Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

12361 resultaten - Pagina 24 van 825

...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...
[8] Als de mens zich ook tot op zeer hoge leeftijd voortdurend zo jeugdig fris, monter en opgewekt zou voelen, dan zou hetgeen jullie al twintig jaar geleden zijn begonnen te zoeken, hem even onverschillig zijn en blijven, als dat voor jullie in je jonge jaren was; maar de steeds moeizamer wordende leeftijd en het steeds dichterbij komen van het einde van het leven dwingt de ziel, die het leven liefheeft, zich te gaan bekommeren om het verdere wezen van het leven en zo nu en dan te gaan vragen hoe het zit met het blinde volksgeloof.
Hoofdstuk 154: Het geestelijke zoeken van de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] De twee Grieken zeiden: 'O Heer, Heer, wij danken U uit het diepst van ons hart en leven voor de zo wonderbaarlijk plotselinge genezing van ons lichaam, maar we vragen U ook of U ons, als we ten gevolge van onze lichamelijke gezondheid op wat voor manier dan ook zwak zouden kunnen worden en ons door de een of andere verleiding van de wereld en ons vlees zouden laten bekoren, -of U ons steeds de nodige kracht wilt schenken om alle verzoekingen die over ons zouden kunnen komen, met ware heldenmoed te kunnen weerstaan; want wij zien nu zelf al dat geen mens zonder Uw hulp alle gevaren en allerlei soorten vijanden die op hem loeren, kan overwinnen.
Hoofdstuk 159: Het beoefenen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Hierop zei onze Polycarpus: 'Wat dat aangaat heeft Hij alleen maar gezegd: 'Houd je aan de tien geboden van Mozes en heb op die manier God, de Ene en enig Ware, boven alles lief en jullie naasten als jezelf; doe voor hen wat jullie redelijkerwijs kunnen verlangen dat zij ook voor jullie zouden doen. Verder moeten jullie je niet laten verleiden door de bekoorlijke verlokkingen van de wereld - dan zullen jullie in Mij blijven en Ik in jullie, en zullen jullie op die manier het eeuwige leven door de geest van Mijn liefde in je hebben; want Ikzelf ben de Weg, de Waarheid en het eeuwige Leven! Wie in Mij gelooft en zich aan Mijn geboden houdt, dat is degene die Mij boven alles liefheeft; naar hem zal Ikzelf komen, Ik zal Mij aan hem openbaren en hem het eeuwige leven geven!' Kijk, dat is het wezen van Zijn leer.
Hoofdstuk 164: De genezing door het geloof van de bekeerde rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Als jullie in Mijn naam bij iemand komen, en hij luistert goed naar jullie en gelooft ook wat jullie hem over Mij vertellen, maar hij zegt na Mijn leer te hebben aangenomen niet tegen jullie: 'Blijf bij mij, beste vrienden, en eet samen met mij!', blijf daar dan niet! Want bij wie heeft en tegenover jullie karig is, terwijl jullie niet karig zijn geweest met Mijn woord, dat het hoogste goed is voor het leven van zijn ziel, daar zal Ik ook karig zijn met Mijn zegen; want het geloof in Mij wordt levend en werkzaam door de werken der liefde.
Hoofdstuk 166: De Heer geeft gedragsregels voor de gelovigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] U zegt dat alleen de Uwen, die in U geloven, U liefhebben en Uw geboden houden, het eeuwige leven in Uw Godsrijk zullen ontvangen. Als dat zo is, en als alles wat er bestaat door de macht van Uw eeuwige woord geschapen is, evenals alle mensen die helaas te eniger tijd hebben geleefd zonder U te kennen -wat niet hun schuld kon zijn -hoe zal het dan gaan met die mensen die U nooit hebben kunnen kennen? Hoe zal het er met het eeuwige leven van hun ziel in Uw Godsrijk uitzien?Want ze hebben niet in U kunnen geloven, U niet kunnen liefhebben en ook Uw geboden niet kunnen houden, omdat ze niets over U te weten hebben kunnen komen.
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Heer en Meester, ik zeg nu niet dat die wijze Griek daarmee een echt en waarachtig principe voor het welzijn van de mensen onder woorden heeft gebracht, aangezien ik bij U een heel ander levensprincipe heb gevonden volgens welk ik ook voortaan zal leven en handelen; maar zegt U nu Zelf of de geheel natuurlijke mens, met name in een land waar het wemelt van allerlei roofdieren, als gevolg van zijn waarnemingen en ervaringen uiteindelijk wel tot een ander grondbeginsel voor het menselijke leven op deze aarde kan komen, ook al heeft hij in aanleg een goed gemoed, zoals dat vaak bij nog onmondige kinderen goed kan worden waargenomen.
