Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 24 van 42

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[27] En zie, toen verhief Uvrak zich ook en zei: "Broeders, zie en luister! Al jullie oordelen zijn juist, waar en terecht; maar dat van Hlad is, volgens mijn scherpe vermogen tot oordelen, duidelijk het meest juiste. En zodoende ben ik het op één ding na geheel met hem eens en dit ene punt is van zeer groot belang en luidt: grote, voorzichtige sluwheid bij alles wat wij ook maar ondernemen. Want zie: recht doen wedervaren, weldoen, juist en rechtvaardig oordelen, de juiste vergelding, een zekere orde, - dat zijn dingen die van groot openbaar belang zijn, zowel voor het volk als ook voor ons allen; en al deze dingen zijn toereikend als het gaat tussen ons en het volk. Maar nu weten ook alle vrije burgers van de stad Hanoch, dat wij voor deze domkoppen vorsten zijn en Hanoch werkelijk een god is en dat zal niet een van hen zich laten afnemen, zelfs niet na duizend stokslagen; en nog meer dan alle vrijen houdt het hele volk aan deze waan vast.
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, toen verhief Farak zich nog eenmaal en zei: "Zie, broeder Thahirak, God en alle vrije geesten kunnen het gebeurde in alle eeuwigheden der eeuwigheden niet meer ongedaan maken; nog minder kunnen wij zwakke mensen dat! Denk eens na; als er ook maar een vonkje goddelijke wijsheid bij een mens wordt aangetroffen, zou die dan niet als volgt moeten oordelen en spreken:
Hoofdstuk 29: De opvolgers van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En zie, nu heeft de kracht van de wijsheid uit God ook jouw krommingen recht gemaakt en je zult je niet zelf oordelen, maar van nu af in rechte lijn je levensweg in alle trouwen rechtvaardigheid verlengen naar de ware God en dikwijls omzien naar de door God nu recht gemaakte weg, wdat je in het vervolg niet zult afwijken van de juiste richting, omdat je dan gemakkelijk een mogelijke bocht kunt ontdekken. Die kun je dan meteen opheffen door de genade van boven, die je dan het grote doel van je leven in het rijk van de eeuwige liefde en alle leven vanuit haar zal verlichten.
Hoofdstuk 29: De opvolgers van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] De zondaren zullen net als het dier niets anders eten dan het gras van de aarde en het bittere loof van de schrale bomen; door de zonde hebben zij zich hiertoe verlaagd en zolang zij hun zonden niet zullen hebben geboet, moeten zij het niet wagen iets anders te eten, indien zij in leven willen blijven. Dit geldt in het bijzonder voor de ontuchtigen en in de eerste plaats voor die jonge vrouwen die zich uit wellust herhaaldelijk zouden willen laten beslapen; want zo'n lichaam zal door de Heer met de pest bezocht worden en zij moet uitgestoten worden tot aan de uiterste grenzen van het grote land, waar niets dan gras en bladeren groeien. Tenslotte zegt de Heer, onze grote, almachtige God, dat jullie elkander lief moeten hebben en niemand moet ooit over een ander oordelen, maar de zwakkere moet naar de sterkere gaan, zodat die hem kan steunen en hem in het leven kan bijstaan; de wijste echter moet allen dienen en een raadgever voor zijn broeders zijn.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[38] Ga mee in de wouden en overtuig je of ook maar een dier het andere domineert; en wordt het twistziek en afgunstig, dan wordt het meteen uit de gemeenschap gestoten omdat het zich niet gedroeg overeenkomstig de in ons innerlijk werkende wil van God. En jullie zullen daar nooit zien dat het ene dier het andere dwingt voor zich op rooftocht te gaan om hem als een klinkklare leegloper van voedsel te voorzien, - tenzij het een zwak geworden dier is; dan sleept een ander dier de een of andere buit naar het hol en legt het voor zijn muil neer. En geen dier zal zijn scherpe en sterke tanden in nek en ingewanden zetten voor het dier koud geworden is en bedorven en halfvergaan; de goddelijke wil in ons innerlijk leert ons dat en wees er van verzekerd: zonder dat God het wil, heft ook niet één dier zijn kop omhoog!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Maak dichtbij de bergen die niet roken of zelfs branden, en die je van hier uit in de verte ziet, mansdiepe kuilen; daar zullen jullie de reeds bekende broodaarde vinden. Hiervan zullen jullie voor je gezondheid overeenkomstig de wil van God slechts met mate eten en niet dagelijks, maar nu en dan als je ontlasting te zacht geworden is.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Zie, dat zag ik allemaal en ik ben door de bijzondere genade van de Heer mij nu volledig daarvan bewust. - Toen nu de aarde overeenkomstig de eeuwige ordening geleidelijk aan en volgens de wil van de liefde van God zo bewerkt was, richtte de Liefde haar ogen omhoog naar God en zei:
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] Daarom geloof, opdat jullie eens tot liefde en daardoor tot leven zullen mogen komen, en bemin Mij in jullie geest en laat al het werk van je handen en je wil getuigen van het leven in jullie en laat je tong je zeggen dat jullie kinderen van God zijn. Ik zal de mensen oordelen naar hun geloof; Mijn kinderen echter zal Ik in Mijn liefde leiden en het licht van Mijn wijsheid zal voor jullie worden tot een eeuwig lichtbaken van het meest zalige leven in Mij, jullie liefdevolle, heiligste Vader, nu en in alle eeuwigheden der eeuwigheden! Amen.'
