Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

11480 resultaten - Pagina 24 van 766

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[8] De hoofdman zegt weer: 'Jij bent hier een beginneling en praat naar jouw nog zeer beperkte inzicht. Je hebt nog te aardse en verkeerde opvattingen over de Godheid en je dicht haar nog alwetendheid en onbeperkte macht toe. Je ziet de Godheid nog steeds als een ongedeeld, allesbeheersend wezen, voor wie alleen de wil al volstaat om myriaden nieuwe werelden uit zichzelf te scheppen. Dat kan zij weliswaar en dat doet zij ook voortdurend omdat dit haar grootste plezier is, maar wij weten waar zo'n verlangen van de Godheid mettertijd op uit zal draaien. Kijk vriend, die oude verzwakte Godheid is armzalig kinds geworden! Ze is almaar bezig met scheppen en nog eens scheppen, hoe haar scheppingen ook uitvallen! Heb je op aarde dan nog niet opgemerkt dat de Godheid de draad kwijtraakt? Zij overlaadt de bomen met ontelbare bloesems en heeft tenslotte te weinig materiaal om al die bloesems tot vruchten te laten uitgroeien. Zo zet ze ook almaar mensen en nog eens mensen op de wereld. Als ze hen tenslotte niet meer kan onderhouden, dan moet ze haar lievelingen als vliegen laten sterven. En overal zul je dergelijke goddelijke onbeholpenheden opmerken, maar jammer genoeg niet kunnen vermoeden waarin de oorzaak schuilt. Wij weten echter maar al te goed, hoe de Godheid steeds zwakker en zwakker wordt en tenslotte met haar grote huishouding aan lager wal moet raken. Zodoende is het voor ons ook mogelijk om plannen te ontwerpen, die haar ondergang noodzakelijkerwijs moeten bespoedigen.'
Hoofdstuk 16: Cado komt vrij en neemt wraak. De hoofdman bindt in. Satanisch helleplan. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] En verder op de achtste trede leest hij weer: 'Je schrikt van de grote hoeveelheid slechte geesten in jou, die op aarde je vlees en bloed hebben beheerst en je vraagt met Paulus: 'Wie zal mij verlossen van mijn vlees en bevrijden van de banden des doods?' Ziedaar; Christus, die gedood werd, is verrezen en leeft: Hij is Heer in eeuwigheid! Was Hij in de dood gebleven, als dat mogelijk zou zijn geweest, dan zou jij eveneens verzekerd zijn van de eeuwige dood. Omdat Christus echter verrezen is, zoals jij Hem nu zelf ziet, is het onmogelijk dat er iemand in het graf zou kunnen blijven. Want zoals door die ene slang de dood over al het vlees kwam, zo kwam ook het leven door die ene Godmens over al het vlees van de mensen der aarde, maar tegelijkertijd ook een nieuw gericht, ofschoon het oude gericht, dat de dood in zich borg, door de opstanding van deze Ene voor eeuwig werd vernietigd. Dit nieuwe gericht is ook een dood, maar geen dood ten dode, maar een dood ten leven! Leg je toe op de liefde door jouw liefde, opdat dit nieuwe gericht van jouw vlees door de werken van die Ene tot een waar leven wordt. Je staat aan de bron, drink volop van het levende water!'
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[20] Ik zeg: Hier en daar vindt men ook zulke mensen; maar ze zijn bijna zeldzamer en kostbaarder geworden dan de grote diamanten uit een kroon. Deze mensen leven eenvoudig, zoveel mogelijk van de wereld afgezonderd en hun vreugde ben Ik en het onderwerp van hun gesprek ben Ik ook. Waarom dan? Omdat, waar het hart vol van is, de mond overloopt! Dus ben Ik ook degene, met wie hun hart zich bezighoudt en al het andere in de wereld kan hen niets schelen.
Hoofdstuk 19: 'Ik zal u geen wezen laten blijven, Ik kom tot u!' (Joh.14:18) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[4] Om dit zo duidelijk mogelijk te maken wil Ik een paar voorbeelden geven! We zullen van het kleine omhoog gaan naar het grote, of van het bijzondere naar het algemene.
