Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 24 van 120

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[1] (Rafaël:) 'De volledige tweede en goed te onderscheiden hogere graad van schouwen en voelen van de ziel treedt zowel in het lichamelijke leven als ook in de droom in, wanneer de geest in de ziel net zo actief begint te worden als de geest van een plant in de zaadkorrel, als hij begonnen is om vanuit zijn eigenlijke ziel, die in het vlees van de korrel rust, de wortels in de aarde en de kiemblaadjes boven de aarde te vormen en te doen groeien. De ziel begint zich dan tot een echte vorm te ontvouwen en dringt enerzijds in zichzelf, net zoals de wortels van een groeiende plant in de aarde dringen en uit de goddelijke kracht daarin de juiste voeding beginnen op te zuigen, terwijl anderzijds de plant zelf, aldus van binnenuit gevoed, als gevolg van die innerlijke voeding vanuit de zuivere, ware en levende goddelijke kracht, zich als de eigenlijke en echte wezensvorm van de ziel in de sfeer van het licht verheft en hoger en verder ontwikkelt naar de uiteindelijke voleinding.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Kijk, juist in deze nacht dringen er grote aantallen vanuit het inwendige van de aarde naar boven naar de oppervlakte, om te zorgen dat het komende jaar vruchtbaar zal worden! Wanneer nu deze nog in hoge mate ongelouterde natuurgeesten zich in de vorm van een grijze en naar rotting riekende damp kalm over het oppervlak van de aarde zouden uitstrekken, dan zou in een dergelijke damp nog niet een paar uur menselijk leven kunnen bestaan. Welk ander middel kun jij mij aangeven, om de genoemde opstijgende nog onvolkomen natuurgeesten onschadelijk te maken voor de lichamelijke gezondheid van de mensen, dan juist de wind, en wel een hevige, die in opgewassen is tegen die hardnekkige en in zekere zin kleverige aard van dergelijke geesten?
Hoofdstuk 139: De storm en het doel ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daarom laten wij deze wind nu nog een paar uur lang zijn werk doen! Wanneer hij zijn goede werk verricht heeft, gaat hij wel weer liggen. Ik zou de wind vanuit de macht van de Heer in mij wel kunnen gebieden dat hij ogenblikkelijk moest gaan liggen -maar waar zou dat goed voor zijn? Ik zegje: helemaal nergens voor; want een dergelijk teken zou jouw geloof in de Heer niet in het minst vergroten. Als ik namelijk de wind ter wille van jouw enkele ogenblikken kalmeer, zul jij heimelijk bij jezelf zeggen: 'Aha, de wind is uit zichzelf enkele ogenblikken bedaard', en je zou denken dat ik jou zomaar gezegd had dat dit bedaren door de macht van mijn wil gebeurd was. Maar als ik de wind helemaal tot rust laat komen, dan sterven er morgen al duizend mensen aan een boosaardige dysenterie, en dat zou je vast ook niet graag willen; want ik weet dat jij en heel veel mensen geen vrienden van epidemieën zijn. Laten we daarom, zoals reeds gezegd, de wind maar doorwaaien; de kleine schade die hij hier en daar zal aanrichten, zal gemakkelijk te vergoeden zijn.
Hoofdstuk 139: De storm en het doel ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Uiteindelijk vatten de aanwezigen meer moed, openden hun ogen en oren, en konden zich niet genoeg verbazen over de hevigheid van de wind; Rafaël gebood deze echter om de heuvel heen te gaan en daarom werd het op de heuvel ook plotseling volkomen windstil. Ook mocht er geen bliksem in de buurt van de heuvel komen, maar meer op een afstand van enkele morgens* (Oude landmaat, per streek sterk verschillend. Eigenlijk zoveel land als in een morgen kon worden geploegd.) akkerland; en daar zag het eruit als een ware stroom van vuur, die zich in de wijde omtrek met dreunend gebulder en geknetter vanuit de wolken op de aarde stortte.
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Maar nu is ook het moment aangebroken waarop dit onweer moet ophouden; en daarom wil ik vanuit de wil van God de Heer in mij, dat het onweer gaat liggen -en kijk, het bliksemen is opgehouden en de wind is gaan liggen! Maar kijk nu eens om je heen, dan zullen jullie veel zien wat jullie aandacht zal trekken!'
