Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10854 resultaten - Pagina 24 van 724

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[3] Jullie zeggen: lieve vriend en broeder, behalve een lichtgrijs-witachtige vlakke wand van het hoofdgebouw ontdekken we voor de afwisseling helemaal niets, behalve, als we omlaag kijken, delen van de eerdere galerijen. Maar datgene waarop we staan, kunnen we niet zien, dus noch een vloer noch een of ander zuilenrondeel noch een balustrade en al helemaal niet een of ander ornament van een zuilenrondeel. Zouden zich echter toch zulke dingen ook op deze ontzettend luchtige tiende galerij bevinden, dan vragen wij jou in alle ernst om een oogzalf, want met het gezichtsvermogen dat we nu tot onze beschikking hebben, zullen we bijzonder weinig te zien krijgen om vervolgens te kunnen beoordelen wat er zich misschien aan wondermooie en betekenisvolle zaken op deze tiende galerij bevindt.
Hoofdstuk 47: Negende verdieping. Verschil tussen wijsheids- en liefdelicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Jullie vragen: hoe moeten we dat nu eigenlijk aanpakken? Ik zeg jullie: kijk maar eens naar die witte muur; jullie ogen zullen spoedig aan de sterke witte glans gewend raken en dan zullen jullie al snel de omtrekken van ons ornament onderscheiden. Jullie zeggen nu: beste vriend en broeder, het lijkt ons dat dit eigenlijk niet de juiste manier is, want als het geestelijke oog net zo werkt als het lichamelijke, zal het door langer naar deze lichtsterkte te kijken slechts worden verblind, maar zeker niet worden gesterkt en verlevendigd. Daarom zijn wij van mening dat het beter zou zijn om met de ogen in het donker te gaan, zodat ze sterk genoeg worden om het licht op te nemen.
Hoofdstuk 44: Achtste verdieping. Over het binnengaan in het leven van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Zo is het in het algemeen ook bij beroemde predikanten op de kansel. Ze steken met hun overdreven vuur een hel aan, waarin zelfs een aan het machtigste vuur verwant wezen het geen seconde lang zou kunnen uithouden. En als jullie hun vervolgens vragen wat hun hart van zo'n buitengewoon hoge, helse hittegraad zegt, dan zullen jullie als antwoord krijgen: ik voel me daar uitstekend bij. Een goed gebraad en een niet te klein glas wijn brengen na zo'n vurige preek bij hem alles weer in evenwicht.
Hoofdstuk 34: Eerste verdieping. Bijzonderheden van het paleis en hun overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie vragen: in dit land wordt men weliswaar overweldigd door grandioze heerlijkheden, maar hoe komt het dat we daar, behalve de vissen in de gracht rondom de berg waarop het paleis staat, geen ander, groter viervoetig dier ontdekt hebben? Geliefde vrienden en broeders, afgezien van de visjes en enkele vogeltjes zullen jullie op deze centrale zon helemaal geen ander dier ontdekken. Dergelijke dieren zijn alleen aanwezig op planetaire zonnen en op hun planeten en manen, omdat juist deze, in zekere zin trapsgewijs dalend, geleidelijk aan zijn gevormd uit de uitscheidingsproducten van zulke centrale zonnen, waardoor, zoals jullie naar mijn weten al vaak hebben ondervonden, in het leven een hardere strijd om het bestaan moet worden gevoerd om tot de benodigde degelijkheid en reinheid te komen. Jullie mogen de volgende verhouding in je opnemen:
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[27] En verder toen Hij zei: 'Wat jullie de Vader ook maar in Mijn naam zullen vragen, dat zal Hij jullie geven.' Hier heeft de Heer in de vraag geen uitzondering gemaakt, want Hij zegt: 'wat het ook moge zijn.'
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[28] Zo gaf Hij ook aan: wanneer er twee of drie in Zijn naam bijeen zijn, dan zal Hij in hun midden zijn, en wat zij dan vragen, zal hun gegeven worden. - Het vervolg van onze reis door deze wereld zal echter, zoals reeds opgemerkt, nog menig verborgen geheim voor jullie onthullen. De nieuwe plaats ligt echter al voor ons; dus zullen we er naartoe gaan! –
Hoofdstuk 18: Verenigd met de Heer verricht de wilskracht van de geest wonderen Reis over een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Jullie zouden wel graag willen weten wat dit voor een wereld is, maar hoe komen we daar achter? Vragen jullie het aan een bewoner van deze wereld, dan zal hij jullie hoogstens met een vreemde naam opschepen, en dat is dan ook alles wat jullie hierover zullen vernemen. Zeg ik het jullie, dan zullen jullie er ook niet veel wijzer van worden. Jullie moeten het echter in jezelf vinden. Zijn jullie daartoe in staat, dan zal het kennen van deze wereld in de geestelijk wetenschappelijke sfeer voor jullie pas van nut zijn.
Hoofdstuk 14: Liefde, het grote middel om tot inzicht te komen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Wanneer jullie zoiets zullen vernemen, wend je dan tot hen en breng hun de levende restjes van deze tafel, dat wil zeggen geef hun een levendig inzicht; help hen hun vertrek te reinigen zodat ook Ik bij hen kan binnengaan en hun dan Zelf kan vragen: kindertjes, hebben jullie niets te eten?
