie in geen geval meer te helpen! Zeg het ons daarom; zoiets kost jullie toch niets!"
Hoofdstuk 34: De hebzucht van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: "Laten we er niet meer over praten! Zij zijn reeds voldoende gegeseld en gestraft omdat zij niet in Mij geloven; want hun ongeloof zal eens hun onverbiddelijke rechter zijn, die zij van de duizendmaal niet eenmaal zullen kunnen weerstaan! Waarlijk, zeg Ik je, eerder en gemakkelijker zullen alle hoeren, echtbrekers en dieven in het Godsrijk binnengaan dan deze ongelovige bokken en lomperds! Oh, Ik zeg je, omdat Ik het maar al te goed weet: Deze bokken en lomperds zijn niet zo ongelovig als ze er uit zien; ze willen alleen maar niet geloven, om des te vrijer te kunnen zondigen! Want als zij vanwege de tekenen Mijn leer zouden aannemen, dan kregen zij ook een geweten, dat hen zou hinderen in hun slechte doen en laten. Daarom geloven ze maar liever niets en redeneren ze elkaar iedere nog zo voor de hand liggende waarheid uit het hart, opdat ze toch maar onbelemmerd kunnen doen wat hun slechte lusten hen influisteren. Vriend, er zou nog veel meer te zeggen zijn, maar hier kan men beter zwijgen! Daarom laten we hen zoals ze zijn, want wat eenmaal van de duivel is, is op de gewone manier heel moeilijk goddelijk te maken!"
Hoofdstuk 25: Het oordeel over de burgers van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Oordeel nu zelf, en denk er goed over na: Stel dat er ergens een mechanisch kunstwerk zou bestaan, dat gedurende een lange tijd goed werkte en beantwoordde aan de wil van de meester, maar tenslotte toch bleef staan, omdat het een of andere onderdeel was stukgegaan. En stel dat er dan een opgeblazen en verwaand mens zou komen, die tegen de eigenaar van de machine zou zeggen: 'Geef dat kunstwerk maar aan mij, ik zal het repareren!', en de eigenaar zou dit doen in de mening dat de grootspreker ter zake kundig was, -wat zal er dan, als de snoever met zijn zeer ondeskundige handen aan het kunstwerk prutst, binnen de kortste keren met de machine gebeuren? Zal deze totaal van alle kennis der mechanica gespeende snoever, die er alleen op uit is om de blinde eigenaar van de machine een paar goudstukken te ontfutselen, de machine niet meer schaden dan van nut zijn? Of zal hij die tenslotte niet zo geheel in het ongerede brengen, dat zelfs de echte meester, de bouwer van de machine, deze nauwelijks meer zal kunnen repareren?
Hoofdstuk 27: Gods wet maakt uit mensenmachines mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De SCHOONZOON van de oude, een krachtig man in werken en spreken, zegt: "Waarom vraagt u dat? U heeft ons niet geholpen en zodoende zijn wij elkaar wederzijds niets schuldig! U bent niet voor ons heil naar ons toegekomen, maar voor de erf-tiende; en ik zeg u: wat dat betreft kunt u eeuwig bij ons weg blijven! Want kunt, wilt of waagt u het niet een bedreigd huis hulp te geven, laat dan iemand maar zeggen of hij u nodig heeft! Dit huis zal zeker nooit op u zitten te wachten! Waarlijk, u bent in al uw doen en laten slechter dan het slechte kruipende gedierte, dat er alleen maar is om te vreten, niets goeds te doen, maar wel allerlei goede vruchten der aarde slecht te maken en te bederven! Ga dus daarom snel uit onze ogen, anders vergrijpen wij ons aan u!"
Hoofdstuk 34: De hebzucht van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Maar Jehova kent u en zal u ook zeker zo spoedig mogelijk het al sinds heel lang verdiende loon geven! God heeft thans Jezus, de zoon van Jozef de timmerman, geroepen, zoals eens Mozes, en deze Jezus, die ons allen door zijn machtwoord van verre ogenblikkelijk heeft genezen, zal u ook zeker zeggen hoeveel uw verdienstelijkheid bij God waard is; want hij is vervuld van Gods geest, u daarentegen van de geest van Beëlzebub! Laat u daarom nu voor de laatste maal gezegd zijn te verdwijnen en nooit meer dit huis te betreden, -anders zal het u slecht vergaan!"
Hoofdstuk 34: De hebzucht van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] VERSCHEIDENE zeggen: " Je hebt gelijk, doe dat!"
