Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30449 resultaten - Pagina 24 van 2030

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[4] Omdat in die tijd al die omstandigheden bij de groep om Johannes overbekend waren, werden ze niet opgeschreven. Behalve dat dit zo gebruikelijk was, had men daar nog een reden voor, namelijk het gebrek aan schrijfmateriaal. Daarom schreef men slechts de hoofdzaken op en gaf aan het begin van een zin door het verbindingswoord -en aan dat de losstaande zinnen bij elkaar behoorden. Deze verbindingswoorden werden dan meestal niet met letters weergegeven, maar met algemeen bekende symbolen vooraan de bij elkaar behorende zinnen.
Hoofdstuk 7: Drie verzen als voorbeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Alles wat in deze tekstverklaring is aangedragen, moet bij deze gebeurtenis voorgevallen zijn, omdat anders het voorval niet had kunnen plaats vinden. Maar zoals gezegd, volgens de toen gebruikelijke schrijftrant worden slechts de twee begrippen - horen - en het onmiddellijke - volgen - aangestipt, waarbij alle overgangs- en verbindingswoorden als vanzelfsprekend worden weggelaten. Wie deze gegeven regel goed begrijpt, zal tenminste het geschiedkundige deel van de oorspronkelijke tekst op een begrijpelijker wijze bij elkaar zetten, en zich daardoor ook de innerlijke betekenis makkelijker voor kunnen stellen
Hoofdstuk 7: Drie verzen als voorbeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De beide leerlingen wisten wel dat Ik al enige tijd in deze omgeving woonde, want ze konden Mij al wel ettelijke malen daar gezien hebben, zonder echter te vermoeden wie Ik was. Daarom vroegen ze ook niet direct naar Mijn eigenlijke geboorteplaats, maar slechts naar het onderkomen in het plaatsje Bethabara, dat voor het merendeel uit schamele vissershutten bestond, die uit leem en biezen opgetrokken waren en vaak nauwelijks zo hoog waren, dat een man er rechtop in kon staan.
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Deze verzen hebben duidelijk alleen maar betrekking op een historische gebeurtenis en ze hebben weinig geestelijke betekenis, die ook al door de voorgaande commentaren niet moeilijk te vinden is. Wel moet hier vermeld worden, dat zulke verzen beter begrepen worden, als men alles, wat men in de beschreven tijd vanzelfsprekend vond, er bij vermeldt. Want in de tijd, dat de evangelist het evangelie schreef, was het de gewoonte om alle mogelijke omstandigheden die men vanzelfsprekend vond, als onnodige ballast weg te laten, en alleen de hoofdzinnen op te schrijven en alle bijkomstige omstandigheden zo gezegd, tussen de regels door, te laten lezen. Om deze, voor onze tijd belangrijke zaak nader te belichten, willen we nu de hierna volgende drie verzen vanuit deze gezichtshoek een beetje beter bekijken, en dan zal de toenmalige manier van schrijven (de syntaxis) wel aan het licht komen en te herkennen zijn.
Hoofdstuk 6: Johannes doopt de Heer met water. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De hier gegeven uitleg is weliswaar op zichzelf geen evangelische verklaring, maar toch wel nodig, omdat zonder deze de evangeliën, voor wat betreft hun uiterlijke historische betekenis, in onze tijd nauwelijks te begrijpen zijn, en hun innerlijke geestelijke betekenis nog veel minder. Dit geldt vooral voor de profetische boeken uit het oude testament, waarin in plaats van verklarende zinnen alleen maar daarmee overeenstemmende beelden voorkomen, en waar natuurlijk van een beschrijving, van welke bijbehorende omstandigheid dan ook, geen sprake kan zijn. Omdat we nu echter deze regels uit de toenmalige tijd kennen, zal het voor ons in het vervolg niet zo moeilijk zijn om alle hiernavolgende teksten en verzen gemakkelijker met elkaar te verbinden, juister te lezen en in ieder geval het natuurlijke, historische deel beter te begrijpen. Wij willen zo'n korte analyse ook nog maken van het 36e en 37e vers, zodat de gegeven regel begrijpelijk wordt.
