Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1379 resultaten - Pagina 24 van 92

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[3] Hier begonnen ze allebei de ster te fixeren en snel wordt hij groter en groter. Ze zien zelfs reeds een gedeelde ring en enkele van zijn manen. Weldra worden de manen zo groot als de aardse maan en ook snel groter; en de planeet zelf staat reeds in ontzagwekkende omvang en majesteit voor hun ogen. Hun luide verwondering begint al alle grenzen te overschrijden; want terwijl ze dit allemaal steeds completer zien, spreken ze met hun mond alles luid uit wat ze zien.
Hoofdstuk 201: Een blik op Saturnus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wat betreft Uw leer als ware grondleefregel voor de aardse mens die een lichaam en een ziel heeft, geloof ik deze wat het basiselement betreft aardig te begrijpen! De grondslag waarop het gehele systeem van het leven schijnt te berusten is en blijft eeuwig de liefde tot God, respectievelijk tot U, en van daaruit de ware onbaatzuchtige liefde voor de naaste, waarbij geen uitzondering gemaakt mag worden, op wat voor terrein een behoefte ook ligt van iemand die werkelijk hulp nodig heeft. Als men vast op dit fundament blijft staan en hiernaar zoveel men kan werkzaam wordt, moet het wel lukken om binnen de kortste tijd althans van het belangrijkste erfelijk kwaad verlost te worden! -Heb ik juist gesproken of niet?"
Hoofdstuk 205: De verklaring van het begrip Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En je hebt, Mijn beste Hiram, dan ook helemaal gelijk datje Mij voor een echte bemiddelaar en verlosser houdt. Maar in de Schrift staat dat de beloofde bemiddelaar een Zoon van de allerhoogste God zal zijn! Daarom zou voor een ware, grote bemiddelaar tussen de gevallen mensheid van de aarde en de allerhoogste geest van God een puur aardse zoon, ook al zou deze nog zo wijs zijn, niet voldoende zijn! Hij zou dan toch wel ten volle de goddelijke natuur en goddelijke eigenschappen in zich moeten dragen en deze, waar het nodig is, ook openlijk naar buiten tonen! - Hoe denk jij hierover?"
Hoofdstuk 205: De verklaring van het begrip Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Want omdat God een zuiverste en almachtige geest is, vervuld van de diepste wijsheid, kan Hij immers ook alleen Zijn vreugde aan datgene beleven wat in de hoogst mogelijke graad op Hem lijkt, en niet aan de vleesdamp van verbrande ossen, kalveren en schapen. U lijkt echter bijzonder veel op Hem en in de geest bent U zelfs vrijwel Hemzelf. Wat is er nog meer nodig om als tijdelijke aardse mede-zoon ook tegelijk een volmaakte Godszoon te zijn?! Bij U, Heer en Meester, is dat echter onmiskenbaar het geval en daarom kunt U ook de middelaar van alle volkeren naar God toe zijn, geheel afgezien van het feit dat U ons in deze verborgen hoek van de aarde bezocht hebt, alsof wij de enige mensen op aarde waren waarvoor U in volle ernst het plan had opgevat om ze te verheffen tot Uw geest.
Hoofdstuk 206: Hirams getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar U bent nu eenmaal de Heer vol van de hoogste wijsheid, macht en liefde en U kunt Zichzelf het beste raad geven en helpen, en daarom zal alles toch enkel volgens Uw hoogst eigen raad en wil geschieden, zoals het ook Uw wil is dat wij mensen op deze aarde vaak een gloeiend hete zomer en een ijskoude winter moeten verdragen, wat ook niet bepaald aangenaam is, en tot slot van dit aardse leven vaak een zeer pijnlijke bittere dood, en daar kunnen wij niets aan veranderen, omdat dat nu eenmaal Uw wil is. En derhalve denk ik dat dan ook Uw wil, als het om Uw allerhoogste Zelf gaat, nu door ons zwakke aardwormen nog minder veranderd kán worden! En daarom zij en geschiede wat U wilt!
