Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5767 resultaten - Pagina 24 van 385

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[5] Kisjonah nodigde ook de doornatte en vermoeide groep uit voor het middagmaal; maar zij namen de uitnodiging niet alleen niet aan, maar begonnen te morren en scherpe verwensingen te uiten tegen zulke sabbatschenders en sabbatbrekers; want een echte Jood mag voor zonsondergang niets doen en ook niets eten, -het was slechts toegestaan om driemaal te drinken.
Hoofdstuk 147: De gelijkenis van de fluitende kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Er is echter nog een veel groter verschil tussen jouw aarde en de maan, en dat is, dat de maan slechts aan één kant, die je echter niet zien kunt, bewoond wordt door wezens van mijn soort, terwijl de aarde aan alle kanten bewoond wordt of voor het grootste deel bewoonbaar is.
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Er waren ditmaal alles bij elkaar tegen de achthonderd mensen op de berg, die een heel brede top had, waarop slechts een stuk rots van één bij vijf vadem omhoog rees, dat echter vanaf de zuidkant eveneens goed te beklimmen was. Allen aten en dronken en werden verzadigd, en loofden en prezen Mij voor deze wonderbare maaltijd. En Kisjonah zei vanaf de rots, waar hij voor deze gelegenheid was opgeklommen:
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Maar, zoals reeds aangeduid, daar bij de mens het verstand vaak helemaal niet ontwikkeld is en de mens slechts het geloof heeft, dat in zekere zin op zichzelf slechts gehoorzaamheid van het hart en zijn wil is, daarom moet de mens heel voorzichtig behandeld worden opdat hij niet ten prooi valt aan waandenkbeelden of op de verschrikkelijkste zijwegen terecht komt, zoals dit bij alle heidenen en ook in deze tijd bij zeer velen maar al te duidelijk de treurige waarheid is.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Dit gezegde van Mozes heeft dus beslist geen materiële, maar slechts een geestelijke betekenis, en het grijpt alleen met geestelijke symbolen terug op de vroegere schepping der werelden, dus van het geestelijke naar het materiële, -wat waarschijnlijk alleen de wijsheid van een engel doorgronden kan. Maar zoals het er staat heeft het slechts een zuiver geestelijke betekenis en Iaat weten, hoe eerst de enkele mens, en dan ook de hele mensheid, van tijd tot tijd en van periode tot periode wordt gevormd, van het oorspronkelijk noodzakelijke natuurlijke naar het steeds meer geestelijke.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] 'Zolang de mens een schepsel is, is hij tijdelijk en vergankelijk en kan niet blijven bestaan; want ieder mens is als natuurlijk schepsel slechts een bruikbaar vat ten nutte van de echte mens, die zich daarin met voortdurende hulp van God kan ontwikkelen.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Vriend! Wat je Mij nu gezegd hebt, wist Ik allang! Ja, Ik zeg je, zo zal ook het einde van Jeruzalem zijn! Maar eerst moet in die stad al datgene nog gebeuren, wat door al de profeten over haar voorspeld is, opdat de schrift vervuld en haar maat vol wordt. En het zal nu geen zeventig jaar meer duren tot er geen steen meer op de andere gelaten zal worden! En als dan iemand zal vragen waar de tempel stond, dan zal er niemand zijn die de onderzoeker kan inlichten!
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Het uitspansel dat Mozes bedoelt, is de vaste wil volgens de ordening van God, die voortkomt uit het juiste begrip en uit de liefde, die het gezegende aardrijk des levens is. Deze wil kan slechts voortkomen uit de vruchten schenkende volheid van de echte liefde tot God in het mensenhart, die ontstond uit het hemelse licht dat God in de mens liet stromen toen Hij zijn innerlijke duisternis verdeelde in avond en morgen. Deze echte liefde tesamen met het juiste inzicht en het ware verstand, hetgeen zich in de mens uit als een levend geloof, is de hemel in de mens. En de daaruit ontsproten vaste wil om te voldoen aan Gods orde is het uitspansel in de mens. En aan zo 'n uitspansel geeft God, als dat geheel overeenstemt met Zijn liefdevolle wil, nieuwe lichten uit de hemel der hemelen, ofwel de zuivere vaderliefde in het hart van God. En de lichten verlichten dan de wil en maken dat deze het inzicht krijgt van de engelen en verheffen daardoor de geschapen mens tot het ongeschapen Kind van God, dat zich door de eigen vrije wil nu aangepast heeft aan de goddelijke ordening!'