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En toen Adam het getrouwelijk uit de mond van Henoch had vernomen, stond hij meteen op en zei eerst tegen Eva: "Eva, mijn trouwe vrouw, rust zacht in Gods genade tot ik terugkom; Henoch zal mij heen en terugbegeleiden; reeds wachten de kinderen overal in de bergen met ongeduld op mijn zegen. - En jij, mijn geliefde Henoch, leid me op de heuvel in de richting van de morgen, zodat mijn zegen niet later dan de stralen van de ochtendzon tot al de kinderen op de bergen zal komen. Dat geldt ook voor degenen die als herders de kleine vlakten tussen de bergen bewonen; dat de Heer hen in de diepte nog een tijd lang moge verschonen van Zijn strenge oordelen! Laten we nu voortmaken! Amen."
Hoofdstuk 51: Jareds vreugde over zijn zoon Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Doch zonder schade aan de vrijheid van geest bleef ook dit volk niet altijd geheel hetzelfde. Volgens de berekening ongeveer honderdentwintig jaar na de zondvloed, groeiden de nakomelingen van Sihin eveneens tot een belangrijk volk aan en geraakten dikwijls verwikkeld in allerlei twisten en vormden op die manier partijen, die in hun gebruiken en godsdiensten verschilden. Sommigen beweerden dat alleen de eerstgeborenen in staat waren leiding te geven; anderen zeiden dat als eerste geboren te worden, geen uitnemendheid inhoudt, omdat herhaaldelijk vrouwelijke eerstgeborenen voorkwamen, - vandaar dat de bekwaamheid om leiding te geven altijd aan verstandiger harten opgedragen zou moeten worden. Dat grepen weer anderen uit het volk aan en zeiden: "Als het alleen maar over het hart gaat, waarom zou dan niet ook het bezonnen hart van een jongere broeder in staat zijn leiding te geven?" Maar sommigen verwierpen weer alles en zeiden: "Zoals het in het begin was, zo zal het tot aan het einde der tijden blijven!" Anderen zeiden dat men overal en altijd God om raad moet vragen en nooit eigenmachtig moet oordelen en handelen. Daarop wierpen weer anderen tegen: "Als dat zo is, dan kan immers iedereen dat doen, waarom dan ook nog een of ook meer leiders?" - Anderen weer zeiden dat God zich niet aan iedereen openbaart, opdat de mensen elkaar niet zullen kunnen ontberen. Daarop antwoordden weer anderen: "Dan moet dus toch iedere ziener onderwijzen wat hij vernomen heeft en de leiding aan God toevertrouwen; waartoe dan een of meer leiders?" Weer anderen merkten op: "Maar wie geeft ons de zekerheid dat zo'n ziener en leraar die boven ons wil staan, ook wel altijd Gods woord spreekt?" Anderen wederom zeiden daarop: "Ja, wanneer men de leraren niet meer onvoorwaardelijk geloven kan en mag, dan zijn onze leiders en leraren immers zinloos geworden!" En meer van dergelijke grappenmakerij, waardoor er dan ook een massa sekten gesticht werden en het rijk daardoor in zeer verschillende bestuurs - en onderwijsgroeperingen verviel, en zo ging de versplintering voort tot in het jaar 3700 nadat Adam in leven was geroepen. Totdat de zelfs bij jullie betere geschiedschrijvers iets meer bekende bouwer van de Hehu-Tsin's linie (beschermende muur), Tschi-Hoang Ti (wijze alleenheerser over het volk) genaamd, optrad. Hij begon vurige predikingen voor het volk te houden en voorspelde het, dat een groot volk, niet ver van de landsgrenzen, ze in het geheim zou hebben verkend; en als zij zich niet allen tezamen zouden verenigen om langs het hele rijk een hoge en dikke muur op te bouwen, dit volk massaal en krachtig binnen zou vallen en hen allemaal op kwalijke wijze om zou brengen.