Hoofdstuk 221: Epiphanes' voorstellen ter vermijding van de dood van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] En hetzelfde is ook hier het geval! Welke aardse macht zal de strijd met deze goddelijke macht winnen? Want voordat ze het zwaard ter hand zou nemen voor de strijd, zou ze immers reeds vernietigd zijn! Ja, wanneer de Heer en Meester zal toelaten dat Zijn vijanden de hand aan Hem zullen slaan, zullen ze Hem zelfs ook wellichamelijk kunnen doden; maar zolang Hijzelf het ondoorgrondelijk geheime 'fiat!' niet in Zichzelf heeft uitgesproken, zal ook niemand het wagen ook maar de zoom van Zijn kleed aan te raken, -en als iemand het waagt, kon het hem wel eens vergaan zoals het de misdadigers van gisteren is vergaan! Dus voor hen, die als ware vrienden met deze ware Godmens door alle grote gevaren van de wereld op hun pad trekken, is de grootste veiligheid reeds gegarandeerd.
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Als de een of andere ongelukkige en zeker ook onzalige ziel zich dit aantrekt, zal deze ook meteen in een betere toestand overgaan; maar wil ze dat door haar innerlijke geheime hoogmoed niet, wel, dan blijft zij de oude dwaas en zal bij een volgende gelegenheid weer hetzelfde te verwachten hebben. En dan kan men zoals de Romeinen zeggen: Volenti non fit iniuria *, (* Degene die het zo wil geschiedt geen onrecht) -ook al zouden zulke vrijwel onverbeterlijke zielen zichzelf gedurende aeonen aardse jaren zo willen kwellen!
Hoofdstuk 226: Het leven van de wereldmensen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar daar zal natuurlijk nog een buitengewoon lange tijd van meer dan aeonen maal aeonen aardse jaren voor nodig zijn. Men moet het echter niet zo opvatten alsof deze huidige schepping ooit plotseling zal ophouden en in plaats daarvan een geheel nieuwe in het leven geroepen zal worden, maar dat gebeurt slechts in fasen, zoals in een oerwoud weliswaar de oude bomen uitsterven, vergaan en tenslotte geheel tot water, lucht en ether worden, dus tot een ander, geestelijker bestaan overgaan, en in hun plaats steeds weer een aantal andere bomen uit de grond opgroeien. En zoals Gods geest op kleine schaal werkt, zo werkt hij ook in het groot, als men trouwens iets 'groot' zou kunnen noemen tegenover God. ..
Hoofdstuk 233: Het vergaan en ontstaan van materiële scheppingen Jezus in de buurt van Kapérnaum (Ev. Matth. hfdst 17) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Denk nu in jullie hart over dit alles na; mocht je nog iets onduidelijk zijn, Ik blijf nog ongeveer vijf dagen bij jullie te gast, dan kunnen jullie Mij of een van Mijn leerlingen daarnaar vragen en zullen jullie opheldering krijgen! Ik zal jullie van nu af aan echter geen nieuwe leer meer geven omdat Ik jullie al alles uitgelegd en geleerd heb; maar zoals Ik reeds heb gezegd zal Ik als jullie Vriend nog ongeveer vijf dagen bij jullie blijven en bij gelegenheid nog enkele goede en nuttige wenken voor het aardse leven geven. Maar nu gaan we alle nieuwe voorzieningen en de fruitbomen, akkers, weiden en huisdieren bezichtigen!"
Hoofdstuk 233: Het vergaan en ontstaan van materiële scheppingen Jezus in de buurt van Kapérnaum (Ev. Matth. hfdst 17) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Maar IK zei: 'Blij fin je hart bij Mij en in Mijn leer, dan zal Ik ook zo bij jullie zijn, hier gedurende jullie aardse tijd en eeuwig aan gene zijde! Maar nu moet Ik van hier weggaan; want niet ver hier vandaan wachten er velen op Mij. Daar moet Ik snel heen en hen helpen. Maar in de winter zal Ik jullie zoals nu weer enkele dagen lang bezoeken; want Ik zal niet ver van hier, in Kis in de buurt van Kana, de winter doorbrengen. Maak nu voor Mij ons schip los, dan zal Ik met Mijn leerlingen meteen van hier vertrekken!"