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[27] ALLEN zeggen: "Wij zullen ons geheel afzijdig houden, dat zal het beste zijn; want dan maken wij ons zowel in Rome als in Jeruzalem geen vijanden en dat is het beleid waarnaar wij ons leven moeten richten."
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg echter tegen hem: "Wat u Mij wilt zeggen, dat weet Ik; maar wat Ik u te zeggen heb, dat weet u niet, luistert u dus naar Mij."
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dan richt Cyrenius zich tot de beide ENGELEN en vraagt hen hoe dat nu mogelijk was. Maar zij wijzen met hun hemels mooie handen zeer eerbiedig naar Mij en zeggen met heldere en welluidende stem: "Zijn wil is ons bestaan, onze kracht en onze snelheid! Uit ons zelf kunnen wij niets; als Hij wil, nemen wij Zijn wil in ons op, en kunnen daardoor dan alles. Onze schoonheid, die nu al uw aandacht opeist, is onze liefde tot Hem, en deze liefde is niets anders dan Zijn wil in ons! Als u echter net als wij wilt worden, neem dan Zijn levend woord in uw hart op en volg dat vrijwillig, dan zult u daardoor ook net als wij de almachtige kracht en sterkte van Zijn woord in u hebben. Als Hij u dan zal roepen om naar Zijn wil te handelen, dan zullen u alle dingen mogelijk zijn, en u zult meer kunnen doen dan wij, omdat u geheel uit Zijn liefde bent ontstaan, terwijl wij alleen nog maar uit Zijn wijsheid voortkomen. Nu weet u hoe gemakkelijk wij dat, wat u zo verbaasde, kunnen doen. Handel in de toekomst geheel naar Zijn woord, dan zullen ook u heel wonderbaarlijke dingen mogelijk zijn!"
Hoofdstuk 38: Het menselijke en goddelijke van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Daarom zeggen wij u nog eens: Erger u niet als de Heer Zich in uw bijzijn als mens gedraagt, want die vorm is uit Hem Zelf voortgekomen."
Hoofdstuk 38: Het menselijke en goddelijke van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] IK zeg: "Wat zou je ervan zeggen als Ik je van je eed ontsloeg, als je er helemaal vanaf zou zien de Farizeeën de hen toegedachte berisping te geven, omdat zij aan jouw dreigement van gisteren toch al genoeg te verwerken hebben?"
Hoofdstuk 39: Engelenwoorden in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De VRAGENDEN trekken zich een beetje verbouwereerd terug en zeggen: "Werkelijk, het onderwerp is zo helder als glas, en toch stelden we zo'n domme vraag!? Het ligt zo voor de hand! Als we vaak over de oude dagen spreken, dan moeten er ook jonge en jongste zijn! Dat was, was, was, was -toch erg dom van ons! Vanuit Zijn oneindige wijsheid moet er toch oneindig veel geduld opgebracht worden om ons te dulden!"
Hoofdstuk 42: De jongste dag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De VRAGERS zeggen: " Ja, ja, wij waren echt zo dom om het niet te weten, en hadden altijd een verschrikkelijke angst voor zo'n dag, die eens moest komen! Nu weten we echt wat het betekent; maar nu schamen wij ons ook behoorlijk, dat iets wat voor iedereen zo duidelijk zichtbaar was, ons kon ontgaan!"
Hoofdstuk 42: De jongste dag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De ENGELEN zeggen: "U heeft wel gelijk, maar zeg dat niet zo luid! En als u Hem menselijk vindt, erger u dan niet; want al het menselijke zou niet menselijk zijn, als het niet in alle eeuwigheden voordien, goddelijk zou zijn geweest. Als Hij Zich daarom bij tijd en wijle volgens uw bekende en gewende manieren gedraagt, dan gedraagt Hij Zich niet op een voor Hem onwaardige manier; want iedere vorm, iedere gedachte was eerst in Hem voordat zij door Zijn wil een buiten Hem bestaande, vrije wil begon aan te nemen en te vormen. Er is in de oneindigheid geen voorwerp en geen wezen dat niet uit Hem zou zijn voortgekomen. Deze aarde en alles wat in en op haar leeft, is niets anders dan Zijn eeuwig onveranderlijke vastgehouden gedachte, die door Zijn woord werkelijkheid werd. Als Hij deze werkelijke gedachte nu in Zijn gemoed en wil zou laten vallen, iets wat Hem helemaal geen moeite zou kosten, dan zou er op hetzelfde ogenblik ook geen aarde meer zijn, en alles daarin en daarop zou haar vernietigende lot delen.
Hoofdstuk 38: Het menselijke en goddelijke van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36  ...