Hoofdstuk 37: De prehistorie van het Chinese volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Ja jij, vader Enos, jij stond op de derde zuil en sprak met vlammende woorden tot de stil luisterende baren: 'O luister, al jullie wateren van de aarde; verneem de woorden uit de hoge en hoor de tonen van de heilige spraak! Je kunt zes dagen en nachten in vrolijke reeksen stromen en wiegen; maar, als de zevende dag gekomen is, gezegend met de heilige rust, de sabbat van de Heer, een heilige dag, luister, dan moet je die ook altijd vieren vanwege de verschuldigde lof en prijs aan de heilige Vader! Want het is overeenkomstig de eeuwige ordening, dat alles wat de levende adem uit God ademt en de liefde van de eeuwige, heilige Vader in zijn liefhebbende, denkende hart ondervindt, de rust en de plechtigheid van de heilige dag gedenkt; want dat is te allen tijde de meest heilige wil van de heilige Vader: zes dagen kunnen alle wateren arbeiden, kunnen zij met ruisende teugen stromen en wiegen; maar de heilige rust moet op de heilige sabbat zweven als vurige wolken over de zwijgende, luisterende baren, uitnodigend tot het feest!'
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Daar wij dat heel goed weten, hoe komt het dan dat wij geregeld een lofzang aanheffen als de zon overeenkomstig Gods wil omhoog gedreven wordt om op de bepaalde tijd te verschijnen, - en als wij dan onze vrije geest gadeslaan zijn wij nagenoeg helemaal niet verbaasd, als wij daarin een licht ontwaren dat nooit ondergaand met een heel wonderbaarlijke vrijheid naar alle kanten straalt, met een steeds gelijk vermogen tot liefde en kracht in de eindeloze gebieden van genade en alle liefde van de eeuwige, heilige Vader?!
Hoofdstuk 52: Henochs morgenlied - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] "Ja, zo is het!", zeiden Adam en al zijn aanwezige kinderen van de hoofdstam. En Adam sprak verder en zei: "Want alles wat op de aarde groeit, gedijt zeer goed en het voegt zich allemaal heel zacht en bescheiden naar de eeuwige ordening van de boven alles machtige God. Wij zien immers dagelijks hoe de zonnestraal met grote kracht het gras uit de donkere schoot van de aarde trekt en eveneens de planten, struiken en alle bomen, we zien hoe de zo tedere straal van de zon uit de vochtige diepten en uit de zee heel vriendelijk de wolkjes met een gedempt licht vervult, aan het firmament tot zich trekt en ze tenslotte verheerlijkt en met glans omstraalt, zodat zij overeenkomstig het licht zelf door onze grove zintuigen helemaal niet meer waargenomen kunnen worden, ofschoon zij voor het oog van de geest voor eeuwig onvergankelijk zijn. En hoewel het slechts een overeenkomstig aards beeld is, heeft het toch de volle gelijkenis met de hoge ordening van de mens, aan wie zintuigen en een ziel gegeven zijn, opdat daarin volgens de eeuwige ordening de edele vrucht gedijt tot het eeuwige leven in God, zoals de verwekking uit de ziel door de macht van de liefde uit God en Zijn ordening gedijt tot een nieuwe, onsterfelijke vrucht.
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] Maar hetgeen van de Heer is, kan Hij volgens Zijn lieflijk wijze ordening ook weer terugnemen; en zo doet de Heer dan overeenkomstig Zijn liefde en wijsheid toch immers datgene wat het allerbeste en meest doelmatige is voor ons, die zich vanwege Zijn grote erbarmen Zijn kinderen mogen noemen.
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En toen Asmahaël uitgesproken was, stond Adam andermaal geheel ontroerd op en zei: "Henoch, zie, nu is de beurt weer aan jou! Na dit alles is het gepast om woorden van boven te vernemen, om dan verder volkomen overeenkomstig de wil van de Heer te kunnen handelen. Want zie, ik heb reeds gedaan wat ik uit liefde meende te moeten doen; maar onze liefde is niet altijd rein en vandaar ook niet altijd zeker en daarom is het gevolg van haar handeling niet heilig. Daarom is het nu zeker wel tijd om de levende stem uit jou, beste Henoch, duidelijk aan ons allen te laten horen.
Hoofdstuk 59: Over de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...