Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5678 resultaten - Pagina 24 van 379

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[2] Toen ik Uw heerlijkheid nog niet kende, hield ik van U als van een volmaakt mens. Ik vermoedde wel de zuiver goddelijke geest in U, en mijn hart hield onuitsprekelijk veel van deze heilige geest, maar toch dacht ik aan U als aan een Zoon van de Allerhoogste! Maar nu heeft alles een andere vorm aangenomen! U bent de Allerhoogste Zelf! Buiten U is er geen ander meer! Vergeef daarom mij, het kleinste stofwormpje, dat in zijn aangeboren blindheid het heeft gewaagd U als een mens lief te hebben!"
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "Zo is het goed! Laat je ziel maar altijd de oprechte wens van je hart volgen en ontsteek daarin een heldere vlam, dan zal de gehele ziel weldra licht worden en de geest van God zal in haar opgaan als een zon, en pas in zijn licht en in zijn levenswarmte zal dan het zaad van God ontkiemen en de ziel voor het eeuwige leven voorzien van de vruchten des levens!
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Maar de geest van God in de mens kan slechts gewekt worden door de liefde tot God, en uit die liefde tot de liefde voor de naaste.
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Maar nu gaan wij naar Jarah, - die moet ons haar twee souvenirs laten zien! Want ik heb haar op de bodem van de zee, toen een hemelse geest het water er tot op de laatste druppel uithief, een mooie parelmossel zien oprapen en in haar schort doen, en ik zag ook de lichtende steen die zij uit een zonnewereld meenam, waar de hemelse geest haar gebracht had. Als die twee genoemde voorwerpen net zo werkelijk aanwezig zijn als deze vernieuwde berg, dan hebben we meer bewijzen dan we nodig hebben!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] JARAH zegt: "U zegt wat uw verstand u ingeeft, omdat u de geest niet kent! Deze jongeman zal tot en met mijn zestiende jaar mijn beschermer en leidsman zijn en hij zal mij onderwijzen in de wijsheid van Gods hemelen - en u ook, als u naar hem zult willen luisteren!"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[23] JULIUS zegt: "Dat nu juist niet! Maar - wat ik mij herinner van wat Hij vannacht tegen jou gezegd heeft - Hij is en blijft God, en de menselijke geest kan Hem pas dan geheel naderen als hij zich met de hem gegeven krachten zelf gevormd, ontwikkeld en staande gehouden heeft, waarbij hij tijdens deze zelf ontwikkelingsperiode door Hem geheel aan zichzelf wordt overgelaten! Als dat echter zo is, dan is God in die periode noodzakelijkerwijs een tiran met een blinddoek voor en verstopte oren! En als bij jou die door Hem Zelf aangekondigde periode zal komen, dan mijn allerliefste Jarah, zullen we daar verder over spreken!"
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Een van de ESSENEN zegt: " Ja, een zonsopgang niet alleen voor ons, maar voor de gehele aarde, en zelfs voor de gehele oneindigheid! Want het lijkt ons toe dat deze menswording van de allerhoogste goddelijke Geest niet alleen deze aarde en haar schepsels betreft, maar de hele oneindigheid !
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Dat de goddelijke Geest speciaal deze aarde heeft uitgekozen, is natuurlijk een wat onbegrijpelijke zaak voor onze geest, omdat Hij zoals wij nu weten -talloze myriaden super heerlijke lichtwerelden heeft, waarop Hij met Zichzelf de eigen menswording had kunnen uitvoeren, maar Hij zal wel het beste weten waarom Hij nu juist de aarde heeft uitgekozen!
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Maar wanneer jullie een kalme waterspiegel zien waarin de zon schijnt, dan zal vanaf de waterspiegel dezelfde majesteit en waarheid terug gekaatst worden die je aan de hemel ziet. En zo heeft men ook een rustig, hart nodig, vrij van hartstochten, dat slechts door algehele zelfverloochening, deemoed, geduld en zuivere liefde kan worden bereikt, opdat het evenbeeld van God in de geest van de mens net zo zuiver en waar teruggekaatst zal worden als de aardse zon door een rustige waterspiegel.