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] En Rafaël, die ook op zijn oude plaats was gaan zitten, zei: 'Beste vrienden, deze kwestie zou weliswaar ook best morgen verklaard kunnen worden, maar omdat jullie erg weetgierig zijn, kan ik het jullie nu ook wel uitleggen! Maar ik zeg jullie dat het helemaal niet zo belangrijk is als jullie je nu waarschijnlijk voorstellen en van de volledig juiste kennis van dit en soortgelijke verschijnselen is het heil van de ziel niet afhankelijk; maar omdat uit onwetendheid ten aanzien van dergelijke verschijnselen gemakkelijk allerlei duister bijgeloof voortkomt, ben ik in zekere zin dan ook genoodzaakt om jullie ook dit verschijnsel vanuit het juiste gezichtspunt te doen begrijpen.
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Maar voordat jullie dit verschijnsel in de eerste plaats vanuit het natuurlijke gezichtspunt kunnen begrijpen, is het noodzakelijk om jullie eerst te laten begrijpen hoe het zit met de bliksem, zodat speciaal jullie Romeinen niet naast de leer van de Heer ook nog denken aan de fameuze bliksemfabrikant Vulcanus en aan de grote uitdeler ervan, Jupiter. Let dus goed op wat ik jullie nu zal laten zien en zal uitleggen!'
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Wat is nu zo'n alles vernielende vuurzuil? Alweer niets anders dan ons 'elektron' ofwel de daadwerkelijke uiting van de in hun rust al te zeer gestoorde ethergeesten. Deze op de hoogste wijze actief geworden ethergeesten trekken vervolgens ook weldra hun gelijken uit de wijde omgeving naar zich toe, zowel van boven als vanuit alle richtingen in de wijde omtrek, die hun in zekere zin te hulp snellen, en zo richten ze gewoonlijk in een bepaalde streek op aarde een zo erge verwoesting aan, dat hun sporen vele jaren daarna, ja af en toe wel gedurende vele eeuwen nog goed waar te nemen en op te merken zijn.
Hoofdstuk 144: Weersverschijnselen en hun oorzaak - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zei: 'Wat jij wenst, is al sinds eeuwigheid de zaak van Degene die in Mij woont, want zonder Mij kunnen jullie nooit iets werkelijk verdienstelijks voor het eeuwige leven van jullie ziel doen! Maar toch moet iedereen eerst vanuit zijn vrije wil zoveel doen als hij kan; en dan zal Ik heel zeker en betrouwbaar al het andere doen.
Hoofdstuk 151: Hulp van de Heer op de weg naar de voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar met de kracht die Ik jullie nu gegeven heb moeten jullie vooral niet gaan pronken en laat je daarvoor door niemand op welke manier dan ook bewonderen of eren, maar vertel en toon degenen die genezen aan wie zij hun genezing in wezen te danken hebben, en aan wie daarvoor alleen eer, lof en dank toekomt! Ik geef jullie deze kracht vanuit de macht van Mijn wil om niet, genezen jullie derhalve de mensen die jullie hulp nodig zullen hebben, dan ook om niet!
Hoofdstuk 153: De Heer onderwijst de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Maar wanneer ondanks zo'n vlucht de genoemde ethergeesten zich ergens op de achtergrond in de buurt van de aarde nog voortdurend steeds sterker ophopen, wat jullie goed kunnen merken aan het steeds zwarter en dichter worden van de wolken, dan wordt die druk voor hen ondraaglijk. Plotseling gaan ze dan in een soort grimmige woede vanuit hun traagheid over tot de grootste activiteit, en die zeer grote activiteit van hen is dan het vernietigende vuur van de bliksem, die met nagenoeg de snelheid van een gedachte met groot gebulder uit de voor hem te belastende wolk ver wegschiet en alles wat hem op zijn weg komt, met onweerstaanbaar geweld vernietigt. De aarde en luchtgeesten worden bij deze gelegenheid echter als het ware door reusachtige stoten dusdanig tegen elkaar aangedrukt, dat ze noodgedwongen elkaar moeten vastgrijpen, steeds dichter en materieel zwaar worden en als een zware regen of, als het er heel grimmig toegaat, ook als hagel op de aarde vallen.