Hoofdstuk 8: De grote betekenis van deze maaltijd, in het bijzonder voor de aarde. We treden uit de sfeer van Marcus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Jullie nuttigen hem met Mij en Ik hoef jullie niet te vragen: kindertjes, hebben jullie niets te eten? Maar wanneer jullie hem met Mij nuttigen, denk dan aan de arme kindertjes op aarde en vraag hun vanuit Mijn grootste liefde in jullie: kindertjes, broeders en zusters, hebben jullie iets te eten? En de kinderen zullen jullie antwoorden: o broeders, zie ons in onze grote armoede; een weinig hard brood en enkele veel te zout geworden visjes is al wat we hebben! Maak dat ze voor ons toch enigszins eetbaar zijn.
Hoofdstuk 8: De grote betekenis van deze maaltijd, in het bijzonder voor de aarde. We treden uit de sfeer van Marcus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] 'Jullie barre tijd loopt ten einde! Spoedig zullen jullie allemaal hier zijn en misschien vragen naar jullie trotse voorouders. Maar de eeuwige, duistere ruimte om je heen zal je ook in alle eeuwigheid geen antwoord geven! Uit jullie zal de godheid moeilijk ooit een slakkenhuis kunnen bouwen, laat staan een wereld! Maar God moge doen wat Hij wil! Ik echter ben nu buitengewoon verheugd dat mijn beste vriend, samen met het steeds lichter wordende landschap, al zo dichtbij is dat ik hem bijna zou kunnen toespreken. God zij geprezen voor dit geschenk!'.
Hoofdstuk 12: Er verschijnt een mens in de lichtsfeer. Is het Jezus? Roberts vreugde in afwachting van Zijn komst - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Wanneer jij nu echter naar buiten gaat en een preek houdt, dan zullen ze voor de schijn weer een en al oor zijn. Ik zeg je, er is nauwelijks een soort zondaars te vinden, die moeilijker te bekeren is dan die zinnelijke zondebokken. En wel, omdat ze uiterlijk alles vlot aannemen, als ze zich maar niet belemmerd voelen in hun innerlijke genotzucht. Probeer echter eens om hun dat genot ernstig te verbieden, dan zul je nog raar opkijken van hun weerbarstigheid en hun grofheid. Wij laten hen nu maar uitrazen en hun lust bevredigen. Daarna zullen we weer naar buiten gaan en hun vragen waarom ze niet mee naar binnen zijn gegaan. Je zult je erg verbazen over de verontschuldigingen waarmee ze bij ons aan zullen komen!
Hoofdstuk 48: Wonderbaarlijk interieur van het huis. Roberts ergernis over hetgeen hij in de tuin ziet. Schandalige scènes bij het Weense gezelschap. De Heer onderneemt een zielekuur voor de booswichten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] De Danseressen zeggen: 'O vrienden, wat jullie ook maar willen, zullen we ook doen, omdat we maar al te goed weten, dat jullie alleen maar iets goeds kunnen willen. En dus zullen we ook dansen, als jullie dat vragen. Want jullie wil zal voortaan ook de onze zijn!'
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Alleen moet Ik je eerst nog vragen of de danseressen zo mooi genoeg zijn, zoals je ze nu ziet? Of zullen we ze misschien nog mooier maken?'
Hoofdstuk 52: Het goede werk van Roberts geest. De minzaamheid van de Heer ontroert zijn hart. Zijn medelijden komt de danseressen ten goede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na deze woorden begeeft Max Olaf zich meteen naar Mij toe, buigt diep en zegt: 'Hooggeachte, wijze en zeker ook liefdevolle vriend, van al datgene wat er tijdens mijn aanwezigheid hier aan wonderlijks is voorgevallen, is mij niets ontgaan. Maar daarbij heb ik ook gemerkt, dat alles alleen maar van u afhankelijk is. U schijnt tenminste hier in dit huis de grondslag van alles te zijn. Het lijkt ook, of het hier alleen van u afhangt of iemand gelukkig of ongelukkig zal worden. Wie u gewonnen heeft, die heeft, zo komt het mij voor, alles gewonnen! Vertrouwend op uw klaarblijkelijke goedheid ben ik, misschien de onwaardigste van allen, zo vrij om uit 'de grond van mijn hart te vragen, aan die drie daar, namelijk twee mannen en een armzalige vrouw, uw genade, liefde en vriendschap te willen schenken. Er kleeft aan hen, evenals aan mij, nog menige aardse ballast, die in deze geestenwereld nauwelijks te gebruiken zal zijn. Maar wij zijn allemaal, zo waar God leeft, met goede wil bezield en zullen met alle kracht proberen aan te vullen wat ons nog ontbreekt, om ons daardoor uw genade waardiger te tonen.'
Hoofdstuk 75: Olafs verzoek om hulp voor zijn vrienden. De belofte die de Heer hem doet. Mensenzielen-visvangst. De koppige patheticus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[23] Ik zeg: 'Nou, Mijn lieve Heleentje, we zullen je heus niet al te veel vragen. Als je soms iets verstandigs invalt, zeg het dan tegen Mij. Dan zal Ik, als jij het niet aandurft, het wel aan de raadsvergadering voorleggen. '
Hoofdstuk 78: Waarschuwing om voorzichtig te zijn met halfblinden. Aankondiging van een hemelse raadsvergadering. De grootheid, eenvoud en goedheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...