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar als je een school opricht en daarvoor een groot huis bouwt, moeten de muren geen afsluitingen en geen sloten hebben! Wordt echte vrijmetselaars van jullie schoolhuizen, en profetenscholen zullen jullie volgende werk zijn. Maar jullie hoofdzorg moet daarop gericht zijn dat jullie al Mijn lessen, die al gegeven werden en nog gegeven worden, getrouw bewaren en niet, zoals de Farizeeën en oudsten, vermengen met je eigen voorschriften! Jullie tegenwoordige voorschriften moeten grondig uitgeroeid worden, en Mijn woord moet volledig daarvoor in de plaats komen, en wel vrijwillig, omdat anders Mijn geest niet zou kunnen werken volgens de profetie die de mensen werd gegeven door de mond der profeten!"
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Zelf zou Ik jullie allen nog veel te zeggen hebben, alleen zouden jullie dat nu nog niet begrijpen en verdragen. Maar als de geest van de volle waarheid in jullie zal ontwaken, dan zal hij jullie zelf in alle wijsheid leiden; en deze geest is het goddelijke evenbeeld in jullie harten, en jullie zelf zullen hem in je wekken door het juiste vieren van de sabbat. Zeg eens of jullie dat nu allemaal goed hebben begrepen?!"
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De HOOFDMAN zegt: "Nou, nou, het is al goed, mij schoot alleen een Oudromeinse domme rangorde door het hoofd, - maar ik ben alweer helemaal in orde! Maar wat mij hier het meest verbaast, is, dat de hemelse Raphaël het brood zo gretig opeet alsof hij van ons allen het hongerigst is! Dat is werkelijk erg merkwaardig! Hij is toch meer een geest dan een mens met een lichaam en toch eet hij alsof hij ooit op aarde geboren zou zijn! Dat bevalt mij bijzonder! -Maar ik merk dat brood alleen, hoe goed het ook smaakt, dorstig maakt, en daarom zou ik graag spoedig iets te drinken krijgen."
Hoofdstuk 151: De gezegende maaltijd op de berg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Nu grijnst de SATAN: "Moest je nu wéér die naam uitspreken, die mij zo tegenstaat?! Als je over niets anders kunt spreken, omschrijf dan tenminste die naam, want hij pijnigt mij meer dan tienduizend withete hellen! Bovendien ben ik een geest en dat moet ik eeuwig blijven terwille van jullie heil, en daarom kan ik mij niet bekeren tot jullie God en jullie Heer! Ik ben eens en voor altijd verdoemd en voor mij is er geen redding meer!"
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Maar jij bent vanaf je oerbegin als een zuivere geest geschapen door Hem, die nu in het hart van deze heilige Nazareeër woont, en aan Wie hemel en aarde voor iedereen zichtbaar helemaal gehoorzamen. Voor jou is het zuivere herkennen van de eeuwige waarheid eenvoudig, terwijl ik lang in nacht en nevel moest rondtasten; jij hoeft alleen maar te willen en dan bevind je je weer in het oude oerlicht. Wend je daarom naar de Heer, die hier op wonderbaarlijke wijze lichamelijk temidden van ons verblijft, en met alles, wat mij, inclusief mijn leven, eigen en heilig is, sta ik er voor in dat je aangenomen wordt!"
Hoofdstuk 152: De hoofdman daagt de satan uit.(19.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] De hoofdman gaf de opdracht aan Raphaël en deze was binnen een kwartier al met het antwoord terug, waarin de kommandant van Gadarenum bevestigde dat hij de opdracht in goede orde van een aardige jonge soldaat had ontvangen en dat hij alles ook meteen in de geest van de opdracht uit zou laten voeren.
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...