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Nee, dan blijf ik bij mijn oude grondbeginsel, dat ik enkele jaren geleden uit de.mond van een oude wijze Griek in Alexandrië heb gehoord: 'De hele aarde is een roofnest en een. tranendal voor de edele mens; want alles wat hij ziet en wat hem overkomt is beladen met de eeuwige vloek van de goden. Het is. mets anders dan een voortdurend ontstaan en tot een ellendig en vluchtig bestaan komen; en een wrede dood is steeds het gevolg van het ontstaan! En toch moet de mens, die het meest door zijn bestaan wordt gekweld, een volledig goed, edel, humaan leven leiden en de voortdurend vervloekende goden eren? Maar hoe kan hij dat, als hij niets anders dan alleen een wreed woeden van de hele natuur om zich heen ziet? Laat de mens dus ook als een leeuw, een tijger .of een adelaar worden en zich op zijn medeschepselen wreken - onverschillig of het mensen of dieren zijn - voor de ook over hem uitgestorte vloek van de goden; laat hij proberen koning te worden en van zijn toch al korte leven te genieten, in weerwil van de goden!'
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Nu zeg je natuurlijk weer bij jezelf: 'Ja, Heer, dat is allemaal wel in orde; want als de leiding van een volk eenmaal bedorven en ondeugdelijk is geworden, moet het volk een andere krijgen, die beantwoordt aan de materiële en vooral de geestelijke behoeften van het volk. Maar zolang de oude afgodstempels, die men godshuizen of kerken noemt, samen met hun dienaren voortbestaan en dienst doen, en zij met name in de bedevaartplaatsen en kloosters aan de nog vele blinde mensen de buitengewoon voortreffelijke werking van hun kerkelijke onderdanigheid aan God mogen verkondigen, zal een nieuwe leiding van het volk - of die nu bestaat uit een nieuwe grondwet of uit een nieuwe regeerder -altijd het gevaar lopen om langzamerhand weer tot de oude duisternis te vervallen, en wel des te eerder wanneer de dienaren van de tempels erop aangewezen zijn van de verdiensten uit hun kerkelijke verrichtingen te leven. Als ze dan als leraren van het volk nog enige tijd moeten voortbestaan, laat men hen dan net als iedere andere staatsdienaar betalen; maar voor hun dienst aan de kerk zouden ze van niemand een betaling mogen verlangen en aannemen, dan zou daardoor aan de praktijken van de tempeldienaren, die het volk uitbuiten, bedriegen en verduisteren, vast en zeker een heel duidelijke grens gesteld zijn, en aan de bedevaarten, wonderbeelden en relikwieën en nog vele andere kerkelijke misgeboorten en misbruiken zou dan snel een einde komen!'
Hoofdstuk 28: De toekomst van de ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Laat de geestelijkheid dus haar gang maar gaan met het uitbuiten van het volk; laat het nog blinde volk maar op bedevaart gaan en dure missen betalen; laat het biechten, naar de kerk gaan, overdreven dure rouwstoeten vormen; laat zij op erfenissen jagen en dure ontheffingen en aflaten verkopen. Kortom, laat die Babyloniërs nog erger tekeer gaan, dan zal ook de meest blinde weldra tot bezinning komen en zeggen: 'Nee, zo'n religie kan niet anders dan bedrog zijn, omdat degenen die het meest overtuigd zijn van de zuivere waarheid van de leer van Christus en ernaar zouden moeten handelen, door hun daden laten zien dat ze zelf helemaal geen waarde aan die leer hechten, in geen enkele God geloven en derhalve louter valse profeten zijn; ze zorgen voor niets anders dan hun buik, maken de mensen door allerlei bedrog -en als dat niet meer voldoende is, door een soort wettelijke dwang, die hun door de staat toegestaan is -dikwijls hun hele hebben en houden afhandig en reiken geen enkele dorstige zielook maar een slok water van alles wat ze gewoon geroofd hebben! Daarom weg met al die valse profeten; weg met die verscheurende wolven in schaapskleren, en weg met alles waarmee zij zolang het arme, blinde volk hebben gekweld, bedrogen en beroofd; weg met de tempels, altaren, heiligenbeelden, relikwieën, klokken en alle nutteloze kerkelijke gebruiksvoorwerpen, die geen enkele geestelijke levenswaarde hebben! Van nu af aan zullen wijzelf de hele leer van Christus onderzoeken, ons die door een ware, door God verlichte leraren laten uitleggen en er dan naar leven en handelen, en de echte leraar zal aan onze tafel niet omkomen van honger en dorst en ook niet naakt en barrevoets rondlopen!'
