Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2241 resultaten - Pagina 24 van 150

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[28] Toen zij bij de opgewekten kwam, vertelde zij meteen wie zij was, en onder grote en zeer blijde verbazing herkenden de opgewekten haar en begroetten haar heel innig.
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar nu zie Ik Marcus naar buiten komen. Hij komt ons uitnodigen voor het avondmaal dat vandaag wel een paar uurtjes later gereed kwam dan anders, maar dat komt door de storm. De hagel heeft veel banken wat beschadigd; die moesten nu hersteld worden. Nu is alles echter weer helemaal in orde en het eten is voortreffelijk en rijkelijk klaargemaakt en dus zullen wij ons na gedane arbeid weer eens een keer heel goed laten verzorgen!"
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Toen kwam onze oude gastheer Marcus en zei tegen Mij: "Heer en Meester, het avondeten is gereed. Zal ik het, als het U schikt, meteen op de nu weer helemaal herstelde tafels laten zetten!?"
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Een klein beetje begrip moet je toch wel duidelijk maken dat een belofte, die zó begrepen moet worden bij het gebod van Mozes, een eerste klas smaad zou zijn voor de goddelijke wijsheid! Hoe kan God, de Alwijze, een gebod geven dat eist, dat ook een geïncarneerde engelengeest z.ijn ouderpaar, dat uit de onderste hel in het vlees kwam, liefde en eerbied schuldig zou zijn?!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wel, stel dat je een opbloeiende dochter hebt die een zegen is voor je vaderhart. Je zult om niets zo bezorgd zijn als om een echt, zegen brengend geluk voor je innig geliefde dochter. Daarbij is je dochter wel rijp en dus in staat een kind bij zich te laten verwekken. Hoe zou het jou dan te moede zijn als er een overigens geheel gezonde man kwam, die de drang voelde om bij een maagd een mens te verwekken en bij jouw dochter met geweld een vrucht verwekte?!
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Bovendien heb ik nóg een opmerking en ik vraag jullie: Waar, buiten de kringen van de kinderen Israëls, bestond er ooit een volk dat in wijsheid en kracht begenadigder was dan wij, als echte nakomelingen van Abraham, Isaäk en Jacob?! Als iemand dus in het huis van Jacob de ware wijsheid en haar kracht niet vond, waar zou hij die dan anders hebben kunnen vinden?! Ik weet ook wel iets over de geheime school van Egypte en wat daar geleerd werd! Ja, die school in Karnak kwam heel misschien wel tot in de voorhof, maar in het allerheiligste, het binnenste, kwam zij echt nooit!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[23] Na een kommervol jaar verliet ik ook de mensen van het oude geloof en trok met een Perzische karavaan naar huis, dat wil zeggen naar Jeruzalem, en daar werd ik in de tempel weldra leviet en vervolgens Farizeeër (Varizaer= beschermer, herder) en niet lang daarna kwam ik hierheen, waar ik nu al elf volle jaren dienst doe als Joods priester .
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] En kijk, vriend, daar ging jij waarheid en de hoogste wijsheid zoeken!? Dat je die daar onmogelijk kon vinden is begrijpelijk, alsook dat je daarop een formele vijand van het leven moest worden. Maar dat je zelf als priester en schriftgeleerde niet op de gedachte kwam om juist in de Schrift te zoeken of en hoeveel waarheid en wijsheid daarin verborgen ligt en of men volgens de regels van de oude profetenschool niet tot een innerlijke levensbeschouwing zou kunnen komen, vind ik toch wel wat onbegrijpelijk!
Hoofdstuk 220: Het verval van de Egyptische en de Indische wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Toen de Heer ons van Kis uit in Kana bezocht, was er evenals nu ook een hemelse geest, bekleed met een etherisch lichaam, bij ons. Deze engel nam op bevel van de Heer de blinddoek van de ogen van mijn 1 ziel weg en op dat zelfde moment kwam het volle bewustzijn van mijn bestaan op een vroegere, andere wereld in mijn herinnering terug.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] MUREL zegt: "Maar hoe kwam het dan dat hij in de lucht zo'n helder licht gaf, maar hier nu steeds minder licht uitstraalt?"
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Ja, ik verzeker jullie: in het binnenste van de grote zon ontstaan niet zelden erupties die zo krachtig zijn, dat de daarbij vrijkomende krachten met brokken zo groot als deze aarde net zo zouden spelen, als hier op deze aarde de wind speelt met het dwarrelende kaf! En nu zal het jullie des te begrijpelijker zijn hoe en met wat voor supersnel gemak deze klomp uit de zon naar deze aarde kwam!"