Hoofdstuk 23: 'Blinde leidslieden, die de mug uitzift maar de kameel in slokt!' - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[13] Hij is op de juiste weg; maar hij weet ook, dat de Heer het meest innerlijke van alle dingen is en dus in dit grote gedrang op deze weliswaar rechte weg, toch niet te ontdekken zal zijn. Maar de begeerte om de Heer te zien is machtiger dan die tegenwerping en machtiger dan dit hinderlijke gedrang en vordert van de mens alle kracht, zich zo hoog mogelijk te verheffen en zo'n punt te bereiken, waarvandaan men over het gedrang heen en toch temidden van het gedrang, de Heer kan zien.
Hoofdstuk 31: 'En hij (Zacheüs) liep snel vooruit en klom in een moerbei vijgeboom om Hem te zien; want Hij zou daar langs komen' (Luk.19:4) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[4] Zulke mensen moeten in de geestenwereld in grote schijnbare verlatenheid komen en in de diepste nacht; eerst dan is het mogelijk hen te veranderen. Hoe moeilijk het hier op aarde zou zijn om zo'n bisschop op de ware apostelweg te brengen, daar is het even moeilijk en nog veel moeilijker, omdat hij daar van buiten af als geest natuurlijk geheel ontoegankelijk is, want in hem is niets dan dwaling, een verkeerde grondslag en een in wezen heerszuchtige neiging.
Hoofdstuk 10: Bisschop Martinus op dwaalwegen - Wenken van de Heer over geestelijke toestanden en de beelden die daarmee overeenkomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Luister: God zou van het mooiste vrouwelijk geslacht moeten zijn, jou grote macht en glans verlenen en je bovendien nog moeten toestaan dat je met een nooit aflatende mannelijke kracht de mooiste meisjes zou beslapen; God zou je alles moeten gunnen wat jij je als aangenaam voorstelde in je fantasie, en zelfs als het mogelijk zou zijn Zijn Goddelijke wezen tenslotte aan jou afstaan, opdat je dan met de hele oneindige schepping, om het zo maar eens te zeggen, naar believen op schandalige wijze zou kunnen omspringen.
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Ach God, grote, almachtige Meester der schepping, hoe is het U toch mogelijk geweest om in de hoogst eenvoudige menselijke vorm, die in de grond toch steeds dezelfde is, een zo oneindige veelsoortigheid en schoonheid tot stand te brengen en dat in talloze verschillende varianten! Ik zou me wel één mooiste vorm kunnen voorstellen, maar alle andere zouden dan minder mooi zijn; hier zijn er echter talloze en elke vorm is oneindig mooi in haar soort! O Heer, dat is onbegrijpelijk, totaal onbegrijpelijk!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Zie nu echter verder wat daar gaat gebeuren! Maar bekijk vanaf nu alles met andere ogen en een ander gemoed, dan zul je daaruit het juiste profijt trekken. Want dit alles laat de Heer hoofdzakelijk vanwege jou gebeuren, opdat je zo vlug mogelijk tot de echte wedergeboorte van je geest en tot hemelse omkleding van je ziel moge komen! Daarom zeg ik nog eens: Let daarom zorgvuldig op alles, wat ik je nu heb gezegd, dan zul je een onberekenbaar profijt daarvan hebben en het zal je grote helderheid verschaffen!'
Hoofdstuk 73: Martinus' opmerkingen en Borems wijze raadgevingen over de wegen van de eeuwige liefde - De brandende dames van het H. Hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ja, de Heer moge mij de verlossing alleen volgens Zijn genade geven, evenals ook aan al deze schepselen die nu nog min of meer blind zijn. Want zolang men hier in dit rijk, in deze wereld van de geesten niet helemaal thuis is, kan men ook nooit tot een volledige innerlijke, zalige tevredenheid komen. Men kan hier echter nergens thuis zijn dan alleen in het huis van de Heer, in het heilige Vaderhuis. Mijn grootste verlangen is daarom, zo spoedig mogelijk bij de Heer te zijn. En daarom wil ik nu dan ook goed letten op de kleinste details, opdat ik al gauw de grote verlossing deelachtig mag worden. - Dus nu maar weer de ogen gericht op het achterhoofd van deze dame!
