Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1562 resultaten - Pagina 24 van 105

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[1] DE WAARD zei: 'Ja, ik begrijp het nu wel zo ongeveer, hoewel ik hier openlijk bekennen moet dat dit alles voor mij helemaal nieuw en haast niet te geloven is. Dan bestaat dus de uiteindelijke opstanding van het lichaam niet, waaraan alle joden toch vast geloven en waarvoor zij de lijken op bepaalde kerkhoven begraven in het geloof dat zij op de jongste dag door de engelen weer gewekt en met hun zielen verenigd zullen worden! De joden zullen het moeilijk geloven! Ik geloof het wel, omdat U, o Heer, het ons nu zo verteld heeft en heel grondig hebt uitgelegd, -maar als iemand anders mij dat verklaard zou hebben, zou ik hem erg moeilijk hebben kunnen geloven; want het wijkt te sterk van het bestaande geloof af. En toch moet ik nu openlijk bekennen dat de ervaring mij geleerd heeft dat het allemaal alleen maar zo kan zijn en niet anders. -Oude en nieuwe leerlingen, wat is dan jullie mening?'
Hoofdstuk 54: De opstanding van het lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Als de zaken zo liggen, hoe kan dan iemand menen dat onder de opstanding van het lichaam het in de toekomst opnieuw levend maken van deze aardse lichamen verstaan wordt?! De opstanding van het lichaam bestaat alleen uit de goede werken die de ziel in dit lichaam voor de naaste heeft gedaan en die alleen aan de ziel het ware, eeuwige leven geven.
Hoofdstuk 54: De opstanding van het lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Tegen de traagheid van de mens bestaat nu eenmaal geen ander middel dan allerlei toegelaten kwalen, die noodzakelijkerwijs op het veronachtzamen van de goddelijke wil moeten volgen. Deze wekken de ziel, die in het lichaam van de mens vast ligt te slapen, en tonen haar de nare gevolgen van haar traagheid, en daardoor wordt zij voorzichtiger, verstandiger , ijveriger en meegaander voor de onderkende, goddelijke wil. En zodoende hebben de verschillende ziekten waarmee de mensen nu behept zijn ook hun goede kant.
Hoofdstuk 56: De voornaamste oorzaken van de ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Ik bedoel met het genoemde stof aan jullie voeten echter geen natuurlijk huisstof of het stof van de straat, maar het stof dat Ik bedoel, bestaat uit de wereldwijze woorden van mensen die precies op jouw oude vriend lijken. Ze klinken erg beleefd, vriendelijk en passend voor het wereldse verstand, maar ze zijn toch niets anders dan waardeloos stof, omdat ze slechts het wereldse voorstaan en zelfs daarin geen spoor van de ernst van de waarheid te vinden is. Zoals echter het waardeloze stof van de straat geen enkele wandelaar iets nuttigs kan opleveren, zo is het ook met zulke stoffige wereldse praatjes van dergelijke rijke wereldwijze burgers.
Hoofdstuk 59: Het wezen van de wereldse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Ik kan nu lichamelijk met jullie als vreemde ondervreemden verkeren, en de oude reden waarom niemand God kon zien zonder zijn leven te verliezen, bestaat nu helemaal niet meer. Nu kunnen jullie Mij zien wanneer je wilt, zonder datje leven gevaar loopt!'
Hoofdstuk 63: De reden van de menswording van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Opdat echter de eenmaal geschapen mens als uit zichzelf vrij voort bestaat, zichzelf vormt en versterkt en vervolgens als uit eigen kracht vrij wordt in denken, willen en handelen, heeft God reeds van eeuwigheid een orde vastgesteld. Volgens deze orde moeten de eenmaal uit God naar buiten gebrachte ideeën zichzelf geleidelijk aan steeds meer van God afzonderen en uiteindelijk in zekere zin het gevoel krijgen dat ze los van God bestaan en volgens hun eigen mening een vrije wil krijgen en vrij handelen, opdat hun leven daardoor volkomen duurzaam wordt en zij dan door van buitenaf gegeven lessen van God als toekomstige goden geleid en als het ware op eigen grond en bodem tot levensvervolmaking gebracht kunnen worden.
Hoofdstuk 63: De reden van de menswording van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Toen zeiden ALLEN weer: 'Ja, Heer, wij begrijpen het; maar toch dringt er zich nog een vraag aan ons op, die ongeveer als volgt luidt: Als een hier overleden ziel, die nog niet volmaakt is, alleen maar in een pure schijnwereld woont die uit haar denken, voelen en willen ontstaat -wat men ook een fantasiewereld zou kunnen noemen -waaruit bestaat dan daarna de wereld van de volmaakte zielen? Hoe ziet het hemelrijk er uit, en waarmee kan dat op een goede, waarachtige manier vergeleken worden?'