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Spreek met je soortgenoten over het hier geleerde alsof je het niet van Mij hebt gehoord, maar alsof je het persoonlijk had bedacht! Slechts als je vrienden als het ware deel hebben aan jullie leer, dan mag je ze pas onder vier ogen vertellen van Wie je die leer hebt ontvangen, en welke tekens daaraan vooraf zijn gegaan!
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Gedurende de korte tijd dat we hier nog op deze hoogte zullen blijven, zullen jullie nog meer wonderbaarlijke dingen beleven; want Ik wens het geloof van jullie zo krachtig mogelijk te maken. Maar denk bij alles wat je nog zien en horen zult aan het zojuist gegeven gebod; want als je je daar niet aan houdt geldt voor ieder van jullie, dat je een jaar lang getroffen zult worden door de straf waar Ik voor heb gewaarschuwd!'
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Als dus het lichaam van de mens voornamelijk aan een uit het gericht geheven geest gegeven wordt, opdat hij daarin in een geheel eigen wereld een vrijheidstest zal ondergaan, is het wel duidelijk, dat de vólmaakte geesten het vleselijke lichaam helemaal niet nodig hebben, omdat het vlees slechts een middel, maar nooit een doel is en kan zijn, omdat uiteindelijk alles toch weer geestelijk en nooit meer stoffelijk moet worden.
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg tegen jou en jullie allen: Zo ver is het nu gekomen, dat alle mensen totaal verloren zouden zijn, als Ik, de Heer Zelf, niet in de wereld was gekomen om jullie te verlossen van het juk van de satan en diens eeuwige verderf; en Ik Zelf zal het uiterste moeten doen, om aanvankelijk slechts het kleinste deel van de mensen op te heffen in het ware hemelse licht.'
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Jehova voerde toch zichtbaar de kinderen uit Egypte; ze zagen Hem dag en nacht; in de woestijn, waar Hij de wetten gaf, voedde Hij hen op wonderbare wijze gedurende veertig jaar. Het regende er van steeds maar grotere wonderen! En sla de geschiedenis er nu eens op na, werp een blik op onze tegenwoordige levens, godsdienst en andere vriendschapsverhoudingen en kijk dan eens naar de voormalige kinderen Gods, en je vindt niets meer terug van wat ze eens waren!
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De oude vergaf het hen ook dadelijk van gans er harte. Maar de drie engelen kwamen toen naar de vrouwen toe en zeiden: 'Luister naar ons, vrouwen! Deze oude is een nakomeling van Tobias, die blind was, en die we met de gal van een vis weer ziende hebben gemaakt, en alle nakomelingen van deze oude Tobias, die doodgraver was, hebben als ze oud zijn om een bepaalde reden, die alleen God en wij maar kennen, zwakke ogen. Wij zeggen u echter, dat het een grote zonde is en op een lichtvaardig hart wijst, als men om een blinde lacht, in plaats van hem de hand reikt en hem over voetpaden en oneffen wegen leidt. Als jullie niet geweten zouden hebben, dat de oude, die ook Tobias heet, voor meer dan de helft blind is, dan zou je niet gezondigd hebben; maar omdat je wel wist, dat de oude slechts voor de helft ziet, en toch gelachen hebt, zondigden jullie en verdien je een grote straf; maar omdat hij het je na jullie verontschuldiging vergeven heeft, willen wij het je ook vergeven.
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De engelen antwoorden: 'Zie je Hem dan niet, die daar voor je met Kisjonah naar het hoogopvlammende vuur kijkt en luistert naar de zangen en psalmen van de herders? Niet wij, maar Hij heeft de oude Tobias het licht van zijn ogen weergegeven! Ga naar Hem; Hij is de Heer en kan doen wat Hij wil; Hij alleen kan je het licht van je ogen weergeven! Uit ons zelf zijn wij tot net zo weinig in staat als wat jij uit jezelf kunt. Wij zijn slechts Zijn dienaren en wachten op Zijn bevelen.'
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...