Hoofdstuk 239: De zegen van de matigheid. De toebereiding van het vlees van onreine dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En ik antwoordde hem: 'Als je geheel volmaakt wilt zijn, ga dan heen en verkoop al je aardse goederen en verdeel ze onder de armen, dan zul je hiermee een schat in de hemel verzamelen! Kom dan en volg Mij, word Mijn leerling en leer van Mij de geheimen van het hemelrijk kennen!" (Matth. 19,21)
Hoofdstuk 258: De rijke jongeling (Ev. Matth. 19, 16-26) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Toen PETRUS weer bij ons in de kamer kwam, zei hij: 'Heer en Meester, de strijd is weliswaar bijgelegd, omdat ik mijn buren ertoe heb bewogen om ook voor de achtste keer de overtreding van de visdief door de vingers te zien; maar wettelijk gezien hadden ze hem deze achtste keer wel voor de rechter kunnen dagen. Het zou wel goed zijn, Heer, als U ook op dit aardse juridische gebied de wetten van Mozes iets nauwkeuriger wilde uitleggen, vooral in deze tijd, waarin ook de Romeinse wetten een grote invloed hebben gekregen op de levensomstandigheden van de joden en men niet meer zo goed weet of men zich nu meer aan de wet van Mozes of aan de Romeinse wet moet houden. In sommige opzichten is de Romeinse wet duidelijk humaner dan de Mozaïsche, die als staatswet in heel veel gevallen helemaal niet meer letterlijk toegepast kan worden. Welke wet is nu volgens Uw grote liefde en wijsheid beter?"
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Maar om op onze sprinkhanen terug te komen, die ontstaan weliswaar overal in de warmere gebieden van de aarde, maar meestal op bepaalde tijden in Egypte en het zuidelijk deel van Azië. Daar vindt door de hoedanigheid van het klimaat de sterkste productie van natuurlijke levensgeesten plaats, ofwel ze ontwikkelen zich daar het eerst en het meest omdat daar de materiële grond van de aarde, de warmte van de zon, haar sterke licht, de steeds machtige dauwen nog een aantal andere omstandigheden zo'n grote inwerking hebben, dat er altijd zeer veel aardgeesten die vóór die tijd nog gebonden waren, vrij worden, zich dadelijk met de luchtgeesten verbinden, zich dan in zekere zin in een lichte materie verpoppen en zich voorts in de pop met een lichaam bekleden en het dierlijke aardse leven binnengaan.
Hoofdstuk 251: Een zwerm sprinkhanen Aan de overkant van de Jordaan aan de Zee van Galilea (Ev. Matth. hfdst. 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Daarop antwoordde IK: 'Waarlijk, Ik zeg jullie die Mij zijn nagevolgd: Als jullie geheel wedergeboren zijn wanneer Ik zal zijn opgestaan en op de stoel van Mijn eeuwige heerlijkheid zal zitten, zullen ook jullie naast Mij eveneens op twaalf stoelen zitten en de twaalf stammen van Israël richten (Matth. 19,28), wat zoveel betekent, als dat jullie later in Mijn hemelen met Mij voor het eeuwige heil van alle mensen van deze aarde en ook van de andere werelden steeds zoals Ik bezig zullen zijn, en als beschermgeesten die voor de aardse mensen onzichtbaar zijn de mensen hier en ook nog aan gene zijde zullen bewaken, sturen en leiden! Want het ware hemelrijk en de groeiende zaligheid ervan bestaat enkel uit een steeds groeiende, ware liefdadigheid.
Hoofdstuk 259: De leerlingen vragen naar het hemelse loon (Ev. Matth. 19, 27 -30) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] IK zei: 'Wel, Ik moetje gelijk geven, zoals ook je aardse vader; maar jullie mogen Mij niet vóórtijdig aan je buren verraden! En omdat jullie Mij dus herkend hebben en met jullie ijver vandaag als op een sabbat alleen Mij dienen, kun je werken; maar let erop dat jullie daardoor niemand van jullie buren aanstoot geven!"
Hoofdstuk 264: De heiliging van de sabbat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...