Hoofdstuk 65: De leiding aan gene zijde van de mensen die vóór Jezus leefden. Het hemelrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Maak je ook niet te veel zorgen over je huis en watje gezin zal eten en drinken; want dat doen alleen de wereldse mensen en de heidenen, die van God en respectievelijk van Mij niets afweten! Zoek volgens Mijn woord alleen maar het rijk van God en zijn lichtende gerechtigheid, die vooral bestaat uit de liefde tot God en de naaste, dan zal al het andere je helemaal voor niets erbij gegeven worden!
Hoofdstuk 69: De goddelijke liefde, haar zorg en wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Je hebt vast wel meermalen de schepping in haar wezen en werken bestudeerd, en het kan je niet ontgaan zijn dat daarin een zekere orde bestaat, en dat de vormen op zichzelf naar alle kanten bestendig zijn, waardoor je steeds gemakkelijk kunt herkennen wat dit of dat voor een ding is. Zo herken je ook welke uitwerking het een of het ander veroorzaakt, en waarvoor het volgens de vastgestelde werking goed, en dus te gebruiken, is.
Hoofdstuk 87: De innerlijke ontwikkeling van de geestelijke mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Eén enkele en enige godheid, zeg maar, volledig boven alles liefhebben, is een moeilijke zaak, omdat men als volwassen denkend mens al moeilijk gelooft dat er ergens een onomstotelijk bewijs voor zo 'n god bestaat. Zijn bewijs voor het bestaan van één enkele ware god is heel goed en klinkt aannemelijk; maar daar zou je je als leerling al vanaf de wieg intensief mee bezig moeten houden, onder voortdurende begeleiding van een zeer ervaren theosoof, omdat anders niemand langs deze weg ooit tot volledige kennis van een enig ware god zou kunnen komen.
Hoofdstuk 89: Tweespraak tussen de dokter en de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Er is dus maar één God, die alles wat bestaat uit Zichzelf geschapen heeft. In Hem alleen moeten jullie geloven, Zijn geboden, die Ik jullie bekend maak, houden, en Hem meer dan alles ter wereld liefhebben!
Hoofdstuk 96: Over de astrologie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar ondanks al die buitengewoon wonderbaarlijke eigenschappen waarmee de mensen op deze aarde zo vaak begiftigd zijn geweest, moesten zij tenslotte toch sterven, en geen sterveling heeft ooit weer iets van hen gezien. En daarom zeggen wij, hoewel wij jullie wonderbaarlijke gave, die vrijwel nog nooit met die kracht voorgekomen is, in zeer hoge mate bewonderen, dat ook jullie allen, net als wij, net zo zullen verdwijnen van deze aarde als al jullie grote voorgangers. Slechts hun verschillende leren en hun daden en werken zijn nog bij hun volgelingen in herinnering gebleven, en dat zal in de loop der tijd ook met jullie het geval zijn, waar jullie natuurlijk niets aan hebben omdat je, als je niet meer bestaat, ook niets meer nodig zult hebben.
Hoofdstuk 108: De atheïstische toespraak van de welbespraakte vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Dat is tot op heden zo onze opvatting over het bestaan en over de bestemming van de mens, die door de ervaring van alle volkeren der aarde goed gefundeerd is en tot op heden de enig ware is. Dat er buiten deze enig ware levensbeschouwing bij alle volkeren nog een aantal prachtige fantasieën bestaat over een eeuwige levensbestemming van de mensenzielen na de lichamelijke dood, weten we heel goed; maar wat staat voor hun waarheid in? Soms de beelden uit de dromen van de mensen, of de fantomen van een koortsig verhitte fantasie? O, dat zijn allemaal slechts producten van de verschillende levensstadia van de mens, zolang zijn hart klopt! Als dat niet meer klopt, zijn ook de dromen en koortsverhitte fantomen opgehouden, en hiermee het bestaan van de mens en zijn verwachtingen die vaak zo mooi zijn! -Ik heb nu gesproken, neemt u nu het woord, meester uit het rijk der goden, en geef ons iets beters!'
Hoofdstuk 108: De atheïstische toespraak van de welbespraakte vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Jullie hebben je aan het volk voorgedaan als de ware dienaren en onsterfelijke vrienden van de goden en jullie eisten vaak grote en soms zelfs gruwelijke offers van het arme, door jullie door en door belogen en bedrogen volk; daarom heeft God jullie het innerlijke, overtuigende gevoel van het zieleleven ontnomen en het gevoel van de eeuwige dood in jullie gelegd, en jullie grote wijsheid bestaat er nu in dat jullie voelen en duidelijk beseffen dat de eeuwige dood in jullie huist!
Hoofdstuk 109: Gedachtenwisseling tussen de schriftgeleerde en de vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Juist daarom kunnen jullie er ook niet meer achterkomen dat het nog steeds bestaande verkeer tussen de hier levende mensen en de overgegane zielen nog net zo bestaat als het altijd bestaan heeft bij mensen die bij de oude waarheid gebleven zijn.
Hoofdstuk 109: Gedachtenwisseling tussen de schriftgeleerde en de vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...