Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5489 resultaten - Pagina 24 van 366

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[9] Ik ben weliswaar God, als het oereeuwige Wezen vol wijsheid, macht en kracht en jij alleen maar een schepsel voortgekomen uit Mijn wilskracht, maar jouw geest is desondanks geheel datgene, wat Ikzelf ben. Daarom blijft er voortaan tussen ons precies dezelfde verhouding bestaan als tussen vader en zoon of als tussen broeder en broeder. Wat jouw ziel betreft, die nu je uiterlijke wezen is, ben je voor Mij een zoon, en wat je geest betreft een broeder! De ziel kwam voort uit het oerlicht van Mijn wijsheid en is eindeloos veel minder dan dat scheppende oerlicht. Daarom is de ziel een zoon ten opzichte van Mij, omdat ik in diepste wezen een en al liefde ben. Jouw geest echter, die Mijn eigen liefde in jou en dus Mijn hoogsteigen geest is, is dientengevolge door en door Mijn broeder! Denk dus niet al te lang over deze zaak na, maar sta op en kom met Mij mee naar de andere broeders!'
Hoofdstuk 146: Het grote ogenblik voor de graaf. U bent het! Heerlijke lofrede. De Heer over de verhouding van de Vader tot Zijn kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] De franciscaan zegt daarop in de grootste vervoering: 'Heer God en Vader, zelfs als een engel mij op aarde zou hebben gezegd, dat het er in Uw hemelrijk zo toe zou gaan, dan zou ik hem niet hebben geloofd! Waar is hier de, door ons rooms-katholieken veronderstelde, zeer mysterieuze, glorieuze, goddelijke, niet aanschouwbare, heilige nimbus? Waar is het verschrikkelijk ernstige rechtersgezicht van Gods Zoon? Waar dat van de onverbiddelijke Vader? Alles is hier zo natuurlijk; er heerst de grootste minzaamheid en de grootste vriendelijkheid van alle kanten! En U als hoogste Godwezen, U beweegt zich allereenvoudigst onder ons. Niemand kan aan Uw uiterlijk zien wat en wie U bent; Uw manier van spreken is volkomen natuurlijk en alles aan U getuigt van de grootste onopgesmuktheid!
Hoofdstuk 150: De franciscaan laaft zich. Met warme dank gedenkt hij de Heer. Het ware hemelrijk met nieuwe wonderen. Het gezelschap der zaligen in de hoofdzaal. 'O Heer, wat bent U groot!' - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Waarlijk, men zou aan het twijfelen kunnen raken, wanneer de grote majestueuze zaal, het binnenvallende heerlijke licht en al die zaligen, die er zo stralend en jong als engelen uitzien en zo prachtig gekleed zijn, ons niet zouden zeggen: 'Dit is het ware hemelrijk! Er kan eeuwig geen waarachtiger hemelrijk bestaan dan dat waarin de Heer van hemelen en werelden Zich allereenvoudigst gekleed tussen Zijn kinderen beweegt en voor hen zorgt!' Ik moet openlijk bekennen dat er in het begin voor mij, afgaande op de woorden van het evangelie, veel niet met elkaar te rijmen viel. Daarin wordt er namelijk vaak gewag van gemaakt, hoe de Zoon ter rechterzijde van de almachtige Vader zit in het eeuwig ontoegankelijke licht. Dan staat er op een andere plaats: 'Ik zal komen op de wolken der hemelen met grote macht, kracht en heerlijkheid en zal richten de levenden en de doden!' En hoe wonderlijk mystiek zijn de visioenen van Johannes! Van al datgene valt hier echter geen spoor te bekennen; alles is hier volkomen anders! Daarom valt het ons in zekere mate ook wel te vergeven, dat wij hier in deze waarachtige hemel een tijdlang stonden te kijken als katten in een vreemd pakhuis!
Hoofdstuk 150: De franciscaan laaft zich. Met warme dank gedenkt hij de Heer. Het ware hemelrijk met nieuwe wonderen. Het gezelschap der zaligen in de hoofdzaal. 'O Heer, wat bent U groot!' - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] De engelen zeggen: 'Vriend, het is de wil van de Heer! Wil jij je daar tegen verzetten?' Terwijl hij op Mij wijst, zegt Robert: 'Mijn Heer en mijn God heeft nog niets gezegd! Als Hij het mij zal zeggen, zal ik het zeker doen, maar zonder Zijn woord niet. Want Hij alleen is alles voor mij, zonder Hem betekenen alle hemelen niets voor mij! Er staat geschreven: 'Jullie moeten allen door God onderricht worden. Wie niet door de Vader wordt opgevoed, deugt niet voor de hemel en komt niet tot de Zoon, die het eeuwige rijk is van de Vader!'