Hoofdstuk 7: Drie verzen als voorbeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Hij sprak tot hen: 'Komt en ziet.' Zij gingen met Hem mee en zagen het, en zij bleven dien dag bij Hem; het was omstreeks het tiende uur. Joh. 1:39) Het was, van de plaats waar Johannes predikte, niet ver naar dat onderkomen; daarom zei Ik tot de beide leerlingen: 'Komt en ziet!', waarop beiden Mij zonder meer volgden. Zij bereikten samen met Mij spoedig Mijn onderkomen en verwonderden zich daar bijzonder over het feit dat de Gezalfde van God vrijwel het armelijkste hutje bewoonde, wat daarbij ook nog op een van de onherbergzaamste plaatsen van deze woestijn stond!
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Dit alles gebeurde niet omstreeks de tijd, waarop de tegenwoordige christelijke kerken gewoonlijk aannemen dat de veertig dagen vasten plaatsvonden, maar twee maanden later. Toen wij het onderkomen bereikten, was het volgens de toenmalige tijdrekening ongeveer tien uur; dat is volgens de huidige tijdrekening ongeveer drie uur 's.middags, want in die tijd bepaalde het opgaan van de zon het eerste uur van de dag. Omdat de zonsopgang echter steeds verschuift, kunnen de toenmalig aangegeven dagtijden, uren genoemd, niet exact, maar slechts benaderend met de tegenwoordige dagindeling vergeleken worden; daarom zei Ik hierboven: Het was ongeveer drie uur 's middags toen Ik met de beide leerlingen het onderkomen bereikte. -Omdat de beide leerlingen deze dag tot zonsondergang bij Mij doorbrachten, zal zeker bij onderzoekende lezers de vraag opkomen, wat wij drieën gedurende die tijd van drie tot ongeveer acht uur in en bij Mijn onderkomen gedaan hebben, want daarover staat niets geschreven. Nu, dat laat zich haast vanzelf raden: Ik onderwees deze beiden over hun toekomstige bestemming en vertelde hen ook, hoe en waar Ik het eerst met Mijn onderwijzingen zou beginnen en hoe Ik in deze omgeving nog meer mensen, die wat geest en wil betreft gelijk waren aan hen, tot Mijn leerlingen zou op en aannemen. Tevens gaf Ik hen de opdracht om onder hun collega's, die merendeels ook vissers waren, na te vragen en te overleggen, of er nog bij waren die zich bij Mij wilden aansluiten. Dat bespraken wij gedurende die tijd. Toen echter de avond viel, liet Ik de beiden gaan en ze begaven zich, ten dele zeer opgewekt, ten dele echter ook zeer nadenkend, naar de hunnen terug, want ze hadden vrouwen en kinderen en ze wisten niet wat ze daarmee aan zouden vangen.
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] (Deze vindt eerst zijn broeder Simon en zegt tot hem: 'Wij hebben de Messias gevonden!' Joh. 1:41) Als hij hem na enig zoeken vindt, weet hij niets beters te doen dan hals over kop aan Simon te vertellen, dat hij de beloofde Messias gevonden heeft, samen met een ander, die nog niet zeker wist of hij Mij zou volgen
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] (En Andréas brengt hem tot Jezus. Toen Jezus hem zag, zei Hij: 'Jij bent Simon, de zoon van Jona; van nu af aan zul je echter Céphas heten!' Joh I:43) Als Simon zo over Mij hoort spreken, uit hij levendig de wens om Mij zo snel mogelijk te zien, want hij was niet bij de doop aanwezig geweest. Andréas zegt: 'Vandaag kan dat met goed fatsoen niet meer gebeuren, maar morgen zul je bij het aanbreken van de dag bij Hem zijn!'
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Daarop zegt Simon, die steeds bij zijn bezigheden over de Messias fantaseerde en van mening was, dat de Messias de armen helpen en de rijken met hun harde harten geheel vernietigen zou: 'Broer, er is geen moment te verliezen; ik laat ogenblikkelijk alles liggen en volg Hem tot aan het einde der wereld, als Hij dat wil. Breng me daarom direct naar Hem toe, want ik voel een geweldig innerlijk verlangen en ik moet Hem vandaag nog zien en spreken. De nacht is helder en het is niet ver naar Zijn hut, dus laten we dadelijk maar op weg gaan! -Wie zal zeggen of we Hem morgen nog aantreffen?!'