Hoofdstuk 28: De toekomst van de ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Onze lieve Vader, die in de hemel woont, Uw naam worde altijd en eeuwig geheiligd! Uw rijk van het leven, het licht en de waarheid kome tot ons en blijve bij ons! Uw wil die als enige heilig en rechtvaardig is, geschiede op deze aarde onder ons mensen op dezelfde manier als in Uw hemelen onder Uw volmaakte engelen! Geef ons op deze aarde ons dagelijks brood! Vergeef ons onze zonden en zwakheden, evenals wij ze altijd diegenen zullen vergeven, die tegenover ons hebben gezondigd! Laat geen verzoekingen over ons komen die wij niet kunnen weerstaan, en bevrijd ons zo van alle kwaad, waarin een mens als gevolg van een te sterke verleiding van deze wereld en haar slechte geest terecht kan komen; want van U, o Vader in de hemel, is alle macht, alle kracht, alle sterkte en alle heerlijkheid, die alle hemelen vervullen, van eeuwigheid tot eeuwigheid!
Hoofdstuk 32: Het gebed van de Heer. De Heer in de bergstad Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Bovendien zal de Heer na drie dagen weer in ons midden zijn en ons vervullen met Zijn machtige geest, en op die manier tot aan het einde van deze aarde bij de Zijnen blijven; ik denk dus dat wij alle reden hebben om ons te verheugen over alles, wat Hij voor het mogelijke heil van alle mensen heeft bepaald en over Zich laat komen. Want die dwazen, die vol blindheid zitten, kunnen zich in hun dolle woede wel aan het lichaam van de Heer vergrijpen en Hem ook doden, als Hij dat ter verbetering van de blinden Zelf toelaat, daartoe genoodzaakt door Zijn liefde voor ons mensen; maar wie zal in staat zijn de eeuwige, almachtige Godheid in Zijn lichaam te doden? Die zal Zijn verheven lichaam weer tot leven wekken, en op de derde dag zal Hij weer net als nu bij ons zijn, zodat wij ons buitengewoon kunnen verheugen.
Hoofdstuk 42: De commandant troost de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Toen trad een van deze zeventien naar voren en verleidde het volk; want met de hulp van anderen goot hij een gouden kalf, vroeg het volk bijeen te komen en zei: 'Dat is ons belangrijkste voedsel, daaraan danken wij ons leven in deze magere woestijn, waar onze kudden slechts met moeite nauwelijks voldoende voedsel vinden! Laten we dit kostbare symbool hoog vereren en aanbidden! Maak nu een overvloed aan maaltijden klaar, en laten we vrolijk en opgewekt zijn rond dit symbool! Daarna moeten jullie ons als jullie legeraanvoerders kiezen, dan zullen wij eerder in staat zijn jullie naar een vruchtbaar land te leiden dan Mozes, die ons helemaal vergeten is, met zijn ark! In Egypte hebben wij van de sluwe krokodillen geleerd hoe men te werk moet gaan om een goede prooi te bemachtigen; volg ons daarom, dan zal het ons niet aan overvloedige maaltijden ontbreken!'
Hoofdstuk 52: De achtergronden van de zeventien geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Nou, nou, dat is wel goed en waar zo! Dat jullie weggezakte geloof door deze daad van Mij in één keer weer opgericht is, is wel goed te begrijpen, evenals het feit dat jullie Mij onmiddellijk hebben herkend; maar in de toekomst moeten jullie je geloof door werken van ware naastenliefde eerst levend maken, anders heeft het in Mijn ogen geen waarde voor het leven van jullie ziel. Want Ik ben enkel door Mijn overgrote liefde naar jullie mensen toegekomen, en zo kunnen jullie mensen ook alleen maar weer door liefde voor Mij en voor je naaste tot Mij komen en op die manier tot het eeuwige leven van jullie zielen, als Mijn echte kinderen; dat dienen jullie goed te onthouden!
Hoofdstuk 57: Het getuigenis van de oudste over de Heer (21.9.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Jullie moeten je trouwens met name in het begin niet met het verklaren van de verschijnselen in de natuurlijke wereld bezighouden -ten eerste omdat jullie dat zelf nog niet volledig duidelijk is, en in de tweede plaats omdat het eigenlijke ware levensheil van een mensenziel niet afhangt van het kennen daarvan -maar jullie moeten de mensen alleen maar leren echt in Mij te geloven en te leven en te handelen volgens Mijn wil, zoals jullie die kennen; voor al het overige zal Ikzelf dan wel zorgen! Want bij degene die Mijn geboden houdt en Mij werkelijk metterdaad boven alles liefheeft, zal Ikzelf komen, en Ik zal Mijzelf in alles aan hem openbaren, al naargelang zijn bevattingsvermogen.
Hoofdstuk 65: Over de manier van onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Dit licht is bij jullie nu slechts een klein vlammetje in jullie ziel; pas als jullie Mijn leer en daarmee ook Mijn wil ontvangen hebben en daarnaar handelen en leven, zal jullie licht, dat nu nog klein is, tot een zon worden, en dan pas zullen jullie tot de volle waarheid van al het leven en bestaan komen en in jezelf het eeuwige leven wekken.
Hoofdstuk 88: Het besluit van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37  ...