Hoofdstuk 136: Intrede in het binnenste. Robert als nieuwe aartsengel en hemelvorst. Zijn deemoed en wijsheid. Roberts waardigheidstekenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik zeg: 'Wat is dat, de drie-enige God?' De drie zeggen: 'Als je dat niet weet, staat het er slecht met jou voor. Weet je dan niet dat God uit drie personen bestaat, namelijk uit de Vader, de Zoon en de uit hen tweeën voortkomende Heilige Geest?' Ik zeg: 'Ik weet wel, dat jullie dat geloven. Ik en Mijn hele gezelschap denken daar juist heel anders over. Wij zijn van mening, en zo is het ook, dat God slechts één persoon is, die echter in Zichzelf bij wijze van spreken uit drie Goden bestaat.' De drie roepen: 'Ketter, ketter, ketter!'
Hoofdstuk 120: Scharen van duistere monniksgeesten. Uiteenzetting over de drie-eenheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Er zijn drie dingen die hiervan getuigen: het Woord, het Inzicht en de Wil. Deze drie moeten één worden, zoals Ikzelf één ben als Vader, Zoon en Geest. De Vader is het eeuwige, wezenlijke Woord. De Zoon is de opname van het Woord en daardoor de eeuwige Wijsheid Zelf. De Geest of Wil of Kracht komt dan echter uit beide voort en is eveneens volmaakt één met de Vader en de Zoon, en dat alles is het ene Wezen, dat in Mij voor jullie staat en jullie onderricht.
Hoofdstuk 104: Zegenbede voor de maaltijd. Over Swedenborg. Zegening van het Habsburgse huis. Invloed van geesten en engelen op mensen. Grondwet van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Dat U, o Heer en Vader, uit liefde tegemoetkomend bent geweest, blijkt wel uit talloze voorbeelden in de Heilige Schrift. Ik wil nog niet eens in de eerste plaats denken aan voorbeelden uit het Oude Testament, waarin verteld wordt hoe U Sara hebt verhoord, de liefhebbende Jakob het eerstgeboorterecht gaf en Jozef tot weldoener van zijn broeders maakte. En verder hoe Mozes, die van het begin af aan een zoon van de liefde was en uiteindelijk door de drang van zijn hart tot U in de brandende doornstruik kwam en toen pas volledig een werktuig van Uw liefde en erbarming werd.
Hoofdstuk 103: Wat de liefde doet is welgedaan. Laat je alleen door haar leiden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Nu staat de koning op, strekt zijn armen uit en zegt: 'Mijn zoon! In jouw mond beweegt zich geen slangentong. De zachtmoedige blik in jouw ogen is voor mij een waarborg, dat je mij met je gehele hart liefhebt. Kom in mijn armen! De liefde bedekt alle zonden! Mijn hart is vol vreugde, omdat ik onder mijn vele kinderen er één heb gevonden, dat de liefhebbende vader in mij heeft herkend. Omdat jij mij met liefde hebt bejegend, zul jij ook bij mij liefde vinden. In plaats van de straf te ondergaan, zul je in een koninklijk gewaad worden gestoken en aan mijn zijde gaan!'
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] De officier merkt ook hoe de toegesnelde menigte deze scène tussen zoon en teruggevonden Vader met ontroering gadeslaat, want de menigte denkt dat deze officier zijn natuurlijke vader, die hij allang niet meer had gezien, heeft teruggevonden. Daarom zegt de officier tegen Mij: 'Vader, kijk daar! De half doden lijken levendiger te worden! Wat denkt U ervan, zouden zij ook bij ons mogen blijven? Ik heb van ganser harte medelijden met hen en ik zou hen meteen allemaal bij me willen houden. Mocht er een of ander schurftig schaapje tussen zitten, dan zal dat zich wel met de juiste middelen laten reinigen.'
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Met wijdopen armen zeg Ik echter tegen hem: 'Mijn zoon, jij blijft hier! Je hebt niet voor niets zo'n liefde, die Mij aan jouw hart heeft gedrukt, voor Mij gevoeld. Ik ben immers jouw waarachtige Vader in alle eeuwigheid. De blinddoek die jouw ogen belette om Mij meteen te herkennen, zij voor eeuwig van je weggenomen! Nu verheugt de Vader zich dat Hij zo'n lieve zoon aan Zijn hart kan drukken! De zoon moet vrij zijn, anders verdraagt hij de almacht van de Vader niet. Jij bent nu vrij geworden, kom daarom hier aan het langverwachte hart van je eeuwige, almachtige, enig ware Vader!'