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS, die heel opmerkzaam had meegeluisterd bij deze tamelijk luide dialoog, zegt dan tegen Mij: "Heer en Meester, onze overste Stahar heeft vorderingen gemaakt! Ik had bij hem niet zoveel wijsheid vermoed! Zonder moeite heeft hij de tegenpartij geheel tot zwijgen gebracht en het verwonderlijkste is nog, dat hij het van Murel heeft gewonnen. Die ken ik als een eersteklas redenaar en ik houd hem ook voor een man die op de goede aarde in alle plaatsen en uithóeken toch wel veel ervaring heeft opgedaan en daarom veel weet te vertellen, en wat hij zegt is steeds goed gefundeerd. Ik ken hem, omdat hij altijd als afgevaardigde bij mij kwam wanneer de Joodse priesters een speciaal verzoek hadden. Hij wist zijn verzoek altijd zo in te kleden dat men het beslist nooit in z'n geheel af kon wijzen. Daarom verwondert het mij des te meer dat Stahar deze Murel nu volledig heeft verslagen.
Hoofdstuk 217: Wie zwijgt en luistert, verzamelt voortdurend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] PHILOPOLD zegt: "Vriend, ik heb alles gehoord wat je in het bijzijn van ons allen tot de Heer hebt gezegd! Ik besefte daardoor dat ik vroeger niet veel anders heb gedacht en gesproken, maar de reden daarvoor lag bij mijzelf. Ook ik zocht op plaatsen waar ik nooit iets verloren had, maar daar waar ik iets had verloren, zocht ik niet en daarom vond ik ook niets. Pas toen deze Heer en Meester van boven en van eeuwigheid tot ons kwam, werden mij de ogen geopend! Ik herkende wie ik ben en waarom, en ik herkende ook wat de mens eigenlijk is en waarom hij er is! En nu, vriend, is alles licht in mij en geen duistere twijfel verspreidt nog ergens schaduw in mijn helverlichte wezen! Dat zal zeker binnenkort ook met jou het geval zijn!"
Hoofdstuk 219: Waar men de waarheid moet zoeken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Kijk, wat Jesaja toen hij naar Galiléa kwam, op déze plaats en op déze berg aan de zee heeft voorspeld, gaat hier nu voor jullie ogen geheel in vervulling! Tel alle volkeren die hier vertegenwoordigd zijn, en bij allen wordt het dikke omhulsel van de ogen weggenomen en ieder krijgt zuivere wijn zonder bezinksel en wie deze drinkt en de geest daarvan opneemt in zijn ziel, heeft het eeuwige leven in zich opgenomen, en dat gebeurt met allen die hier zijn en Mijn woord genieten als de zuiverste wijn uit de hemelen. En van degenen, die deze hierna van jullie te drinken krijgen en net als jullie met volle teugen zullen verslinden, zal door Mij ook de dood verslonden worden en zij zullen hem daarna niet meer voelen en smaken!
Hoofdstuk 225: Vervulling van de belofte van Jesaja. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De ENGEL zegt: "Deze klomp was een half uur geleden nog een deel van de zon. Door een grote vuurkrater, waarin het geweldig tekeer ging, werd hij samen met vele andere brokken, met een onbegrijpelijk groot geweld naar buiten geslingerd in het grote wereldruim. Als bij toeval werd deze klomp richting aarde gestuurd. Sneller dan de bliksem vloog hij door de ether en bereikte reeds achter het werelddeel Europa de atmosfeer van deze aarde, die hij eerst aan de bovenzijde slechts lichtjes raakte. Toen hij in het volgende ogenblik echter dieper zonk en door de steeds dichtere atmosfeer van deze aarde veel weerstand ondervond, verminderde zijn snelheid sterk en toen hij in deze omgeving kwam, vloog hij in vier ogenblikken slechts twintig uur gaans. Toen ik hem inhaalde was hij Azië toch al bijna voorbij en zou binnen tien ogenblikken in de grote aardse zee zijn gevallen. De Heer wilde echter dat jullie ook in dit opzicht voorlichting krijgen, en niet blijven geloven dat er een boze geest over de aarde vliegt om daaraan en aan de mensen schade te berokkenen. Nu hebben jullie de boze geest voor je en daar kunnen jullie van leren dat dit een heel gewone verschijning is tussen de grote hemellichamen."
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...