Hoofdstuk 143: Het wezen van de elektriciteit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] We hebben nu van de verschillende verschijnselen op aarde, die jullie gezien en beleefd hebben, nog eens gezien waardoor ze worden voortgebracht en tot stand gebracht, wat de oorzaak ervan is en wat ze op zichzelf naar waarheid eigenlijk zijn. Maar om jullie verstand nog meer op te helderen willen we deze kwestie nog verder vervolgen en uitzoeken, want het voornaamste grondbeginsel in de leer van de Heer aan alle mensen van deze aarde en ook voor alle geesten en hemelen luidt, voor eeuwig geldend: alleen de zuiverste waarheid in alle dingen kan en zal jullie vrij en levend maken! Maar dergelijke verschijnselen manifesteren zich op deze aarde noodzakelijkerwijs in allerlei vormen en gedaanten en dus ook met allerlei effecten en uitwerkingen en brengen de blinde mensen tot allerlei verkeerde gissingen ten aanzien van de oorzaak en dus ook tot allerlei bijgeloof Daarom is het dan ook zeker een goede zaak dat de mens behalve het kennen en aannemen van de goddelijke wil ook de verschijnselen, die hij op aarde vaak tegenkomt, vanuit het standpunt van de waarheid en niet vanuit duistere menselijke bedenksels kan beoordelen en herkennen.'
Hoofdstuk 144: Weersverschijnselen en hun oorzaak - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Zij bogen alledrie diep voor Mij, en één van hen zei: 'Heer en Meester, enkele maanden geleden zijn er ook afgezanten van ons naar U toegekomen en hebben van U aanwijzingen gekregen hoe wij in ons instituut, dat nu een algemeen en groot aanzien geniet, vanuit de enige waarheid moeten handelen, omdat wij anders binnenkort tijden zullen beleven waarin allerlei onheil over ons zal losbreken. Wij hebben dan ook gedaan, wat die teruggekeerde afgezanten ons nadrukkelijk als Uw wil meedeelden en hebben sindsdien ook niet één vals wonder meer gedaan, terwijl de afgezanten ons namens U de volle verzekering gaven dat wij, als wij zelf precies volgens Uw leer zouden gaan leven en handelen en serieus daarbij zouden blijven, in Uw naam zeker in staat zouden zijn de grootste en meest echte tekenen te doen, wanneer het nodig zou zijn.
Hoofdstuk 155: De Essenen klagen hun nood bij de Heer (3.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] De eveneens aanwezige waard uit het dal zei: 'O mijn beste broeder, deze karavaan, waarvan het einde nog niet eens in zicht is, zou bij mij moeilijk verzorgd en nog moeilijker ondergebracht kunnen worden! Maar jij hebt hier in deze plaats, die toch voor het grootste deel aan jou toebehoort, zeven grote herbergen, en dan is jouw grote stamhuis nog niet eens meegerekend; bovendien zijn er hier nog een paar kleine herbergen, daarom kan zo'n grote karavaan hier veel beter en gemakkelijker bediend en in korte tijd ondergebracht worden dan bij mij in het dal. Overigens hoeven we er nog helemaal niet bij voorbaat vanuit te gaan dat deze karavaan, die al vóór zonsopgang onderweg is, hier nu al rust zal houden. Laten wij maar afwachten, dan zal wel duidelijk worden wat ons te doen staat'
Hoofdstuk 157: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (Kado:) 'Toen ik spoedig daarna alles in Athene in orde gemaakt had en dan ook zonder verder oponthoud de thuisreis aanving, nam ik vanuit Tyrus de weg langs het oude Nazareth en informeerde daar zorgvuldig naar de goede heiland Jezus. Men toonde mij toen al gauw een kleine woning heel dicht bij de stad. Deze woning heb ik direct bezocht en ik trof daar enkele vrome en rechtschapen timmerlieden aan, die mij voorstelden aan een vrouw met de naam Maria, die al weduwe was en de lichamelijke moeder van de gezochte heiland was, maar die mij toch niet wist te zeggen waar haar zoon Jezus zich in die tijd en op dat moment bevond.
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...