Hoofdstuk 83: Martinus' verlangen naar de Heer - De vissen in de zak – Het sorteren van de vissen - De kelk, het vat van genade en andere analogieën - Het begin van de verlossing van Martinus' geest - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] 0 vriend, als ik duizend harten zou hebben en het mooiste wezen zou zijn, dat ooit onder de stralen van de zon wandelde: al die harten zullen van jou zijn en mijn mooie ogen zullen zich nooit van je afwenden, als je mij de waarheid zegt over datgene, wat je mij nog als antwoord schuldig bent. Ik heb echter maar één hart; dit ene hart zal je echter liefhebben als duizend harten, als je voor mij een ware vriend bent en mij óf in woorden óf indien mogelijk daadwerkelijk de grote Lama toont. Maar wee jij, als je het waagt om mijn hart, dat jou zo onmetelijk wil liefhebben, om de ruin te leiden!
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Je kunt daaruit met je gezalfd hoofd opmaken, dat ik in de grote orde van God zeker ook noodzakelijk ben. En dat God door mijn oergedaante zeker geen onwijsheid ten grondslag heeft gelegd aan alles wat is en wordt. Zeg dat het zo is, als je dat inziet en je aan God de volledigste eer wil geven. Hoe is het mogelijk dat jij met je gezalfde hoofd niet inziet, dat jij, als je Gods werken belastert, ook noodzakelijkerwijs over God Zelf kwaadspreekt en Hem - weliswaar in je vergeeflijke grote domheid - een grote knoeier noemt?!
Hoofdstuk 116: Een scène met Satan tot lering voor de kinderen Gods - Martinus' woordenstrijd met Satan - Martinus in het nauw - Raad van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] (EEN CHINESE:) 'Onloochenbaar gevolmachtigde van God, zeg ons toch vanuit uw grote wijsheid, waarvan wij ons zeer bewust zijn, wat toch wel de eigenlijke oorzaak is, dat onze Chanchah zo sterk tot u wordt aangetrokken? Zij heeft immers zo'n liefde tot u, dat er zeker geen mens is die een grotere liefde tot Lama zou kunnen hebben, ook al zou deze - zo dat mogelijk zou zijn - ook zichtbaar voor hem staan.'
Hoofdstuk 123: Het geestelijk ontwaken van de andere Chinezen en de monniken - De jaloerse nonnen en hun vernedering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] MARTINUS zet bij deze uitleg heel grote ogen op en vervalt in diep gepeins. Na een poosje begint hij in zichzelf te stamelen en zegt zacht: 'Hm - ik ben er nog lang niet! O diepte, diepte - grote, reusachtige diepte, - wanneer zal ik je tot op de bodem begrijpen? Ja, ja, zo is het: God is alomtegenwoordig! Hoe kan Hij dat zijn? Hoe is Zijn alomtegenwoordigheid mogelijk, als Hij als Eén - en dezelfde hier is en werkt en spreekt, en ik zie Zijn gestalte als die van een mens?!
Hoofdstuk 133: Martinus' gedachten over de alomtegenwoordigheid van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] En, o drommels, daar komt ons al een grote processie van zonnemensen tegemoet! De eersten kan ik al heel goed waarnemen; ze zijn heel mooi en wat zijn ze prachtig en sierlijk gekleed! Ach, ach, hoe dichterbij ze komen, des te mooier worden ze! Als dat zo doorgaat, dan zeg ik al bij voorbaat, dat het voor mij zonder heel bijzondere bijstand van de Heer, helemaal niet mogelijk zal zijn hun volledige nabijheid te verdragen.
Hoofdstuk 135: De heerlijkheid van de zonnewereld en haar bewoners - Martinus' vrees voor de wijsheid van de zonnemensen en de gedragswenken van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...