Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6808 resultaten - Pagina 24 van 454

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[24] Nu brengen de Farizeeën hen tot Mij, en ze vallen voor Mij neer en geven God de eer, omdat Hij aan een mens deze kracht gaf!
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Vriend, Ik hoop niet dat je er aan twijfelt, dat Ik precies weet wat ze van Mij denken; en daarom vind Ik het helemaal niet nodig dat we hen in hun persoonlijke bespiegelingen storen. Bovendien komt er morgen nog een dag, waarop nog menige zaak uitstekend geschikt kan worden. Laat ze vannacht maar goed doorgisten! Want net zoals voor de nieuwe most de gisting nodig is, opdat uit de most een alcoholische wijn ontstaat, zo heeft ook ieder mens een soortgelijke gisting in zijn gemoed nodig als hij over wil gaan in het volle en ware geestelijke.
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kijk, als een mens alles heeft wat hij behoeft, dan voelt hij zich heel behaaglijk; hij heeft nergens zorgen over, hij doet niets, geniet overal van en vraagt zich niet af of er een God is, of er een leven is na de dood van zijn lichaam, of de mens niet meer is dan een dier of dat het dier meer is dan de mens. Bergen en dalen maken geen verschil voor hem, winter en zomer doen hem niets; want in de zomer heeft hij schaduw en verkoelende baden en in de winter heeft hij een goede verwarming en warme kleren.
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na het avondmaal zegt Ahab: 'Heer, vanzelfsprekend heb ik voor mijzelf al sinds Jesaïra een heel duidelijk beeld van Uw wezen, en voor mij en mijns gelijken waren zulke geweldige tekens niet nodig geweest om ons meer dan voldoende ervan te overtuigen, dat U Jehova Zelf bent, Die werkt door middel van een van de aarde als het ware geleend mensenlichaam. Maar ik vraag mij af of de vijf Farizeeën uit Bethlehem, die overigens echte mannen van eer schijnen te zijn, er serieus niets van merken wie degene zou kunnen zijn, die hun zieken zo wonderbaarlijk genezen heeft. Als ze ook maar enig idee hebben, dan ligt het toch erg voor de hand dat een gewoon mens zoiets in der eeuwigheid niet kan. Ik denk dat ze eens wat aan de tand gevoeld moeten worden, dan zal wel vlug blijken wat ze in hun hart over U denken.'
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nu, zo'n mens leeft dan in net zo'n rustig gangetje als een gemeste os in de stal en denkt ook niet veel meer dan een os en is derhalve niets meer dan een genietend dier in menselijke gestalte.
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ja, als in het innerlijk van een mens niet echt een gevecht met zichzelf en zijn verschillende eigenschappen plaatsvindt, is alles nutteloos wat men van buitenaf met hem wil doen!
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De leerzame levensverhoudingen van de mens zijn me nu volkomen duidelijk, en bijna zou ik hier een voorname grondregel voor het.leven opstellen en ik geloof, dat ik daarmee niet ver naast de roos zou schieten! 'Laat maar eens horen!', zeg Ik, 'Ik wacht met Mijn oordeel, tot je hem hebt uitgesproken.'
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ahab zegt: 'Wat een mens zichzelf niet verschaft door zijn oorspronkelijk ontvangen eigenschappen te gebruiken, dat kan geen God hem geven, want dan zou hij vernietigd worden! God kan alles, maar daar heeft de mens niets aan!
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Nee, vriend Ahab, werkelijk, je hebt de spijker nu precies op de kop geslagen; het is zo! Wat de mens zich met zijn eigen hem geschonken krachten niet zelfstandig verschaft, dat kan en mag God hem ook niet geven zonder hem daardoor te oordelen!
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Judas Iskariot zegt: 'Heer, als dat zo is, dan moet de mens de slaap mijden als de pest; want tijdens de slaap rusten er toch ook een aantal levenskrachten, al zijn het dan ook uiterlijke!'
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Bekijk dan eens een rover en moordenaar! Deze mens, die overigens alle arbeid schuwt, en eigenlijk een vleselijke duivel is, ligt dagenlang ergens in zijn roversnest; alleen als de wachtposten hem meedelen dat er een rijke karavaan voorbij zijn roversnest zal trekken, gaat hij met zijn kornuiten mee op de loer liggen en valt dan de voorbijtrekkende karavaan meedogenloos aan en berooft haar, en vermoordt de kooplieden om niet verraden te worden! En dat is een vrucht van het nietsdoen.
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Waar komt dat door? Door zijn eigen te grote zin om te rusten en het daarmee verbonden zelfbedrog, dat de rust de mens zou versterken.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ook veroorzaken nood en tegenspoed in de mens opeenvolgende gistingsprocessen, waaruit zich op den duur toch iets geestelijks ontwikkelen kan.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] En als Ik u een juist antwoord zou geven, dan zou u het toch niet aanvaarden. Want u ziet wel datgene, wat zich in de stoffelijke wereld bevindt en gebeurt; maar wat de geest en diens rijk en werken betreft, dat is vreemd voor u, en u kunt daarom ook niet begrijpen en voelen wat het wezen en werken van het Godsrijk in de mens is.
Hoofdstuk 222: De vijf Farizeeën. (5.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als Ik hen echter zonder meer verteld zou hebben, dat Ik als Zoon van de Allerhoogste de beloofde Messias was, dan zouden deze orthodoxe Joden zich bovenmatig zijn gaan ergeren en zouden Mij voor een magiër gehouden hebben die zich het hoogste aanmatigde en die met de satan een verbond had gesloten, en als zo iemand zouden ze Mij ook belasterd hebben, en de genezing van hun hierheen gebrachte zieken zou voor hun de ergste steen des aanstoots geworden zijn! Maar omdat ze Mij nu voor een pure Esseen houden, gaan ze heel gemoedelijk naar huis en loven en prijzen God die de mens zulke geheime kennis en kracht geeft, dat hij de lijdende mensen de zekerste, hoewel wonderbaarlijkste hulp kan geven!
Hoofdstuk 223: Een les in het geven van onderricht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...