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Aartsbisschop Migatzi zegt: 'Beste vriend Jozef! Jij weet dat ik het met alles wat jij als juist, goed en waar erkent volkomen eens ben. Alleen dat deze, overigens buitengewoon rechtschapen uitziende zoon van Abraham Jezus, de goddelijke Meester uit Nazareth zou zijn, kan ik nog niet helemaal begrijpen! Jezus de Heer moet toch iets van de heerlijkheid van Zijn hemelse Vader uitstralen, maar deze straalt evenmin iets goddelijks uit als een gewoon mens!
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Jozef zegt: 'Wel, nu weet ik tenminste duidelijk hoe het met jullie gesteld is. Ik zou alleen nog willen weten waarom nu juist die drie pausmissen zo'n enorme kracht bezitten? Men moet toch geloven dat, wat de waardigheid en de waarde van een misoffer betreft, de ene mis even goed is als de andere.' De eerder genoemde balkende priester zegt nu: 'Dat zit zo: bij het mislezen door de andere geestelijken offert zich alleen de God-Zoon op voor Zijn hemelse God-Vader ten behoeve van de arme zielen in het vagevuur en boetvaardige zondaars op aarde. Bij de pausmis echter treedt de gehele allerheiligste Drievuldigheid in de hostie! En daarin ligt de enorme kracht van een pausmis, waarbij alleen de aartsengelen als misdienaars mogen dienen wanneer zij door de allerzaligste maagd Maria voor deze taak worden uitverkoren! Zo is het! Heeft mijnheer de keizer me begrepen?'
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Migatzi voelt zich nu heel licht en gesterkt en voor zijn ogen wordt het lichter en lichter. Hij draagt alleen nog steeds hetzelfde gescheurde, aartsbisschoppelijke gewaad, hetgeen hem zichtbaar hindert. Hij bekijkt zichzelf en zegt na een poosje tegen Mij vol innige liefde en het volste vertrouwen: 'Heer Jezus, waarachtige God en Zoon van Uw eeuwige Vader! Daar U tegenover mij reeds zonder enige verdienste mijnerzijds maar omwille van Uw allerheiligste naam zo genadig bent geweest en mij hebt verlost uit deze poel des verderfs, vraag ik U mij ook te verlossen van de rest, die mijn ogen een weerzinwekkende aanblik en mijn neusgaten een akelige reuk bezorgt! Bezie dit voor mij walgelijke gewaad van hoogmoed en bedrog, en bevrijd mij ervan! Geef me daarvoor in de plaats een eenvoudig bedelaars gewaad en ik zal me daarin zalig voelen!'
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Verder leest hij op de vijfde trede: 'Het Woord uit het hart van God is de universele liefdeskracht. Daarom zijn het Woord en de eeuwige Zoon uit God één. God Zelf is het volmaakte Woord, dat in het vuur der liefde wordt verwekt. Jij bent echter ook een Godswoord, verwekt in Gods hart! Word daarom weer een volmaakt Godswoord! Word helemaal liefde, geheel en al liefde in God, dan zul je als Gods Zoon worden en één zijn met Hem; je komt echter niet tot Hem dan alleen door de Vader, die de liefde en het woord Zelf is, in zichzelf van eeuwigheid tot eeuwigheid steeds dezelfde!'
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] 'Want we kennen Hem immers? Hij is de zoon van de timmerman en we hebben Hem het beroep van Zijn vader vaak genoeg zien uitoefenen. We weten dat Hij nooit scholen heeft bezocht; ook kunnen we ons niet herinneren dat Hij het boek wel eens ter hand nam en daarin las. Hij was tot nu toe een gewone handwerksman, en zie, nu is Hij een leermeester en Zijn leer is stichtelijk en vol diepe wijsheid, ofschoon voor het overige nog duidelijk de timmerman in Hem te herkennen is. Hoe lang is het eigenlijk geleden, dat Hij met zijn broers een ezelsstal voor ons bouwde? Kijk maar eens naar Zijn vereelte handen, echte timmermanshanden en ziedaar, nu is Hij een leermeester en zelfs profeet zonder dat Hij ooit de profetenschool van de Esseeërs ook maar van binnen gezien heeft. Hoe zullen we dit opvatten?'
Hoofdstuk 8: 'En Hij, Jezus, begon ongeveer dertig jaar oud te worden, en was, naar men meende, een zoon van Jozef'. (Luc.3:23) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...