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Voor Petrus of Simon bewees hetgeen Ik zei voldoende dat Ik stellig de beloofde Messias was; vanaf dat moment twijfelde hij daar niet aan, en hij vroeg Mij ook nooit met één enkel woord of Ik wel de Echte was, want hij vertrouwde volkomen op wat zijn hart hem ingaf. Beiden bleven ze nu tot aan de ochtend bij Mij en later verlieten ze Mij niet meer.
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (De volgende dag wilde Jezus weer naar Galiléa gaan en Hij vindt Philippus en zegt tegen hem: 'Volg Mij" Joh.l:43) 's Morgens zeg Ik tegen hen: 'Mijn tijd in deze woestijn is voorbij, Ik zal naar Galiléa gaan, waar Ik vandaan ben gekomen. Willen jullie meetrekken? Ik laat jullie daarin geheel vrij, want Ik weet dat jullie vrouw en kind hebben en deze niet gemakkelijk verlaten. Maar niemand, die voor Mij iets verlaat, zal het verlatene verliezen, maar het veelvoudig terug winnen.'
Hoofdstuk 9: Jordaan. Ook Philippus en Nathanaël volgen. De bruiloft te Kana in Galiléa. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] (En Nathánaël zei tegen hem: 'Wat voor goeds kan er uit Nazareth komen? Philippus zei daarop: 'Kom en zie het zelf!' Joh. 1:46) Nathánaël reageert wat onwillig en zegt: 'Wie kent het slechte nest Nazareth niet?! -Wat voor goeds kan er dan wel uit dit nest komen?! En de Messias wel het allerminst!' Philippus zegt echter: 'Ik weet wel, dat je het in dit opzicht altijd met mij oneens was, hoewel ik je wel honderdmaal mijn redenen verklaard heb, maar kom nu en overtuig je zelf, en je zult beamen, dat ik volkomen gelijk heb gehad!'
Hoofdstuk 9: Jordaan. Ook Philippus en Nathanaël volgen. De bruiloft te Kana in Galiléa. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] (En Jezus zegt verder tegen hem: 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg jullie, -van nu af aan zullen jullie de hemelen open zien en de engelen Gods zien opstijgen en nederdalen op de Zoon des mensen! (Joh. 1:51) En Iet op, Ik zeg jullie: van nu af aan zullen jullie allen de hemelen open zien en de engelen van God op zien stijgen en af zien dalen naar de Zoon des mensen, -wat zoveel wil zeggen als: In het vervolg, als jullie uit Mij de wedergeboorte van jullie geest zullen verkrijgen, dan zullen de levenspoorten geopend worden. Jullie zullen dan, zelf engelen zijnde, de door Mij in de wedergeboorte tot engelen en daardoor tot 'kinderen Gods' gemaakte mensen, van de dood naar het eeuwige leven zien trekken. Daarentegen zullen jullie ook veeloorspronkelijk geschapen hemelgeesten uit alle hemelen naar beneden naar Mij, de Heer van al het leven, zien afdalen en daar in Mijn voetstappen, de voetstappen van de Mensenzoon, zien treden, Mijn voorbeeld en Mijn getuigenis volgend.
Hoofdstuk 9: Jordaan. Ook Philippus en Nathanaël volgen. De bruiloft te Kana in Galiléa. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Dit is het einde van het eerste hoofdstuk van het bijbelse evangelie van Johannes. Met de hierbij gegeven uitleg moet het op de juiste manier te begrijpen zijn; maar niemand moet nu denken, dat het begrip, dat hier gegeven is, alles omvat! O, dat doet het niet; het is echter wel een praktische wegwijzer, waarmee ieder, die van goeden wille is, in allerlei diepten van de goddelijke wijsheid ingeleid kan worden en daardoor in elk vers op allerlei manieren de zin van het leven kan zien en herkennen. Bij dit alles is, zoals reeds gezegd, deze gegeven uitleg een waarachtig richtsnoer, waarmee alles gemeten en beoordeeld kan worden.
Hoofdstuk 9: Jordaan. Ook Philippus en Nathanaël volgen. De bruiloft te Kana in Galiléa. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...